De democratie is van ons.

Over democratie en tegendemocratie.

Inleiding

In wat volgt trachten we onze huidige wereld te bekijken met de ogen van Pierre Rosanvallon.

Pierre Rosanvallon, geboren in 1948, professor aan het Collège de France, is laureaat van de Spinozalens 1912. Over hem verscheen een bundel, waarop deze bijdrage is gebaseerd[1].

De reden waarom deze bijdrage verschijnt is de ervaring van het bestaan van een algemeen ongenoegen in grote groepen in onze hedendaagse maatschappij. Vrijwel dagelijks krijgen aandachtige mensen te maken met berichten over censuur, de tegenstrijdige gegevens over de oorlog in Oekraïne, het snel veranderende machtsbeeld van onze wereld en de vloed aan berichten over sociale, economische en wetenschappelijke onzekerheden. Al die doemberichten weerspiegelen een maatschappelijk pessimisme en voeden maatschappelijke argwaan en wantrouwen jegens alles en iedereen waaraan macht wordt toegeschreven. Dat leidt ook tot de wildgroei van vaak vreemde opvattingen.

Rosanvallon is één van die hedendaagse denkers die ons kan helpen wat meer orde in de verwarring te scheppen.

Wantrouwen als een inherent onderdeel van de democratie.

Vaak worden ontwikkelingen zoals een toenemend individualisme, een onverschillige terugtrekking in de privésfeer, het verval van de politieke wil en de opkomst van elites opgevat als reacties tegen een overheid die kennelijk met andere dingen bezig is dan met de zorgen van de modale burger. Onder ‘de overheid’ wordt dan verstaan: de gekozen overheid, de electorale macht, zoals daar zijn parlement en regering.

Tussen parlement en regering en het kiesvolk zou er dus een toenemende afstand zijn ontstaan. Die afstand zou gekenmerkt zijn door een soort bovenmatig wantrouwen tegenover de macht.

Hierbij wordt gesuggereerd dat dit wantrouwen eigen aan deze tijd zou zijn en dat het voorheen anders was.

Volgens Rosanvallon is dat laatste helemaal niet waar.

Macht roept van nature weerstand en wantrouwen en dus verzet op. In de politieke wereld zoals wij die kennen betekent dit dat de modale burger beducht is voor een obsessieve opstapeling van macht in één of enkele centra, waarop hij dan vervolgens nauwelijks of helemaal geen greep heeft.

Precies omdat elke macht van nature achterdocht oproept en machtigen vaak de neiging voelen om hun eigen macht te vergroten en burgers vrezen de greep op hun eigen leven te verliezen, zijn macht en wantrouwen tegen diezelfde macht onafscheidelijk.

Het standpunt van Rosanvallon is dan ook dat wat mensen gewoonlijk voor ogen staat als ze het over “de politiek” hebben, slechts de helft van het politieke spel betreft. De andere helft bestaat namelijk precies uit diegenen die tégenover “de politiek” staan en de neiging voelen die politiek niet te vertrouwen.

Politiek is dus: macht én tegelijk wantrouwen tegenover die macht. Daarom spreekt Rosanvallon van democratie als het geheel van verkozen instellingen, inclusief een tegendemocratie, als het geheel van de tegenover de macht altijd wantrouwige burgerij.

Onze electorale macht is op een fundamentele manier verschillend van andere machtsstructureringen.

In een theocratie, waarin de macht van een godheid komt, is wantrouwen tegenover die macht moeilijk anders denkbaar dan als een houding die principieel zondig is. Dat gold voor het vroege christendom, voor een deel van het jodendom en in belangrijke mate voor de huidige islamitische wereld[2].

Een afgeleide van deze toestand is de vorstelijke macht, waartegen achterdocht en verzet beschouwd wordt als een misdrijf. Als koningen al verdreven werden, was dat omdat ze hun taak als koning niet goed uitvoerden. Het principe van de koninklijke macht werd echter niet betwist[3].

In de democratische staat is achterdocht daarentegen een vast onderdeel van de politiek, dat aan de oorsprong ligt van de verplichting om op regelmatige tijdstippen nieuwe verkiezingen te organiseren.

In simpele taal: democratie is het vrije woord én tegelijk het vrije wederwoord.

Donkere wolken aan de horizon

Rosanvallon beschrijft drie factoren die de democratische horizon verduisteren. Het zijn factoren die verklaren waarom in onze dagen een maatschappij ontstaat met een verhevigde vorm van wantrouwen tegenover ‘de politiek’.

De eerste factor is wat Ulrich Beck “de risicomaatschappij” heeft genoemd. Daarmee wordt bedoeld dat de mens van vandaag op een structurele manier met wantrouwen naar de toekomst kijkt en niet langer, zoals aeonen lang het geval was, als de voortzetting van wat ‘de ouden’ deden.

Met risicomaatschappij bedoelt Beck ook dat wij als mens constant leven met risico’s om ons heen. Denk hierbij aan atomaire, chemische, ecologische en gentechnologische risico’s.

Een tweede factor is de onvoorspelbaarheid van onze economische toekomst. De dingen lopen niet meer zoals ze altijd al liepen. Binnen het bedrijfsleven zelf is de slogan veeleer: verandering is de enige constante. En in de buitenwereld zien we oude bedrijven ter ziele gaan, dreigt er monetaire chaos met een mogelijke hyperinflatie en de angst dat we morgen niets meer te eten zullen hebben.

Een derde factor is wat men “de maatschappij van de vervreemding” noemt. Het leven speelt zich niet langer af in vertrouwde, bekende vormen. Nieuwe samenlevingsvormen dringen zich op. Homofilie heeft altijd bestaan, maar zogeheten Prides zeker niet. Men kent elkaar ook niet meer: buurtschap is trouwens moeilijk in appartementsblokken van acht hoog. Zodoende  wordt ieder individu op zichzelf teruggeworpen en worden facebookvrienden verward met ware, biologische vrienden.

Deze factoren scheppen onrust in de harten van de mensen. Waar onrust is, dringt wantrouwen binnen. Dat wantrouwen zoekt een schuldige en treft de meest bekende partij: de electorale politiek.

Nog meer donkere wolken

In onze dagen zijn er, helaas, nog veel meer feiten die de politiek van het wantrouwen voeden en daardoor maatschappij-ondermijnend zijn.

Het eerste, vreemd genoeg door Rosanvallon niet vernoemde feit, is de massieve immigratie vanuit streken met een totaal andere cultuur. Deze laatste werd hiervoor als theocratisch omschreven. Er is in West-en Noord-Europa waarschijnlijk geen enkel maatschappelijk gegeven dat de gemoederen zo fel beroert als die massa-immigratie. Wie in onze steden rondloopt, kan onmogelijk rond dit feit. Recent bracht de Nederlandse volksvertegenwoordiger Eerdmans uit dat op islamitische scholen in Nederland vrouwenbesnijdenis wordt gepromoot en een enkele keer zelfs als toelatingseis geldt. Zowat iedereen heeft in de gaten dat het aandeel van personen van vreemde afkomst in de drugswereld buitenproportioneel hoog is.

Er zijn politieke partijen die dit vraagstuk hoog op hun agenda hebben geplaatst, maar die worden gewoonlijk weggezet als “extreemrechts” waarmee men vervolgens geen rekening hoeft te houden. Dat roept dan de klacht op: “wij worden niet gehoord!”. Verbaast het iemand dat zulke toestand tot wantrouwen leidt? Echt?

Tot voor enkele jaren werden de stemmen voor deze partijen meesmuilend “foertstemmen” genoemd. Men hoort dat scheldwoord de laatste tijd wat minder. Dat is maar goed ook, want het gaat veelal niet om “foertstemmen”, maar om politiek gemotiveerde mensen die hun boosheid uiten omdat de politiek niet naar hun klachten wil luisteren.

Er is het grote probleem van de veroudering. Een steeds groter deel van de bevolking is gepensioneerd of zal het weldra zijn. Omdat de politiek jarenlang geen oren had naar de smeekbeden van deskundigen, die bijvoorbeeld vroegen om meer opvangmogelijkheden voor ouderen, ziet diezelfde politiek nu geen andere uitweg dan de pensioenleeftijd tot 67 op te trekken. Er is namelijk gewoon geen geld om de toenemende massa een fatsoenlijk pensioen te betalen. Maar wie wordt er graag ingespoten door een slechtziende verpleegster van 67 met een onvaste hand? En dan hoort men, tegelijk, de discussies oplaaien over euthanasie.

Waarom werden er door de politiek geen acties ondernomen toen dat nog kon? En waar blijft de politiek die het geboortecijfer weer opkrikt – tegen de wensen van sommige ecologisten in, want die vinden dat er teveel volk op aarde rondloopt?

Dat laatste sluit dan weer aan bij de steeds vaker gehoorde verhalen over bevolkingsvermindering. Mensen die de recente Amerikaanse verkiezingen hebben gevolgd, hebben Kamala Harris horen zeggen: “If we reduce the population[4]. Begrijpt men dan echt niet waar zogeheten komplotheorieën vandaan komen?

En wat wordt er van ons, nu we zien dat de industrie en dus ons inkomen wegglijdt, maar de politieke machten het wonen en het leven duurder maken? Hoe kun je nog aan kinderen denken als je als koppel 30 jaar lang een zware afbetaling moet doen als je een eigen huis wil verwerven dat aan alle nieuwsoortige eisen voldoet?

In een werkelijk democratische maatschappij neemt men de burger ernstig. Men noteert zijn ongenoegen en zijn ontevredenheid en men speelt daarop in tot er zoiets als een politieke evenwichtstoestand ontstaan is: totdat macht en tegenmacht elkaar hebben gecorrigeerd en een vorm van stabiliteit is ontstaan.

De elite faalt niet: zij handelt over de hoofden van het volk heen

In de overgrote meerderheid van de gevallen wéten de volksvertegenwoordigers zelf wel wat de klachten van de bevolking zijn. Ze beseffen best dat ze functioneren in een wolk van wantrouwen. Maar er is iets dat hen verhindert tenvolle voor de klachten van het volk te gaan. Wat is die ‘iets’?

Heel vaak klinkt, op dit punt aangekomen, het woord “elite”.

Maar wat of wie is die elite? Een warrige, ongeordende, chaotische verzameling van intellectuelen en halfintellectuelen?

De elite is een relatief kleine groep binnen een maatschappij die de leiding van die maatschappij officieel of officieus in handen heeft. Er kan sprake zijn van een politieke, militaire, economische, mediatieke en een culturele elite. Delen van het onderwijzend korps kunnen tot de elite behoren benevens de top van vakbonden. Vaak denkt men bij dit alles ook aan bureaucratie.

Elite wordt in dit stuk dus concreet opgevat als die personen, die de maatschappij of delen ervan bewust in een richting sturen of daartoe bewust bijdragen.

Die elite is veel minder homogeen dan soms gesuggereerd wordt maar er zijn wel enkele kenmerkende trekken aan te wijzen.

We denken hier aan doorgaans globalistisch georiënteerde mensen die vaak dromen over één wereldregering. Ze hebben meestal een groot vertrouwen in de technische en wetenschappelijke vooruitgang. Ze komen op voor het vrije verkeer van mensen, goederen, diensten en ideeën. Ze zijn voor open grenzen en antinationalistisch. Maatschappelijk zijn ze links-liberaal: multicultureel georiënteerd, progressief, ze negeren de waarde van vele traditionele maatschappelijke onderscheidingen en werpen zich als ecologisch op. En ze zijn van mening dat hen het recht toekomt de koers van de overheid te bepalen, gewoon maar vanuit hun overtuiging dat zijzelf het bij het rechte eind hebben.

De kern waar we hier willen op uitkomen is dat ze de democratie nogal eigenzinnig intepreteren: democratisch is wat in hun eigen wereldbeeld past.

Het meest storende is dat ze de neiging vertonen om afwijkende visies af te doen als onwetenschappelijk, achterlijk, extreemrechts, komplotdenken, ondemocratisch. Hun positie is derhalve die van goed versus slecht, waarbij zij zichzelf het recht toeschrijven om te oordelen. Wie niet met hen is, is tégen hen.

Ook al is deze beschrijving vaag: ze maakt het mogelijk om toch al iets beter te begrijpen van wat er zich rondom ons afspeelt.

Er bestaat namelijk een erg actieve groep die zichzelf in een positie heeft gehesen van waaruit zij meent de toekomstige oriëntatie van de samenleving te kunnen of zelfs te moeten bepalen.

Natuurlijk sluit die groep ook aan bij internationaal opererende groepen zoals het WEF en diverse groepen zoals de trilaterale commissie of de Bilderberg-conferentie.

Uiteraard mogen mensen zulke overtuigingen koesteren. En ze hebben het recht om zich ook internationaal te verenigen.

Het probleem is dat ze veel te veel handelen over de hoofden van de mensen – de belastingbetalende kiezers – heen en dat ze het zo aan boord leggen, dat de verkozenen des volks niet langer in de mogelijkheid zijn om voluit te gaan voor de zorgen van hun kiezers.

De EU en haar satellieten: het belangrijkste probleem voor de Europeanen

Zo komen we bij Europa.

Aan Europa – niet het hele continent, want Rusland wordt uitdrukkelijk buitengesloten als de grote vijand[5], – kleeft een schimmige fantasie van een mythische eenheid, die met alle middelen moet worden verwerkelijkt[6].

Chimerische dromen zijn des mensen en dus oeroud. Maar in het geval van de EU is er veel minder fantasierijke verbeelding in het spel.

Die EU is simpelweg een machtssysteem dat doelbewust streeft naar het zover mogelijk uitwissen van de oude naties om die door een EU-natie te vervangen. Men noemt dat “harmoniseren”. Het is het plan dat president Eisenhower[7] in 1955 in een brief aan enkele vooraanstaande politici voorstelde: het nieuwe Europa zou moeten worden opgebouwd volgens het model van de Verenigde Staten[8]. De ziel van de EU heeft dus iets demonisch.

Een en ander rijst op bij wie de opsomming van de bevoegdheden van de EU leest. Terloops: die bevoegdheden worden ‘toegedeeld’. De vraag rijst meteen: wie “deelt er toe”? De kiezer? Daar is in ieder geval geen voorbeeld van bekend.

Titel 3 (deel 1) wijst de bevoegdheden van de Europese Unie aan. Artikel 13 somt de exclusieve EU-bevoegdheden op. Artikel 14 somt de gedeelde bevoegdheden op. Vervolgens verwacht de lezer een opsomming van bevoegdheden die exclusief aan de staten zijn toegewezen, maar die opsomming blijft uit.

Het is nogal naief te geloven dat dit een vergetelheid is. Hier wordt bewust een vaaggehouden, ongedefinieerd gebied gecreëerd, waar de EU-constructeurs de hand op kunnen leggen zodra ze daartoe de kans krijgen[9].

Dit alles ruikt ook veel te veel naar een opstap naar globalisme, waar immers enkele groten of groepen onder elkaar alles regelen.

Het resultaat is dat de EU zich letterlijk met alles bemoeit. Ze verzoekt ons onze thermostaat in de kamer op 19° te zetten. Of de EU ‘trekt geld uit’ om ‘haatspraak’ te bestrijden. Of ze legt ‘veiligheidspaspoorten’ op. Ze schrijft voor hoe auto’s moeten verlicht worden. Voorts wil de EU militaire adviseurs naar Oekraïne sturen en ons spaargeld afromen om de EU te bewapenen.

Hét grote gevaar van een dergelijke bemoeizuchtige macht is dat ze altijd maar meer macht grijpt. Prof. Mauk Mulder pubiceerde in 2004 een boek, waarin hij het verschijnsel ‘macht’ onderzoekt. In zijn hoofdstuk 8 gaat hij uitvoerig in op de processen waarbij macht nieuwe macht genereert[10].

En dat is wat we inderdaad zien gebeuren: een EU die als een veelpotige charibdis alles wat in haar nabijheid komt opslorpt en omvormt tot eigen stof. Voorbeeld: vanaf 2027 gaat de EU rechtstreeks belastingen heffen – zonder tussenkomst van de nationale staat, die hiermee definitief tot ondergeschikte institutie wordt herleid. De CO2, weet U wel[11]?

De EU bestaat echter uit mensen, met name uit een enorme bureaucratie – waarvan de nationale bureaucratieën steeds meer een ondergeschikt onderdeel worden – met een ongeveer almachtige Commissie en een irrelevant parlement. Er is weinig verbeelding nodig om nu aan de analyses van Alexis De Tocqueville te denken. “Met vooruitziende blik ontwaart De Tocquewille een samenleving, waarin de participanten uit zorg voor burgermansrust en -welvaart, de belangenbehartiging geheel delegeren aan een nieuwe Leviathan, de staatsbureaucratie[12]“.

Jammer genoeg vergeet de EU te veel zichzelf te controleren. Dat bleek namelijk recent uit een verslag van de Europese rekenkamer[13]. Men vraagt zich echter af of misbruiken in dergelijke monsterstructuren eigenlijk wel te vermijden zijn. Het volstaat naar de VS te kijken, waar recent aan het licht kwam dat de VS per jaar 50 miljard $ (!) besteedden via de zogeheten USAID, om op vele plaatsen in de wereld regimeveranderingen op te zetten of genderpropaganda te betalen. Zo is bekend dat de staatsgreep tegen de Oekraïense president Viktor Janoekovytsj mede door deze USAID werd mogelijk gemaakt.

