Neen, het zit niet goed…

Cornelis (Kees) Le Pair

Zeer recent publiceerde de Nederlandse fysicus dr. Kees Le Pair op zijn persoonlijke blog een stuk dat niet ruim genoeg verspreid kan worden.

Wat hij vertelt is pure horror, en wel van het soort dat in harde science-fictionverhalen wordt opgehangen.

Ik geef hierna een stuk van zijn bijdrage weer.

Zoals zo vaak is regelgeving een groter kwaad, dan het euvel zelf. Dat geldt à fortiori als het euvel een illusie is. Denk maar aan door de mens veroorzaakte klimaatverandering en de CO2-jacht. Nu staat er echter iets op stapel, dat alles wat er tot nu toe misregeld is, in het niet doet zinken. Met koninginnesteun in de rug beijvert de Minister van Financiën zich om ons contant geld af te nemen. Meer gemak voor de burger is de smoes. En bestrijden van gesjoemel met geld het argument voor slaperige ingewijden. In werkelijkheid is het de ergste vrijheidsbeperking, die ooit in georganiseerde samenlevingen is ingevoerd. En de paljassen die het voor het zeggen hebben, denken dat het nodig is om het klimaat te beschermen.
Iedere Euro die we in de toekomst uitgeven, of in een oude sok bewaren, wordt aan de overheid, de onze en die in Brussel, Frankfurt en Bazel, straks gerapporteerd. Maar dat niet alleen. Het nieuwe ruil- en oppotmiddel, dat geld moet vervangen, gaat de overheid gebruiken om onze aanschaf van goederen en diensten te reguleren. Het systeem heet ‘Central Bank Digital Currency’, CBDC. In plaats van geld krijgt ieder een cel van een ‘spreadsheet’ bij de centrale bank. Nog voor het zover is, liggen de plannen voor een CO2-budget al op tafel. Daarmee meet de overheid straks af of u na een autorit naar de Franse Rivièra nog wel genoeg over hebt. Anders zal uw supermarkt gedwongen zijn te weigeren u dit jaar nog een paar ons rundvlees te verkopen. En ik schat, dat onze huidige volksvertegenwoordiging, na wat publicitair gesputter, het met overweldigende, democratisch georganiseerde, meerderheid zal laten passeren.

(U vindt de volledige tekst hier: http://www.clepair.net/privacy_&_digitale_slavernij.html )

De Covidcrisis

Dit is zonder meer afschuwwekkend, maar ik ben bang dat dit plan wel degelijk bedoeld is en dat “het” dus in de pijp zit.

En wij? Wij, blatende schapen, volgen gedwee en leveren stukje bij beetje onze vrijheid in.

Nu vraag ik de lezer om even terug te denken aan wat er gebeurd is tijdens de Covid-crisis. Hoe wij onze kinderen uit de school hebben laten bannen met een leerachterstand die ze misschien nooit meer inhalen als gevolg. Hoe wij genootschappen, vriendenclubs en zelfs vriendschappen hebben laten kapotmaken. Hoe wij werkeloos hebben toegekeken hoe onze ouderen als schurftig vee in hun kamertjes werden opgesloten, met volstrekte wering van elk bezoek… Hoevelen onder hen zijn aan sociale miserie overleden? Wij hebben ons zonder verzet laten opjutten door het dagelijks opgevoerde peloton van zogeheten experts, die ons telkens weer kwamen vertellen hoe gevaarlijk de situatie wel was – waarbij de stem van kritische wetenschappers door de media deskundig werd doodgezwegen.

Inderdaad kon begin 2020 niemand weten wat die nieuwe ziekte Covid-19 zou aanrichten en dat de oversterfte uiteindelijk niet groter zou zijn dan die van de Aziatische griep (1957-1958), die velen onder ons nog meegemaakt hebben, toen wij school bleven lopen en onze vaders gewoon uit werken gingen.

En intussen hoorden we allerwege over het nieuwe normaal, waarbij het dragen van mondkapjes, al dan niet beperkte lockdowns en het opsluiten van van bejaarden kennelijk voortaan als normaal zouden gaan gelden.

Niemand kan er omheen: het is uiterst makkelijk miljoenen mensen zo murw te maken, dat ze al hun vrijheden opgeven. Het volstaat angst te scheppen.

Dat is niet alles

En nu, zo leert ons dr. Le Pair, staat ons een nieuw rondje vrijheidsberoving te wachten. Met ditmaal als hét ultieme opzwepende middel: CO2. De angst voor wat tot de basiswetten van de aardse natuur behoort: het periodiek veranderen van het klimaat.

Daarmee is de cirkel rond.

Of toch niet…

Hierna volgt namelijk een artikel dat zopas verscheen in www.dwarsliggers.eu.

Het laat zien dat het klimaatalarmisme – laten we de angstcreatie maar zo noemen – diep indringende maatschappelijke gevolgen heeft. Je krijgt een door-en-door getraumatiseerde bevolking. Die wordt vervolgens onderworpen aan de machtsuitoefening door een allebeheersende en controlerende, onbereikbare overheid. Een angstwekkend en wansmakelijk mengsel, geschikt voor een weinig opbeurend science-fictionverhaal.

Ik verontschuldig me oprecht als ik de eindejaarsstemming van sommige lezers hiermee bederf.

Men schreef het aan Luther toe:  “hier sta ik, en ik kan niet anders!”

Het zij zo.

Jaak Peeters

December 2022

Klimaatalarmisme is niet onschuldig

Inleiding en probleemstelling

In november 2022 ging onder groot spektakel in het mondaine Egyptische Sharm-el-Sjeikh de door de VN georganiseerde klimaatconferentie van start. VN topman Guterres kondigde bij die gelegenheid aan dat een wereldwijd systeem tijdig moet waarschuwen voor klimaatrampen.[1] Diezelfde dag meldden kranten dat de hittegolven van 2022 in Europa minstens 15 000 doden hadden veroorzaakt. De Morgen bracht een overzicht van zes rampen die de wereld als gevolg van de klimaatverandering in de komende jaren te wachten staan.[2] Of nog: “We zitten op de snelweg naar de klimaathel, de strijd voor een leefbare planeet wordt dit decennium gewonnen of verloren”- eveneens volgens Guterres.

De zeer linkse partij GroenLinks liet in Nederland op de eerste bladzijde afdrukken: “De klimaatcrisis is nu”.[3] Diezelfde dag had Jesse Klaver, de voorzitter van genoemde partij, getwitterd: “Het kabinet gaat de klimaatdoelen weer niet halen. De wereld staat in brand en het kabinet ligt niet eens op koers om de eigen ambities waar te maken.”

‘De wereld staat in brand’. Van een doembeeld gesproken…

Intussen worden er plannen gemaakt om de kinderen in de scholen met “het klimaat” als een voorrangsprobleem te confronteren.

Dat alles overkomt de bevolking nadat die twee jaar lang te horen kreeg dat we een heuse Covid-crisis doormaken. Van bij het begin van de Covid-geschiedenis werd de bevolking systematisch ‘bewerkt’ om ze van de ernst te doordringen.[4] Covid kon namelijk vele miljoenen doden veroorzaken.

Het ziet er echter naar uit dat er misbruik wordt gemaakt van situaties zoals Covid of de klimaatverandering.[5]

We willen hierna gebruik maken van recente wetenschappelijke inzichten om beter te doorzien welke processen zich in het kader van angst of angstcreatie kunnen voltrekken. Als we beter doorzien wat ons overkomt, zijn we ook beter gewapend tegen pogingen om hele bevolkingen op een punt te brengen dat ze misschien nooit hebben gewild.

De grondidee van deze tekst is dat wat mensen ervaren bij de Covid-epidemie en nog méér bij de aangehaalde klimaatcrisis heel veel overeenkomst vertoont met de fenomenen die zich voordoen in het leven van mensen die lijden aan de gevolgen van zware trauma’s. Als dat juist is, dan is dat is te veel om te verwaarlozen of als onbelangrijk weg te zetten.

Als onze hypothese enige vorm van aannemelijkheid bezit, dan is het soms hysterisch aandoende narratief over de klimaatverandering helemaal geen onschuldige zaak.

We beginnen onze uiteenzetting bewust met een nogal uitvoerige bespreking van harde traumatische ervaringen omdat die opgevat kunnen worden als een dramatische uitvergroting van nu al bestaande psychologische problemen in onze maatschappij.

Eerst de meest dramatische feiten: wat een trauma is

Het woord trauma[6] valt in de dagelijkse omgang wel vaker. Maar weten we goed wat we er mee bedoelen?[7]

Onder trauma verstaan we in deze tekst het feit en de gevolgen van gebeurtenissen zoals gevechtshandelingen, dodelijke verkeersongevallen, verkrachtingen of grote rampen, zoals het instorten van een groot gebouw. Mensen die dergelijke situaties overleven, zijn getekend voor hun verdere leven. De feiten die deze mensen meemaakten zijn zo indringend, dat ze er zich nooit meer van kunnen losmaken.

Kenmerkend voor dit soort zware trauma’s is het herbeleven van de gruwelijke feiten. Dergelijke herbelevingen (flashbacks) verlammen mensen en maken hen doodsbang. Soldaten horen het schreeuwen van dodelijk getroffen makkers en verkrachte vrouwen klappen dicht bij het zien van een man die ook maar een beetje op hun verkrachter lijkt.

Psychiaters noemen het complex van belevingen en gevoelens dat die mensen doormaken posttraumatisch stresssyndroom (PTSS).

Wie lijdt aan dit syndroom ontwikkelt vaak een emotionele gevoelloosheid, alsof ze geen gevoelens meer toelaten uit schrik dat de afschuwelijke gebeurtenissen hen weerom in hun greep krijgen. Getraumatiseerde mensen ruiken dezelfde geuren en ervaren dezelfde fysieke gewaarwordingen als tijdens de traumatische gebeurtenis zelf.

Deze mensen beleven een scherpe grens tussen de wereld van mensen die weten hoe hun ervaring was en de wereld van mensen die dat (gelukkig) niet weten. Daarom slagen vele slachtoffers er niet in om een brug te slaan tussen de traumatische ervaringen en hun huidige leven of tussen henzelf en hun omgeving. Ze zitten in het verleden gevangen, dat vaak hun enige bron van zingeving is geworden. Dat alleen al op zich is een bron van radeloosheid en onmacht, omdat ze beseffen dat ze vastzitten in de ervaring van een afschuwelijk verleden.

De verdere gevolgen van een trauma

Het vastzitten in een trauma uit het verleden kan gemakkelijk leiden tot het opgeven van elk verzet.

In een nogal wreedaardig experiment werd aan honden elektrische schokken toegediend. Als de kooi van de honden openging, kregen de dieren opnieuw een schok. Een controlegroep kreeg bij het verlaten van de kooi echter geen nieuwe schok toegediend. Deze honden liepen als de bliksem van de kooi vandaan. De honden die wel een nieuwe schok kregen ondernamen geen enkele poging om te ontsnappen. Net als de honden van Seligman en Maier, die het experiment uitvoerden, kiezen mensen vaak niet voor de weg van de vrijheid. “Net als de getraumatiseerde honden van Maier en Seligman geven veel getraumatiseerde mensen het eenvoudigweg op”.[8] Wat ervaren wordt als onontkoombaar werkt verlammend en kan leiden tot de totale psychologische ineenstorting.

Het is bekend dat getraumatiseerde mensen grote hoeveelheden stresshormonen blijven produceren lang nadat het werkelijke gevaar is geweken. Als mensen ervan overtuigd zijn dat er toch geen ontsnappen aan is, is het ondergaan van de pijn en de smart het enige wat nog rest.[9]

Het ziet er ook naar uit dat langdurige stresservaringen, waardoor gedurende lange tijd steeds weer hoge niveaus van stresshormonen worden geproduceerd, in het lichaam een nieuw evenwicht tot stand brengen. Dat zie je bijvoorbeeld bij marathonlopers die een gevoel van welzijn en zelfs vreugde kunnen krijgen als ze hun lichaam tot het uiterste belasten. Stress en angst wennen, omdat het lichaam zich heeft aangepast.

Van de Kolk vond bij onderzoek dat sterke emoties pijn kunnen blokkeren omdat de hersenen morfineachtige stoffen aanmaken. Men kan dus verslaafd raken aan situaties die we in gewone omstandigheden geneigd zijn te ontlopen, op een manier die veel weg heeft van de verslaving aan drugs! Daar bestaan studies over: hernieuwde blootstelling aan angstopwekkende traumatische gebeurtenissen levert op een vreemde manier verlichting op.[10]

Dat is niet alles.

De reden waarom mensen in hun traumatische ervaring blijven vastzitten is even simpel als onrustwekkend. Een felle emotionele gebeurtenis werkt als een soort herprogrammering van de hersenen. Op luttele minuten leggen de hersenen nieuwe, in dit geval ongewenste, verbindingen. De bedrading van het systeem wordt in korte tijd overhoop gegooid. Maar omdat de hersenen tegelijk in belangrijke mate de hormonale afscheidingen sturen, wordt bij zulke programmering tegelijk de hele hormonale huishouding door elkaar gehaald. Als om welke reden dan ook een herstel van het normale gedrag uitblijft, blijven de hersenen almaar door stressoproepende stoffen produceren en blijven verkeerde hersencircuits aanslaan. ‘Verkeerde programmatie’ werkt dus dubbel: de fysiologische machinerie is verkeerd gaan draaien, en omdat ze dat doet, is de terugkeer naar het normale moeilijker geworden. Zodoende raken mensen vastgestrikt in hun negatieve ervaringen.

Liefde en hechting

Meer nog dan vele mensen denken, zijn mensen sociale wezens. De mens groeit op onder soortgenoten en zijn neuronale uitrusting wordt door die sociale ervaringen gevormd. We verwijzen naar de hiervoor genoemde ‘programmering’. Ook al is programmering een nogal vreemde term die de meeste psychologen zelf niet zullen gebruiken, toch leert de wetenschap ons dat mensen van in de heel vroege kindsheid neuronaal gestructureerd worden in overeenstemming met de omgeving waarin ze leven.

Hiervoor werd al duidelijk dat een traumatische omgeving diepe sporen nalaat. Maar ook liefdevolle ervaringen doen dat. Omgekeerd beïnvloeden eenzaamheid en verlatenheid de structurering van de hersenen.[11] Onze sociale omgeving interageert met de chemie in onze hersenen. “Semrad leerde ons dat het leeuwendeel van menselijk lijden betrekking heeft op liefde en verlies.”[12]

Scherp gezegd: wie nooit liefde heeft gekregen, kan ze ook niet geven.  Wie nooit geleerd heeft zich aan anderen te hechten, zal het later ook nooit meer kunnen. Wie slechte ervaringen met anderen heeft opgedaan, heeft maar weinig ‘input’ nodig om bij elk nieuw contact achterdochtig te worden of zich af te wenden.