Mogen we echt niet veronderstellen dat dergelijke acties ook door de EU kunnen worden gevoerd?

Herinneren we nu even aan de inmiddels beruchte Digital services act. Die is sinds december ’24 in voege. Onze kranten stonden er niet bepaald bol van, maar deze DSA is zonder meer de invoering van censuur. Alle producten in de EU moeten immers vooraf op hun veiligheid getoetst worden. Ook boeken[14]. Wat zijn veilige boeken? Het antwoord laat zich makkelijk raden als de Commissie verklaart dat de EU moet “gevaccineerd worden tegen fakenews”. In Duitsland wordt je tegenwoordig verondersteld mensen met een ‘verkeerde mening’ bij de politie aan te geven. De EU zwijgt. Voorts wil de EU kinderen leren hoe die zich tegen verkeerde meningen moet wapenen.

Maar wie bepaalt wat verkeerde meningen zijn?En zal de definitie ervan ingaan tegen de belangen van de EU?

Er zijn zelfs mensen die voor een heuse al dan niet verkapte staat van beleg op EU-niveau vrezen, vooral nu de vermeende Russische dreiging wordt aangevoerd om de bevolking bang te maken en in het gareel te krijgen[15].

Het gaat heel ver. Oud-commissaris Breton verklaarde onlangs dat als de Duitsers bij de verkiezingen niet stemmen naar de wensen van de EU, met Duitsland hetzelfde zal gebeuren als wat in Roemenië gebeurde: rechtstreeks ingrijpen[16].

Dit soort dingen is eigen aan grote, ondoorzichtige en voor het publiek oncontroleerbare massastructuren. Verliezen we ook niet uit het oog: censuur en manipulatie is sowieso een universeel verschijnsel[17].

André Köbben en Henk Tromp schreven een boek: “De onwelkome boodschap”. De kern van hun boodschap is dat zelfs wetenschappers die een “onwelkome boodschap” brengen op pogingen botsen die hen monddood willen maken[18]. Het is bekend dat tijdschriften weigeren teksten te publiceren waarin het CO2-verhaal bekritiseerd wordt. Het is bijgevolg redelijk om aan te nemen dat dit soort acties nog vaker en feller plaatsvindt in structuren die rechtstreeks bedoeld zijn om met macht om te gaan.

Rond die hele EU-mikmak circelen zoals satellieten een hoop organisaties, groepen en groepjes en allerlei belanghebbenden. Men vertelt dat de EU benaderd wordt door zowat 100 000 lobbyisten. Hoe machtiger de centrale institutie, hoe meer satellieten errond draaien. Een grote bureaucratie levert vele contactmogelijkheden en is bijgevolg aantrekkelijk voor allerlei groepen, firma’s, diensten en organisaties die wat graag mee in de schijn van de macht staan. Daar vallen opdrachten te rapen en dus geld[19]. Vanuit dit geheel walmt een onsmakelijke, vieze, antidemocratische geur op.

Tegendemocratie?

Op dit punt aangekomen verschijnt de tegendemocratie waar Rosanvallon over spreekt. Uit alles blijkt namelijk dat een links-liberale EU-gerichte elite zich regelrecht richt tegen het aanvoelen van de bevolking. Zie wat J.D. Vance zegt: “Het hele democratische project van het Westen valt uit elkaar als de mensen blijven vragen om minder migratie en ze door hun leiders beloond worden met meer migratie.[20]”.

De EU-elite doet haar eigen ding en interesseert zich amper voor wat het volk denkt. Als ander voorbeeld kan hier de beruchte Green Deal worden aangevoerd.

Men kan dit een fundamentele weeffout van de EU noemen, maar het is redelijker te veronderstellen dat dit soort dingen des mensen is en onvermijdelijk is binnen de reusachtige structuren van zoiets als een EU[21].

Dat betekent dat het wijs is zichzelf de gewoonte van een fundamenteel wantrouwen tegenover “de macht” aan te kweken. De democratie moet altijd verdedigd worden en die verdediging komt nooit van de kant van de machthebbers of hun lakeien. En dus is wantrouwen tegen de macht een democratische plicht.

Dit soort gedachten zijn het die de stichters van de Amerikaanse republiek voor ogen stonden. Ze wisten best wel waarom ze die positie innamen. Macht corrumpeert en absolute macht corrumpeert absoluut, verklaarde Lord Acton.

Dit alles wijst uiteraard naar de media. Die zijn, jammer genoeg, ingevangen door de EU-machten. Velen vermoeden gemeenschappelijke belangen.

Er is in de alternatieve media veel onzin te vinden. Het wemelt er van de kompottheorieën, overal op het internet trouwens – een reden om nog kritischer te zijn. Maar wat moeten we denken als in de reguliere media geen woord te lezen valt over een recente brief van Poetin aan het Duitse volk? Of geen woord kritiek als op één en dezelfde bladzijde vermeld wordt dat de Belgische premier 1 miljard steun aan Oekraïne belooft en tegelijk, vlak ernaast, een bericht staat dat een zwaar ziek kind niet behandeld kan worden, omdat daar “geen geld voor is”? Waarom die censuur op alles wat uit Rusland komt? Mogen wij de mening van de Russen niet kennen[22]? Meent de dominerende elite echt dat alleen zij het recht heeft op informatie? Mag het dan iemand verbazen als de EU achterdocht en wantrouwen oproept?

De Franse diplomaat J-M Guéhenno schrijft dat het moderne individu in de confrontatie met de ‘globale wereld’ die links-liberaal ons wil opleggen een bittere pil moet slikken: het verlies van zijn greep op de markt en die op de democratie, waarbij deze laatste herleid werd tot procedures[23]. En Jean-François Revel merkte op dat de democratie misschien “een accidenteel gebeuren” is[24].

Rosanvallon had gelijk.

De tegendemocratie is onze burgerplicht én duidelijk ook een menselijke plicht[25]. En daarom moeten we onze alternatieve media hardnekkig verdedigen, want de klassieke media zijn bij het systeem gaan horen. WIJ, gewone burgers, zijn het die de democratie en de menselijkheid belichamen. WIJ, burgers, zijn de bezitters van de vrijheid.

Vaclav Havel zei het ons als ervaringsdeskundige voor[26]. De vrijheid in een democratie is tegelijk het leven in waarheid – de waarheid van onszelf en onze geschiedenis.

Jaak Peeters

April 2025


[1] Pierre Rosanvallon. Democratie en tegendemocratie. Samengesteld door Prof. Ido de Haan en Maarten Meesters. Uitgeverij Boom, 2012.

[2] Dit werd uitvoerig beschreven door Bertrand De Clercq in diens Macht en Principe. Lannoo, 1988.

[3] Het Plakkaat van Verlatinghe van de Staten-Generaal van de Verenigde Nederlanden tegen koning Philips II werd gemotiveerd door de vorst te verwijten dat hij zijn plichten tegenover zijn onderdanen niet nakwam en daarom het recht verloor om over hen te regeren.

[4] Schrijver dezes heeft deze uitspraak in ieder geval gehoord.

[5] In de atlas van Roland en Duchesne, Algemeene Atlas der Staatkundige Aardrijkskunde, Wesmael-Charlier, Namen, 1914, staat Rusland op plaat 20 vermeld als Europese mogendheid.

[6] Men herinnere zich de uitspraak van Jean-Claude Juncker: we gaan altijd verder, totdat er een opstand uitbreekt.

[7] Er was al eerder druk vanuit Washington in de richting van een Europese eenheid. Robert Schuman, de Franse minister van buitenlandse zaken, werd in 1951 vanuit Washington sterk aangemoedigd door zijn collega Dean Acheson en president Hary Truman. Schuman lanceerde al in 1950 het EEG- plan.

[8] De Europese keerzijde van deze Amerikaanse bemoeienis komt tot uiting in de debatten over de verdieping van de Unie versus de verruiming ervan. Vanuit de VS zag men liever een economische eenheid zonder relevante politieke macht.

[9] https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:52003XX0718(01). Zie hiervoor mijn essay De valse belofte, uitgeverij Polemos, 2017, waarvan de laatste zin luidt: Europa moet teruggegeven worden aan de Europeanen.

[10] Mauk Mulder. De logica van de macht. Scriptum, 2014, blz. 72 e.v. Zie ook: Tinneke Beeckman op https://www.youtube.com/watch?v=657_zOWo5as&t=453s

[11] https://indepen.eu/vanaf-2027-gaat-de-eu-ook-direct-belasting-in-nederland-heffen/ Het gaat om het zogeheten ETS2.

[12] Lambert J. Giebels. Ontwikkeling van het democratisch denken. Bres, 1987, blz. 97.

[13] https://doorbraak.be/controle-van-eu-financiering-aan-ngo-s-niet-transparant-genoeg-oordeelt-europese-rekenkamer/ Zie ook: https://indepen.eu/extreem-financieel-eu-wanbeleid-onder-ursula-von-der-leyen/ En voorts: https://www.wyniasweek.nl/brussel-besteedt-miljarden-euros-aan-duistere-lobbys-voor-klimaat-en-asielbeleid-dankzij-de-europese-rekenkamer-weten-we-het-nu-zeker/?

[14] https://commission.europa.eu/strategy-and-policy/priorities-2019-2024/europe-fit-digital-age/digital-services-act_en

[15] https://uncutnews.ch/so-wird-ihr-leben-unter-einem-kuenftigen-eu-weiten-kriegsrecht-aussehen/

[16] https://www.stevenschrijft.be/post/de-uitsluiting-van-calin-georgescu-een-aanval-op-de-roemeense-democratie. Diezelfde auteur schrijft ook nog: https://www.stevenschrijft.be/post/wordt-binnenkort-ook-orwell-herschreven

[17] https://yellowlion.org/nl/propaganda-en-censuur/

[18] André Köbben & Henk Tromp. De onwelkome boodschap. Of hoe de vrijheid van de wetenschap bedreigd wordt. Mets, 1999.

[19] Iemand die onbekend wenst te blijven verklapte dat de EU soms moeite heeft om haar geld op te krijgen…

[20] Https://unherd.com/2025/04/jd-vance-my-message-to-europe/ J.D. Vance is dr. juris van de Yale Univ. Zie ook: Historicus David Engels: migratie uit Islamitische wereld zet Europese beschaving onder druk. https://doorbraak.be/david-engels-migratie-islamitische-europese-beschaving-onder-druk/

[21] Deze gedachtengang is ook toepasselijk op de UNO.

[22] https://www.frontnieuws.com/de-europese-unie-moet-hervormen-of-sterven/ De auteur van dit stuk is een Rus, die vriendschappelijk staat tegenover de volkeren in West-Europa. Wie echter de originele tekst wil lezen, stuit op de mededeling ‘deze site is niet bereikbaar’.

[23] Jean-Marie Guéhenno. De toekomst van de vrijheid. Lannoo, 2000, blz. 33.

[24] Jen-François Revel. Waarom de democratiën sterven. Manteau, 1984, blz. 7.

[25] Enigszins beangstigend is de positie van Paul Frissen in diens De virtuele staat, Academic Service, 1996. Voor hem is het willen herstellen van het primaat van de politiek (lees: democratie) vergeefse romantiek.

[26] Vaclav Havel. Poging om in de waarheid te leven. Van Gennep, 1991.

Zorgelijke psychologie in een zorgelijke tijd

Inleiding

Het nieuws dat de Belgische premier Dewever voluit pleit voor een EU-kernmacht heeft niet weinigen opgeschrikt. Diezelfde dag werd bekend dat de Europese ministers hun militaire hulp aan Oekraïne met miljarden willen verhogen.

Voorzichtig aangelegde mensen vragen zich meteen af: “Waar zijn ze in hemelsnaam mee bezig? Beseffen die mensen dan niet dat dit soort oorlogspraat altijd maar escaleert en dat het eindpunt daarvan alleen een fataal nucleair armageddon kan zijn, waarbij er geen winnaars zullen zijn –  ook Oekraïne niet?”

Ook de pers doet haar duit in het zakje. Zo moet men beleven dat een bekend flamingantisch weekblad, dat traditioneel een eerder pacifistische kaart trekt, zich plots bij het peloton kandidaat-Ruslandbestrijders schaart.

Wijlen Lionel Vandenberghe, die jarenlang voorzitter was van het IJzerbedevaartcomité, pleitte in élk van zijn toespraken voor vrede: het is één van de centrale boodschappen van het IJzertestament: “Nooit meer oorlog”. Het is onbegrijpelijk dat mensen die ooit de IJzerbedevaart bijwoonden nu meegaan met een militaristische escalatie, die door de ijzerbedevaarders van destijds met afgrijzen zou worden afgewezen.

Misschien is dat alles evenwel niet echt onbegrijpelijk. Hierna volgen enkele beschouwingen over de vraag hoe zo’n dingen mogelijk zijn. Daarin zullen psychologische elementen een belangrijke rol spelen. Herbij gaat het niet zozeer om het sinds Covid overbekende mechanisme van de angstzaaierij die de elites de vrijheid verschaft ongestoord hun ding te doen. We willen de aandacht vestigen op minder bekende mechanismen die het denken en voelen van een hele bevolking nochtans op een verkeerd been kunnen zetten.

De feiten

Eerst even de feiten.

Toen in 1991 de Sovjet-Unie in elkaar stortte en het Warschaupact werd opgeheven, verklaarde het Westen op zijn communiezieltje dat de NAVO nooit of te nimmer naar het oosten zou worden uitgebreid. Slechts enkele jaren later, onder Clinton, brak het Westen zijn woord en één na één werden oostelijke landen lid van de NAVO – en trouwens ook van de EU.

Dat wekte in Moskou uiteraard argwaan. Het werd evenwel gloeiend heet toen de Westersen openlijk aanstuurden om de opname van Oekraïne in de EU, maar ook in de NAVO. Daardoor zouden NAVO-wapens letterlijk aan de Russische grens worden gestationeerd. Bovendien zouden miljoenen Russischsprekenden van hun moederland worden afgesneden en onder een vreemd gezag komen. Moskou kon niet anders dan dit afwijzen.

Toen de Russischtalige republieken zich onafhankelijk verklaarden en uit vrees voor zware repressailles door het Kiev-regime Poetin om hulp verzochten, stuurde Rusland troepen. Deze versie van de feiten wordt door de Amerikaanse oud-onderminister Paul Roberts uitdrukkelijk bevestigd. Die voegt er nog aan toe: “But the aggression lies with the West, not with Russia

De zaak lijkt nu uit de hand te lopen sinds de Amerikaanse president Trump de indruk wekt dat hij zijn steun aan Oekraïne intrekt en de Europeanen dwingt om zelf verantwoordelijkheid te nemen. Trump, die als zakenman voornamelijk in de delfstoffen in de bodem van Oekraïne is geïnteresseerd, schijnt het aan te leggen op aan een akkoord met Poetin. Dat akkoord zou, zo lijkt het, bepalingen bevatten die vierkant indruisen tegen de stellingnames van de Europese politieke wereld.

Zoals bekend is die Europese politieke wereld zélf wel geïnteresseerd in de bodemrijkdommen van Oekraine, dat immers delfstoffen bezit die West- en Oost-Europa ten enenmale missen.

Sinds de Amerikaanse koerswending ten aanzien van Oekraïne is het Europese politieke wereldje dan ook in felle beroering.

Dat komt niet alleen door de menselijke invloed van Oekraïners die het oorlogstoneel ontvlucht zijn en met hun verhalen de westerse bevolking confronteren met het schrikwekkende gebeuren dat oorlog (altijd) is en daarmee de kranten helpen voorzien van commercieel vruchtbaar en spectaculair leesvoer, dat evenwel de gemoederen danig ophitst en de angsten aanwakkert. Al klinkt het NAVO-verhaal als zouden nà Oekraïne zelfs Polen en Duitsland in de klauwen van ‘de Rus’ terechtkomen weinig overtuigend, omdat diezelfde ‘Rus’ kennelijk veel moeite heeft om het relatief kleine, corrupte en weinig samenhangende Oekraïne onder de knie te krijgen en bijgevolg niet van grootsere plannen hoeft te dromen, het feit is wel dat de angst wordt aangewakkerd. En laat angst nu zowat de slechtse motivatie zijn om welke beslissing dan ook op te baseren.

De waarheid is bovendien voor de Europese elites nog minder fraai: de politieke klasse in West- en Midden-Europa heeft lang heel comfortabel onder de veilige Amerikaanse paraplu geleefd. Die paraplu valt nu weg en de politieke klasse, die onder de vorm van een ‘vredesdividend’ makkelijk de loyaliteit van de kiezer heeft kunnen kopen, staat nu met lege handen voor de opdracht om het Amerikaanse gat op te vullen.

Tegelijk ziet de EU-nomenklatura de kans schoon om in het genoemde Amerikaanse gat te springen omdat men in die middens de kans ziet de bevolking en de nationale politici een EU-staat door de strot te duwen.