Dat is begrijpelijk: onder invloed van voortdurend inwerkende stresshormonen worden de pijnlijke ervaringen steeds dieper in het geheugen ingegrift. Mensen die als kind misbruikt zijn geweest, of getuige van herhaaldelijk voorkomende slaande ruzies tussen hun ouders, zijn als het ware geprogrammeerd om hun hele leven in de afstandelijke modus tegenover anderen te staan.

Op dit punt aangekomen is het nuttig hier een uitspraak aan te halen van een autoriteit die de meesten niet in dit verband verwachten: Frans de Waal. “De manier waarop ons lichaam – met inbegrip van de stem, de stemming, de houding enzovoort – door lichamen in onze omgeving wordt beïnvloed, is een van de mysteries van het menselijk bestaan maar levert wel het bindmiddel dat hele samenlevingen bijeenhoudt.(…) In plaats van dat ieder mens onafhankelijk de voors en tegens van zijn of haar daden afweegt, bevinden we ons op knooppunten in een netwerk dat ons allemaal lichamelijk en geestelijk met elkaar verbindt.”[13] En luister even naar Antonio Damasio: “ Ons leven hoort niet alleen door onze eigen verlangens en gevoelens te worden gereguleerd, maar ook door onze zorg voor de verlangens en gevoelens van anderen (..)[14]

Kan een traumatische ervaring “gematigd” zijn?

Het overgrote deel van wat tot nog toe werd gezegd heeft betrekking op wat men ‘traumatische ervaringen’ noemt. Dat zijn diepingrijpende, pijnlijke, erg verstorende ervaringen. We zijn gewoonlijk geneigd te denken dat dit soort ervaringen grote uitzondering is.

Dat is niet juist. Volgens sommigen werden in de Verenigde Staten niet minder dan 12 miljoen vrouwen ooit verkracht. Meer dan de helft van deze verkrachtingen gebeurt bij meisjes die jonger zijn dan 15. Voor vele mensen begint de oorlog trouwens in huis: elk jaar worden er in de VS ongeveer drie miljoen aangiften gedaan van kindermishandeling en -verwaarlozing.[15] Wie de krant openslaat moet zich afvragen of de zaken er te onzent zoveel beter voorstaan.

Maar er is nog iets anders.

Er bestaat géén scherpe cesuur tussen wat hier trauma wordt genoemd en vele mildere vormen van psychologische kwetsing. Niet alleen hangt het bestaan van zulke scheiding af van de persoonlijke levensgeschiedenis – wie nog nooit ernstig werd aangepakt ervaart alles anders dan wie het voor de zoveelste keer moet beleven. Denk aan het meisje dat ’s avonds in haar bed ligt te wachten tot het onvermijdelijke gebeurt: de dagelijkse verkrachting. Er rest het kind niet veel anders dan het maar weer te ondergaan.

Maar wie aandachtig de voorgaande tekst heeft gelezen heeft zeker gemerkt dat in het wetenschappelijk onderzoek telkens weer sprake is van angst.

Angst en depressies

Dat brengt ons meteen bij die mildere vormen van traumatische ervaringen. Twee ervan willen we hier kort aanhalen: depressie en angst. We behandelen ze samen, omdat ze in het concrete leven van de lijdende mens vaak samenhangen.

Natuurlijk zijn angststoornissen en depressies geen simpel één-op-één verhaal, zomin trouwens als welke traumatische ervaring dan ook.

Net als in onze bespreking van de getraumatiseerde mens nemen we slechts het gezichtspunt in van de ervarende, belevende en (in dit geval) lijdende mens.

We nemen eerst de depressie.

In Nederland worden er per jaar aan zowat een miljoen mensen antidepressiva voorgeschreven. Dat is een zorgwekkend hoog cijfer. Er is dus duidelijk wat aan de hand: grote aantallen mensen zien zich genoodzaakt hulp te zoeken. Opvallend is bij depressie ook de verstoring van de sociale relaties. Net zoals bij hardere trauma’s.

Depressie wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van sombere gevoelens, en wel gedurende een lange tijd. Daarbij is heel vaak sprake van verlies aan interesse in de dingen des levens, of in het plezier van het leven. Vaak is er sprake van een verlies van eigenwaarde, van schuldgevoelens en van lichamelijke symptomen. Zoals bij hardere trauma’s.

Als oorzaken van depressie worden veelal opgegeven: langdurige ernstige stresstoestanden of de herinnering aan lichamelijke of mentale mishandeling. Depressies ontstaan vaak op sluipende wijze: men voelt zich eenzaam, minderwaardig, sluit zich af. Heel wat cognitieve functies lijden onder een depressie: vooral aandacht en geheugen worden hierbij vermeld. Deze mensen vertonen een selectieve neiging om vooral negatieve feiten of inhouden te onthouden.[16] Daarom dreigen depressieve mensen vast te komen zitten in hun depressie. Dat gevaar loert ook bij de zware trauma’s.

Het ziet er ook naar uit dat vele depressieve mensen ‘het hebben opgegeven’, net als de honden van Seligman, die het niet meer aandurfden op de loop te gaan, of het meisje dat wacht op haar verkrachter. Depressie is een levenswijze geworden.

Kijken we vervolgens naar de angststoornissen. Het gaat dan om herhaalde perioden van intense angst of spanning.

Angstbeleving blijkt gevoelig voor sociale en culturele context.[17]

Er bestaat ook zoiets als “angstsensiviteit”, het van nature gevoeliger zijn voor angstaanvallen. Zulke mensen hebben de neiging om angstig te reageren op stressoren, waar anderen neutraal op reageren. Er bestaan dus letterlijk ‘angstige naturen’. Voorts blijkt dat mensen geconditioneerd kunnen raken, bijvoorbeeld voor onbewust waargenomen presentatie van emotioneel expressieve gezichten. “Er blijkt een neuronaal netwerk te bestaan voor angstconditionering (…).[18]

Het is allemaal herkenbare materie voor wie de harde traumatologie ter hand neemt.

Conclusie

We keren nu eerst terug naar de vraag in de titel van de vorige alinea: kan een traumatische ervaring gematigd zijn?

Het antwoord is: ja!

We zien hoe depressieve of angstige toestanden gelijkaardige gedragsverschijnselen kunnen opleveren als harde traumatische ervaringen. Milder, dat wel – meestal toch, want het aantal zelfmoorden doet andere dingen denken. Niet voor niks zette de Vlaamse regering een programma op ter voorkoming van zelfmoorden.[19] We zien hoe de herinnering aan mentale of lichamelijke mishandeling in het verleden een rol speelt. Alweer: milder, want er is nauwelijks sprake van flashbacks. Maar de slachtoffers lijden er wel onder en, wat erger is: die angsten verspreiden zich in de samenleving zoals het mycelium van een zwam, want men steekt elkaar aan. Milder, want deze angstbeleving is meestal minder allesoverheersend. Maar toch…

Wie goed toekijkt treft dus in onze moderne samenleving verschijnselen aan die tot op zekere hoogte met de beschreven zwaardere traumatische ervaringen kunnen vergeleken worden. Daar is ook aanleiding toe: het aantal verkrachtingen, in 2019 gemiddeld 12 aangiften per dag, is best wel hoog, ook al geven ze niet altijd tot excessieve reacties aanleiding.[20]

Herinner u dat verkrachtingen één van de voornaamste oorzaken van traumatische flashbacks zijn…

Vooral echter is nu het moment aangebroken om naar de hypothese van onze inleiding te gaan.

Dit is dus ons grondaanvoelen: als we aannemen dat er in onze maatschappij een soort algemene psychologische spanning heerst, die bij vele honderdduizenden mensen angsten en depressies (helpt) veroorzaken[21], dan is het denkbaar dat die kwellende gevoelens nu worden aangevuurd door de manier waarop Covid werd aangepakt en vooral door het klimaatalarmisme. We schuiven op naar zwaardere vormen van psychologisch lijden.

Angst- en depressieve gevoelens misvormen de sociale dimensies van onze samenleving, ze verteren het plezier in het leven van mensen en tekenen hen voor het leven. Zo komen we tot klimaatalarmistische acties zoals het beklimmen van de Berlijnse Brandenburger Poort, waarbij wij als boodschap meekrijgen: “wij zijn de laatste generatie”.[22]

Als boodschap van wanhoop kan dat tellen…

Brengen we ook even de uitspraken van Jesse Klaver en co in herinnering, in de inleidende alinea van deze bijdrage…

Onze gedachtegang geeft onzes inziens voedsel aan de hypothese dat het aanhoudend gestook over de klimaatverandering veel meer gevolgen heeft dan alleen maar de nogal vreemde kronkels die sommigen ertoe brengen betalingen te doen aan Mozambique voor de schade die daar door de ‘door ons veroorzaakte’ klimaatverandering zou zijn toegebracht.

De zaak is ernstig. De hele mentale en psychologische habitus van ons volk wordt tot in de wortel aangetast omdat de spanningen die er van nature al waren door de klimaathysterie nog meer worden opgezweept. Ze nemen bovendien een concrete vorm aan en verwerven een schijn van wetenschappelijkheid, die gevoelige zielen nog meer in hun spanningssyndroom drukt.

De lockdowns en de vaak schrijnende isolatie van ouderen in rusthuizen tijdens de Covid-epidemie hebben de psychische gezondheid van vele mensen geen goed gedaan.[23] Maar de voortdurende alarmistische doemscenario’s van de klimaatverandering maken de zaak nog vele malen erger.

Het klimaatalarmisme lost niet alleen niets op, want we hebben eerder behoefte aan redelijkheid, terwijl gespannen emoties alleen maar hindernissen opzetten. Het uitdelen van zuur verdiend belastinggeld is veeleer het stillen van de stem van ons eigen geweten en dito verstand, terwijl we intussen onszelf de hele tijd blijven kwellen.

Het klimaatalarmisme is, vanuit het standpunt van de geestelijke gezondheid van de bevolking, veel minder onschuldig dat het lijkt. Op termijn kan het zelfs uitlopen op een psychologische ramp.

Wie schreven bewust over harde trauma’s. Dat helpt te begrijpen waarom hier het woord ramp wordt gebruikt.


[1] HLN, 7/11/2022.

[2] De Morgen, 5/11/2022.

[3] Algemeen Dagblad, NRC en Trouw, 2/11/2022.

[4] https://www.youtube.com/watch?v=5ANOVSjDUd4

[5] Ottmar Edenhofer, directeur van het Potsdam Institute for Climate Impact Research (PIK) en hoofdauteur van werkgroep 3 van het IPCC, zei in 2010 “We (VN en IPCC) redistribute de facto the world’s wealth by climate policy … International climate policy has almost nothing to do with environmental policy anymore.” (Wij – de VN en het IPCC- zijn bezig met het herverdeling van de rijkdommen van de wereld door middel van de klimaatpolitiek. De internationale klimaatpolitiek heeft niets te maken met enige vorm van milieupolitiek)

[6] Uit het Grieks trauma, ‘wonde’.

[7] Deze bespreking steunt op he boek Traumasporen, door Prof. Bessel van der Kolk. Uitgeverij Mens! 2022.

[8] Bessel van der Kolk, o.c., blz. 53.

[9] Soms is zelfverwonding de enige methode om zichzelf nog te voelen.

[10] The compulsion to repeat the trauma. Re-enactment, revictimization, and masochism. B.A. van der Kolk, Psychiatr Clin. North. Am. 1989, jun; 12(2): 389-411. 

[11] Stephen W. Porges. De Polyvagaal Theorie. De neurofysiologische basis van emotie, gehechtheid, communicatie en zelfregulatie.Uitgeverij Mens!, 2019, blz. 186 e.v.

[12] Van der Kolk, o.c., blz. 49

[13] Frans de Waal. Een tijd voor  empathie. Olympus, 2014, blz. 77.

[14] Antonio Damasio. Het gelijk van Spinoza. Wereldbibliotheek, 2003, blz. 151.

[15] U.S. Departement of Health and Human Services, Àdministration on Children, Youth and Families, Child Maltreatment 2007, 2008 en 2010 en 2011.

[16] Rebecca Elliott. Cognitieve stoornissen bij depressie. In: Paul Eling e.a. Cognitieve neuropsychiatrie, Boom2003,  blz. 98 e.v.

[17] Johan den Boer, Wiljo van Hout, Marjan Nielen en Gert ter Horst, Neuropyschiatrie van paniekstoornis; een integratie van neurobiologische en psychologische modellen. In Paul Eling, et al., oc., blz. 139.

[18] Johan den Boer et al. O.c., blz. 157.

[19] https://www.zelfmoord1813.be/feiten-en-cijfers/oorzaken-en-su%C3%AFcidaal-proces

[20] https://www.hln.be/binnenland/recordaantal-aangiftes-van-verkrachting-in-2019-gemiddeld-12-per-dag~a19b6cab/

[21] Men leze Dirk De Wachters Borderline Times. Het einde van de normaliteit. Lannoo, 2021. Als boodschap aan de klimaatactivisten lees je bij De Wachter: misschien is onze belangrijkste maatschappelijke taak op dit moment onze jeugd te leren dat niet alles kan. (blz.93)

[22] HLN 7/11/2022. Denk aan de dood van Julie van Espen, in 2020.

[23] Nog dagelijks ziet men mensen met mondkapjes lopen, hoewel de verplichting daartoe al vele maanden geleden werd opgeheven.

Brief van een verontwaardigde vader

Boos was ik, dezer dagen, om de reacties van sommige figuren op de houding van een minister die de subsidie aan een universiteit dreigde te bevriezen omdat ze vragen had over de manier waarop diezelfde universiteit zich had opgesteld in verband met verkrachting van een studente door een universitair personeelslid.

De manier waarop sommigen in het parlement die minister hebben aangepakt, tart elke verbeelding. Het enige wat ik hierbij kan voelen is: verontwaardiging en gramschap.

Het ‘liberale’ parlementslid in kwestie verweet de minister bars dat zij haar bevoegdheden te buiten ging. De minister zou zich als een Romeins keizer hebben gedragen: in willekeur.

Een minister die druk uitoefent op een instelling waarvan één van de personeelsleden een jonge vrouw verkracht gaat haar bevoegdheden te buiten!

Wat had ze dan moeten doen? Voorwenden dat er niks aan de hand was?

Wie is hier de hypocriet?

Die jonge vrouw, letterlijk neergedrukt door een figuur die onderwijl zijn eigen wellust botviert, terwijl het slachtoffer overspoeld wordt door angst, woede en zelfverwijt, op het ogenblik dat de adrenaline door haar aderen giert en haar haar hele neurofysiologische structuur in luttele minuten traumatisch door elkaar wordt gehusseld, zodat een ervaren psycholoog jaren nodig heeft om de neuronale bedrading van het meisje weer min of meer in orde te krijgen…en een minister die hierop inhakt gaat haar bevoegdheden te buiten?! Terwijl iederéén uit de slof zou moeten schieten- zoals de minister zelf heeft laten horen, trouwens, in plaats van te struikelen over spitsvondigheden in verband met bevoegdheden.