Op de tenen getrapt

Het verhaal in de voorgaande paragraaf is echter onvoldoende om de plotse, zware ruk richting kernbewapening van een Europees leger te verklaren. Niet dat sommige EU-milieu’s daarvan al niet veel langer dromen, maar de stap van een overtuigende defensie naar een heus kernarsenaal van planetaire betekenis lijkt toch wel héél groot. De legers van de EU-landen bij elkaar tellen zo’n 2.000.000 militairen. Mits een goede organisatie en dito bewapening overtreft zo’n leger het Russische met een factor 2.

Er klopt dus iets niet.

Kijken we even naar de psyche van de hoofdrolspelers.

Vooreerst is daar de politieke klasse in West-en Midden-Europa. Die staat nu voor eigen tribune met de billen bloot. Ze hebben het niet zien aankomen. Ze hebben zich de hele tijd met zaken bezig gehouden die nu minder belangrijk blijken, zoals daar zijn de strijd tegen extreemrechts, de opvang van de lieve immigranten, de strijd tegen discriminatie, de strijd voor al die genders die er tegenwoordig zijn. En nu blijkt het dat ze verwaarloosd hebben hun bevolking te beschermen tegen een heel klassiek soort gevaar: een militaire inval.

Ook de media hebben behoorlijk wat boter op het hoofd, want ook zij hadden zich veilig onder de Amerikaanse paraplu genesteld en moeten nu bekennen dat ze niet alleen onaandachtig zijn geweest, maar bovendien verwaarloosd hebben de bevolking te waarschuwen of op langere termijn te denken. Ze zijn integendeel kritiekloos meegegaan in luxueuze modernistische fantasietjes.

En dan is er het publiek in West- en Midden-Europa, dat met de jaren in de waan was geraakt dat de kusten aan alle kanten veilig waren en hen niets meer kon overkomen.

Maar het houdt niet op. Het gestook in Oekraïne deed de harten van de regisseurs van de EU-expansie in oostelijke richting – dezelfde richting nota bene die Hitler en Napoleon op het oog hadden –  al sneller kloppen.  Zelfs Georgië stond al op het lijstje. ‘De Rus’ dreigt daar nu een stok voor te steken. Geen wonder, want Rusland zou zelf van de Zwarte Zee zo goed als totaal zijn afgesloten.

En dat alles speelt zich af op het ogenblik dat het Grote Rijk uit het Oosten, China, steeds meer de rug opricht en werkt als een enorme stofzuiger die grote delen van de Europese industrie naar zich zuigt.

Geef toe: dat alles is nogal veel voor de hooghartige arrogantie van een oud continent dat eeuwenlang de wereld beheerste.

Dat hautaine wereldje is nu fameus op de tenen getrapt. Boos op de buitenwereld omdat die hen scherpe vragen stelt. Boos omdat hun expansionistische dromen in gevaar komen. Boos omdat al die modernistische verhaaltjes zoals woke, LGTB(xyz), een drammerig klimaatgedoe en dies meer de holheid van hun geliefkoosde vertelseltjes open en bloot in het daglicht stelt. Boos omdat ze vrezen dat de bevolking hen een zware prijs zal doen betalen.

Een uitstapje naar de psychologie

We kennen ze allemaal: adrenaline, noradrenaline, cortisol. En de kenners zullen verder aanvullen: serotonine, dopamine, oxytocine… Als mensen in stress leven, gieren deze stofjes door ons lijf, dat hierdoor in overdrive raakt. Het is als een wilde zee van hormonen en neuronale stofjes die ons overspoelt. En laat dat nu het gevolg zijn van het militaristisch geschreeuw dat in de media overal opklinkt.

Stress jaagt niet alleen de hormonen op en verduistert het rationele denken, het is nog eens ongezond ook. Door te leven in een wereld die bulkt van de stress worden mensen ziek en dat jaagt de stress nog eens extra omhoog.

Een tweede fenomeen, dat even algemeen is als het voorgaande, is dat van de algemene angst die in zo’n situatie ontstaat. We kenden het al uit de Covid-tijd. Toen ging het over een virus. Nu gaat het de hele tijd over agressie vanuit het oosten. Agressie roept altijd angst op. Een dier dat in de natuur dreigt te worden aangevallen zal meestal fel aan het vechten slaan. In een wereld waarin angsten jegens een gepercipieerde externe vijand worden opgeklopt, wordt de agressiviteit versterkt en verdiept de angst, waardoor de agressiviteit nog meer toeneemt. Daar is niets bijzonders aan: het is een natuurlijk proces.

Een derde verschijnsel is het onbewust zelfbedrog. Mensen worden niet graag geconfronteerd met onaangename dingen. Daar valt niet goed mee te leven. Zo komt het dat mensen gebruik maken van wat men afweermechanismen noemt. Voorbeelden hiervan zijn onder meer: verdringing (de feiten niet willen zien – het zogenaamde ‘vergeten’); loochenen (ontkennen dat men bij iets betrokken was); de dingen anders voorstellen; de aandacht afleiden; projectie (de tegenstander beschuldigen van wat men zelf zou willen)… Iedereen herkent dit soort fenomenen in de media, in de politiek en eigenlijk overal in het leven. Volgens de Amerikaanse psychiater George Vaillant maken mensen op dit gebied het hele leven lang een ontwikkeling door,  maar stopt de werking van deze processen nooit. Dit zelfbedrog stopt de weg naar de redelijkheid af.

Een volgend punt vloeit voort uit het genoemde feit dat Amerika decennia lang de veilige paraplu over Europa heeft getrokken – maar intussen Rusland altijd als vijand is blijven afschilderen, ook als dat onverantwoord was.

Dat heeft tot gevolg dat miljoenen Europeanen nog altijd in een soort Koude Oorlogssfeer leven – ook media en politici en niet te vergeten: de NAVO zelf, een hogelijk betrokken partij. Men kan zich voorstellen dat in deze onterechte (want achterhaalde) Koude Oorlogssfeer stress, angst en allerlei zelfbedrogsystemen welig tieren.

Doch die paraplu heeft op zijn beurt een onverwacht gevolg. We hebben in Europa altijd de luxe gehad om van het conflict weg te kijken, want de Amerikanen haalden de kastanjes uit het vuur. Daardoor konden we zorgeloos leven.

Maar men doet er altijd beter aan de feiten volledig onder ogen zien. Uit een studie van de Vrije Universiteit Amsterdam blijkt dat het stelselmatig wegkijken van confrontaties leidt tot opgekropte emoties, zoals woede en frustratie of diep wantrouwen. Die kunnen uiteindelijk tot emotionele uitbarstingen leiden. Er is bovendien bewijs dat wie zich helemaal instelt om een gevaar te vermijden, dat gevaar daardoor juist neigt te overschatten en dus zélf extra-angst oproept. Dat werkt zo op individueel niveau, maar werkt ook collectief door. Zodoende is de resultante van dit verhaal dat we nu wellicht feller reageren dan nodig is.

Internationale onderzoeken tonen voorts aan dat deze verdrongen emoties niet alleen nare psychologische gevolgen hebben, maar ook fysiek kunnen doorwerken. Langdurige onderdrukking van emoties kan leiden tot verhoogde bloeddruk en een verhoogd risico op hart- en vaatziekten. De bevolking wordt geconfronteerd met de gevolgen van het wegkijken door de elites en wordt nu door al die doemboodschappen nog zieker.

Tenslotte: Het schijnt de westerse elites nog steeds niet te dagen dat ze vast zitten in een hautain superioriteitscomplex en dat ze niet het recht hebben om vanuit een neokolonialistische geest andere hoog ontwikkelde volkeren de les te spellen of ‘even mores te leren’. Maar de bevolking zelf ervaart dat niet altijd zo en vertrouwt haar eigen elites niet langer.

Een psychologische heksenketel

Men moet echt geen groot geleerde zijn om in te zien dat een bevolking die dagelijks voluit onderhevig is aan de werking van hoger genoemde emotionele processen finaal de soep inrijdt. En het kan alleen maar erger worden. Altijd weer zullen ontkenningen van droge feiten noodzakelijk zijn om het eigen narratief in stand te houden, omdat het psychologisch te moeilijk is om dat narratief te verlaten.

Een voorbeeld zal duidelijk maken wat bedoeld wordt. Als men – de media en de politiek, en bijgevolg de hele bevolking – zouden erkennen dat Oekraine nu eenmaal geen etnisch homogene staat is dus ook niet als zodanig moet behandeld worden, dan zou het inzicht kunnen groeien dat een soort van ‘federalisering op z’n Belgisch’ nieuwe perspectieven kan bieden. Maar zelfs het erkennen van dat nochtans simpele feit is voor een opgehitste en overprikkelde bevolking al onmogelijk en totaal onbespreekbaar. Het idee zelf is onverdraaglijk want Rusland moet en zal op de knieën gaan: de droom van Macron.

Dit is als een psychologische heksenketel die op overkoken staat.

Een ander narratief

Vrede vereist een ander denken dan oorlog.

In de relatie met Rusland speelt de herinnering aan de koude oorlog een essentiële rol. Dat was de tijd dat de communistische Sovjet-Unie haar maatschappelijk model over de hele wereld wou verspreiden en daarbij een conflict op leven en dood uitvocht met het Angelsaksisch kapitalisme.

Die Sovjet-Unie is als politieke constructie ter ziele gegaan. De herinnering eraan jammer genoeg nog lang niet. Niet in het Westen en niet in Oekraïne. Maar als we zélf niet kunnen accepteren dat de oude vijand niet langer bestaat, zullen we de Oekraïners nooit kunnen overtuigen om op een andere manier naar hun buren te kijken.

Dat is dus wat bedoeld wordt met een vredesnarratief: op andere manier naar elkaar kijken, rekening houdend met elkaars geschiedenis. In plaats van domweg uit te gaan van een vijandbeeld – of simpelweg het beeld van een ‘te veroveren gebied’ zoals sommige Angelsaksische groepen – moet men uitgaan van de idee dat Rusland een enorm land is met geweldige mogelijkheden waarmee men intens handel kan drijven.

Dat vereist zelfvertrouwen en assertiviteit. En, inderdaad: ook een geloofwaardige verdediging. Maar dan wel met het enige échte doel voor ogen: normale relaties onder normale staten.

Jawel, we moeten in Europa zelf onze verantwoordelijkheid nemen. Maar niet vanuit een schijnheilig superioriteitsgeloof. Wij zijn niet beter dan al die anderen!

Eerlijke handel is nu in ons centraal belang, niet oorlog. Handel met Rusland, dat zoals wijzelf in Eurazië ligt en het dominerende deel van Oot-Europa vormt.

Het wordt tijd dat we onze primitieve driften beheersen en dat het verstand terugkeert.

Jaak Peeters

Maart 2025

Problemen in het Vlaamse onderwijs

Terwijl iedereen naar de gebeurtenissen rond Oekraïne kijkt en sommigen verbaasd of geërgerd opkeken bij de speech van Dr. Vance in Munchen[1], mogen we zeker niet een ander vraagstuk – met de problematiek die Vance aanhaalde verwant – uit het oog verliezen.

Dat zijn de problemen in het Vlaamse onderwijs.

Opschudding in de media.

Er was in de media recent nogal wat ophef over het jaarverslag van de Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB)[2]. Het aantal leerlingen uit het basis- en secundair onderwijs met gedragsproblemen bereikte in 2024 een piek van 25.437. Het aantal leerlingen dat van de school werd gestuurd en waarvoor het CLB een dossier opende bedroeg 4.244. Het aantal leerlingen dat voor schoolverzuim een dossier bij het CLB geopend kreeg was 31.018.

Het vrije CLB noteerde in 2023 10.000 gevallen van regelovertredend gedrag en 18.301 gevallen van gedragsproblemen. Pestgedrag tekende voor 3.204 gevallen en problemen in verband met een taalhandicap voor 3.763 gevallen.

Ook werd er melding gemaakt van geweld tegen leerkrachten. Eén voorbeeld slechts: in 2024 werd een leerkracht fysiek door een ouder aangevallen omdat die leerkracht zijn kind onheus zou hebben aangepakt. De leraar was nadien werkonbekwaam en werd vervangen door een tijdelijke zij-instromer. Toen de directie weigerde iets te ondernemen tegen de aanvaller, gaf ook de zij-instromer zijn ontslag.

Zuhal Demir wil nu de orde in de klassen herstellen en de ouders voor hun verantwoordelijkheid plaatsen. Ook de agressie tegen leerkrachten wil ze een halt toe roepen.

Maar het is allemaal niet zo simpel en niet alleen omdat de linkerzijde het met Demir niet eens is.

Niets nieuws

De zorgen in het onderwijs zijn niet van vandaag. Verschillende jaren geleden voerden de bonden van het onderwijs actie met de slogan: “Vlaanderen wees wijs. Investeer in het onderwijs!”. Het rijmt wel, maar het gaat echt niet alleen om de centen. Bijlange niet.

Ik geef een paar voorbeelden, als inleiding.

Eén van de opvallende dingen tegenwoordig is het fenomeen van boze ouders die naar de rechter stappen omdat ze vinden dat de leerkracht hun kind slecht gescoord heeft. Wie in leeftijd iets ouder is, zal toegeven daar voordien nooit van gehoord te hebben. Het lijkt misschien pietluttig, maar het is wel ernstig. Het is niet alleen een aanslag op de autoriteit van de leerkracht, het ondermijnt ook diens positie in de ogen van de leerlingen en is daarom schadelijk voor de kennisoverdracht.

Wat tegenwoordig ook opvalt is dat ouders, gebruik makend van de mogelijkheden van de sociale media, wel erg snel te hoop lopen als ze zelfs maar denken dat één van de kinderen op de school ongepast werd behandeld. Voorvallen als die van De Blokkendoos in Deurne en, recent nog, in Strombeek-Bever, illustreren dit. Ik weet niet of ook Demir zulks ziet als een vorm van agressie tegen leerkrachten – hoewel het dat wel is.

Door deze en andere fenomenen (zoals de ziekte van de reglementitis) is de belasting op leerkrachten en directies veel groter geworden.

Een onderwijs waarin leerkrachten en directies zich de hele tijd moeten verdedigen, legt als vanzelf de lat lager. Daardoor daalt de norm en daarvan zijn de leerlingen uiteindelijk het slachtoffer. Het is dus terecht dat Demir de ouders verzoekt hun verantwoordelijkheid op te nemen.

Eerst even een zijsprong…

De problemen zitten evenwel veel dieper.

Om een wat ruimer zicht te krijgen, moeten we eens te rade gaan bij lieden die hun hele leven lang het gedrag van ‘hogere dieren’ hebben bestudeerd. Dat kan vreemd klinken, maar die mensen laten niet na te herhalen dat wij, mensen, verbazend veel van deze diersoorten kunnen leren[3].

Enkele voorbeelden zullen illustreren wat hier bedoeld wordt.

Olifantenkudden worden geleid door een oudere matriarch, die kritiekloos gevolgd wordt. Bij het overlijden van matriarchen moeten de jongere kandidaten-opvolgers bij vele soorten de ‘troon’ veroveren, vooraleer ze als leider geaccepteerd worden. Ze moeten tonen dat ze de gezagspositie waard zijn. Leiders gaan soms hard te werk om hun leiderschap duidelijk te maken. Chimpansees tonen eerbied bij het zien van een overleden soortgenoot. Net als olifanten rouwen ze bij een overlijden, hetgeen ook mensen doen. Jongen worden in een beschermende groep opgenomen – zeg maar een soort crèche. Vaak worden die bemand door oudere jongeren. Paringen tussen verwante dieren wordt streng bestraft, hoewel de dieren niets van genetica kennen. De Waal meent zelfs een primitieve vorm van de Tien Geboden bij de bonobo aan te treffen. Bij veel diersoorten eten de alfadieren het eerst. Wie hierop inbreuk tracht te plegen, mag op een flinke pandoering rekenen.

Bij schrijvers zoals Frans de Waal vindt men een schat aan voorbeelden van dergelijk dierlijk gedrag[4].

Hierbij wordt er toch iets duidelijk: kenmerkend voor het gedrag van hogere diersoorten zijn inderdaad een duidelijke hiërarchische orde met vaste regels en een structuur waarin ieder groepslid een erkende plaats inneemt. Samenlevingen van hogere diersoorten kenmerken zich door een hoge mate van voorspelbaarheid die voortkomt uit hun organisatie, hetgeen de veiligheid van alle groepsleden garandeert. De prijs die ze hiervoor betalen is strenge bestraffing voor wie de individualist uithangt.

De vraag die alle andere in de schaduw stelt

Dit is nu de allesovertreffende vraag: hebben we in onze menselijke samenlevingen nog de regels, de orde, de structuren die iedereen een erkende en vaste plaats toekennen en zodoende ieder individu in de mogelijkheid stellen zichzelf een identiteit toe te meten die voor iedereen helder is? Want waarom zou wat geldt voor hogere dieren niet ook bij mensen zinvol zijn? Kan iemand daar een reden voor verzinnen? Zijn we niet een chaotische verzameling van Einzelgangers[5] geworden, waardoor de veiligheid die uit orde voortkomt alleen nog door geweld en geknoei kan verworven worden? Hebben we onze samenlevingen niet overhoop laten halen, niet in het minst door allerlei modernistische dromerijen, waardoor vooral onze kinderen het noorden én het zuiden kwijtraken?

De consequentie hiervan is nu dat het strijdperk van deze chaos zich daar het meest toont, waar orde en regelmaat nog in volle ontwikkeling zijn: in de scholen.

Daar, in de scholen, zien we dus het felst de gevolgen van de nieuwsoortige wereld: de onttroning van het ouderlijk gezag, de stijgende invloed van buitenfamiliale voorbeelden  zoals de TV, de sociale media, de ‘influencers’, het verdwijnen van discipline, de slordigheid zoals we die zien in het ontbreken van een verzorgde taal, het niet navolgen van de voorschriften van leerkrachten en van de scholen zoals het schoolreglement, de vrijpostigheid tegenover leerkrachten, de slonzigheid in kleding en gedrag. Er is de verwarring tussen hoofdzaak en bijzaak: een vorm van verlies van het hiërarchisch beginsel als gevolg van de gelijkheidsideologie voor hetwelk alles even goed is[6].

En er is ook geen correctie meer zoals destijds de legerdienst opleverde, waarin men het belang van kameraadschap en het opkomen voor elkaar kon ervaren.

We hebben het hier te maken met een heus cultuurprobleem, maar vanuit de culturele sector hoor of zie ik geen beweging.

En dan het punt waar zowat iedereen omheen fietst…

Sedert enkele decennia evenwel is er nog wat anders aan de hand: we krijgen te maken met de gevolgen van een ondoordachte immigratie, voornamelijk vanuit streken waar een totaal andere culturele gesteldheid leeft dan de libertaire die zich ten onzent heeft ontwikkeld.

De massieve immigratie vanuit de islamitische wereld heeft immers ook de cultuur uit die wereld meegebracht, iets waarvoor eminente wetenschappers lang geleden al hebben gewaarschuwd. Die cultuur heeft haar eigen normen en regels, maar die wijken zover van de westerse af, dat de nieuwkomers weinig anders kunnen dan de westerse maatschappij een graad van decadentie toeschrijven waarmee zij zich vanuit hun vorming niet kunnen verzoenen en die zij dus radicaal afwijzen. Het is de wereld waarin de vrouw aan de haard hoort te staan onder het gezag van de man en waarin kinderen vrij op straat rondlopen – waar ze in deze tijd makkelijk slachtoffer van de drugkwaal worden. Een wereld ook waarin niets meer te leren valt, omdat – scherp gezegd, weliswaar – alles al geopenbaard werd.

Dat vindt plaats zonder dat er bijzondere maatregelen worden genomen die de culturele kloof tussen de immigranten en de autochtonen zouden kunnen overbruggen. Integendeel: de ideologie van de multiculturele maatschappij bestendigt de apartheid. Deze kloof roept dan bij de autochtone bevolking afwijzende reacties ten aanzien van de immigratie op waarop vervolgens vanuit de rangen der Gutmenschen gereageerd wordt met afwijzing van die kritiek vanuit de autochtonie. Zo valt de autochtone maatschappij in twee elkaar bestrijdende groepen uit elkaar, die elk compleet vastzitten in hun eigen egelstelling en weigeren naar elkaar te luisteren – een gemakkelijke positie voor een linkerzijde die thans in de macht zit. Zoiets oefent evenwel helemaal geen aantrekkingskracht uit op de nieuwkomer, die er veeleer de spot mee drijft.

We hebben het hier met een diepe cultuurkloof te maken, waarop vanuit de autochtonie totaal verkeerd wordt gereageerd: de afwijzing namelijk van een diepgaand, open debat over de eigen opstelling én over de immigratie zelf en het vervangen van dat debat door een machtsstrijd om het grote gelijk. Die leidt de aandacht af en zet de allochtonen ertoe aan hun eigen ding te doen, van niets of niemand gestoord.

Zo ontstaat een maatschappij die helemaal desintegreert, waarin niemand nog tevreden kan zijn en waarin grote groepen die trouw blijven aan de onderlinge samenhang – voornamelijk de islamieten – hun eigen normen aan de anderen kunnen opleggen. Bovendien vergroot het geloof in de waarde van hun eigen normen bij het beeld van de decadentie van de westerse maatschappij. Zo ontstaat een parallelle islamitische maatschappij die velen diep bezorgd maakt.

De westerse hemel zelf bulkt intussen van de slogans over diversiteit, gendertheorieën, zelfbeschuldigingen over kolonialisme en slavernij en het etaleren van het abnormale. Van zo’n wereld neemt een normaal mens afstand, zeker als hij anders is opgevoed. Daardoor is voor de immigranten zelfs de gelovige groep onder de autochtonen niet langer geloofwaardig, want die ondernemen niets om de zaken ten goede te keren.

Dat is, scherp gezegd, de gesteldheid waarmee al te veel jonge moslims leven. Ziedaar het cultuurprobleem bovenop dat voor ons onderwijs dodelijk is: het niet aanvaarden van westerse normen en het doordrukken van eigen, islamitische regels. Dat werkt vooral in de scholen door, waar velen voor de lieve vrede dan maar zwijgen. Daar worden juffen bespot, de schoolregels afgewezen en ontbreekt de motivatie tot leren. En dan lezen we dat een groot deel van de jongeren met islamitische achtergrond in onze scholen de islamitische sharia verkiest. Dit is de vestiging van de duale maatschappij, die onverbiddelijk uitloopt op de confrontatie die zovelen vrezen en vele jongere islamieten wensen.

Als minister Demir het onderwijsprobleem wil oplossen, dan zal ze haar collega’s moeten overtuigen om weer voor de natuurlijke orde der dingen te gaan en allerlei modernistische fantasietjes van ons verwende volk naar het achterkamertje te verwijzen. Ze zal naar de scheve ontwikkeling van onze cultuur moet wijzen en dat cultuurprobleem, dat ze zelf beter dan wie ook kent, moeten (doen) aanpakken. We moeten inzien dat In een duale maatschappij geen enkele minister van onderwijs een schoolsysteem met één normenpatroon dwingend kan opleggen.

Het is daarbij wijs terug te grijpen naar de hoger beschreven ‘zijsprong’, d.w.z. te verwijzen naar de dieren die het ons leren: een maatschappij kan zonder een stel innerlijke, samenhangende en dwingende regels niet functioneren. De menselijke soort overschat zichzelf als ze gelooft op die regel een uitzondering te zijn.

Jaak Peeters

Februari 2025


[1] https://www.buttkicken.nl/2025/02/15/briefje-van-jan-aan-links-nederland-2/

[2] HLN 6/2/2025

[3] De in 2024 overleden Frans de Waal, geboren in Den Bosch, heeft van dit onderwerp zijn levenswerk gemaakt. Hij was er, naar alle waarschijnlijkheid terecht, van overtuigd dat het verschil tussen mens en (hoger) dier zo klein is, dat we er als mensen best wel veel van kunnen leren. Wikipedia bracht een opvallend goed beeld van de Waal: https://nl.wikipedia.org/wiki/Frans_de_Waal.

[4] Enkele titels van de hand van Frans de Waal zijn: De Bonobo en de tien geboden; Een tijd voor empathie; De aap uit de mouw; De aap en de sushimeester.

[5] Zie  https://www.encyclo.nl/begrip/einzelg%C3%A4nger 

[6] Dit is het grondidee achter de politiek van verschillende onderwijsministers: “iedereen een diploma volstaat”…

Moet deze EU ophouden te bestaan?

Men zegt dat de traditie toestaat mensen nog tijdens de hele maand januari wensen toe sturen. Daarom: aan alle lezers en lezeressen een mooi 2025 toegewenst!

Niettemin vond ik het nodig om in het eerste stuk van dit jaar een minder opbeurende beschouwing te brengen, die ik bovenop nog een uitdagende titel heb gegeven…

Het einde van de vrije meningsuiting

We hebben er tijdens deze trumpiaanse tijd in de media nauwelijks wat van gemerkt: op 13 december 2024 werd de “EU Digital Services Act” van kracht. Laat u niet misleiden door de woorden: het zal duidelijk worden wat “services” écht betekent!

Zogenaamd om de veiligheid te garanderen moet voortaan alles wat in de EU rondgaat van een goedkeuring vooraf voorzien zijn. Zogenaamd, want daar horen uitdrukkelijk ook boeken bij[1]. Boeken kunnen maar in één opzicht “gevaar” opleveren: door hun inhoud. Boeken kunnen immers in fysische zin nooit te zwaar, te scherp of te giftig zijn. Doorgaans ontploffen ze ook niet. De zaak verandert wanneer dat alles in figuurlijke zin wordt opgevat: giftig voor de geestelijke gezondheid. Men zou dan kunnen denken aan het propageren van kinderporno (waar de EU nogal eens mee voor de dag komt) of iets dergelijks. Neen: het gaat om politieke inhoud. Denk maar aan wat zonder verdere definiëring algemeen “extreemrechts” wordt genoemd.

Ziedaar hoe de EU “onze veiligheid garandeert”.

De Belgische grondwet van 1831 stelt in artikel 18:  “Keuring van ambtswege kan nimmer worden ingesteld”. De EU voert hier “keuring van ambstwege” in voor àlle publicaties.

Zoiets noemen we tegenwoordig censuur, iets wat in zowat alle grondwetten verboden is.[2] Zo niet voor de EU dus…

‘De EU laat steeds meer haar ware gelaat zien, helaas is het een totalitair gezicht. De voormalige EU-commissaris Breton zegt dat men bereid is de verkiezingen in Duitsland te annuleren als de kiezer niet stemt zoals het hoort, net zoals men dat recent in Roemenië heeft gedaan. “Wij hebben het in Roemenië gedaan en zullen het indien nodig ook in Duitsland doen.”’[3] Dit is een buitengewoon brutale uitspraak. Het basisfeit kan onmogelijk ontweken worden: de EU is het die de verkiezingen in “vrije landen” bewust wil en zal manipuleren – maar zulks héél erg ten kwade duidt als het om Rusland of China gaat.

Hoelang is het geleden dat Ursula von der Leyen verklaarde dat de EU moet “gevaccineerd worden tegen fakenews?” Wie zal bepalen wat fakenews is? Breton? De jongens en meisjes van de Digital Services Act? Ursula zelf?

Welk beeld hangt deze EU op?

Vorige alinea draagt te titel: “het einde van de vrije meningsuiting.” Dat klinkt voor lieden die het vrije woord nastreven nogal pijnlijk. Maar is er een andere conclusie mogelijk als de censuur, tegen alle grondwetten in, uitdrukkelijk wordt ingevoerd? Als EU-potentaten[4] openlijk verklaren dat kiezers alleen mogen stemmen zoals die potentaten wensen – en dat wat daarvan afwijkt moet weggeknipt worden? Of als dame Ursula herself verklaart dat de hele EU moet afgeschermd worden tegen wat zij ongewenst nieuws vindt?

Het gezicht dat de EU steeds meer toont kan inderdaad slechts door één woord worden beschreven: totalitair – zoals het citaat hierboven doet.

Om dat woord even nader te definiëren ga ik te rade bij een onverdachte en in ieder geval deskundige bron: Hannah Arendt in haar The Origins of Totalitarianism. In haar Table of Contents wijdt zij hoofdstuk 10 aan “de klassenloze maatschappij”, hoofdstuk 11 aan de “totalitaire propaganda” en “de totalitaire organisatie”. Hoofdstuk 12 handelt over de “totalitaire staat”, “de geheime politie” en “totale dominantie”. Hoofdstuk 13 beschrijft de toestand van A Novel Form of Government.

Men zal uitroepen: “Stop! Overdrijf niet! Zover is het echt nog niet”.

Dat is juist. Het is nog niet zover. Maar we gaan wel die weg op. De eerste stap op die weg is immers met het inperken van het vrije woord, zodat “de waarheid” nog alléén uit één enkele bron kan komen. Zodra deze toestand een feit is geworden, ligt de “totalitaire propaganda” van Arendt voor de hand, want het regime – Arendt spreekt over “de elite” – wil zijn macht bestendigen en versterken. Dat gebeurt, minstens, door kritische stemmen het zwijgen op te leggen. Zelfs al is er dan nog niet meteen een Gestapo in het spel: de openbare macht krijgt de opdracht om overtreders op te sporen en te straffen. Fakenews kan immers niet onbestraft blijven, toch?

Het eindpunt is, inderdaad, een “nieuwe vorm van besturen”. Die nieuwe vorm van besturen heet totalitarisme: een EU die uiteindelijk àlle relevante macht naar zich heeft toegetrokken.[5]

Hoe totalitarisme zich onder onze neus ontvouwt

Is dat realistisch?

Gewoonlijk denken we aan Nazi-Duitsland of Sovjet-Rusland als we het begrip totalitarisme voor de geest halen. Dat waren ook de regimes die Arendt voor ogen stonden. Maar in zijn boek 1984 heeft George Orwell duidelijk gemaakt dat totalitarisme niet noodzakelijk moet verwijzen naar eindeloze moordpartijen. Het kan er in de schijn allemaal veel vrediger aan toegaan.

Totalitarisme kan immers een vals gezicht opzetten. Dat gebeurt als totalitair bestuur zich zogenaamd inzet voor ieders veiligheid. Wie vindt veiligheid nu niet belangrijk? Dus is een macht die ons de veiligheid biedt, toch een goede macht, nietwaar? En dus moeten we in ons eigen belang de beslissingen van die macht accepteren. Of niet soms? Waartoe werd de Digital Services Act ingesteld? Juist: voor uw veiligheid! Doe dus wat wij u opdragen: het is in uw eigen belang! Voortaan is een dosis censuur ‘bijgevolg’ dus aanvaardbaar…De weg naar de totalitaire staat ligt open.

Een ander voorbeeld: de EU is een instelling die de vrede zegt te garanderen. Kijk naar het verleden: de volkeren van Europa vochten met elkaar de ziel uit hun lijf. Sinds ‘Europa’ is dat gedaan…Maar die veiligheid vereist alweer een zware tol: het afbreken van de eigen natie en de vervanging ervan door een Europese nationaliteit. De breuk met het eigen verleden dus. Ontworteling. Een vorm van diefstal zullen sommigen zeggen. Ooit zal zich dat wreken. En dan zullen de zoekers naar de authenticiteit alweer de schuldigen zijn[6].

Burgers van eenzelfde natie, zegt men, gaan elkaar niet te lijf – al zullen maar weinig historici deze stelling onderschrijven, want de hele geschiedenis wemelt van binnenlandse oorlogen. We leerden die les toch in ex-Joegoslavië? Of in de Spaanse burgeroorlog? Intussen wil de EU ten oorlog trekken in Oekraïne, daarbij gesteund door een deel van de openbare opinie, dat zich dus aan de gevolgen van de propaganda niet heeft kunnen onttrekken. Geloven die mensen dan echt dat een EU-oorlog anders zal zijn dan alle andere oorlogen?

Biedt de EU dan niet het schitterende perspectief van het vrije reizen doorheen heel Europa? Is dat niet mooi? Zeker, maar zou het niet nog mooier worden als ook het reizen naar Rusland, dat eindelijk van het communisme verlost is, heel gewoon zou zijn? Of vergeet men voor het gemak dat Rusland ook Europa is?

Elk groot en divers systeem zoals de EU moet inspanningen leveren om de boel bij elkaar te houden. Denk maar aan Hongarije. Bijgevolg zullen sommige uitingen niet welkom zijn. Totalitaire trekjes wenken dan vanuit elke hoek. En zo komen we dus terecht bij fakenews en de bescherming tegen ‘gevaarlijke inhoud’ in publicaties.

Als vervolgens het systeem totalitaire trekken krijgt, wordt het monddood maken van de individuele burger een centraal actiepunt.

En we constateren inderdaad hoe de EU externe dreigingen opvoert om haar optreden te legitimeren: Rusland, China, Iran, Musk, Zuckerberg. Want het is altijd nuttig om een externe factor als vijand af te schilderen, dat motiveert immers tot gehoorzaamheid. Maar alweer kan dat niet zonder een of andere vorm van censuur….

De EU is naar Amerikaans model opgebouwd. In een brief uit 1955 van Eisenhower naar een aantal Europese leiders drong hij op dit model aan. “Omdat het beter aan te sturen is”[7].

Op dat “aansturen”: daar komt het inderdaad op aan. De vraag rijst wie het stuurwiel in de hand zal houden: Washington, de EU-oligarchie of… de bewuste burger.

Het grootste gevaar dat in een groot rijk dreigt is dat een kleine groep alle macht naar zich toe trekt. Daar is een algemeen bekende, volkse uitdrukking voor: “een grote hoop trekt dikke vliegen aan”. Of zoals Lord Acton wat fijnbesnaarder zei: macht corrumpeert altijd, totale macht corrumpeert totaal.

We zien dat in de VS, waar een ‘deepstate’ zowat alle macht in handen heeft[8].  En de wat ouderen herinneren zich de Sovjet-Unie. Grote macht is immers buitengewoon aantrekkelijk en wie ervan proeft, geeft ze nooit meer af. Men deelt die macht alleen met lieden die dezelfde ingesteldheid hebben en samen vormen ze een soort nomenclatura[9].