Ik stel me voor welke traumatische ervaring een verkrachting is. Ik zie voor me de neuropychologische chaos die in de geest van het slachtoffer door zo’n schanddaad wordt aangericht. Ik zie hoe een heel leven verwoest wordt en het onvermogen van dat jonge leven om nog ooit een normale omgang te hebben met een man die ze liefheeft. Dat alleen maar omdat één ziekelijke figuur niet in staat was zichzelf te beheersen en zich heel zelfzuchtig te buiten gaat aan het schenden van de diepste eigenheid van een ander mens.

En de minister die zich hierbij opwindt is de pineut?

Je moet maar durven. Het lijkt erop dat voor sommigen niets echt belang heeft. Of: dat alles relatief is – dus van de macht van het moment afhangt. Is dat de manier waarop wij onze menselijke samenleving vorm willen geven?

Dat wordt allemaal niettemin helemaal anders als het om hedendaagse verhaaltjes gaat, zoals daar zijn: racisme en gendertheorieën of – nog zo’n links-liberaal melodietje-: ‘stigmatisering’. En o wee als iemand het aandurft zelfs maar kritiek te uiten op deze vertelsels vanuit de links-liberale wereldvisie.

Stel je voor dat de minister de bedoelde subsidie kritiekloos zou hebben toegekend. Was de minister dan wél binnen haar bevoegdheden gebleven? Is dat ‘liberaal’ bestuur?

Ik heb toch wat problemen met dat ‘liberalisme’ zoals het zich in de feiten manifesteert.

Wat is dat voor een lering die wel geregeld de halve samenleving uitscheldt voor extreemrechts maar intussen uithaalt naar mensen die slechts willen dat de simpele principes van het leven worden gevolgd? Wat is dat voor een liberalisme waarvoor er kennelijk geen vaste waarden bestaan die het verdedigen waard zijn en dat dus letterlijk alles ‘ironisch’ of ‘relatief’ opvat – zelfs de zeer ernstige dingen, zoals we nu zien- behalve ongetwijfeld als het om de eigen dada’s gaat? Wat is een liberalisme zélf waard als het aaneenhangt van de relatieve constructies die worden opgevoerd als dat even goed uitkomt?

Dat is dan een liberalisme dat het niet de moeite vindt van welgemeende boosheid uit de slof te schieten bij zoiets als een verkrachting.

Ik néém die postmodernistische relativiteit en dito ironie verduveld niet, als mijn dochter onder het weerzinwekkende lijf ligt van een ziekelijke geest die door hormonen verblind alleen zijn eigen wellust najaagt, terwijl hij zijn geslacht tegen de wil van mijn dochter baantjes laat trekken in het meest intieme deel van een jong vrouwelijk lichaam.

Op zo’n moment weet ik dat het links-liberale postmodernisme het grootste egoïstische zelfbedrog is dat de mensheid ooit heeft voortgebracht. Want ik weet zeker dat de getroebleerde uitzinnigheid van een verkrachting nooit hard genoeg veroordeeld kan worden. Verkrachting vloekt immers op de meest felle wijze met elke vorm van fylogenie, want elke ouder, van welke zoogdierensoort ook, zou zich doodvechten om de eigen kroost te beschermen tegen onheil en wandaden.

Oprechtheid is een innerlijke richtlijn, schrijft Tinneke Beeckman. De onoprechtheid die uit deze links-liberale uitval naar een minister blijkt, toont dat de innerlijke richtlijnen voor het links-liberalisme met meer dan gewone kritische geest moeten bejegend worden.

Ik erger me aan de schier grenzeloze hypocrisie van een politieke strekking die in een minister liever een berekenende politieke machine zonder menselijk gevoel wil zien of zich liever verliest in dromerige postmodernistische theorieën, eerder dan een mens van vlees en bloed te steunen die het opneemt voor slachtoffers van wandaden.

Ik kan voor Demir niet stemmen: ze behoort tot een andere kieskring.

Jammer, want ik wil een mens zijn.

Jaak Peeters

November 2022

Waar is de Vlaamse politiek eigenlijk mee bezig?

Nu Alexander Decroo zich openlijk tegen elke vorm van confederalisme heeft verzeti, rijst de vraag wat de Vlaamse politiek verder concreet gaat doen.

In de rangen van de christendemocratie was Annelies Verlinden aangesteld als de minister die een grondwetsherziening moest voorbereiden.

Tot hiertoe is daar niet veel van in huis gekomen. Er werd een ‘burgerbevraging’ georganiseerd, maar die werd door een miniem aantal mensen ingevuld. Ze was ook zo complex dat men de opstellers ervan moet verdenken de bevraging bewust zo complex te hebben gemaakt opdat zo weinig mogelijk mensen die zouden invullen. Het zou hen de kans geven te stellen dat de modale Vlaming van deze problematiek helemaal niet wakker ligt.

Als je de kranten leest zou je dat laatste nog geloven ook.

Wie die kranten doorbladert leest niets over de zogeheten ‘taalkwesties’ – zoals dat zo denigrerend wordt gezegd. Maar wie op het veld komt, ziet andere dingen.

In tien gemeenten in de Vlaamse Rand rond Brussel waar Nederlands de enige officiële taal is, is Frans de meest gesproken Belgische taal tussen moeders en hun pasgeboren kinderen. Dat schrijft de APFF (Association pour la Promotion de la Francophonie en Flandre) in haar meest recente tijdschrift ‘Nouvelles de Flandre’. Het APFF baseert zich op de meest recente cijfers van Kind&Gezin. Die cijfers liegen er niet om: In Sint-Pieters-Leeuw geeft bijna 60% van de jonge moeders aan Frans te spreken, in Beersel en Dilbeek respectievelijk 48,7% en 48,6%.

Zaventem en Machelen volgen met 47% en 43,9% Franstalige moeders, op hun beurt gevolgd door Overijse (43,9%), Tervuren (39,4%), Asse (38%), Vilvoorde (37,7%) en Grimbergen (37,2%). Alleen in Asse houdt het Nederlands gelijke tred met het Frans: in 36,4% van de gezinnen wordt Nederlands gesproken door de moeder, waardoor de kloof met het Frans niet erg groot is. Ook in Tervuren (31%) en Dilbeek (32,7%) houdt het Nederlands nog stand. In Zaventem en Machelen is de situatie ronduit dramatisch, met minder dan 20% jonge moeders die Nederlands spreken.ii

Is er iemand die hierover in enige krant iets heeft gelezen?

Ho ja: er zijn wel meer gebieden op de wereld waar het volk een andere dagelijkse omgangstaal hanteert dan de officiële landstaal. In Congo, de voormalige Belgische kolonie, is de officiële landstaal Frans, maar er zijn maar weinig congolezen die deze taal ook echt beheersen.

Die congolezen evenwel kleven geen annexatieplannen aan deze toestand. Zij wensen niet dat de Lingalasprekers een andere politieke eenheid verwerven, een die gebaseerd is op een min of meer homogene verzameling van Lingalasprekers.

Te onzent willen de franstaligen echter het gebied waar ze de meerderheid zeggen te vormen wel degelijk uit Vlaanderen loshaken en bij hun gedroomde Brusselse rijkje voegen.

Als de heer Decroo verklaart dat zijn België in 2030 – als dat land 200 jaar bestaat – voor hem een stevige politieke constructie moet zijn, dan moet hij zich toch realiseren dat de hierboven vermelde toestand zonder meer een politieke tijdbom is? Als hij iets verstand heeft van internationale politiek, moet hij weten dat “grenzen heilig zijn”, dixit Herman van Rompuy. Ik weet niet of die dat gezegd heeft naar aanleiding van enkele Franstalige burgemeesters in Vlaamse randgemeenten, die hem opriepen hun annexatie-eisen “mee te nemen”.iii Dat maakt echter niets uit: het probleem ligt er – open en bloot.

En iemand als Decroo moet dat weten.

En dan komt mijn vraag: waarom hoor ik hierover niets in de Vlaamse politiek?

In de kranten lees je niets. Daar gaat het over racisme, extreemrechts, gender- en woketoestanden – zelfs Van Dale en de Taalunie ontsnappen niet aan deze rage.

Maar ook de politieke leiders schijnen nog nooit van deze feiten gehoord te hebben. Die leven kennelijk vooral in hun eigen wereldje – tegenwoordig noemen ze dat een bubbel.iv

Intussen werd bekend dat de franstaligen zich als één blok verzetten tegen elk ernstig voorstel voor een hervorming van deze belgische staat.v

De verfransing van Vlaams-Brabant mag voor hen rustig doorgaan.

En nu, Bart Dewever?

Jaak Peeters

Oktober 2022

i HLN, 21/10/2022

ii Bron: VVB, Nederlands landstaal, 7 september 2022

iii https://www.hln.be/binnenland/europees-president-van-rompuy-ontsnapt-niet-aan-b-h-v~a6e18e48/

iv https://www.telegraaf.nl/watuzegt/1498247496/onze-leiders-leven-in-eigen-bubbel

v Bron: Pallieterke, 20/10/2022.

Toemaat

Een profeet op oorlogspad

Razzia’s, raids en krijgstochten van Mohammed

In september 2022 verscheen bij uitgeverij Polemos het in de titel genoemde boek.

Het is van de hand van Serge Desouter, een witte pater die doorlopend en alternatief in verschillende Afrikaanse landen werkzaam was.

Hij woonde vier jaar in een moslimgemeenschap in de Nigerese woestijn en verbleef en werkte professioneel gedurende zijn hele loopbaan in andere continenten en gemeenschappen. Hij werkte voor de Verenigde Naties, Internationale Organisaties, Ngo’s en Kerkgemeenschappen en was expert Geschiedenis en Mensenrechten voor het Internationaal Rwanda Tribunaal in Arusha.

Desouter is dus een man die de wereld heeft gezien en ook – en misschien vooral – het islamitische deel ervan.

Zijn boek zal niet door iedereen met evenveel enthousiasme worden ontvangen, maar men kan er niet omheen dat hier een kenner aan het woord is.

Een scherpe vraag

De auteur gaat uit van de nieuwe situatie in West-Europa, die gekenmerkt wordt door een sterke instroom van moslims. Zoals bekend roept deze massale immigratie bij velen vragen op. Zelfs de bij de ouderen onder ons best wel bekende Brigitte Bardot maakte zich ooit openlijk zorgen over de immigratie van zoveel muslims, waarvoor zij trouwens werd aangeklaagd.

De essentiële vraag die Serge Desouter stelt, en die uiteindelijk alle andere vragen in de schaduw stelt, vindt de lezer al op blz. 13 van het boek: (de vraag rijst) of al die onderliggende onhebbelijkheden en zelfs wreed geweld, niet gewoon fundamenteel in deze religie ingebakken zitten. Want zonder het verleden en het heden met elkaar te willen verwarren, mag men toch nagaan in welke context deze religie gestart is, en waar die blijvende agressiviteit vandaag komt. Put zij die in het voorbeeldgedrag van haar stichter?

De vraag is erg scherp, zeker met het oog op de gebeurtenissen in Iran, waar mensen door een theocratie worden gedood omdat ze hun hoofddoek niet op de correcte manier dragen.

Mohammed: orde op zaken

Desouter gaat eerst in op de situatie van Arabië voor de opkomst van de Islam. Arabië was voor de komst van Mohammed een verwarde mengelmoes van stammen en groepen die met elkaar herhaaldelijk overhoop lagen. Jodendom en Christendom telden heel wat aanhangers. Er waren ook veel sociale misstanden waarbij sommige stammen een onevenredig groot deel van de rijkdom hadden opgestapeld. In die wereld, die door karavanen werd in stand gehouden, was er dus minder zekerheid dan wenselijk is. Er lag altijd conflict op de loer. Het was ook voortdurend vechten tegen de harde natuurlijke levensomstandigheden. Dat schiep ook een soort krijgersmentaliteit bij deze groepen.

In deze context past ook de slavenhandel, veelal in Afrikaanse mannelijke slaven.

Dat was de wereld vol marginaliteit en politieke instabiliteit waarin Mohammed in 570 ter wereld kwam.

Toen hij op 25-jarige leeftijd met de 15 jaar oudere Khadija trouwde, werd hij op slag een rijk man, en werd aangesteld als karavaanleider. Hij voerde deze functie met groot succes uit en verwierf veel aanzien.

Mohammed als monotheïst, maar…

In die jaren bezocht de jonge Mohammed een monotheïstische kluizenaar. In die omstandigheden zou Mohammed zijn visioenen hebben gekregen.

Mohammed beschouwde zichzelf als opvolger en Mozes en Jezus. Hij verkondigde de leer van de Jihad, dit is de heilige oorlog tegen niet- moslims. Vervolgens stelt Desouter volgende vraag: als de Islam continu in staat van oorlog moet zijn – en niet gewapend, maar ook onder niet-gewapende vormen zoals propaganda, “dawa1, economie, internet…- en het moslims toegestaan en zelfs aangeraden wordt om te liegen en om loyaliteit, vriendschap en zelfs affectie te veinzen tegenover de ongelovigen, wat moet men dan denken als het gaat over inclusiviteit, tolerantie en vrede en interreligieuze dialoog in een multiculturele samenleving en onder democratische wetten?( blz. 32)2

Deze vraag werpt ons meteen midden in een bijtende problematiek, die velen in onze dagen intens bezighoudt.

Het antwoord op deze vraag geeft Desouter als zodanig niet. Maar hij waarschuwt.

Hij geeft ons een lijst van krijgstochten van Mohammed. Die lijst moet ons de ogen openen – ongetwijfeld is dat de bedoeling van de schrijver.

Wij telden 92 militaire operaties onder leiding van of gecommandeerd door Mohammed.

Daar voegt de auteur nog eens een lijst van 43 executies toe, die door Mohammed werden bevolen of goedgekeurd.

Andere stemmen

Frédéric Lenoir, de Franse godsdiensthistoricus die werkzaam was als onderzoeker aan de Ecole des Hautes Etudes en Sciences Sociales in Parijs, vermeldt in zijn Een geschiedenis van onze goden dat Mohammed vanaf 632 tot aan zijn dood Medina3 alleen nog maar verliet voor zijn militaire veldtochten tegen de Mekkanen. (…) In Medina was hij tegelijk religieus, politiek, juridisch en militair leider van de nieuwe moslimstaat.(blz. 266)

De Islam-vriendelijke Barnaby Rogerson verhaalt in zijn Biografie van de Profeet Mohammed

hoe Mohammed na de slag bij Oenain met zijn leger tegen Ta’if optrok.(blz. 212)

Oorlog dus.