Er steeg uit de EU- rangen dan ook geen woord van afkeuring op toen de Nordstreampijp door Amerika werd opgeblazen, zodat we nu met z’n allen veel duurder Amerikaanse energie moeten invoeren[10]. Waren we niet beter met z’n allen op onze achterste poten gaan staan?

Kortom: Het lijkt er al te veel op dat ons iets door de keel wordt geperst dat we, als de media ons de kans zouden bieden om erover na te denken en te bediscussiëren, vierkant zouden afwijzen.

Het kan anders

Sommigen onder ons herinneren zich nog het congres van de Vlaamse Volksbeweging dat handelde over Europa. Ikzelf was dagvoorzitter bij de eindstemmingen.

Eindeloos lang hadden honderden vrijwilligers zich beraden over de vorm die een toekomstig Europa volgens hen moest aannemen.

Bij de stemmingen bleek dat de grote meerderheid geen enkel voordeel zag in een EU-staat, maar fel voorstander was van een Europa van de volkeren. Men zag voor zich een conglomeraat [11] met een parlementaire vergadering, samengesteld uit verkozen volksvertegenwoordigers uit de nationale parlementen. Deze Europese structuur zou de zwakheden van de nationale staten opvangen. Zo zag men, bijvoorbeeld, dat Europa de naleving van de Belgische taalwetten zou ondersteunen.

Ik herinner me een zeer grote eensgezindheid. Die bestond hieruit: we zijn inderdaad ook allemaal Europeanen en dat moeten we koesteren. Maar niet ten koste van de nationale of individuele identiteit, want daarmee hakken we in op onze menselijkheid. We verliezen dan een wezenlijk deel van onze eigen historisch gegroeide identiteit.

Ik kan me niet voorstellen dat in een dergelijke gesteldheid ondingen zoals een Digital Services Act ooit het leven zouden zien. En evenmin kan ik me voorstellen dat er nà 1991, toen de Sovjet-Unie eindelijk uit elkaar viel, geen toenadering zou zijn gezocht tot dat andere Europa, waarvan we door het communisme zo lang zijn afgesneden.

Intussen wil de EU/NAVO zichzelf uitbouwen tot een militaire economie, met het oog op een grote oorlog tegen Rusland[12]. Men leest er in de media opmerkelijk weinig over.

De krititsche waarnemer heeft inmiddels perfect in de gaten wat de plannen zijn van de Europese nomenklatura: de vestiging van de EU-grootmacht. Het gaat om een puur nationalistisch project en letterlijk alles wordt daarvoor ingezet: het milieubeleid, de geschiedenis, de economie, de vrede, de democratie.

De hoger genoemde alternatieve benadering werd door figuren als H. Van Rompuy hooghartig weggelachen: “Dat werkt niet”. Dissidente stemmen moeten zwijgen.

Laten we samenvatten: Het is van het grootste belang kritisch te zijn en te eisen dat men naar onze democratische stem luistert.

Tenslotte nog dit: In een alternatief concept had de oorlog in Oekraïne voorkomen kunnen worden.

Jaak Peeters

Januari 2025


[1] Info van een buitenlands uitgever.

[2] Censuur is het toezicht dat wordt gehouden door een overheid of een andere autoriteit op voor publicatie bestemde uitingen, met de mogelijkheid om deze geheel of gedeeltelijk te verbieden.  (Wikipedia).

[3]  https://x.com/StevenArra/status/1877832160503308654

[4] Potentaat = machthebber.

[5] Men herinnere zich de uitspraak van Jean-Luc Dehaene: “Ik denk dat we niets meer kunnen zonder Europa”.

[6] Zie hiervoor o.m. Miroslav Hroch. Social preconditions of national revival in Europe. Columbia University Press, 2000. Zie ook: Umut Özkirimli. Theories of nationalism. A critical introduction. Palgrave, 2010. Heel interessant is ook: John Hutchinson. Nations as zones of conflict. Sage, 2005. Er is een conflict tussen een EU die zich als het ‘authentieke Europa” voorstelt en de naties, die zichzelf als de dragers van authenticiteit zien.

[7] Het is opvallend hoe in de media steeds vaker “wij” samenvalt met “Europa”. We zien het nationaal narratief in snel tempo verschuiven van het “oude” bijvoorbeeld Belgisch – nationaal, naar het nieuwe “EU-nationaal”. Het valt ook op hoe gemakkelijk de collaboratie met een dergelijk nochtans totalitair-georiënteerd bestuur vorm krijgt: voor de veiligheid – iets groots biedt meer veiligheid -, voor het gemak of voor de carrière. Dit wordt steeds erger naarmate de EU meer macht naar zich toetrekt.

[8] Jeffrey Sachs gebruikt deze term heel uitdrukkelijk: https://www.youtube.com/shorts/JCBacSG1vHE  Zie wat het resultaat is: https://www.youtube.com/shorts/sGVbQG0RL4g . De EU wordt net zo…

[9] Een professor Van de unief van Gent schreef ooit een Vrije Tribune in De Standaard, waarin hij verklaarde dat “Europa zich met alles en nog wat bemoeit”. Hetgeen de kwestie die hier wordt aangeraakt nog heikeler maakt.

[10] Pas héél recent heeft Ursula vdL toegegeven dat dit een voor Europa zeer kwalijke zaak is. Waarom heeft ze dan de voet niet dwarsgezet toen het nog kon? Zij weet toch ook dat alleen handel de omstandigheden voor vrede kan scheppen?

[11] Conglomeraat = “samenklontering”. https://www.encyclo.nl/begrip/Conglomeraat

[12] https://indepen.eu/hoe-de-navo-zich-op-oorlog-tegen-rusland-voorbereidt/

Kerstessay: te wapen!?

Vooraf

Wie het nog onlangs schreef, is me ontgaan, maar de teneur van zijn uitspraak was dat de propaganda in deze Oekraïneoorlog de meest intense is, die hij kent. Kennelijk bereikt die propaganda ook haar doel, want de meerderheid van de mensen geeft de indruk voorstander te zijn van een oorlog met Rusland. Zelfs in het Europese parlement zit het vuur er (veel te) fel in.

Al die slachtoffers van de kennelijk meest functionele propagandamachinatie die er ooit was, wil ik hierna even met de voeten op de grond zetten.

Voor de zaak van de vrede.

Wat ik al eerder schreef…

Eerder dit jaar waarschuwde ik voor het gemak waarmee zovelen onder ons zich laten meeslepen in het oorlogsnarratief over Oekraïne[1]. Teveel mensen gaan veel te licht heen over wat de oorlog echt is. Oorlogen zijn voor te velen een nieuwsitem geworden, maar ze realiseren zich te weinig  welke ellende er achter dat nieuwsitem steekt. Bovendien stompen de geesten af als ze elke dag  te  maken krijgen met het nieuws uit een relatief ver land, zonder dat ze daar hier aan den lijve wat van ondervinden.

Tegelijk heb ik gewezen op de verantwoordelijkheid van de  media, die van de oorlogsmiserie een verkoopbaar nieuwsitem maken. Vaak lijkt het de bedoeling om te laten zien hoe slecht ‘de vijand’ wel is. Het eeuwige Goed tegen Kwaad? Door  op een ondoordachte manier over een conflict te schrijven, versterken ze het door de politieke machten gevoerde oorlogsnarratief, zonder te wijzen op de rauwe werkelijkheid. Zelfs de verwoestigen worden ingezet om de slechtheid van de tegenstander te illusteren, hoewel de doden langs beide kanten vallen.

We naderen nu Kerstmis, het moment waarop we elkaar vrede op aarde zouden moeten wensen, maar ik zie niets, niemendalle veranderen. Noch in het oorlogsnarratief, dat in felheid nog toeneemt, noch in de houding van de media, voor welke deze oorlog slechts een fait-divers schijnt.

Het gaat maar door.

Een greep uit de zeer recente feiten en berichten maakt duidelijk wat hier bedoeld wordt.

“Zweden verspreidt brochures onder de bevolking om uit te leggen hoe die zich op een oorlog kan voorbereiden.”[2] De hoogste NAVO-officier verklaarde dat als Rusland geen kernmogendheid zou zijn, de NAVO allang militair had ingegrepen in Oekraïne[3]. Ik weet niet of iedereen goed beseft wat hier echt gezegd wordt: het toekomstige conflict met Rusland zal niet zonder kernwapens worden uitgevochten. Kolonel Housen liet in HLN optekenen dat ‘we’ al in oorlog zijn, maar dat nog niet beseffen[4]. Hij sprak bij die gelegenheid over de afwezigheid van degelijke bunkers. Kennelijk gelooft hij dat die bij een kernaanval zouden volstaan. Deze oorlog zal niet met klassieke wapens worden uitgevochten, voegde hij er nog aan toe. Ook in Duitsland maakt men een inventaris van de bestaande bunkers.

Op 26/11 meldde HLN dat de Britten in het geheim lange afstandswapens naar Oekraïne hebben gestuurd en kort daarop werd bekend dat Starmer en Macron onderling overleggen over het sturen van “Europese troepen” naar Oekraïne.

Het wordt hondsmoeilijk om dit alles nog op te vatten als een simpel woordenspel. Dit alles straalt – letterlijk – dodelijke ernst uit.

De media: hun neus bloedt.

Op dit punt aangekomen zou je zeggen dat de media zichzelf vragen beginnen te stellen. Maar neen hoor: die draven lustig door. Het lijken wel kuddedieren.

Op 26 oktober schreef Johan Holsslag  (die na zijn verkiezing toch wel wat anders heeft te doen): “Als Rusland klaar is met Oekraïne, herpakken ze zich hier.” Het ging daarbij over een Russisch fregat. Fregatten die door Moskou kunnen worden ingezet in een nucleaire oorlog. Natuurlijk zal Rusland dat doen. Dat doet het Westen toch ook? En waarom zwijgt De Morgen als vermoord over de Amerikaanse basis in Noorwegen, waar constant de met nucleaire wapens bewapende onderzeeërs in- en uitvaren?[5] Waarom zwijgt diezelfde De Morgen over de atoombommen in Kleine Brogel? En de Amerikaanse bases in Polen en Roemenië? Hoeveel buitenlandse bases hebben de Amerikanen en hoeveel hebben de Russen er?

Een nadenkend mens zou zich gaan afvragen waar het evenwicht hier gebleven is, maar niets daarvan. Het vliegtuigongeluk in Litouwen wordt nog net niet de Russen in de schoenen geschoven[6]. Vervelend detail daarbij: deze informatie komt uit Amerikaanse bronnen, voorwaar een garantie voor betrouwbaarheid. Even vreemd: enkele dagen nadien reeds hoorde niemand nog iets over dat ongeluk. Was het niet langer van propagandistisch nut? En als een Chinees schip een los anker over de zeebodem sleept, is dat “mogelijk” sabotage in opdracht van Rusland[7]. Alsof de Chinezen zich laten gebruiken…

Tegelijk wordt de Russische president nogmaals verketterd als moordenaar[8].  Over de Amerikaanse oorlog in Irak – U weet wel: toen men op zoek was naar de nooit gevonden massavernietigingswapens -: geen woord.

Duidelijk is dit alles om ons ervan te overtuigen dat ‘we’ een rechtvaardige oorlog uitvechten, want tegen een monster als Poetin is toch alles gerechtvaardigd? Kennelijk zelfs een kernoorlog…

Als kers op de taart presteerde de Morgen het om vanuit de redactie 9 artikels over “de aanvalsoorlog van Rusland in Oekraïne” aan te bieden. “Zo bent u weer helemaal mee”, aldus deze redactie.

Slechterikken! Wie?

Er bestaan mensen die een heel ander verhaal ophangen. Een van hen is Paul Craig Roberts. Voor wie wil weten wie dat is: Roberts was onder Reagan Assistant Secretary of the Treasury for Economic Policy, heeft een doctoraat van de unief van Virginia en werd gelauwerd met het Legion of Honour. Op 23 november 2024 publiceerde hij een artikel onder de titel “How lies become facts and the world ends”.

Daarin legt hij uit dat alle – alle – media systematisch dezelfde leugens verspreiden.

Dit is een stuk uit zijn verhaal: “Er was helemaal geen Russische invasie. Russische troepen trokken Donbass binnen op verzoek van de twee onafhankelijke afgescheiden republieken om hulp tegen het door de VS getrainde en uitgeruste Oekraïense leger en neonazistische milities die op het punt stonden Donetsk en Loehansk binnen te vallen[9]. De twee onafhankelijke republieken verzochten Rusland in 2014 om ze samen met de Krim terug te geven aan Rusland, maar Poetin weigerde de republieken en nam alleen de Krim omdat het de locatie is van de Russische Zwarte Zeevloot. In plaats daarvan zette Poetin in op het Minsk-akkoord, dat Donbass als onderdeel van Oekraïne hield. De handhavers van het Minsk-akkoord, Duitsland en Frankrijk, gaven later toe dat de Minsk-akkoorden werden gebruikt om Poetin te misleiden, terwijl Washington een Oekraïens leger creëerde om de onafhankelijke republieken te veroveren. But the aggression lies with the West, not with Russia[10]

Heeft iemand hierover iets in onze pers gelezen?

Documenten uit de archieven bewijzen dat de VS, het VK en Duitsland Gorbatsjov en de KGB verzekerden dat “de NAVO geen centimeter naar het oosten zou opschuiven”[11]. Maar vier jaar later, vanaf 1994, ging dat alles in rook op toen de toenmalige president van de VS, Bill Clinton, zijn handtekening zette onder de uitbreiding van de NAVO tot aan de grens met Rusland. Aldus Roberts.

Woordbreuk. Ziedaar de start van de voortdurende oorlog in Oekraïne. 

Over Robert Gates, een voormalige top-inlichtingenanalist van de CIA en een specialist op het gebied van de USSR[12], is geweten dat hij aan zijn tegenhanger, het hoofd van de KGB, vertelde wat VS-minister Baker tegen Gorbatsjov had gezegd: ‘geen centimeter oostwaarts’.

Op dat moment was Gates de topadjunct van de nationale veiligheidsadviseur van de president, generaal Brent Scowcroft. Het is dus nogal onwaarschijnlijk dat Gates, de latere minister van defensie, op eigen gezag heeft gesproken.

De kopieën van de betrokken gesprekken tussen Rusland en het Westen zijn wijdverspreid. Héél toevallig heeft alléén de pers daar geen weet van?

Waarom zwijgen de media? Waarom vertellen ze klakkeloos het NAVO-verhaal? Is het écht zo: “wij willen oorlog!”?

Een andere klepper is Patrick Lawrence. Zijn bijdragen verschenen in de Far Eastern Economic Review, de International Herald Tribune, en de The New Yorker.

Ziehier wat hij schrijft: “De vraag is hoe de politieke groepen in Washington zullen reageren als de positie van Amerika in de gemeenschap van naties zou veranderen. Wat zou een post-Amerikaanse wereldorde betekenen?” Aan deze gedachte hangt hij een aantal beschouwingen met betrekking tot Rusland vast. Het is duidelijk dat voor hem de oorlog in Oekraïne niet kan begrepen worden tenzij op de achtergrond van de positie van Amerika in de wereldpolitiek[13].

Alweer: heeft iemand hierover iets in onze pers gelezen?

Of nog dit: volgens de NAVO moet Rusland in Oekraïne worden gestopt, anders vallen binnenkort Warschau en Berlijn. ALLE landkaarten laten echter een felle uitbreiding van de NAVO sinds de jaren ‘90 naar het oosten zien, tot aan de Russische grens. Alléén maar naar het oosten. Het omgekeerde van wat de NAVO vertelt.

Nogmaals: daarover geen woord in de pers.

Evenmin gaan de media in op de consquenties als sommige Europese landen troepen naar Oekraïne zouden sturen: daardoor zouden militaire installaties in die landen een legitiem doel worden voor Russische raketaanvallen, waarmee we meteen in een totale oorlog belanden.

Onverantwoordelijk.

Als het tot een grote oorlog komt, acht ik twee groepen uitdrukkelijk schuldig: de politieke klasse in Europa – de Amerikaanse belangen had men immers kunnen kennen! – en de media.

Een grote oorlog? Beseft men eigenlijk wel waarover we het hebben als we zoiets zeggen?

In wereldoorlog II vielen er 25 miljoen militaire slachtoffers en stierven er 41.360 000 burgers. Vele burgerdoden vielen bij bombardementen, waarbij die van de geallieerden in dodelijkheid aan de top stonden: Hamburg: 45 000 doden; Dresden: 25 000 doden;  Darmstadt: 11500; Koningsbergen: 5 000; Munchen: 6 600; Frankfurt: 5 500 (Duitse bombardementen: Coventry: 600; Rotterdam: 700.) De cijfers zijn niet overdreven.

Toch was dat alles nog maar klein bier in vergelijking met Nagasaki (39 000) en Hirosjima (80 000). In deze getallen zijn niet de doden opgenomen die nadien door stralingsziekten zijn gestorven. Het totaal aantal doden voor deze twee steden bedraagt ongeveer 250 000.

De bommen op die twee Japanse steden waren licht vergelijking met de kernbommen die thans beschikbaar zijn. De bom op Hirosjima had een kracht van 15 kiloton. Dat is aanzienlijk minder dan de bommen van de Tridentmissiles in de moderne Engelse onderzeeërs.

En toch wordt er op een lichtzinnige manier over een kernoorlog gesproken, alsof dat een veldslag tussen de Eburonen en de Romeinen zou zijn.

Beseft de politiek waar ze mee bezig is?

En hebben de media wel een idee van hun verantwoordelijkheid? Zouden de media niet beter zichzelf kritisch informeren en zich niet laten gebruiken in de gevechten onder de machtigen van deze aarde? Kom niet vertellen dat ‘we’ ons sterk moeten houden tegenover Rusland. Zo verklaren we Rusland al meteen tot vijand. Maar hoeft dat wel, behalve uiteraard voor het militair-industrieel complex, dat daar belang bij heeft?

Neen: dat hoeft niet! Zeker niet! Maar éérst moet het militair opbod stoppen want dat leidt onverbiddelijk tot de fatale klap. En vervolgens moet Rusland als een mogelijke handelspartner worden behandeld, en niet als toekomstig territorium voor goedkope winning van delfstoffen en nog minder als de gezworen vijand uit de tijd van het inmiddels al lang verdwenen sovjetcommunisme. Als we Rusland eens zouden zien als leverancier, bijvoorbeeld van goedkope olie (in plaats van Nordstream door onze ‘bondgenoten’ te laten opblazen!)?[14] Die Russen zijn niet gek: kent er iemand een commerçant die zijn eigen klandizie van kant maakt?

Laten we de zaken duidelijk stellen:

Na een kernoorlog zal Europa niet langer bestaan. Het zal onbewoonbaar zijn geworden, totaal vergiftigd en hoog radioactief.

Wie kritiekloos meegaat met het oorlogsnarratief zoals zich dat vandaag ontwikkelt, speelt mee in een dodelijk gevaarlijk spelletje. De heer Housen kan verkondigen dat ‘we’ allang in oorlog zijn: IK ben dat niet!

Ik wil vrede.

Jaak Peeters

December 2024


[1] https://doorstroming.net/2024/03/31/een-ex-ijzerbedevaarder-waarschuwt/

[2] https://www.hln.be/buitenland/dit-staat-er-in-de-oorlogsbrochure-die-alle-zweden-in-de-bus-krijgen~abb33046/

[3] https://www.hln.be/buitenland/als-rusland-geen-kernwapens-had-zouden-navo-troepen-al-lang-in-oekraine-zijn-zegt-topmilitair~af93a1ac/

[4] https://www.hln.be/binnenland/we-zijn-al-in-oorlog-maar-beseffen-het-niet-kolonel-housen-over-het-duitse-plan-om-bunkers-voor-bevolking-te-bouwen~afdfa5fe/

[5] De Amerikanen handelen op die basis alsof er geen Noorse soevereiniteit bestaat.

[6] https://www.hln.be/buitenland/waarom-de-vliegtuigcrash-in-litouwen-speciale-aandacht-krijgt~a1276eca/

[7] https://www.hln.be/buitenland/chinees-vrachtschip-sleepte-met-anker-160-km-over-bodem-oostzee-om-kabels-te-saboteren-en-deed-dat-mogelijk-in-opdracht-van-rusland~aed1c034/

[8] https://www.hln.be/buitenland/pas-vrijgegeven-nota-onthult-poetins-moordzucht-over-de-jaren-heen-de-plant-bevat-een-gif-zoals-strychnine~a3bde2b6/

[9] Als Oekraïne zich van Rusland mag afscheiden, mogen de Russische gebieden zich van Oekraïne afscheiden, toch?

[10] Zie Paulcraigroberts.org. Hij is niet de enige die dit zo ziet: https://original.antiwar.com/ted_snider/2024/12/04/the-wests-lies-about-ukraine-are-refuted-by-their-own-words/

[11] https://nsarchive.gwu.edu/document/16116-document-05-memorandum-conversation-between. Sommigen hebben later beweerd dat de NAVO niets beloofd heeft. Natuurlijk is dat zo: het was een toezegging van de Amerikaanse politiek.

[12] https://en.wikipedia.org/wiki/Robert_Gates

[13] https://scheerpost.com/2024/11/26/patrick-lawrence-bidens-samson-option/

[14] https://nieuwrechts.nl/99754-mijn-reis-naar-rusland-wat-de-media-je-niet-vertellen.

De opkomst van een nieuwe religie

Gent, oktober 2024

De onderhandelingen voor een nieuw gemeentebestuur in Gent liepen faliekant af voor Groen. Dat laatste had op een nogal opzichtige manier zijn stempel op het vorige bestuur gedrukt, hetgeen te merken was aan commentaren in de media. Matthias De Clercq, een telg uit het bekende liberale geslacht in het Gentse – ze leverde ooit een EU-commissaris -, was de onafgebroken bemoeienis van de Groenen die hem haast tot een koelie degradeerden – hij mocht al blij zijn dat hij naar de pijpen van de Groenen mocht dansen – kennelijk zo beu dat de belgicist De Clercq nog liever met zijn flamingantische tegenstanders van N-VA in zee ging.

Als De Clercq veronderstelde dat hij hiermee van het groene geteem verlost was, had hij het mooi mis: De rood-groene jongens en meisjes kwamen op straat. Ze vonden het niet kunnen dat zij, de grote tovenaars van de groene transitie-die-de-wereld-zal-redden, zomaar opzij werden gezet: hun taak is immers verre van af. Integendeel: volgens de pastoors van de groene verlichting moet alles nog gebeuren opdat de wereld van de toekomst een hemel op aarde zou worden. Ze hielden het niet bij één manifestatie, want hun opdracht vereiste een ver doorgedreven inzet. Ze hielden zowaar een echte wake. Iets wat men doet als een geliefde op het sterfbed ligt. En zo kwamen ze meteen ook in verzet tegen de regels van het meerderheidsdenken. Democratie à la Vert-Rouge.

Een bekend verhaal

Met een naar mijn oordeel te grote regelmaat lezen we dat extremistische “groene” groepen zoals Extinction Rebellion in Nederland of in het Verenigd Koninkrijk de autowegen blokkeren, omdat de transitie naar een schone wereld volgens hen veel te traag verloopt. En de figuren met het minste geduld onder hen schromen zich niet om aloude, kostbare kunstwerken te besmeuren. Die kunst: dat is toch maar het product van een bourgeoiscultuur, die verantwoordelijk is voor de ondergang van de wereld en de aanstaande massa-extinctie van de mensheid, gevolg van een vreselijk doorslaande opwarming van de aarde door het opstoken van fossiel. En dan is, volgens hen, de keuze duidelijk. Want wat is er belangrijker: leven of het kunstwerk? Het komt bij hen niet op dat dit helemaal geen tegenstelling is, maar dat kan de pret niet bederven.

Ik twijfel er niet aan dat deze lieden zich voor de volle 100% achter hun Gentse geestesgenoten zullen scharen.

Met dit alles verschijnt de groene séance in Gent als een van de zovele verschijningsvormen van een verhaal dat vooral jonge geesten in voornamelijk het Westen in z’n greep houdt.

Een nieuwe religie

Jammer genoeg gaat het bij dit alles niet simpelweg om een “verhaal”. Er is meer aan de hand. Er is namelijk een canon dat een geloofsbelijdenis omvat, er zijn missionarissen die de ongelovigen moeten bekeren en er zijn militante hogepriesters die de onwilligen in de voegen moeten houden. Er is ook een verlossingsverhaal en daarbij hoort uiteraard een of andere vorm van martelaarschap of, tenminste, de plicht voor elkeen om zich in de leer te scholen en als een trouw volgeling van de Heilige Boodschap te streven naar een zo zuiver mogelijk leven, waarbij het verfoeien der zondaren niet mag ontbreken.

De canon van het nieuwe geloof is zo onderhand wel bekend: door de onnoemelijke schuld van vooral de blanke, westerse mens is de natuur in groot gevaar. Niet alleen de leeuwerik, de steenuil en de gagel dreigen door de lichtzinnige geldzucht van de mens te verdwijnen: er is ook geen plaats meer voor grotere dierlijke wezens, zoals de wolf. Meer zelfs: de hele planeet gaat er aan. Schuldige is dan ook de massale industrialisatie, waarom er moet gedeïndustrialiseerd worden. Het is dus een weldaad dat er profeten opstaan, niet alleen om de mensen te waarschuwen en tot bekering op te roepen, maar ook om de straffen die de zondaren boven het hoofd hangen in herinnering te brengen. Daarmee kunnen de lieden die tot zonde neigen zich op het nippertje nog bekeren tot de ware groene kerk.

Dit verhaal is natuurlijk een mengeling van spot en cynisme. Evenwel daag ik iedereen uit om met deze achtergrond in gedachten te kijken naar het diepdroeve optreden van de groene zeloten van Gent, die nu plaats moeten maken voor de farizeeërs van N-VA.

Ieder zijn eigen narratief

De groene beweging is erin geslaagd om zichzelf te bekleden met een aureool van onaantastbare heiligheid. Zij hebben zich gehesen in het gewaad van de apostelen die de arme, verdwaalde kudde weer naar de ware schaapstal moeten leiden. En voor wie toch misloopt, wacht de verdiende straf. Zo komt het dat wie een boom velt die hij ooit zelf heeft geplant een delegatie van “die van ’t groen” over de vloer kan krijgen, want zij achten zich de wraakengelen in dienst van de groene god.

Dat is religie in zijn slechte verschijningsvorm, zoals we die vinden in bepaalde islamitische landen. Daar heeft de sharia ook voorrang op welk democratisch principe dan ook.

Maar ons verhaal klinkt anders, want onze visie is er een van een leven dat doortrokken is van de verlichtingsgedachte. We kennen ze allemaal, de doordringende woorden van Immanuel Kant in het voormalige Koningsbergen: SAPERE AUDE! Durf te denken! Durf je te bedienen van je eigen verstand!

Politiek krijgt die oproep nu een wel heel duidelijke én actuele betekenis: iedere politieke partij moet haar eigen verhaal brengen, in plaats van zich door de groene bacterie te laten besmetten. De socialisten moeten zich richten op de zorgen van de gewone werkende mens. De kristelijken moeten zich richten naar de bovennatuurlijke betekenis van de menselijke waardigheid. En de nationalisten moeten zich bezighouden met de bloei van onze Vlaamse gemeenschap. En speciaal voor deze laatsten hoort te worden herinnerd aan de gedachte die hoog op de IJzertoren staat geschreven: nooit meer oorlog. Te beginnen met de relaties tussen de nationalisten zélf.

Er is zeker nood aan een beleid voor de natuur en het toekomstig welzijn. Maar laten we dan toch consequent wezen: je kunt niet aan de ene kant opkomen voor de bloemen en de bijtjes en tegelijk de staatsgrenzen wagenwijd willen open zetten. Want in het dichtbevolkte Vlaanderen leidt een massieve immigratie onverbiddelijk tot vernietiging van de natuur. Die mensen moeten toch érgens wonen?

Dat werpt ook een schril licht op de hele EU-politiek, die heel duidelijk onder druk van het groene geloof staat. De EU streeft niet zomaar naar een veilige, gezonde landbouw, maar beoogt een heuse transitie, de overstap naar een nieuwe, heerlijke wereld, de hemel op aarde als stapsteen naar het eeuwige geluk. Het gevolg is dat een kabinetslid in een vrije tribune in Landbouwleven (26/9/2024) moet schrijven dat het “lastig is eerlijk te vertellen waar we als veeteeltsector voor staan.”

Inderdaad: het ideale paradijs van het groene geloof is lastig uit te leggen aan mensen die met de beide voeten in de grond staan. Of voor mensen wier intellectueel adagio dat van Immanuel Kant blijft.

Jaak Peeters

Oktober 2024

Wat is dat allemaal met die EU?

Enkele losse kritische vragen

Toen de nieuwe minister van migratie, Faber, verklaarde dat Nederland zich in een asielcrisis bevindt en dat er bijgevolg restricties of correcties moeten komen op het EU-beleid in deze materie, kreeg zij van de EU een nogal brutale nul op het rekest.

Enige tijd geleden verklaarde Ursula von der Leyen dat de EU moet “gevaccineerd” worden tegen fakenews. Ze vergat even te definiëren wat ze onder ‘fakenews’ verstaat en ze vergat eveneens – pour besoin de la cause – erbij de vertellen dat in zowat alle Europese grondwetten censuur uitdrukkelijk verboden is. Kennelijk vertoefde v.d. Leyen op dat ogenblik met haar hoofd nog in de dagen van corona, toen vanuit o.m. de EU-lokalen druk op media werd uitgeoefend en de bevolking angst werd aangejaagd. Waarop de auteurs van het Clingendaelinstituut schreven: De hoofdvraag zou moeten zijn of het ethisch verantwoord is om in een noodsituatie bij de burgerbevolking bewust in te spelen op de menselijke emotie van angst.

Waarom zet de EU zo fanatiek in op energietransitie – mede onder druk van de  groene extreme linkerzijde en met uitsluiting van kernenergie? Waarom een voor onze landbouw zeer bedenkelijk stikstofbeleid? Waarom niet meer aandacht voor het feit dat de technische voorzieningen niet klaar zijn, zodat de bevolking zich terecht bezorgd afvraagt of zij binnenkort nog regulier elektriciteit zal krijgen en of ze nog voldoende te eten zal hebben. Dat alles terwijl het evenmin duidelijk is wie dat allemaal gaat betalen.

En waarom wil de EU landbouwgrond vernietigen en tegelijk de immigratie nog bevorderen “om de vergrijzing van de EU tegen te gaan”?

En dan is er het gepraat over een centrale ID-registratie, waarbij sommige auteurs al waarschuwend vroegen of we binnenkort bij de kassa van de supermarkt te horen zullen krijgen dat ons jaarrantsoen vlees is opgebruikt. Wat is dat allemaal, die digitalisering die de EU toelaat in onze persoonlijke wereld binnen te dringen maar het omgekeerde verhindert?

Toen Hongarije zich onlangs voornam de vaste prijzen op sommige basislevensmiddelen zoals meel, eieren en melk te verlagen, verbood het Europees Hof van Justitie dit, omdat dit de vrije concurrentie zou hinderen. Iedereen begrijpt meteen wat er aan de hand is: multinationals willen vrije baan. Het lijkt er wel heel sterk op dat de EU opgetrokken is met een grote welwillendheid ten aanzien van internationale kapitalistische groepen die hun winsten willen maximaliseren.

De nieuwe Nederlandse regering wilde bezuinigen op asieluitkeringen. Het gaat om afgewezen asielzoekers, die sedert het onzalige Marrakesh-akkoord wel héél talrijk zijn geworden, omdat het asielrecht in dat pact tot in het extreme werd uitgerekt. De Nederlandse regering wilde de overheidsbijdage aan de huisvesting van mensen die het land al lang hadden moeten verlaten stopzetten. De Europese Commissie wist evenwel mee te delen dat Nederland  dergelijke maatregelen niet kan nemen zonder voorafgaande goedkeuring van de EU. Hoezo? Dit is een maatregel die een simpele gemeente zou moeten kunnen nemen…

Deze en vele andere vragen rijzen op bij iedereen die het beleid van de EU gadeslaat. Dat beleid produceert overigens zo’n 5 volle vellen nieuwe regelgeving per dag!

Met de verkeerde dingen bezig?

Het eerste wat een kritisch mens die zulks allemaal leest zich afvraagt is: waar is die EU eigenlijk mee bezig? Is het misschien de bedoeling om een totalitaire maatschappij te vestigen? Want laten we wel wezen: democratie en totalitarisme kunnen volgens Jan van Putten wel degelijk samen bestaan![1]

En zijn er echt geen andere problemen die van veel groter belang zijn?

Sinds enige tijd duiken er geruchten op dat Volkswagen, hét icoon van de Duitse auto-industrie, wel eens zou kunnen besluiten Duitsland te verlaten. Enige tijd terug klonken gelijkaardige geluiden in verband met BASF – nog een industrieel icoon.

De kranten brengen met grote regelmaat artikelen over de verdwijning van de maakindustrie uit Europa. We worden voor de meest essentiële dingen steeds meer afhankelijk van landen als China, waarvoor we – tenminste volgens de Amerikanen – bevreesd moeten zijn, al geldt die vrees eerder voor Amerika zélf.

Het lijkt er verder op dat de EU met haar hoofd nog steeds in het tijdperk van de hyperglobalisatie[2] leeft, en maar geen oog wil hebben voor de kwalijke gevolgen daarvan.

Een van die meest kwalijke van die gevolgen is de massa-immigratie, waartegen steeds meer verzet oprijst in heel Europa: in Nederland, in Duitsland, in Polen, in Hongarije, in Italië en ook in Vlaanderen[3]. Mensen maken zich zorgen over de toekomst van onze cultuur, over de toekomstige positie van de blanke bevolking, over de veiligheid van de autochtonen. Maar die bezorgheid stuit vanuit EU-kringen steeds weer op de beschuldiging van racisme. Als we de mensen die bezorgd zijn om het behoud van de eigen cultuur nationalisten noemen en de verdedigers van totale open grenzen kosmopolieten, dan blijkt uit onderzoeken dat de nationalisten duidelijk de meerderheid van de bevolking vormen[4]. Toch krijgen die het etiket van populisme opgespeld – ook vanuit de EU.