In onze kranten lezen we hierover vrijwel nooit iets. Maar democratie kan niet werken als bewust een gedeelte van de feiten aan het volk onthouden wordt.

Het is daarom altijd wijs de andere klok te aanhoren, vooral als die goed onderbouwd is. Desouter geeft 165 verwijzingen of toelichtingen bij zijn tekst. Bij andere stemmen (zie verderop ook De ziekte van de Islam) opgeteld, is deze onderbouwing degelijk.

Overdrijft Desouter?

Serge Desouter is een christelijke pater. Men mag aannemen dat hij zich kritisch opstelt tegenover de praktijk van de Islam, zoals hij die heeft gezien. Heel uitdrukkelijk schrijft hij dat hij daaraan ook aangename herinneringen overhoudt. Hij heeft islamieten leren kennen als verdraagzame en hartelijke mensen. Maar hij heeft ook “alom de opgang van een brutaal fanatisme dat mij verbijstert en beangstigt” gezien.(blz. 13)

Zijn boek is een waarschuwing tegen dit fanatisme, waarvan hij de theologische fundamenten ziet in de religieuze geschriften van de Islam. Als we rekening houden met de uitspraken van hoger genoemde auteurs, zou het best kunnen dat Serge Desouter helemaal niet overdrijft als hij ons zo’n lange lijsten militaire en penitentiaire acties voorschotelt.

Je kunt natuurlijk stellen dat de vestiging van de Islam iets heel anders is dan het feitelijke islamitische leven vandaag.

Per slot van rekening waren de Inquisitie van de christelijke Kerk en de vervolging van de Katharen ook niet bepaald voorbeelden van vredelievend gedrag. Bovendien blijven de harde theologische tendenzen in de christelijke kerk nog tot recent aanwezig: gehoorzaamheid aan de burgerlijke wetten was ook voor Mgr. Janssen onderworpen aan de voorafgaande toetsing aan de goddelijke wet.4

Maar het grote verschil is dat de Verlichting de scherpe kanten van het Christendom heeft afgevijld, terwijl volgens de woorden van Abdelwahab Meddeb dogmatici en fanatici in de Islam het heft nog steeds in handen hebben.5 In het christelijke westen wordt al sinds Voltaire het Ecrasons l’ Infâme! straffeloos openlijk uitgesproken. De recente gebeurtenissen in het Midden-Oosten laten zien dat de Islam daar nog helemaal niet aan toe is.

Zo bekeken is de Islam in belangrijke mate zijn “kinderziekten” nog steeds niet ontgroeid. Het valt te vrezen dat sommige islamieten nog te vast in deze kindertijd opgesloten zitten. Orthodoxe moslims zullen zeggen dat de stellingen van mensen als Meddeb niet de overtuiging van de meerderheid van de islamieten weergeven. Dat kan zijn, hoewel er sinds de brand van de Notre Dame in Parijs, de doodsbedreigingen voor de Duivelsverzen en de terreuraanslagen op 22 maart 2016 in Brussel toch bedenkingen mogelijk zijn.

Interne theologische disputen binnen de Islam wissen de waarschuwingen van Desouter en anderen dus niet weg.

—————————————————-

Serge Desouter.

Een profeet op oorlogspad. Uitgeverij Polemos, www.polemos.be, ISBN 9789493005198, 205 blz., prijs 20 eur.

1 Zending of missionering.

2Zie ook https://mens-en-samenleving.infonu.nl › religie › 86502-taqiyya-wat-is-dat.html en: https://www.thereligionofpeace.com/pages/quran/taqiyya.aspx

3 Een stad in Arabië op 200 km. ten noorden van Djedda.

4 Mgr A. Janssen. Het Staatsgezag. Davidsfonds, 1963, blz. 266

5 Abdelwahab Meddeb. De ziekte van de Islam. Ten Have, Pelckmans, 2007. Zijn boek eindigt met de woorden: Het onderwijs is in de Arabisch-islamitische landen van dien aard dat het de opkomst van het integrisme bevordert. Het is nodig dat het gezuiverd wordt van alle bedoelingen die ingaan tegen de rechten van de mens en tegen de grondslagen van de moderne staat. Met een radicale hervorming van de onderwijssystemen (…) zal de school er op middellange termijn toe kunnen bijdragen de samenleving van het religieus extremisme te genezen. ( blz. 233)

Een gemiste kans (2022-09-30)

“De neofasciste Georgia Meloni wint de verkiezingen in Italië”. “Het rechts-radicale gedachtegoed komt in versnelling na de zege van Meloni in Italië”.

En de dag voordien: “Postfascisten aan het roer. De gedachte bezorgt me koude rillingen”. “Europese leiders waarschuwen: populisme eindigt altijd in catastrofe.”

Ziedaar een greep uit de titels in de kranten. Over de berichtgeving in de audiovisuele media zwijg ik maar.

Alles wel beschouwd hebben de Italianen in een reguliere, onbetwiste verkiezing voor een nieuw beleid gekozen. Ze hebben wellicht een ander beleid gekozen dan sommige heersende groepen welgevallig is. En dat dit nieuwe beleid de voorgaande regering evenmin zint, zal ook wel juist zijn. Maar de Italiaanse kiezer heeft gedaan wat zijn fundamenteel recht is in een democratie: een regering kiezen naar zijn goedvinden.

De rode media op stelten

De normale democraat zou op dit punt de bladzijde omslaan en overgaan tot de orde van de dag. Maar zo gaat dat niet in het wereldje van de hedendaagse journalistiek. Die uitslag – in Italië dan nog, niet bepaald een ministaat – steekt en zelfs heel pijnlijk. Vooral bij de dominante linkerzijde.

En dat zullen wij, machteloze lezers en luisteraars, geweten hebben.

Hoofdvogel werd afgeschoten in De Morgen van 26 september ’22.

Daar tovert men een voorts totaal onbekende jonge tuttebel, getooid met de ronkende titel van politicoloog, voor de dag. Het kind komt ons in een interview de les spellen en legt ons haarfijn uit wat ons te doen staat. En denk maar niet dat ze haar wijsheid tot de verkiezingsuitslag in Italië beperkt. Nee hoor!

Want in heel Europa is volgens haar dezelfde angstwekkende ontwikkeling aan de gang: de mensen beginnen massaal rechts te stemmen. Het is de verdere normalisering van het rechtse gedachtengoed.

Erg vindt dit dametje het dat je in Italië tegenwoordig zelfs iets goeds kunt zeggen over Mussolini.

Al die rechtse strekkingen – Vlaams Belang, Le Pen, Akesson en Meloni -, hebben volgens haar drie dingen gemeen: nativisme, autoritarisme en een vleugje populisme. Daarmee sluiten die mensen zich aan bij de koers van Orban in Hongarije. Die pleit – heeremijntijd! – voor de traditionele familie, tegen de woke- en genderideologie, voor beperking van asielzoekers en immigranten.

En wat het ergste van al is: die extreemrechtsen omarmen zelfs het christendom!

Gelukkig heeft de Europese Commissie Orban lik op stuk gegeven….

Het linkse wereldverbeteringsprogramma

Ik weet niet of de juffrouw (en sommige journalisten) dat zelf goed in de gaten hebben, maar in die korte tekst verraadt zich het wereldvreemde en volksvijandige programma dat zich van (een deel van) de linkse strekking heeft meester gemaakt.

Ik vat het verhaal (heel) kort samen:

– Je mag onder geen voorwaarde de autochtone bevolking beschouwen als de morele bezitters van hun land. Wie dat toch doet verkettert asielzoekers en immigranten.

Law and Order, recht en orde: dat is des doods. Het doet denken aan duistere tijden, die van de nazi’s en de fascisten.

– Je moet je ver houden van populisme, waarvan ons weliswaar geen definitie wordt gegeven.

– Pleiten voor de voorrang van het traditionele gezin gaat in tegen de genderideologie en is dus ongewenst.

– Het is de taak van de EU-commissie om “een streep in het zand te trekken”. Idem dito voor de media: “Ik zou zeggen: stel een richtlijn op, bepaal transparant voor uw lezers waar de grens ligt en trek een streep in het zand als dat nodig is.”



Het ‘linkse’ programma krititsch bekeken

Ik bekijk dit kort punt voor punt.

Je mag de autochtone bevolking niet beschouwen als de morele bezitters van hun land, want dan komen asielzoekers en immigranten in de kou.

Dat laatste is alvast volstrekte onzin. Ik stel voor dat de betrokken journalisten eens met open oren zouden luisteren naar wat de bevolking zelf zegt. Ter info: ik heb dat zelf al eens gedaan! Dan zal blijken dat de meerderheid van de Vlamingen helemaal geen probleem heeft met mensen die voor oorlog en ontij op de loop zijn. Ze weten namelijk best dat zulks ook hen kan overkomen. En evenmin hebben ze grote problemen met het principe van de immigratie op zich. De meeste Vlamingen kennen in hun eigen directe buurt immigranten. Maar wat ze niet willen is dat de immigratie zo massief is, dat immigranten hun land overnemen. Ze willen namelijk hun land doorgeven aan hun eigen kinderen.

Orde en wet is onwenselijk. Dan is mijn eerste vraag meteen: wil dit links dan wanorde en wetteloosheid? Natuurlijk zullen ze antwoorden: wij willen de wetten die wij goedkeuren. Dat zal wel, maar dààr gaat het de bevolking niet om. De bevolking denkt aan drugshandel, aan verkrachtingen, aan misdadigheid. En aan de levensduurte. En diezelfde bevolking gaat, jawel, voor het traditionele gezin en trekt de wenkbrauwen op bij het gender- en wokegedoe. Kennelijk mag dat niet. Ik zal dus duidelijk zijn: niet alleen dit links mag zijn wetten proberen door te duwen. De anderen mogen dat ook. Dat is toch democratie?

Populisme leidt altijd tot miserie. Dat is een moeilijk vraagstuk, omdat het zo’n ruim bereik heeft. Het begrip populisme heeft namelijk geen vaste, door iedereen aanvaarde definitie. Daardoor kan vrijwel iedereen het woord in de mond nemen om een tegengestelde mening te bestrijden. Omgekeerd houdt het hanteren van de term populisme in dat men zélf dus géén populist is en dus tot de goeden behoort. Goed tegen kwaad. Alweer zegt dit totaal niets, maar in de geesten van de gebruikers van de term is de populist diegene die belangrijke aantallen kiezers achter zich krijgt met standpunten die de antipopulisten niet welgevallig zijn. Dus is populisme slecht. Een beetje doorzichtig toch?

Vervolgens komt het slotakkoord: De EU en de media moeten hun uiterste best doen om alle strekkingen die zich verzetten tegen het programma van de zelfverklaarde progressieven uit het veld te houden. Algemene censuur dus. Weliswaar grondwettelijk verboden, maar voor dit volkje maakt dat niet uit. Het plebs moet beschermd worden. Desnoods tegen zichzelf.


Het ontglipt hen!

Deze laatste zin etaleert de zelfgenoegzame hovaardij van de figuren die onze media in beslag hebben genomen.

Op zichzelf genomen zou een mens verveeld de schouders moeten ophalen. Het is allemaal zo doorzichtig. Het is herhaling tot in den treure van het gedram van een groep die kennelijk maar door één oog naar de wereld kijkt.

Hier zien we de gevolgen van mei ‘68 – toen het IK in het centrum van de wereld kwam staan en dus elk gezag moest verworpen worden.

We zien ook de nawerking van het postmodernisme, volgens welk ‘de’ werkelijkheid niet bestaat en slechts een constructie is van de mens.

Hoezeer over dit soort onderwerpen ook gediscussieerd kan worden, en zelfs nog deugdelijk ook: wat we nu zien lijkt me veeleer een verzameling kreten van machteloosheid en wanhoop.

Het ontglipt hen! Die lieden die met een verregaande zelfgenoegzaamheid zichzelf hadden overtuigd van hun recht om iedereen en alles terecht te wijzen, ondekken nu dat ze steeds meer eenzaam staan te roepen en dat hun aanhang met de dag slinkt.

Het volk luistert gewoon niet meer. Het haalt de schouders op en zegt waar het op staat. Het volk laat zien wat democratie echt betekent.

Moed en geloof in de positieve krachten van de mens

Wat een verschil met de manier waarop iemand als Assita Kanko uit de hoek kwam! Haar reactie op de verkiezingsoverwinning van Meloni: Laten we ons, om te beginnen, niet bemoeien met de verkiezingen in een ander land. Heel correct. En dan komt het: “Meloni is een sterke, energieke vrouw, die op indrukwekkende wijze de verkiezingen won. Aan Europa om dit signaal op te pakken.”

Zo luidt het oordeel van een zwarte vrouw die uit haar land gevlucht is vanwege het misbruik van vrouwen en kinderen daar en die ons, in het rijke West-Europa, met kennis van zaken de weg wijst die we moeten gaan: deze van de moed om de feiten zelf te zien, de weg van de zelfredzaamheid en de volharding.

Als we eens begonnen met deze overwinning van een jonge vrouw op te vatten als een nieuw begin? Dat is pas een boodschap van hoop! Dat is pas positief!

We zullen er met zaniken en het eeuwig herhalen van dezelfde ‘waarheden’ echt niet komen. Wie iets wil bereiken, moet bereid zijn te geloven in zijn of haar eigen mogelijkheden.

Kanko zegt ons duidelijk: “zanik niet, geloof in de positieve krachten van de mens en neem uw verantwoordelijkheid!”

Met excuses voor de journalisten die wél het evenwicht opzoeken, maar een dominante strekking bij de linkerzijde van de media heeft zich bij de verslaggeving over de Italiaanse verkiezingen langs haar smalste kant getoond. Niets van de hierboven gevraagde positieve moed bleek uit de nieuwsberichten van de bedoelde strekking. Het bleef bij het oude gezanik over goed versus kwaad.

Een gemiste kans.

Jaak Peeters

September 2022

Over non-binaire mensen en genderproblemen

Inleiding

We worden tegenwoordig om de oren geslagen met termen zoals non-binaire genderidentiteit. Sommige politici grijpen dit zelfs aan om subsidiëringsregels aan te passen: men subsidieert niets dat niet non-binair is. Geen enkele genderidentiteit mag domineren. Veel mensen kijken hiervan terecht op en vragen zich af wat er aan de hand is.

In deze bijdrage zal ik eerst iets zeggen over genderidentiteit, vervolgens zal ik aandacht geven aan de sluiting van de grootste Britse genderkliniek en het Cass-rapport dat aan de basis ligt van die sluiting en vooral aandacht geven aan de kwalijke aspecten van het knoeien met seksuele identiteit.

Ik maak hierbij gebruik van een recent artikel in het Tijdschrift voor Geneeskunde[1].