Kortom: het lijkt er veel te veel op dat de EU de bevolking een bestaanswijze wil opdringen zonder die bevolking daarover te raadplegen, hetgeen de gedachte oproept dat het EU-parlement slechts schone schijn is.

De Nordstream-affaire

Zoals bekend draai(d)en de Europese bedrijven in belangrijke mate op goedkope Russische energie. Na het opblazen  van de Nordstream pijpleiding onder de Baltische zee is de toegang tot die goedkope energie grotendeels afgesloten. Het gevolg is een sterke vermindering van het internationale concurrentievermogen van de industrie in de EU en bijgevolg een belangrijke oorzaak van banenverlies. Nu zijn die bedrijven verplicht te werken het veel duurdere Amerikaans schaliegas, waarvan de winning dan ook nog eens zeer vervuilend is.

Die Nordstream was van bij de conceptie een doorn in de Amerikaanse geopolitieke ogen. Volgens hen moet Rusland immers geïsoleerd worden en wegzakken tot een pariastaat[5]  – de Amerikaanse droom over de wereldhegemonie gaat over veel meer dan de strijd tegen China. Iedereen in Europa die de ontwikkelingen volgt, wist dat Biden zowat gezworen had dat Nordstream er niet zou komen. Die afwijzing paste perfect in de Amerikaanse strategie van een proxy-oorlog tegen Rusland. Maar het resultaat daarvan is concreet dat Europa een pak industrie zal verliezen en tegelijk de Amerikanen geld zal toespelen waarmee zij hun oorlog tegen China kunnen helpen bekostigen, terwijl de Europeanen opgezadeld zitten met een oorlog tegen dat andere Europa – Rusland – waarvoor zij zelf in alle opzichten moeten opdraaien en totaal geen voordeel bij halen.

Sterker nog: einde september nam het EU-parlement een resolutie aan waarin het vraagt de inzet van langeafstandsraketten tegen Russische doelen goed te keuren – terwijl nota bene noch de EU, noch het EU-parlement over een leger beschikken en dat laatste bijgevolg geen resoluties over deze materie heeft aan te nemen. Het lijkt wel de uitvoering van een bevel van Blinken.

Men vraagt zich bij zulke toestanden of die lieden wel goed bij hun hoofd zijn, vermits de Russen kernraketten op EU-doelen kunnen afschieten en dat voor Amerika zullen nalaten. Het slaafs navolgen van het Amerikaanse oorlogsnarratief zou dus op een volledige vernietiging van ons continent kunnen uitdraaien. Daarmee zou ons continent voor de derde keer op een goede 100 jaar worden verwoest. Volledig ditmaal: einde Europese beschaving.

Mooi resultaat, voorwaar!

Men denkt hierbij onwillekeurig aan Trump, wiens grootspraak soms meer aandacht verdient dan ze krijgt. Men herinnert zich dat deze man verklaarde dat zijn eerste daad als president zou zijn: het stoppen van de oorlog in Oekraïne. Of dat zou lukken, weet niemand, maar dit had bij de EU-Commissie het idee kunnen oproepen om zélf, als EU, een verregaand initiatief te nemen. De aanslag op Nordstream is zo schadelijk en zo manifest tegen elk Europees belang, dat de Commissie deze aanslag had kunnen aangrijpen om zichzelf tot in de top van de wereldpolitiek te hijsen. Jammer, want de rekening is in alle opzichten voor de werkende bevolking.

De houding van de EU ten aanzien van een mogelijke nieuwe oorlog in Europa – er wordt serieus over gesproken – is op z’n minste bedenkelijk, zeker nu op belangrijke posten  russofobe commissarissen uit het Balticum werden geplaatst: Kubilius uit Litouwen voor defensie en Kallas uit Estland voor buitenlandse zaken. Haviken dus.

Het Europa der volkeren

Hoever staat dit alles af van de oude droom over het Europa der volkeren, waarbij de slagzin op de IJzertoren in het Vlaamse Diksmuide centraal staat:  Nooit meer oorlog!

Voorlopig is die oorlog binnen de EU niet waarschijnlijk, maar men heeft de oorlogskans nu verlegd naar een oorlog met – zoals al genoemd: dat andere Europa. Niemand schijnt soms maar heel even de oude landkaarten van Europa te raadplegen. Dat zou nochtans goed zijn, want dan zou men zien dat Rusland algemeen tot Europa werd gerekend, althans tot 1917, hetgeen nieuwe vragen oproept[6]. Rusland, de EU én Oekraïne liggen, tot nader bericht, op het Euraziatische vasteland en Amerika nu eenmaal niet.

In de plaats van zo’n gedurfd maar groots plan op te zetten, gebruik makend van het  Nordstreamschandaal, blijft men zich bezig houden met het ontmantelen van de nationale staten, alsof men nog altijd staat te staren naar de puinhopen van 1945, toen men zwoer dat men alles zou ondernemen om iets dergelijks voorgoed te voorkomen. Sommigen, zoals Mark Eyskens[7], vonden dat daarvoor de nationale staten tot provincies van een haast unitaire Europese staat zouden moeten worden herleid. Maar nu haalt men langs de achterdeur een nog veel gevaarlijker conflict in huis, een waaraan voor Europa geen goede kant te bespeuren valt en waarvan de voordelen – als er al die zijn – volledig aan Europa zullen voorbijgaan. En dat terwijl er geen geld is voor de gezondheidszorg.

Het lijkt er veel te veel op dat het EU-project geheel is doorgeslagen.

De EU biedt te veel het beeld van een groep volken die in de greep is van een zelfverklaarde elite die geen oog heeft voor de concrete, dagelijkse zorgen van de gewone Europese sterveling. Of een die dienstbaar is aan het grootkapitalisme en globalisten, zich laat opjutten door klimaatbevlogenen en/of door wokenaars van allerlei slag. In plaats van ten dienste van de mensen en de volkeren te staan, biedt de EU-elite het beeld van een arrogante, hautaine club van lieden die onder elkaar met hun eigen besognes bezig zijn en vooral uit zijn op hun eigen macht. Ze scheppen een vreemdsoortige symbiose tussen een democratie en een totalitair, alles controlerend systeem  en ‘promoveren’ daarmee zichzelf tot de vijand van iedereen die ooit droomde over het Europa van de vrije volkeren.

Te veel ook wekt de EU de indruk dat ze de Europeanen in een digitale knelbuis wil opsluiten. Als het niet is in het kader van de strijd tegen de kinderporno, dan gaat het om de gezondheid, de veiligheid of om manipulatie door “buitenlandse machten”.  En over manipulatie gesproken: wat te denken over de weigering van Musk om de door de EU voorgestelde ‘deal’ over het invoeren van censuur op X in de EU in ruil voor de vrijstelling van zware belastingen?

Het is niet de eerste keer dat de EU – boot de mist in vaart. Mark Elchardus schrijft in zijn Reset dat de EU een regeling zou moeten uitwerken, waardoor volksgroepen onder bepaalde voorwaarden op een geregelde, vredevolle manier kunnen uittreden uit de staat waarin ze tot dat ogenblik zijn opgenomen. Maar in de Catalaanse crisis van 2019 heeft de EU er koppig het zwijgen toe gedaan.

Als de EU op de eerste plaats aan de mensen en de volkeren zou denken, zou het niet nodig zijn miljoenen uit de geven aan reclameborden om de mensen te overtuigen:  “Europa: dat bent U”. Want kennelijk zijn de mensen daar niet zo van overtuigd. Ze zou de soevereiniteit van de volkeren kunnen ondersteunen in plaats van die systematisch af te breken. Ze zou een werkbare buitengrenscontrole kunnen opzetten, hetgeen de veiligheid ten goede zou komen. Daar is toch reden toe, zou men denken. Ze zou kunnen ophouden met te zeuren over het opkomende populisme – dat ze vooral door eigen schuld heeft opgeroepen. Ze zou wat redelijker kunnen zijn in haar klimaatbezorgdheden. En men zou zich grondiger kunnen beraden over de plaats van de EU in de globale defensiepolitiek in plaats van al te kritiekloos het VS-verhaal te volgen[8].

Ze zou haar duurbetaalde en vaak heel bekwame ambtenaren dus op tal van gebieden heel nuttig kunnen inzetten en daarbij de zorgen van de volkeren helpen verlichten. Ze zou, bijvoorbeeld, sommige onwillige Belgen kunnen aansporen om de moeizaam tot stand gekomen Belgische taalwetten stipter na te leven. Of de integratie van nieuwkomers in de lidstaten bevorderen, in plaats van diezelfde lidstaten te willen uitwissen via een omvolking[9]. Enzovoorts. Enzovoorts.

En dan hebben we het niet eens over spectaculaire, grootse dingen…

Er bestaan wel degelijk mogelijkheden om de nationale staat – lees: de volkeren – meer in het vizier te brengen. Het nieuwe kabinet in Nederland toont alvast de weg, zoals de Nederlandse commentator Johannes Vervloed onlangs schreef.

Het is almeteen dus niet alleen de EU die op de strafbank moet. De nationale regeringen moeten zichzelf ook willen manifesteren in plaats van het slaafje van de EU te zijn.

En zelfs voor wie niet om de nationale staat maalt, kan een goed geleide EU zinvol zijn, nu de financiële wereld in het westen allesbehalve gezond is en op instorten lijkt te staan. De staatsschuld van de VS zit boven hun BNP en de rol als reservemunt voor de dollar wordt ernstig aangetast[10]. Als er al sprake is over afhankelijkheid van China, dan ligt de oplossing daarvoor niet bij een oorlog.

We hebben zoiets als Europa nodig. Al was het maar om ons te verweren tegen het geweld van de Bloombergsen, de Rockefellers en het bent figuren dat gelooft dat hun rijkdom hen het recht verschaft over de toekomst te beslissen in de plaats van de volkeren. De EU moet zich daarom op kerntaken richten en ophouden zich te bemoeien met de zaken van de lidstaten. Pas dan voegt het bestaan van de EU essentiële waarde toe.

Jaak Peeters

September 2024


[1] Op blz. 207 schrijft van Putten overigens: De geschiedenis van de Europese Unie levert (…) een recent voorbeeld van een doelbewust streven naar vermindering van democratie. Zie zijn “Politiek. Een realistische visie”, Aula,1994.

[2] Zie Mark Elchardus, Over grenzen, Ertsberg, 2024.

[3] Mensen als Paul Collier en Eugeen Roosens trokken al eerder de aandacht op dit probleem.

[4] Clingendaelnota, 2023.

[5] Kees van der Pijl, De tragedie van Oekraïne, De Blauwe Tijger, 2023.

[6] Bijvoorbeeld de wereldatlas van uitgeverij Wesmael-Charlier, Namen, 1912.

[7] De latere Belgische premier.

[8] Zie hierbij ook de interessante beschouwingen in een recent artikel: https://www.dwarsliggers.eu/index.php/2016-04-01-23-22-58/2016-04-01-23-24-27/navo/1045-is-de-navo-een-anachronisme

[9] Een net niet verboden woord, dat door Mark Elchardus nochtans openlijk wordt gebruikt.

[10] Eén van de redenen waarom de BRICS ontstond

Onder taboes gebukt

De hiernavolgende tekst verscheen eerder in www.dwarsliggers.eu. Ik publiceer deze tekst hierna als “wake-up call” (zoals dat in modern taalgebruik heet) in deze vakantietijd. De tekst bevat m.i. interessante inzichten die mensen kunnen helpen bij de debatten die men in het komende najaar kan verwachten.

Inleiding

Het is heel goed mogelijk, om niet te zeggen waarschijnlijk, dat er in de lange loop van de menselijke evolutie al heel vroeg sprake is geweest van raciale verschillen. (…) Wij kunnen er echter zeker van zijn dat de hominiden, evenzeer als andere levensvormen, neiging tot variatie vertoonden. (…) Weidenreich[1] heeft, op morfologische gronden, systematischer dan ik het hier laat voorkomen, verondersteld dat de moderne mensenrassen reeds vroeg in de menselijke evolutie ontstonden en dat zij in bepaalde aardrijkskundige gebieden hun eigen onafhankelijke ontwikkeling volgden.”[2]

En wat verder in zijn tekst schrijft Prof. Shapiro het volgende: “Ras is dus een classificerend etiket dat we gebruiken om algemene patronen van erfelijke variaties aan te duiden, die binnen een soort voorkomen en door een populatie in stand worden gehouden.”

Het zal meteen opvallen hoe afstandelijk-nuchter en zakelijk antropologen in de jaren zestig van vorige eeuw het begrip ras in menselijk verband hanteerden.

Het is niet nodig te vragen in welke krant of publicatie er vandaag op een dergelijke zakelijke manier over menselijke rassen wordt geschreven. Geen auteur durft dat tegenwoordig aan, want die loopt meteen aan tegen heftige protesten in naam van de menselijkheid en het is best denkbaar dat de auteur die het begrip ras gebruikt op de manier dat Shapiro dat deed zich voor de rechter moet verantwoorden.

Taboes

Wat we hier constateren is de werking van wat taboe is gaan heten: op het woord (menselijk) ras rust een taboe.

Om dat wat beter te begrijpen gaan we even nader in op het begrip taboe. Het woord taboe is een verbastering van het Polynesische woord tapoe, dat verwijst naar verboden handelingen of gedachten. Een taboe is dus een verbodsbepaling en in vele ‘primitieve’ culturen werd het overtreden van dergelijke verbodsbepalingen streng bestraft.

Omdat het Polynesische woord tapoe had te maken met onnatuurlijke bovenmenselijke krachten, zelfs met heiligheid[3], ging van het taboe een sterke, dominante kracht uit.

Dit verwijst naar het doorwerken van een geloof in magische krachten. “Het meest voor de hand liggende passieve magische middel bestaat in het vermijden van alle personen, zaken en plaatsen die door het bezit van bijzonder machtige krachten gevaarlijk zijn.”[4]

De moderne mens kent geen taboes?

Met opzet werd in het voorgaande geput uit wat oudere teksten. Kritische geesten zullen immers geneigd zijn aan te voeren dat de inzichten over taboes intussen veranderd zijn. Vele mensen geloven dat wij in een tijd leven waarin alle taboes sneuvelen: de moderne westerse mens kent geen taboes en als hij die ontmoet, moeten die zo snel mogelijk worden opgeruimd.

We gaan even te rade bij de goede oude Sigmund Freud in diens beroemde essay Totem en Taboe.

Freud bereidt zijn stelling voor door een aantal taboes nader te ontleden. Zo vertelt hij dat er restrictieve verboden tegen de omgang van een jongen met zijn moeder en zusters zijn gericht. In sommige gemeenschappen mocht een jongen vanaf een bepaalde leeftijd het huis van zijn moeder niet meer binnen.[5] Aan deze vermijding, die met de puberteitsceremonie begint, wordt gedurende het hele leven vastgehouden, zegt hij nog.

We weten natuurlijk dat Freud de diepere oorsprong van dit soort verboden gedragingen ging zoeken in de seksuele sfeer, zoals het verbod op incest.

Of zijn verklaring van de diepere ondergrond van deze taboes volstaat, doet in ons verhaal niet terzake. Wat hier wel mee aan de orde komt is dat taboes, hoe onbegrijpelijk ze soms ook zijn, niet simpelweg iets verbieden zoals ouders een klein kind verbieden met een scherp mes te spelen, maar dat er een verwijzing in het spel is naar boven-individuele krachten en gevaren. Hiermee sluit Freud dus aan bij hierboven genoemde schrijvers.

En dan komt Freud met een uitspraak die we verderop willen illustreren: Wij mogen vermoeden dat het taboe van de wilden van Polynesië toch niet zo ver van ons afligt als wij eerst geneigd waren te geloven, dat de zedelijke en morele verboden waaraan wij zelf gehoorzamen met dit primitieve taboe in wezen verwant zouden kunnen zijn, en dat de opheldering van het taboe licht zou kunnen werpen op de duistere oorsprong van onze eigen “categorische imperatief”.[6] En verderop: De eigenlijke bronnen van het taboe liggen evenwel dieper dan in de belangen van de bevoorrechte standen; ze ontspringen daar waar de primitiefste en tegelijk duurzaamste menselijke driften hun oorsprong hebben, namelijk in de vrees voor de werking van demonische machten. Het taboe, dat oorspronkelijk niets anders is dan de geobjectiveerde vrees voor de demonische macht die men in het voorwerp waarop een taboe rust verscholen waant, verbiedt deze macht te prikkelen en wanneer het opzettelijk of onopzettelijk is geschonden, gebiedt het taboe dat de wraak van de demon wordt geëlimineerd.”[7]

De feiten

Deze uitspraak van Sigmund Freud zal sommigen doen steigeren.

Daarom is het goed even naar de dagelijkse werkelijkheid te kijken. Tot veler (onaangename) verbazing zullen zij merken dat ook wij, mensen uit de 21e eeuw, onder taboes gebukt gaan.

We mogen, vanzelfsprekend, het begrip taboe niet opvullen met een exacte kopie van wat de schrijvers van halverwege de twintigste eeuw ons meedeelden.