Ik wil vervolgens doorgaan op de sociologische en maatschappelijke factoren waardoor dit genderverschijnsel de laatste decennia de kop opsteekt, want het was voordien onbekend.

Het is ook interessant om aan deze materie enkele verder reikende beschouwingen te wijden.

Genderidentiteit en genderysforie.

We hoorden er tot voor enkele tientallen jaren nauwelijks wat van.  Maar volgens onderzoeken is 0,5% tot 4% van de volwassen bevolking ‘transgender’. Een transgender is iemand bij wie de genderidentiteit (zich man of vrouw voelen) niet overeenkomt met het geboortegeslacht. Die mensen voelen zich onbehaaglijk, ze lijden aan wat medici noemen genderdysforie. Voor deze groep spreekt men over non-binaire mensen, dit is: de mannelijkheid resp. vrouwelijkheid zijn niet dominant.

Ik hoef niet toe te lichten dat deze dominantie voor een aantal personen, vooral van extreemlinkse signatuur, een doorn in het oog is. Dit soort mensen eist dan ook een grondige herziening van onze terminologie en onze maatschappelijke gedragswijzen. Het valt op dat deze opstelling nogal fel neigt naar het woke-gedoe van tegenwoordig.

De sluiting van de Britse genderkliniek

Genderproblemen bij jongere kinderen worden aangepakt met puberteitsremmende medicijnen. Als dit soort medicijnen wordt toegepast ontwikkelen de secundaire geslachtskenmerken (borsten, haren) zich minder snel. Dat gebeurt dan, bijvoorbeeld, bij meisjes wier puberteit op hun achtste begint door te komen.

Maar er rezen vragen over de veiligheid van deze puberteitsremmers. Prof. Hillary Cass maakte daarover een rapport. Ze was vooral bezorgd over het welzijn en de gezondheid van kinderen die zich in deze situatie bevinden. Er was sprake van ADHD, angststoornissen en autisme. Volgens haar is het niet uitgesloten dat het gebruik van puberteitsremmers de cognitieve ontwikkelingsprocessen in de hersenen verstoren. Dat heeft belangrijke gevolgen op lange termijn, bijvoorbeeld bij schoolprestaties.

Omdat de zaak van de veiligheid niet in orde was, sloot de genderkliniek haar deuren.

Knoeien met genderidentiteit

Je kunt het toedienen van dit soort medicijnen aan jonge kinderen “knoeien” vinden. Maar zoals ik al schreef kan een onbehagen over het eigen lichaam ook bij kinderen verstoringen veroorzaken.

Die kinderen lijden dus aan genderdysforie of genderonbehagen.

Sommigen onder hen ondergaan een transitie, dit is: er wordt fysisch ingegrepen op het geslacht, bijvoorbeeld door het toedienen van hormonen. Het blijkt dat vele van deze mensen op latere leeftijd behoorlijk slecht in hun vel zitten en soms aansturen op het stopzetten van hormoonbehandeling en zelfs een heelkundige reconstructie. “Ik dacht het geluk te vinden, maar dat is niet gelukt”, zo vertelt een psychiatrisch verpleegster over sommige van haar genderpatiënten.

Dit feit wijst op de mogelijkheid dat er wellicht geen voldoende grondige psychologische aanpak is geweest voor men een behandeling startte.

Er is dus reden om te denken aan knoeien met genderidentiteit – zonder een bepaalde medicus concreet op de korrel te willen nemen.

Seksuele identiteit doortrekt de hele zijnswijze van de mens en dit van in zijn vroege jaren. Het volstaat niet om wat pilletjes toe te dienen om dat onbehagen op te lossen. Het gaat om menselijk welbevinden.

Waarom hoorden we daar voorheen niet van?

Omdat de media er tegenwoordig spel van maken. Het is opvallend dat het aantal jongeren met genderonbehagen de laatste jaren erg toeneemt. De media smullen van smeuïge verhalen over mensen die trots zijn op het feit dat ze niet-binair zijn, dat ze genderfluïde zijn.

Er werd op Europese schaal een oproep gedaan om te stoppen met de eenzijdige berichtgeving over gendertoestanden. De auteurs van die oproep eisten dat de volledigheid van de aspecten van deze problematiek aan de orde komt en dat de media stoppen met het doen voorkomen als zou het ontbreken van manifeste mannelijkheid resp. vrouwelijkheid een na te streven waarde zou zijn.

Sociologische factoren

Ook de pers draait mee in de wervelingen van de ideeën en opvattingen in de maatschappij. Het volstaat dus niet om de media met de vinger te wijzen. De reclame voor het non-binarisme werkt immers veel minder als daar geen ruimere voedingsbodem voor bestaat.

Denken we even terug aan, zeg maar, de jaren 80 van vorige eeuw. Niet dat toen alles beter was. Maar er waren een paar opmerkelijke verschillen in ons levenspatroon. Je hoeft maar de Tv-uitzendingen te herbekijken waar Mies Bouwman haar flitsende optreden ten beste gaf. Kan iemand zich voorstellen dat Mies Bouwman enige twijfel zou hebben laten bestaan over het feit dat ze een vrouw was? Of denk aan de uitzendingen van Schipper naast Mathilde: daar werden twee figuren neergezet waarvan de een duidelijk mannelijk was en de ander even duidelijk vrouwelijk

Denk even aan het onderwijs. Er waren jongensscholen en er waren meisjesscholen. Gescheiden. Je was een meisje en dus hoorde je in de meisjesschool.

Die toestanden waren gekenmerkt door een duidelijk geprononceerd beeld van mannelijkheid resp. vrouwelijkheid.

Onder invloed van een overdreven seksegelijkschakeling moesten mannelijkheid en vrouwelijkheid hun eigen uitgesproken imago inleveren. Scholen werden gemengd; in de kerk zaten voortaan niet langer mannen langs de ene en vrouwen langs de andere kant.

In plaats van een maatschappijbeeld waarin mannelijkheid en vrouwelijkheid duidelijk van elkaar waren gescheiden, kwam een fluïde gelijkschakeling. Vrouwelijkheid en mannelijkheid mogen niet langer worden beklemtoond, maar moeten getemperd worden. Behalve als er geld mee valt te verdienen.

Een maatschappij in verwarring

We zien hier het verschijnen van een maatschappij waarin steeds meer elke beklemtoning van het eigene en het specifieke ongewenst is. Idem dito, overigens, met onze identiteit als Vlamingen. Die moest de plaats ruimen voor de multiculturele maatschappij. Als die dan uitloopt op vormen van misdraging die men vroeger niet kende, zoekt men de schuld bij… de Vlamingen zelf! De Taalunie schijnt nu zelfs de taal zelf de schuld te willen geven van een aantal maatschappelijke misstanden want daar vindt men dat we onze taal moeten zuiveren van “binaire” ideeën.

Dat toegenomen genderonbehagen is een teken van een maatschappij in algehele verwarring, een maatschappij waarin duidelijke beeldvorming over ieders aard en rol niet alleen ontbreken, maar zelfs ongewenst is.

Kinderen ontwikkelen hun eigen identiteit met de jaren. Ze moeten hun identiteit immers nog vinden. Dat is voor hun geslachtsidentiteit niet anders. Als ze moeten opgroeien in een maatschappij die duidelijke identitaire beeldvorming bestrijdt, krijgt een belangrijk aantal kinderen het ook met hun genderidentiteit moeilijker. De maatschappij werkt hun natuurlijke ontwikkeling ronduit tegen.

En dat zien we dus in de toeneming van het aantal jongeren met genderdysforie.

Als we als leken iets willen doen voor onze kinderen in hun zoektocht naar hun identiteit, gender en andere, dan moeten we voor veel meer ondubbelzinnige duidelijkheid in onze maatschappij zorgen.

Zodoende hebben de lieden die zich verzetten tegen de multiculturele maatschappij wel degelijk recht op wat meer respect. Het ‘rot op met die identiteit’ is al bij al een luxehouding van verwende rechtse jochies die zich als linkse hemelbestormers voordoen. En misschien moeten we maar eens wat minder losjes omspringen met openlijk seksuele uitingen. Dat schept nodeloos verwarring bij kinderen die op dat gebied nog niet goed in hun vel zitten.

Geen weerbaarheid meer

Een maatschappij in verwarring heeft geen centrale doelen meer waar iedereen zich achter schaart. Niets is nog belangrijk genoeg om samen voor te strijden. Zo’n maatschappij verliest haar weerbaarheid. Secundaire onderwerpen gaan de totaliteit overheersen en problemen die in een gezonde maatschappij altijd wel een oplossing vinden, gaan woekeren als een kanker die alles aanvreet. Zo’n maatschappij wordt de speelbal van groepen die het hardst roepen.

De genderproblematiek is daarom een signaal dat het met onze samenleving compleet misloopt.

Dat doet niets af van het psychologisch lijden van mensen met genderdysforie. Het is wel kritiek op die groepen, die onze maatschappij zouden moeten leiden.

Jaak Peeters

September 2022


[1] M. Finoulst en P. Vankrunkelsven. ’s Werelds grootste genderkliniek sluit jaar deuren wegens vragen over de veiligheid van puberteitsremmers. 1 september, 2022, blz. 744 -749.

Uitzonderlijke feiten vragen uitzonderlijke actie…

Zopas verscheen op de webstek van www.dwarsliggers.eu een artikel met een inhoud waarvan ik zelf schrok.

Hoewel ik met de jaren wel wat gewoon ben geworden, was de inhoud van deze bijdrage voor mij zodanig explosief, dat ik het een morele plicht vind om er bijzondere aandacht voor te vragen. Ik heb niet de gewoonte om teksten van andere webstekken over te nemen, maar in dit geval breekt nood wet.

Ik geef hierna de volledige tekst van het artikel weer, mét behoud van het lettertype en indeling.

Schrik er niet te veel van, beste lezer, want het zal ook u snel duidelijk worden welk buitengewoon probleem hier aan de orde wordt gesteld.

U vindt de tekst op volgend adres:

https://www.dwarsliggers.eu/index.php/28-economie/918-wordt-bisfenol-a-de-pfos-van-de-windenergie

Waarde lezers,

In de aanloop naar het nieuwe politiek jaar willen we een onderwerp aansnijden dat u en vooral de politici ten zeerste aanbelangt. We zullen daar nog heel veel over horen, ook al zal dat niet vanzelf gaan.

Wanneer men onder politieke druk nieuwe technologieën toepast, mogen we niet verrast zijn wanneer er later ‘onvoorziene’ problemen opduiken. We zagen dat met de Covid-19-vaccinatie, waarbij de farmareuzen hun verantwoordelijkheid voor ‘ongekende’ nevenwerkingen afwentelden op de overheid. 

Gevoeliger wordt het voor ons hier te lande wanneer de eigen (vooral) Vlaamse industrie daarin een mondiale rol speelt. We hebben het over de bouw van offshore windmolenparken. De in Antwerpen gevestigde holding Ackerman & Van Haaren speelt daarin met de firma DEME een voortrekkersrol.

Wordt Bisfenol A de PFOS van de windenergie?

door gastauteur Dr. ir. Eric Blondeel

Poly- en perfluoralkylstoffen (PFAS) zijn chemische stoffen die door de mens zijn gemaakt. Zij komen van nature niet in het milieu voor. Voorbeelden van PFAS zijn GenX, PFOA (perfluoroctaanzuur) en PFOS (perfluoroctaansulfonaten)

Teflon is de best gekende PFAS-variant, onder meer gebruikt als de antiaanbaklaag van braadpannen. PFAS-stoffen zijn evenwel erg giftig. Ze worden verantwoordelijk gesteld voor een groot aantal ernstige gezondheidsproblemen zoals leverbeschadiging, teelbal- en nierkanker, schildklierproblemen…

Het probleem is dat ze zeer gemakkelijk in het milieu verspreid raken. Zo vond men PFAS-resten op het Tibetaanse hoogland en op Antarctica. Ze verdwijnen slechts heel moeizaam uit het milieu. Met andere woorden: ze stapelen zich langzaam op en kunnen door accumulatie niveaus bereiken die schadelijk zijn voor levende wezens.

PFOS wordt wereldwijd toegepast in smeermiddelen, coatings, verven, vernis enz.  Zelfs vanaf 1970 ook in klasse B blusschuim voor het blussen van vloeistoffen. Het zijn op fluor gebaseerde verbindingen met een hoge stabiliteit waardoor men dacht dat die ongevaarlijk waren.

Recent in het nieuws

Minister Zuhal Demir van milieuzaken kreeg dit lastige dossier op haar tafel. Een van de redenen waarom PFOS, één van de PFAS-stoffen, recent in het nieuws kwam is de drastische verlaging van de limietwaarden van PFAS. Dat gebeurde pas in 2018. Toen was het meteen groot alarm. Voorheen werd door politiek en pers aangenomen dat deze producten, alhoewel al verboden, volgens OVAM vrij ongevaarlijk waren. Naar verluidt werd tussen de minister en 3M een akkoord bereikt om de gronden rond de fabriek te saneren. Maar daarmee is niets gezegd over de wereldwijde verontreiniging door het gebruik van deze PFAS-stoffen.

Bisfenol A

Bisfenol A (of BPA) is een synthetische organische verbinding waarvan een van de reactanten fenol is en die gebruikt wordt bij de productie van allerlei plastics. De bijgevoegde letter A wijst op het gebruik van aceton als tweede reactant.

Er bestaan ernstige vermoedens dat Bisfenol A een verstoring van de hormonenwerking bewerkstelligt. Dat maakt bisfenol verdacht. Men moet weten dat blootstelling aan hormoon ontregelende chemicaliën in verband wordt gebracht met ongeveer 80 ziekten. Daaronder teelbalkanker, zwaarlijvigheid en voortplantingsstoornissen. Vooral ongeboren en jonge kinderen zijn kwetsbaar omdat hun hormonenstelsel nog in ontwikkeling is.

Al in 2012 waarschuwde de Wereldgezondheidsorganisatie voor de mogelijk kankerverwekkende eigenschappen van hormoonontregelende stoffen en concludeerde dat deze stoffen een wereldwijde bedreiging vormen voor de volksgezondheid

Bisfenol A wordt gebruikt als basis voor plastics en epoxyharsen. Het fijnstof hiervan zijn de gekende microplastics die in de atmosfeer en het milieu terecht komen en als een heus paard van Troje gezien worden, want in gunstige atmosferische omstandigheden is Bisfenol A vrij stabiel, maar wanneer de condities veranderen kan Bisfenol A uit de stofdeeltjes lekken, oplossen of vrijkomen en een gevaar worden voor mens en milieu.

Het is dus geen wonder dat de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) onlangs de innamequota van bisfenol A in voeding aanzienlijk heeft verlaagd van een toelaatbare dagelijkse inname van 4 microgram in 2015 tot 0,04 nanogram per kg lichaamsgewicht en per dag.

Welnu: de reductie van Bisfenol A gaat waarschijnlijk dezelfde richting uit als PFOS, met een vermindering met een factor 100 000. Hierbij is het uitkijken naar de mediabelangstelling.

Bisfenol A levert ook voor water ernstige problemen. 1 kg Bisfenol maakt 10 miljard liter water onbruikbaar. Dit goedje weren uit het milieu wordt dus essentieel, ook al laat Richtlijn 2020/2184/EG waarden toe die 37,5 keer hoger zijn dan de WHO-aanbeveling.

Er is ook hier nog een lange weg te gaan.  

Bisfenol A en windmolens

Windmolenwieken bestaan uit glasvezel die met epoxy worden geïmpregneerd om ze sterker te maken. Epoxy bevat 30-40% aan Bisfenol A. Gevolg: het fijnstof dat afkomstig is van eroderende windmolenwieken bevat dan ook een hoog gehalte aan Bisfenol A.

En we schreven al dat Bisfenol A erg schadelijk is.

Windturbinebladen zijn de grootse verbruiker van epoxy kunststoffen. In 2013 ging 27% (69.000 ton) van alle epoxyhars naar de productie van windmolens. De jaarlijkse wereldwijde productie van Bisfenol A op zijn beurt is meer dan 10 miljoen ton, en er wordt de komende jaren een aanzienlijke stijging verwacht.  

Dat roept ernstige vragen op

Principieel zou BPA in epoxy geen probleem mogen zijn voor de volksgezondheid omdat het ingekapseld zit in de epoxy matrix en de windturbinewieken een beschermende coating krijgen. De praktijk is anders, vooral door de enorme tonnages aan slijtagegevoelige windmolenwieken. We zeiden al dat er grote risico’s zijn dat Bisfenol A precies via windmolens in het milieu kan komen.        

De kat en de spreekwoordelijke bel

De kat werd de bel aangebonden door een publicatie van de Noorse Turbine Group  en ook in OpinieZ.

Vooral de voorrand van de wieken van windturbines is onderhevig aan felle erosie. Hoewel die erosie van windmolenwieken voor windmolenfabrikanten het allergrootste probleem is en wegens onderhouds- en reparatiekosten en tot hun core business hoort, zijn er geen verifieerbare gegevens beschikbaar over de hier vermelde problematiek. En als in folders toch grafieken voorkomen zijn de cijfergegevens gewist.

Merkwaardig allemaal!

De University of Strathclyde publiceerde in 2021 de meetgegevens van slijtagesimulaties op ongecoate P10 epoxy onder weercondities van regen en hagel. De bedoeling was het produceren van een kaart waarop de intensiteit van de erosie voor windturbines te zien is.

Die meetresultaten waren echter in principe niet direct bruikbaar voor wieken, omdat alleen met de slijtage van de voorrand van de wieken dominant is. Maar de resultaten werden door de Noorse Turbine Group gebruikt om de hoeveelheid epoxystof voor het hele oppervlak van de wieken te berekenen. Dat gaf niet minder dan 62 kg epoxystof over het totale oppervlak per jaar! 

Herinner u dat epoxy 30 tot 40% BPA bevat.

Dat onrustwekkende getal werd (terecht) sterk betwist: sommigen kwamen uit op slechts 150 gram per jaar. 

Ook Factcheck Vlaanderen reageerde. Ze stelt dat de erosie 640 gram per molen en per jaar bedraagt. Jammer genoeg gaat ook factchecker gaat zwaar in de fout want hij gebruikt niet-verifieerbare gegevens. De windindustrie is immers extreem discreet, gesloten en onbetrouwbaar. De belangenverenigingen zoals de World Wind Energy Association of het in Brussel gevestigde Wind Europe geven niets vrij, ook geen statistieken rond gevaren, accidenten, veiligheid, gezondheid, of menselijk leed.

En wat vrijgegeven wordt blijkt fout , zo waren er in 2014 wereldwijd 117 gekende torenbranden terwijl de industrie  er slechts 12 rapporteerde. Brand is na wiekslijtage het tweede grootste windturbineprobleem waarbij veel giftige stoffen vrijkomen…

Er broeit iets

Zo geeft men voor de voorrand van de wieken slechts 5 jaar slijtagewaarborg. Maar Siemens Gamesa moest in maart 2018 een “nood”-bladreparatie uitvoeren aan 140 van de 175 turbines in het 630 MW leverende London Array windpark vanwege eerder dan verwachte erosie van de voorrand. Dit kwam een ​​maand nadat Siemens Gamesa gedwongen was 87 van de 111 turbines te repareren in een 400 MW-park in Anholt, Denemarken. In beide gevallen ging het om turbines van 3,6 MW met een rotordiameter van 120 meter en geïnstalleerd in 2013.

Het feit dat deze relatief kleine turbines al op minder dan vijf jaar ver gevorderde erosie op dergelijke schaal vertonen, benadrukt de ernst van het probleem waarmee de (offshore) windindustrie wordt geconfronteerd.

Hoeveel materiaal in het milieu terecht gekomen is weet men niet en ook de kosten van de reparatie zijn niet bekend. Bij die reparaties werden zelfs reservewieken gemonteerd. Feit is evenwel: erosie is nu een van de belangrijkste redenen voor uitval bij windmolens. Bovendien blijkt dat de meeste van deze reparaties het slechts een paar jaar uithouden.

Verwacht mag worden dat het probleem zelfs nog zal toenemen. Dat komt enerzijds door de toename van windmolens op zee, waar de slijtage 40% hoger is, en anderzijds geeft het streven naar grotere doormeters van molenwieken en hogere wieksnelheden (om de investeringskosten te drukken) grotere erosie en dus meer schade voor het milieu.

En dan is er nog het MER

Vlaanderen.be schrijft: ‘Milieueffectrapportage’ is een onderzoek naar de mogelijke milieugevolgen van bepaalde activiteiten of ingrepen (projecten, plannen, beleidsvoornemens of programma’s). Een milieueffectrapport (MER) wordt opgemaakt vóór de projecten of plannen worden uitgevoerd. Zo kunnen schadelijke effecten voor het milieu in een vroeg stadium worden ingeschat en opgevangen.

De EU-regelgeving eist in het “Nevele Arrest”  dat een plaatsingsvergunning voor windmolens onderworpen is aan de MER-rapportering.

Windmolens moeten in het belang van de volksgezondheid aan bijkomende eisen voldoen. Momenteel is voor de volksgezondheid het door windmolens voortgebrachte geluid al zo’n nieuwe eis.

Aangezien het nu ontegensprekelijk vaststaat dat windmolens ook chemische vervuiling veroorzaken met gevaarlijke stoffen zoals Bisfenol A (BPA), een stof die de WHO wereldwijd bedreigend noemt, waarvan 1 gram 10 miljoen liter water giftig maakt en dat schadelijk is voor mens, dier en milieu, is het essentieel dat deze materie opgenomen worden in het MER.

Windmolenwieken geven van 0,5 tot 2,5 gram zuiver Bisfenol (BPA) per jaar af. Vergeleken met de cijfers van Factcheck Vlaanderen wellicht veel te lage cijfers.

Berekent over een levensduur van 20 jaar komt dit neer op een vernietiging van 100 miljoen tot 500 miljoen liter water per molen. Niet bepaald verwaarloosbaar omdat dit in de voeding terecht komt en zelfs in de bloedbaan. Maar ook dat cijfer is waarschijnlijk gezien de reputatie van de windindustrie een onderschatting.

De windenergiesector heeft deze bui waarschijnlijk al lang zien hangen en volgens het artikel Verborgen Belangen in Literatuur Windturbines van Universiteit Twente controleert/manipuleert de sector. Ze sussen met niet- onderbouwde minimalistische cijfers en proberen de publicaties onder controle te houden, ”de windenergie-industrie slaagt erin om te manipuleren door een constante stroom van informatie in de discussie rondom windturbines te houden, om zo de aandacht af te leiden van onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek naar de gezondheidseffecten en risico’s van windturbines op mens en dier. Bestuurders en onderzoekers moeten kritischer kijken naar de financiering van onderzoek en welke invloed de industrie kan hebben gehad in wetenschappelijke publicaties.” Tot op heden zijn bewindvoerders gedwee de windenergielobby gevolgd, maar nu komen de kwalijke gevolgen naar boven en wordt negeren een politiek heet hangijzer.

Een ander levensgroot probleem waarmee de MER aan de slag moet is dat er nog steeds geen oplossing is voor het bergen van de versleten wieken die tot 60 ton zwaar zijn en om de 15 à 20 jaar aan vervanging toe zijn. Het verzagen en ingraven is zwaar milieubelastend, ook omdat Bisfenol A dan permanent naar het grondwater lekt. Met de regelmaat van een klok beweren bedrijven een oplossing te hebben echter zonder vrijgave waarop de bewering gesteund is.

Milieuverenigingen?

Frappant is dat de milieuverenigingen het steeds hebben over de toepassing van het voorzorgprincipe als er nog maar de minste twijfel bestaat. Denk maar aan bestrijdingsmiddelen en het dagelijks etaleren van de eis voor een circulaire economie. Maar over Bisfenol A en ingegraven turbinewieken zwijgen ze als vermoord. Nu windturbines milieutechnisch in de gevarenzone belanden, is het er windstil. Alvast is de Schotse regering wakker geworden.  

PFOS deed terecht veel stof opwaaien. Maar wie het dossier van Bisfenol A (BPA) bekijkt, vraagt zich af of de windmolens die overal in het landschap worden rondgestrooid niet voor een minstens even grote en gevaarlijke stofwolk zullen zorgen.

We eindigen met de vraag:

Wanneer schieten de beleidsverantwoordelijken wakker

of wordt het opnieuw een PFOS verhaal?

En nu ik dan aan de slag ben… Hierna volgt nog een korte presentatie van een recent ontwikkelde webstek: www.yellowlion.org

Deze webstek is opgebouwd door Frans Vandenbosch, een Nederlandsdenkende Vlaming in hart en nieren.

Wie de ondertiteling van www.doorstroming.net leest, ziet meteen waarom deze nieuwe website mijn aandacht heeft getrokken.

Wie is Frans Vandenbosch?

Laat me hem in zijn eigen woorden voorstellen:

Frans Vandenbosch (Chinese naam 方腾波 Fāng Téngbō) is een Vlaming die jarenlang in China heeft gewoond. Eerder heeft hij heel China doorkruist en meer dan 50 grote en kleine steden en dorpen door het hele land bezocht.
Tijdens zijn professionele activiteiten in China ondersteunde hij bedrijven in de automobiel-, medische, elektronica- en kunststofverwerkende sectoren.

Hij was enige tijd gastdocent aan de Qingdao University, was keynote spreker op conferenties voor Chinese ondernemers en gaf interviews voor Chinese zakenbladen.

Als Technology Director bij TGI leidde hij de styling, het ontwerp en de engineering van nieuwe Chinese auto’s.
Hij is medeoprichter en senior consultant bij IIGS (International Institute on Governance and Strategy) een geopolitieke think tank in Beijing en de auteur van o.a. “Statecraft and Society in China” over basispolitiek in China.

Deze YellowLion site gaat over China en geopolitiek, over mensen en vrede.

De teksten zijn in het Chinees – een taal die de meerderheid van onze lezers ongetwijfeld meester is – maar ook in het Engels en het Nederlands.

Men vindt er dus informatie in die in onze Mainstreammedia veelal nergens te bespeuren valt.

Ik zal deze referentie meteen op een concretere wijze vorm geven door te verwijzen naar een artikel in de aangehaalde webstek dat handelt over de media, een onderwerp dat ikzelf al vaker aan de orde heb gesteld.

https://yellowlion.org/nl/de-vrt-is-niet-links/

Veel leesgenot!

Jaak Peeters

Augustus 2022

Over reclame en informatie, onderwijs en Bildung.

Overaanbod aan reclame en informatie

Hebt u dat ook, lezer? Die reclame die je bij wijlen de oren uit komt? Zoiets als;: “daar heb je ze weer!”.

Sla de krant open en de reclame springt je in het gezicht. Op radio en TV is het een kakafonie van boodschappen die je hemelse of toch zeker geweldige producten en diensten aanprijzen. Daar zit één voordeel aan: tijdens de reclame kun je naar het toilet, want je moest toch hoognodig. En dan mis je niets van je favoriete detectiveprogramma.

Nog even en je moet betalen om géén reclame te ontvangen. Een omgekeerde wereld denk ik dan.

En dan heb ik het nog niet over de boekskes – dames en andere boekskes, want denk maar niet dat de heren zich laten doen! In die boeskes is het al reclame wat de klok slaat met hier en daar nog iets anders tussendoor.

D’er moet veel geld aan verdiend zijn…

Wat andere mensen doen, weet ik niet. Maar ikzelf blader zo snel als mogelijk is doorheen alle reclame. Als het dan toch eens gebeurt dat ik TV kijk, doe ik mijn uiterste best om zo weinig mogelijk door reclame lastig te worden gevallen. Ik zap meteen door naar wat me zinniger lijkt, al is de waarde van de rest op TV ook nogal eens twijfelachtig.

Ik weet verdomd goed dat ik mezelf wat wijsmaak als ik denk: “oh, ik hoor of zie dat toch niet!” Vergis je maar niet: je hoort en ziet het wél. Alleen is dat niet bewust. Maar intussen is een deel van je mentale informatieruimte, je mentale harde schijf, door die zogeheten niet-opgenomen informatie bezet.

Wat hier geschreven wordt over reclame geldt voor alle informatie. Reclame is tenslotte een vorm van informatie.

Er scheelt nogal wat aan de kwaliteit van die informatie. Reclame is vaak onzinnig en opdringerig en de berichtgeving is al te dikwijls stuitend eenzijdig. Of je kijkt wanhopig ten hemel als je in een krantenartikel stuitende dt-fouten ziet staan of als je leest over “een aantal mensen aan wiens verlangens niet voldaan werd”.

Was het niet Nicolas Boileau die het schreef? Ce qui se conçoit bien, s’ énonce clairement. Het omgekeerde is even waar. En hebben krantenredacteurs niet een voorbeeldfunctie die alleszins verder gaat dan het dagelijks domweg vullen van een aantal krantenpagina’s?

We doorzien het reclameverhaal eigenlijk allemaal. Zelfs als die reclame zogenaamd subtiel wordt gevoerd. Alsof het bijvoorbeeld niet opvalt hoe tegenwoordig in alle reclames systematisch een blanke naast een gekleurde wordt getoond. ’t Zal wel dienen om het racisme te bestrijden, zeker? Denken ze nu echt dat wij allemaal dwazen zijn?

Beperkte verwerkingscapaciteit

Natuurlijk hebben we informatie nodig. Maar mensen kunnen per tijdseenheid maar een beperkte hoeveelheid toegeschoven informatie verwerken. Dat is het gevolg van de structuur en de werking van ons brein, maar eigenlijk geldt deze beperking voor elk informatieverwerkend systeem.

De kwestie is dat je moet kunnen selecteren: nuttig of zinvol ofwel niet nuttig of niet zinvol. Dat is echter minder gemakkelijk dan je denkt, zelfs als je op vinkenslag ligt om sluwe onderliggende boodschappen te pakken te krijgen. We hebben veelal niet de tijd om zo’n opzoekwerk te doen. We hebben gewoon te weinig capaciteit, zoals bedrijfsleiders dat zeggen.

Er is meer. Een gedeelte van wat ons aan informatie, reclame inbegrepen, toevalt behoort tot onze bewuste ervaring. Een veel groter deel bereikt alleen ons onbewuste brein, maar het neemt wél ‘schijfruimte’ in beslag. Hoe kun je dergelijke onbewuste informatie afzonderen – als ze niet eens bewust is?

Reclamejongens en -meisjes en alle berichtgevers zitten dus verwikkeld in een bikkelharde concurrentiestrijd om de schaarse, beperkte receptiemogelijkheden van het publiek. Ze moeten dan ook alle wapens inzetten waarover ze beschikken: het moet luider, agressiever, vaker, brutaler, vulgairder….

Minder diepgang

Er vindt een rooftocht plaats op de tijd en capaciteit die we nodig hebben voor de betere informatie. Kritisch beschouwen en nadenken vergt tijd en soms zelfs veel. Het vereist bijvoorbeeld het opzoeken van niet meteen beschikbare informatie. Dat vraagt dus nogal wat intellectuele schijfruimte. Maar die ruimte willen commerciële jongens en meisjes en hun collega’s berichtgevers nu net voor hén reserveren.

Het resultaat is al gemakkelijk dat er van dat opzoeken niets in huis komt en dus is de kritische diepgang de pineut.

Kijk ook eens naar de zogeheten sociale media. Die zijn niet alleen niet sociaal, want ze doen gebruikers aan hun smartphone kleven in plaats van met mensen rondom hen te praten. Ik zie zelfs fietsers die onder het fietsen tegelijk met hun smartphone bezig zijn – ik weet echt niet hoe ze het doen zonder tegelijk tegen een paal aan te botsen.

Sociale media zijn vooral gemaakt om simpele, beperkte boodschappen te verhandelen en daar past geen tijdrovend opzoekwerk in. Daar is geen tijd voor, want weer andere boodschappen drummen om de aandacht van de consument.

Het onderwijs moet concurreren

Laten we nu ons onderwijs even in dit licht beschouwen. Er worden immers nogal wat alarmkreten de lucht in gestuurd over de kwaliteit van dat onderwijs.

Ook dat onderwijs moet met de simplismen uit de informatiewereld wereld concurreren om intellectuele receptieruimte van de ‘harde schijven’ van de jongeren. En men mag soms al blij wezen dat de leerlingen nog net niet in de klas met hun smartphone bezig zijn.

De informatie die het onderwijs moet bieden is vaak lastig te verwerken en vereist dus inspanning. Ze bezit niet de gemakkelijke leukheid die jongeren overal rondom hen toegesmeten krijgen.

Kritisch nadenken krijgt het odium moeilijk en saai te wezen – terwijl het toch allemaal veel simpeler moet kunnen, niet?

Bovendien moeten leerlingen leren doordacht te communiceren en leren dat de warmte van het echte menselijk contact vaak verloren gaat in de massa van oppervlakkige ongebondenheid.

Waarom zo moeilijk doen over vriendschappen als je langs facebook vrienden bij honderden tegelijk kunt maken?

Het onderwijs krijgt het moeilijk

Ik vernam laatst dat de school de leerlingen tegenwoordig leert te “mindmappen”. Je maakt een kaart van een probleemsituatie door de verschillende aspecten van het probleem te associëren met de centrale vraag. Deze techniek is naar het schijnt uit Amerika komen overwaaien.

Met alles wat ik tot nu toe heb gezegd, zit daar een groot probleem in: je kun maar karteren als je de stof om te karteren al beschikbaar hebt. Die stof moet vooraf vaak met veel moeite in je hoofd worden gestampt. Maar dat valt erg lastig omdat de concurrentie om de geesten bikkelhard is en de kinderen hun aandacht over zoveel commercieel besnuffelde dingen moeten verdelen.

De strijd om de jeugdige geesten woedt al volop buiten de school.

Nu moet de school de strijd ook binnen haar muren voeren.

Het onderwijs krijgt het in die omstandigheden wel heel moeilijk. Er is geen onderwijsminister die deze worsteling alleen aankan.

Bildung

De kwaliteit van ons onderwijs is naar mijn oordeel al lang geen zaak meer van het onderwijs alleen. Het onderwijs ‘draait’ op een achtergrond van een manier van leven en samenleven. En daar moeten we met z’n allen voor kiezen. Dat is allemaal oneindig belangrijker dat al het woke- en politiek correcte gedoe tezamen. Sommige rectoren moeten dringend eens diep nadenken.

Mensen moeten van jongs leren te selecteren in de informatie die ze in hun hoofd toelaten. Ze moeten leren af te wijzen wat ze op dat ogenblik niet nodig hebben. Het is dus zaak om de massieve aanval van de zogeheten Big Tech op de inhoud van onze hersenpannen af te weren. Je moet geen boeksken kopen als je daar niets gerichts in zoekt. Je zet geen oortjes op als je met intellectuele dingen bezig bent. En je legt je smartphone weg als je die niet nodig hebt.

Voor meer doordachte informatie moet je bewust ruimte maken.

Zoiets moet men willen. Willen kan alleen een zelfbewust mens die heel doelgerichte inspanning levert. En men moet het leren. Het is … vorming.

En daarmee komen we terecht bij wat Wilhelm Von Humbolt Bildung noemde. Die Bildung moet in de samenleving zichtbaar en voelbaar aanwezig zijn. Ze moet in de lucht hangen, ze moet vanuit de openbare ruimte binnen zinderen. In de school moet ze de dominante streving van een bekwaam type leerkrachten zijn die deze Bildung belichamen. Ze moeten er de verpersoonlijking van zijn. In de bredere samenleving moet ze belichaamd worden door kritische burgers, die hun maatschappelijke en sociale verantwoordelijkheid opnemen. En ze moet ook in de media voldoende aanwezig zijn.

Cultuur- en onderwijsministers hebben veel werk voor de boeg.

Augustus 2022

Jaak Peeters

Veganistisch Gent: de verkeerde reden

Gent gaat veganistisch

De stad Gent heeft, zoals bekend, uitgevaardigd dat tijdens de bekende Gentse feesten (dit jaar van 15 tot 24 juli) tenminste de helft van de consumpties een niet-dierlijke oorsprong moet hebben.

In deze bijdrage spreken we dus over veganisme als bedoeld wordt dat we consumpties van niet-dierlijke oorsprong tot ons nemen.

Deze Gentse bepaling heeft tot heel wat spot aanleiding gegeven. Velen zien in deze maatregel de expressie van een soort groen fundamentalisme.

Het Gents stadsbestuur verantwoordt deze maatregel door een verwijzing naar de klimaatverandering. Men schijnt er daar in Gent van overtuigd dat als mensen minder of helemaal geen dierlijk voedsel zouden eten, dat meetbare gevolgen zou hebben voor de scores van de klimaatverandering.

Eerst een zijsprong: emoties en gevoelens bij dier en mens

In het dagelijks taalgebruik worden de begrippen emoties en gevoelens vaak door elkaar gebruikt, als synoniemen. Maar volgens wetenschappers is dat verkeerd. Emotie en gevoel zijn echt verschillende dingen.

Onlangs verscheen een artikel in Affective Science waarin een scherp onderscheid wordt gemaakt tussen beide begrippen[i].

Een van de auteurs is de bekende primatoloog Frans de Waal en die naam staat altijd garant voor een prikkelend discours.

Emoties worden in het algemeen gezien als een biologische en neurologische reactie binnen het dierlijke, inclusief menselijke, organisme op externe omstandigheden.

Dat is een mondvol, maar het betekent niets anders dan dat emoties in elk levend wezen ontstaan als een automatisme, telkens wanneer er gevaar is of spanning in de lucht hangt. Emoties horen bij een lichaam dat in alarmtoestand wordt gebracht.

Gevoelens zijn van een heel andere orde. Ze hebben te maken met al dan niet duidelijk bewuste belevingen. Mensen kunnen die onder woorden brengen. Dieren, voor zover we weten, niet.

Wetenschappers kunnen emoties meten of tenminste vaststellen. Gevoelens daarentegen: die houden zich schuil in onze ziel. Ze zijn op zich voor anderen niet toegankelijk. We komen pas achter de gevoelens van anderen als we de situatie op onszelf toepassen en dan vervolgens gaan uitzoeken of anderen het ook zo aanvoelen. Daarvoor hebben we taal nodig.

Hebben dieren emoties? Reken maar dat de kat die halsoverkop voor een hond in een boom vlucht emoties heeft. Maar heeft ze ook gevoelens? We weten dat niet, want we weten niet wat er in haar ‘ziel’ omgaat. Omdat we de kattentaal niet kennen kunnen we het ook niet toetsen.

Als we ons dus afvragen of ook dieren gevoelens hebben, dan botsen we op het ontbreken van talige expressiemogelijkheden die mensen wel bezitten.

Toch zijn er redenen die ons doen vermoeden dat alvast sommige diersoorten een soort gevoelens zouden kunnen hebben.

Als de dieren in kwestie een voldoende grote hersenpan hebben zou het kunnen dat ze hun emoties ook beleven. Ze hebben dan namelijk genoeg hersenmassa om cognitieve inhouden te ontwikkelen. De meeste hondenliefhebbers zullen op dit punt onmiddellijk aan hun hond denken.

Er is volgens de auteurs van het aangehaalde artikel in het geval van een aantal dieren in ieder geval een voldoende overeenkomst tussen de menselijke hersenen en die van dieren. In die gevallen spreken we – niet zonder onszelf met enige arrogantie te bejegenen – dan ook over “hogere diersoorten”.

Een straf argument voor het bestaan van die overeenkomst is de ontdekking dat er ook bij sommige diersoorten zogeheten spiegelneuronen voorkomen. Dat zijn zenuwcellen in de hersenen die ‘vuren’ zodra men bij iemand anders gevoelens opmerkt. Onze hersenen spiegelen zich dus gedeeltelijk aan het gedrag van anderen. Bij sommige diersoorten blijkt dat dus ook het geval.

En dus nemen de auteurs van het genoemde stuk aan dat sommige dieren niet alleen emoties kennen, maar ook een gevoelsleven hebben.


Terug naar Gent

Wat heeft dat alles met het vleesverbod in Gent te maken?

Als een vleesverbod bij Gentse feesten ons wil doen geloven dat hiermee de klimaatverandering wordt aangepakt, dan moet men daar in Gent toch eerst nog een overweldigend grote berg argumentatie aandragen.

De vraag of rundsvlees voor mensen echt wel een efficiënte bron van eiwitten is zeker terecht. De fermentatie van grassen bij grazers veroorzaakt bovendien een belangrijke methaanuitstoot. Doch dat is geen voldoende reden om het vlees tout court te laten: er bestaan ook kippen en varkens en elke keukenfanaat weet dat melk en boter moeilijk uit de keuken weg te denken vallen.

Tot nader bericht past het bijgevolg kritisch de wenkbrauwen te fronsen, want door simpelweg alle voeding van dierlijke oorsprong uit te bannen doen we onze soort misschien meer kwaad dan goed.

Maar als we zien dat de oude opvatting als zouden dieren en mensen fundamenteel verschillen op wetenschappelijke gronden moet herzien worden en dat alvast sommige diersoorten net als mensen een gevoelsleven hebben, dan moeten we toch het geweer van schouder gaan veranderen – soms letterlijk.

Er is inderdaad in de recente wetenschap een sterke evolutie naar een beeldvorming volgens welke de overeenkomsten tussen mensen aan de ene kant en hogere diersoorten aan de andere kant veel meer moeten beklemtoond worden. Dat geldt zeker voor verschillende soorten zoogdieren.

Als we dan uiteindelijk gedwongen worden aan te nemen dat vele dieren gevoelens beleven, dan rijst een heel andere, levensgrote vraag: met welk recht slachten wij wezens die soortgelijke gevoelens ervaren als wijzelf?  

Kort gezegd: we weten het niet zeker, want we kunnen met onze koebeesten niet praten. Maar wat als de koeien die wij naar het slachthuis voeren daar vol doodsangsten aankomen?

Veganisme om de klimaatverandering tegen te houden behoort niet bepaald tot het rijk van de realistische mogelijkheden. Het is gewoon een bespottelijke illusie.

Als we evenwel moeten erkennen dat we de dieren ook als bewoners van deze planeet moeten beschouwen en we sommigen onder hen zelfs moeten erkennen als bezitters van gevoelens, net als wijzelf, dan rijst er wel degelijk een belangrijk ethisch probleem.

Daarmee zou het veganistisch optreden van het Gentse bestuur een échte grond krijgen.

[i] Mariska Kret, Jorg Massen en Frans de Waal. My fear is Not, and Never Will Be, Your Fear: On Emotions and Feelings in Animals. 10 maart 2022. Het onderscheid tussen emoties en gevoelens was twee decennia geleden het onderwerp van een internationaal symposium in Amsterdam.

Jaak Peeters

juni 2022

De primitieve mechanismen van het machtsspel

Wat het machtsspel met een mens doet

Max Weber definieerde macht als het vermogen om anderen te beïnvloeden of hun gedrag te bepalen, eventueel tegen hun zin in.

Macht en machtsuitoefening hebben een wat schrikwekkend effect op mensen. Niemand wil het voorwerp zijn van machtsuitoefening. Macht wekt vrees op.

Nochtans leven we allemaal in heuse netwerken van macht: in de familie, de kennissenkring, op het werk, in onze economische bezigheden en in onze deelname aan het politieke leven. In sommige netwerken bezitten we zelf enige macht, in de meeste daarentegen zijn we veeleer de speelbal van de machtsstructuren.

Macht is dus overal in de maatschappij aanwezig, zelfs als we ons daar niet van bewust zijn.

Macht is ook een diepgewortelde drang. Je vind hem overal in het dierenrijk.

Macht heeft ook een evolutionaire betekenis. In het natuurpark van de Hoge Veluwe burrelen de hertebokken elk jaar in de paartijd. Ze gaan elkaar te lijf om de onderlinge machtsverhoudingen te bepalen.

Machtsuitoefening geeft ook wellustgevoelens. Een vietnamveteraan schreef eens: “ik had een gevoel van macht. Het gevoel dat ik kon vernietigen. In Vietnam wist je dat je de macht had levens te nemen. Je kon een vrouw verkrachten en niemand kon je wat maken. Als je erop uit trok had je een goddelijk gevoel.” Er bestaat ook een duidelijke band tussen de uitoefening van macht, het doden en seksuele opwinding.(1)

Kernaspecten

Macht kent  van nature geen grens. Macht is, zoals George Orwell ooit schreef, een doel op zich. Dat doel heeft de neiging altijd weer verder op te schuiven.

Mensen aanvaarden de werking van macht makkelijker dan men geneigd is te denken. Als voorbeeld moge gelden dat zovele Duitsers hun ogen sloten voor de afschuwelijke feiten van de Holocaust. Meer zelfs: ze werkten er aan mee, waarbij ze elke gedachte aan het kwaad verdrongen. Macht verblindt.

Ook machthebbers zelf lijden aan blindheid. Wie macht uitoefent neemt het bezit ervan als een vanzelfsprekendheid. Hij gelooft steeds meer in de juistheid van zijn belissingen. Hij ervaart dat hij het juiste doet en de nevenschade onbelangrijk is.

Machtsuitoefening schijnt in te spelen op een uiterst primitief mechanisme in de menselijke geest: we hebben behoefte aan de wereld die uiteenvalt in de simpele dichotomie van goed tegen kwaad. Machtsuitoefening loopt makkelijk uit op een vijandbeeld tegen welke de macht moet ingezet worden. Het bestrijden van dat kwaad wordt vervolgens het grote centrale doel van de machtsuitoefening. Churchill raakte er steeds meer van overtuigd dat een oorlog met Duitsland noodzakelijk was en de Amerikanen zagen de strijd tegen het communistisch gevaar als hun mundiale hoofdopdracht.

Macht raakt dan ook verweven met emotie en ideologie: macht verblindt het denken zelf.

Wie dat alles zo bekijkt, beseft dat macht ten dienste staat van het psychologisch eigenbelang en soms zelfs gewoon maar van het politieke of economische eigenbelang. Zo is Kennedy de Vietnamoorlog begonnen omdat hij vreesde anders niet herverkozen te zullen raken.(2)

Toepassing op het machtsgevecht in Oekraïne

Al die aspecten komen terug in het verhaal dat ons – de goegemeente – voorgeschoteld wordt over de gebeurtenissen in Oekraïne. Poetin is de ploert en de arme Oekraïners zijn de slachtoffers. De slechte moet met alle middelen worden bestreden. Van de weeromstuit zijn de westerse mogendheden die wapens aan Oekraïne leveren de goeden door te strijden tegen het kwaad, verpersoonlijkt door Vladimir Poetin. De Oekrainse zaak toont dus de gang van klassiek machtsdenken.

Men verantwoordt de machtsuitoefening tegen Rusland met de mededeling dat anders Rusland heel Oost-Europa zou inlijven. Vandaar de afwijzing van Mededjevs idee van Eurazië. Dat lijkt echter nogal veel op freudiaanse projectie. Maar het werkt, want zowel dat vijanddenken als die veronderstelde Russische expansiedrang blijken voldoende om de westerse opinie mee te krijgen in de machtstrijd tegen Rusland. De felheid en algemeenheid waarmee westerse leiders er tegenaan gaan wekt het vermoeden dat ze zelf echt geloven dat ze het goede doen.

Maar wie toekijkt voelt met de ellebogen dat belangen ook bij de westerse machtsuitoefening niet afwezig zijn.

Blindheid en gekleurde waarheid

Zopas publiceerde kolonel b.d. Pierre Therie deel één van een doorwrocht essay waarin hij duidelijk maakt dat de zaken in het geval van Oekraïne echt wel genuanceerder liggen(3).

Zijn verhaal maakt duidelijk dat de Oekraïnse staat  niet zo’n onschuldig eerstecommuniezieltje heeft als Zelensky doet voorkomen. Zo werd, tegen alle afspraken in, het Russisch verboden en Russische boeken in de ban gedaan. De Russische buitenlandminister Lavrov vroeg zich af wat Frankrijk zou doen als België het Frans zou afschaffen.

Therie wijst ook op de nogal verdachte rol van de Amerikaanse CIA in Oekraïne en hoe deze dienst ijverde om Oekraïne, alweer tegen alle afspraken in, de NAVO binnen te loodsen.

Kolonel Therie wijst er, gesteund door feiten, op dat in elke oorlog de waarheid het eerste slachtoffer is.

Hoewel er feitelijke getuigenissen zijn over een weinig benijdenswaardige behandeling van Russische bevolking door Oekraïne, wordt daar ten onzent nergens melding van gemaakt. Als de blogs van een Amerikaan, die met een Russische getrouwd is, duidelijk maken dat Poetin op een geweldige steun van de bevolking mag rekenen en dat vele jongemannen vrijwillig dienst nemen in het Russische leger, dan wordt daar nergens melding van gemaakt. De uitspraken van Lavrov worden honend bejegend en de Russen begaan, volgens de westese media, de ene misdaad tegen de menselijkheid na de andere.

Van westerse misdaden: geen spoor. Die  doen alleen goede dingen…

De pers gevangen in een machtslogica

Dat kan geen zinnig mens geloven. Oorlog is altijd weer hetzelfde: de blinde razernij die de tegenstander in de meest letterlijke zin kapot wil maken. Wie in oorlog is doet dit, ongeacht wie hij of zij is. Alles wordt gericht op de vernietiging van “De Vijand” – wie of wat hij ook is.

In de Oekraïnse kwestie zijn we getuige van een botsing tussen westerse en Oosterse machtssferen. Daarbij zijn de genoemde universele wetmatigheden ten volle werkzaam.

Dat die algemene wetmatigheden geenszins blijken uit het verhaal van de westerse pers dwingt ons te besluiten dat ook zij in de klem zit in het westerse machtsdiscours. De pers volgt trouw de principes die hier werden uitgelegd.

Uiteindelijk zijn de feiten voor wie de tijd wil nemen nochtans vrij simpel. Vele documenten zijn op het internet te vinden. Ze zijn toegankelijk zelfs voor wie geen journalistieke opdracht heeft maar bereid is even te zoeken. En de literatuur illustreert ten overvloede hoe macht werkt en hoe mensen in een machtsspel elke redelijkheid verliezen(4)

Zelfs intelligente politici trappen in de val.

Toch blijven perslui en zovele anderen meegaan in een machtslogica, met alles wat daarbij hoort.

Als de journalistieke en politieke wereld eerlijk begaan wil zijn met de rechte gang van zaken in de wereld, dan moeten zij als eersten tenmiste op zoek moeten gaan naar de volledige waarheid. Daar begint namelijk de weg die loopt naar de vrede.

Dat ze dat niet doen bewijst hoe krachtig de primitieve mechanismen van het machtsspel zijn.

Zolang mensen elkaar met knots en hamer te lijf gingen bleven de gevolgen van machtsconflicten al bij al nog binnen de perken.

Maar als er een kernoorlog van komt, dan moeten we met Bertrand Russel zeggen: “Men zegt dat na de volgende oorlog de wereld aan de ratten zal zijn. Ik hoop dat ze het een prettige wereld zullen vinden. Maar ik ben blij dat ik er dan niet meer zal zijn.”


(1) Jan de Laender. Het hart van de duisternis. Davidsfonds, 1996, blz. 75. In Mauk Mulder, De logica van de macht (Scriptum, Schiedam,2004) wordt macht vooral vanuit een sociologisch gezichtspunt besproken. Hier beperken we ons tot de psychologische kant.

(2) De Laender, blz. 98.

(3) https://www.dwarsliggers.eu/index.php/14-politiek/904-oorlog-in-europa-deel-i

(4) Le Bon, Freud, Desmet, Foucault, Canetti, de Laender, Lorenz,  Arendt, Macchiavelli, Pinxten, Kinneging, Ricoeur, van Putten…. De lijst is eindeloos.

Jaak Peeters

Juni 2022




Moeten we weldra de mens redden? En hoe?

Rooie Frank in actie

Mensen uit de wereld van de zorg houden met de grootste argwaan het gedoe van onze bloedrode minister van volksgezondheid, Frank Vandenbroucke, in het oog. De man heeft zich namelijk in het hoofd gehaald alle zorgverleners te verplichten zich met (vooralsnog slechts voorlopig goedgekeurde) vaccins te laten inenten. Weigeren ze dat, dan verliezen ze hun baan.

Op een ogenblik dat bevragingen uitwijzen dat 44% van het zorgpersoneel uit de zorg zou willen stappen, onthou je je van acties die de uitstroom nog vergroten.

Dat zou je denken.

Daarvoor is Rooie Frank echter veel te koppig.

In ongeveer alle landen van deze aardbol, zelfs in Australië waar men in de Covidcrisis een soms ronduit extremistische houding aannam, heft men de beperkingen op. Alleen Taiwan en China (zouden ze dan toch één maatschappij vormen?) houden vast aan quarantaines.

Je zou denken dat men in België dezelfde kant zou opgaan.

Rooie Frank heeft het zo niet begrepen. Hij heeft er zelfs wat op gevonden: hij wil een wet maken die pas in voege treedt als de nood misschien ooit nijpt. Ooit, in de toekomst.

Wat juristen hierop zeggen weet ik niet. Ik ben geen jurist. Maar dit lijkt een verzekeringsmanie van iemand die echt gelooft dat de mens bij machte is om zich tegen elk denkbaar euvel op voorhand te wapenen. Een soort ultieme superverzekering.

Dood en ziekte horen bij het leven, net als de mooie kanten van het leven.

Een bedenkelijke ontwikkeling

Ik kan de kritiek op mijn verhaal al horen, nog voor die is uitgesproken: het is toch goed om voorzorgen te nemen? Tenslotte heet het socialistische ziekenfonds van Antwerpen toch ook “De Voorzorg”?

Dat is juist. Het is verstandig zijn voorzorgen te nemen. Maar dan moeten de maatregelen wel in proportie zijn. Je voert geen nieuwe verplichtingen in als iedereen ze afschaft. Je gaat niet naar links, als de hele wereld de andere kant op gaat. Dan ben je een nukkige stijfhoofdige eenzaat. Bovendien: er bestaat ook nog zoiets als persoonlijke vrijheid en recht op lichamelijke integriteit. Zeker als uit studies blijkt dat de bedoelde verplichting een nogal betwistbaar effect heeft.

Meer zelfs: de maatregelen mogen geen dystopische consequenties hebben.

Dat is de vraag die oprijst wanneer we constateren dat de Wereldgezondheidsorganisatie bezig is met het installeren van een soort gezondheidswereldregering.

Onlangs werd namelijk bekend dat een aantal politici hebben opgeroepen om een pandemieverdrag te sluiten. De WGO zou alle informatie en onderzoeksresultaten over pandemieën verzamelen, coördineren, er de passende maatregelen uit afleiden en die dan vervolgens ook uitvaardigen.

In onder meer de Nederlandse Volkskrant stond de vraag te lezen of deze plannen een geniepige verdere stap naar een wereldregering zijn.

Daar lijkt het verdacht veel op, te meer omdat we allemaal weten dat een aantal steenrijke westerse oligarchen zoals Soros, Rockefeller, Gates en co best wel voor zo’n wereldregering te vinden zijn.

Mijn standpunt is dat dit een bedenkelijke ontwikkeling is.

Huxley als uiteindelijke dystopie

Ik herlas dit voorjaar het boek van Aldous Huxley: A Brave New World, vertaald als Een heerlijke nieuwe wereld.

Men kent het verhaal. In die ‘heerlijke’ nieuwe wereld is voortplanting voorwerp van totale wetenschappelijke mechanisatie geworden. De menselijke foetus groeit op in een kunstbaarmoeder, wordt automatisch gevoed en krijgt daarbij de voeding die geschikt is voor de ontwikkeling van het soort mens waartoe de foetus wordt opgekweekt. Alles is wetenschappelijk onder controle. Meters en tellers registreren elke afwijking, waardoor er meteen kan worden ingegrepen als er wat misgaat. Het hele proces levert statistieken en tabellen op die tonen dat deze kweekwijze de gelukkigste mensen oplevert.

Zo, wat kan er dan fout zijn?

Wat er fout is kan ieder lezen in het boek zelf: de man die in verzet gaat en zijn persoonlijke vrijheid opeist ziet ten langen leste geen andere uitweg meer dan zichzelf te verhangen.

Willen we echt een wereld waarin ‘experts’, gretig bijgesprongen door kortzichtige media, ons elke dag opnieuw om de oren slaan met statistieken en tabellen, waaruit blijkt dat wie tegen elke ‘wetenschappelijke redelijkheid’ in de natuurlijke baarmoeder verkiest, de vrucht blootstelt aan X percent meer kans op ziekten?

Oh ja: dat is maar een verhaal. Ja? Jammer: maar de mens lééft in verhalen! Die verhalen bepalen zijn gedrag – niet de wetenschappelijkheid. En de geschiedenis heeft de realiteit van de banaliteit van het kwaad pijnlijk aangetoond. Toen ging het ook om een verhaal…

Huxley is actueler dan ooit.

Hoe ons daartegen verzetten?

Is dit de wereld die we willen? Is dit het mensbeeld dat na 2000 jaar westerse beschaving als enige overeind blijft? Willen we een wereld die bestaat uit een amorfe, hersenloze massa, die bovendien  dom genoeg is om de politiek die hen van hun menselijkheid berooft zelfs nog toe te juichen? Een massa die zich laat opjutten door kleffige media om als een troep blatende schapen de lui die van de norm afwijken uit de gemeenschap te stoten?

En vooral: wat doe je daartegen?

Toen Frederik Willem III door Napoleon verslagen was, wilde hij het bewuste burgerschap nieuw leven in blazen. Hij ging te rade bij de Duitse filosoof Wilhelm von Humboldt.  Von Humboldt zette in op het onderwijssysteem. Hij vond dat de ruwe natuurlijke mens eerst moet worden opgeleid om zich als een bewust burger te gedragen. Dat moest door de kracht van de kunst en de rede.  Von Humboldt was van mening dat kunst en poëzie direct verbonden zijn met het meest nobele in de mens. Daarom zijn zij het medium waarin de waarlijk ontwikkelde burger ontwaakt.

Wij hebben aan deze gedachtegang het begrip Bildung gegeven.

Dit onvertaalbare Duitse begrip doet aanvoelen dat menselijkheid alleen denkbaar is in het kader van een nobele voornaamheid, die de mens ertoe brengt van zijn eigen leven een kunstwerk te maken, het hoogst mogelijke na te streven en zijn kinderen met die boodschap op te voeden.

Deze Bildung is het, die we meer dan ooit nodig hebben.

Jaak Peeters

Mei 2022