We omschrijven een taboe dus als een negatieve beoordeling of een afwijzing waarbij de overtreding van het verbod kritiek of zelfs sancties oproept. Die sancties kunnen politiek of zelfs economisch zijn, maar meestal zijn ze van sociale aard: de overtreder wordt geconfronteerd met afkeurende reacties die vaak de uitsluiting uit de groep tot gevolg hebben.

Laten we er eens enkele nader onder de loep nemen.

Haast klassiek is het woord neger. Hoewel de Bosnegers in Suriname zichzélf ‘negers’ noemen, hetgeen een afkeurende houding toch zou moeten temperen, wordt in vele scholen op dit ogenblik de kinderen geleerd dat ze dat woord neger niet mogen uitspreken. Onlangs sprak een grootmoeder midden in een gesprek het woord neger uit. Prompt kreeg ze van één van haar kleinkinderen afkeuring: “Dat mag je niet zeggen, oma, dat is slecht!”.[8] Oma werd weliswaar niet uitgestoten, maar ze stootte op flink wat afwijzing. Toen oma haar kleinkind vroeg waarom dat woord slecht is, bleef het eerst stil, waarna vervolgens opklonk dat het doemwoord verwijst naar de ondergeschikte positie van de negers, bijvoorbeeld (en vooral!) in de Verenigde Staten van Amerika. Dat er honderdduizenden blanke slavinnen zijn geweest, dat de slavernij mee door plaatselijke negerkoningen werd mogelijk gemaakt, dat zelfs admiraal Tromp vier jaar lang in slavernij heeft geleefd: daar wist het kind niets van.

Op het woord neger rust een taboe. Dat is voor wie iets van geschiedenis kent zo onredelijk, dat men wel moet vermoeden dat er zoiets werkzaam is als een ondefinieerbare onrust of misschien wel angst als het verbod op het woord neger overtreden zou worden. Zoals hiervoor gesteld gaat het bij taboes niet om het feit zelf, maar om de morele, geestelijke en politieke achtergrond van het taboe en om de onzekerheid over wat er komen zal als het verbod overtreden wordt.

Een ander voorbeeld ligt in de sfeer van de heisa rond het klimaat. Iedere intellectueel geschoolde mens weet dat het klimaat natuurlijke cycli vertoont en dus veranderlijk is. Toch zien we hoe duizenden mensen met grote angst naar die natuurlijke verandering kijken. Die angst is zo groot dat er extremistische groepen opkomen voor de ‘extinctie’, en het is niet altijd even duidelijk welke extinctie hen voor ogen staat. Derhalve dringt zich in hun ogen de plicht op om veronderstelde oorzakelijke factoren met alle middelen te bestrijden. Het gevolg is dat lieden die oproepen om in alle kalmte te feiten van een veranderlijk klimaat onder ogen te zien, beladen worden met alle zonden van Israël en hen in vele media het spreken wordt belet.

Er rust niet alleen een taboe op het ontkennen van de menselijke invloed op de klimaatverandering: het taboe strekt zich uit tot het kritisch bestuderen van de feitelijke gegevens van de klimaatverandering. Sommigen zullen zeggen: tot een correcte wetenschapspraktijk.

Het woord ras uitspreken is tegenwoordig al een voldoende reden voor opwinding, zo heikel is het. Hierboven zijn voorbeelden te lezen hoe mensen op een nuchtere manier over dingen zoals menselijke rassen konden denken en schrijven. Dat kan zelfs niet eens meer. Volgens diverse instituties en wettelijke teksten moet men spreken over “zogenaamd ras”. Men is al verdacht als men het aandurft het bestaan van menselijke rassen te veronderstellen.

Het feit zelve dat het uitspreken van een woord of een term zoveel geladen heisa oproept, wijst al in de richting van een zwaar taboe.

Een ander heikel taboe is dat wat te maken heeft met de immigratie. Het woord “omvolken” is verboden – met als enige motivatie dat dit racisme uitstraalt. Uitstraalt!

Laat ons hier even op ingaan, vermits het hele gedoe over racisme, sinds de massale instroom van andere volkeren, op de bovenste plank van vele politieke deugmensen is komen liggen.

Dat racisme-taboe ligt op het spreken over niet-blanke mensen. Een zichzelf filosoof noemende en voorts onbekende figuur, de genaamde Emma-Lee Amponsah, produceerde in De Standaard onder meer volgende afschuwelijke praat: Mannen brengen de wereld onherstelbare schade toe en zijn verantwoordelijk voor het aan de macht brengen van een reeks exreemrechtse halvegaren. Als we extreemrechts willen aanpakken, dan moeten mannen hun stemrecht worden afgenomen. Mannen vormen op dit moment de grootste bedreiging van de menselijke soort.[9] En even verder nog: Witte (sic) mannen zijn genetische racisten en de schuld voor alles wat misloopt in de maatschappij.

Als die schrijfster haar woorden echt zo bedoelt, dan is hier sprake van een grove vorm van mannenhaat. Intussen sleept Amponsah zélf het racisme-verhaal aan. Er bestaat een taboe op racisme ten overstaan van niet-blanken, maar blanke mannen mogen over de hekel worden gehaald. Dat illustreert de onredelijkheid van vele hedendaagse taboes.

Iets gelijkaardigs geldt voor de kennelijke moeite die sommigen hebben met de zorgen en vragen van de mensen die liever die oude, bekende wereld niet door de massieve immigratie willen laten vernietigen. De deugmensen die het met dat ‘conservatisme’ zo moeilijk hebben, doen critici in de ban en bedreigen hen met bestraffing en uitsluiting.

Wie zei daar ook weer dat er in onze ontwikkelde wereld geen taboes bestaan?

Waarom dat alles?

Freud schrijft dat taboes ontspringen daar waar de primitiefste en tegelijk duurzaamste menselijke driften hun oorsprong hebben, namelijk in de vrees voor de werking van demonische machten.[10]

De verdienste van Freud is dat hij ons laat zien dat taboes niet zomaar uit de lucht komen vallen. Hiermee treedt hij in het voetspoor van vele schrijvers die hem voorafgingen.

Mensen leven niet in een rationeel universum – dat proberen ze te scheppen in de wetenschap en de techniek en zelfs daar gelukt het vaak niet.

De echte wereld van de mens is er een vol gevaren en angsten: de onzekerheden van het leven en de krachten die we niet de baas kunnen. Leven en dood, zin en onzin.

Die grote hersenen van ons spelen ons ook op een onaangename manier parten. De mens is voorzien van een groot voorstellingsvermogen en dat stelt hem in staat om zichzelf een wereld voor stellen. Bij voortduring maakt hij plannen die zijn hoop en zijn verlangens vorm geven. Maar tegelijk is zijn voorstellingswereld doortrokken van bezorgdheden, twijfels, onrust en van signalen die op gevaar wijzen. Tegelijk ook ervaart de mens een zekere machteloosheid, en dat brengt hem ertoe denkbeelden te ontwikkelen over gevaarlijke machten – die Freud ‘demonisch’ noemt. De mens voelt aan dat hij niet alles beheerst en dat hij soms het willoze voorwerp is van machten die hem te boven gaan.

De oorsprong van taboes moet dus gezocht worden in die door emoties en bezorgdheden gekleurde voorstellingen en in het gevoel te leven in een wereld die hem ontglipt. Het naleven van een taboe helpt de onrust te beheersen.

Als, bijvoorbeeld, op het bevragen van klimaatalarmisme een taboe ligt, dan wijst dat op gevoelens van onzekerheid, angst en boosheid.

Voor het woord neger krijgen we een onderbouwing door de verwijzing naar de slavernij, waarvan men vervolgens de pijnlijkste vorm in de Verenigde Staten meent aan te treffen. Bovendien vormen de niet-blanken in de VS een zeer grote bevolkingsgroep. De confrontatie met zwarten haalt de herinnering aan de verwerpelijke behandeling van zwarten herhaaldelijk weer naar boven en confronteert de blanke bij voortduring met zijn minder mooie geschiedenis. Als groep krijgen de blanken dus permanent te maken met de schande over het aangerichte menselijke kwaad. Het gevolg is dat in alles wat de modale Amerikaan zich voorstelt, altijd weer die racismedimensie aanwezig is en bijgevolg ook altijd de schuldgevoelens. Die wil men liever kwijt en daarom bant met het woord dat rechtstreeks naar deze gevoelens leidt.

Sinds de immigratie vanuit het zuiden roept de confrontatie met niet-blanken ook bij ons verwarde, onzekere gevoelens op en die mijden we dan maar door het woord neger te schrappen – een klassieke methode om ons van een probleem af te maken.

Ook nieuwe taboes kunnen worden gecreëerd. Als een overheid bijvoorbeeld alle uitspraken over ‘gender’ censureert en erin slaagt overtredingen laten te bestraffen, zal als vanzelf een deel van de bevolking argwanend worden bij afwijkende genderuitspraken en geneigd zijn die te veroordelen. Of erger: een spreker het spreken te beletten en misschien zelfs te molesteren.

Wat doen we daar nu mee?

Het is een illusie te denken dat we het ontstaan van taboes kunnen verhinderen. De aard van de menselijke natuur neigt naar taboevorming.

Het heeft zo mogelijk nog minder zin om een directe strijd aan te gaan. Een rechtstreekse strijd verhardt de posities en levert altijd een verliezer op, hetgeen extra-wrok veroorzaakt.

Taboevorming is ook geen individuele zaak. Daarom zijn taboes zo taai. De een jut de ander op. Geduld oefenen is dus de boodschap.

Wat wél zin heeft is het aannemen van een wetenschappelijke houding. Dat wil zeggen: kritisch bevragen en confrontatie met feiten. Dat is geen simpele houding, want de waarheid kwetst en we zijn allemaal behept met emoties. Maar als bewezen werd dat een jogger die 1 km hard loopt evenveel CO2 uitstoot als een auto van 1 ton die 1 km tegen 120 km/u rijdt, dan kan niemand dat feit blijven ontkennen.

Daartoe is het vrije woord noodzakelijk. Het is van het grootste belang elke vorm van censuur, om welke reden dan ook gevoerd, onafgebroken te bestrijden.

Daarbij betreden we voornamelijk het terrein van de media. Of het nu gaat over klimaat, de oorlog in Oost-Europa, de neiging om tegen zowat elke denkbare kwaal te vaccineren, de immigratie, of, zoals destijds, een nieuwe Hongaarse mediawet: kritische beoordeling dwingt ons telkens weer het ontbreken van een voldoende afstandelijke, kritische geest in de media aan de kaak te stellen.

We moeten die dwarse houding niet aannemen voor ons plezier of om mee te spelen in de waan van de dag, maar omdat er uiteindelijk veel meer op het spel staat: het vermijden dat we afglijden naar een dystopische wereld.[11] Bedenken we dat ook in het verhaal van Orwell de taboes overheersen: “Oorlog is vrede, vrijheid is slavernij, onwetendheid is kracht”.

Laten we daar maar niet te lacherig over doen. Europa is gevormd door het christendom in zijn katholieke, protestantse en byzantijnse versies. Het is niet onmogelijk dat de massieve immigratie van islamieten op een of ander nieuw religieus taboe uitloopt. Men kan in dat verband inderdaad ook argumenteren dat de EU zélf taboes schept.[12]

Onze houding moet er daarom een zijn van een resoluut verzet tegen het geknoei, het gedraai en het gekeer in en buiten de politiek. Wat éérst komt is de liefde voor de waarheid.


[1] Franz Weidenreich was een Duitse anatoom en antropoloog van joodse afkomst. Hij werkte aan de universiteit van Heidelberg. Zijn belangrijkste publicaties dateren uit 1927 en 1932.

[2] Harry K. Shapiro. Het begin van de mensheid. In de bundel Culturele Antropologie, Aula 1965, blz. 30.

[3] Felix M. Keesing. Inleiding tot de culturele antropologie. Aula, 1965, blz. 385.

[4] Kunz Dittmer. Algemene volkenkunde, Aula, 1962, blz. 90.

[5] Sigmund Freud. Beschouwingen over cultuur. Boom, 1999, blz. 35.

[6] Sigmund Freud, o. c., blz. 50.

[7] Freud haalt hier de visie van W. Wundt aan, die hijzelf verderop “verseksualiseert”. Freud was geen marxist.

[8] Dit is waar gebeurd.

[9] Julien Borremans in ‘t Pallieterke van 18 april 2024.

[10] Sigmund Freud, o.c., blz. 51.

[11] Het boek van Prof. Mattias Desmet, De psychologie van totalitarisme, (Pelckmans, 2022) waarschuwt hiervoor eveneens.

[12] De demissionaire U. von der Leyen verklaarde dat de EU moet ‘gevaccineerd’ worden tegen nepnieuws. In een resolutie in 2024 stemde het EU-parlement in met een motie die abortus provocatus restrictieloos uit het strafrecht wil halen. Erg katholiek is dat niet en islamitisch evenmin. De EU-commissie roept op om alle beschikbare middelen te gebruiken om ervoor te zorgen dat organisaties tegen gendergelijkheid en vrouwenrechten, inclusief ‘reproductieve rechten’ financieel droog komen te liggen. De Digital Services Act van 2022 verplicht platformen als Facebook ‘hatelijke inhoud’ te verwijderen. Het ziet er naar uit dat algemene censuur weldra zal uitmonden in nieuwe taboes (bron: EUSSR. Europa op de snelweg naar een superstaat. Uitgave Civitas Christiana, 2024.)

Jaak Peeters

juli 2024

Nederland een Nederlandstalig land? Dat is mis!

Een “onzichtbaar” onderwerp.

De Nederlandse taalkundige M. Verrips stelt dat in Nederland steeds meer kinderen met meerdere talen opgroeien[1]. Volgens moderne inzichten bij een aantal taalwetenschappers is het opgroeien in een meertalig milieu goed voor de taalontwikkeling.

In de grote steden van Nederland spreekt 60% van de mensen thuis een andere taal dan de landstaal. Er is dus sprake van meertaligheid. Maar volgens Verrips is daar onvoldoende aandacht voor. En dus is het probleem “onzichtbaar”.

Zodoende stelt zij voor door te gaan met het zogeheten “taalvriendelijk onderwijs”. Daarbij passen leerlingen in de klas niet alleen het Nederlands toe, maar ook andere talen. Zo begrijpen ze, volgens Verrips, beter de leerstof. Onderdompeling in één schooltaal is volgens haar geen goede methode om het leertraject van kinderen te verbeteren. Nederland beschouwen als een Nederlandstalig land is volgens haar dus ook om die reden fout.

Het vraagstuk van de meertaligheid.

Nederlanders hebben nooit echt met meertaligheid te maken gehad, althans niet in eigen land. Dat is anders in Vlaanderen waar het Frans lange tijd zelfs volstrekt dominant was. Ze hebben dan ook veel minder oog voor de problemen die meertalige toestanden met zich brengen.

Om een eerste insteek te maken in deze materie maken we een onderscheid tussen persoonlijke meertaligheid en maatschappelijke meertaligheid.

Een mens is meertalig als hij of zij meer talen beheerst dan alleen maar de moedertaal. Of het waar is dat een mens zoveel keren mens is als hij talen kent, is op de eerste plaats een gezegde. Maar zeker is dat de kennis van meerdere talen verrijkend is. Dat is tegelijk kritiek op de mode van vandaag: men volstaat tegenwoordig met Engels. Dat noemt men dan “een brugtaal”. Dat is een verarming, want wie leest er nog iets van Antoine De Saint-Exupéry in het Frans of de Geschichte des Abfalls der vereinigten Niederlande van Friedrich Schiller in het Duits?

Een meertalige maatschappij is iets totaal anders. Een dergelijke maatschappij bestaat uit verschillende taalgroepen, die ieder normaal hun eigen moedertaal leven en waarvan de leden misschien zelfs ééntalig zijn. Hier doelt meertaligheid niet op de aanwezigheid van meerdere talen bij één persoon, maar op de aanwezigheid van talige groepen. Dan spelen sociologische groepsprocessen en die concentreren zich vaak precies rondom de talen.

Inclusiviteit.

Dat is een term uit het modernistisch taalgebruik die, zoals vele van de termen uit dat modernistische wereldje, vooral verwarrend en verhullend is. ‘Inclusie’ betekent op de allereerste plaats ‘integreren, opnemen, toevoegen, deelnemen.’[2]

Inclusiviteit vereist het scheppen van een omgeving waarin alle individuen, ongeacht hun achtergrond, cultuur enz. volwaardig kunnen functioneren binnen een bepaalde groep. In dit geval is die groep de Nederlandse of Vlaamse samenleving.

Dat lijkt simpel, maar de adder zit ook hier onder het gras. Als er sprake is van inclusie, gaat het naar normaal aanvoelen om de opneming in een groep als een volwaardig lid. Maar dat is niet wat de protagonisten van de meertalige maatschappij op het oog hebben. Die menen immers dat “nieuwkomers” hun eigen moedertaal moeten behouden. Ze pleiten dus voor een maatschappij die uit onderscheiden groepen bestaat.

Nieuwkomers zichzelf zouden zichzelf kunnen ervaren als ‘meertalige personen’. Zoals de taalkennis van een Vlaming die ook Duits en Frans spreekt geen hinderpaal hoeft te zijn om zich te volle in de gemeenschap van de Vlamingen te engageren, zou een nieuwkomer ook zo kunnen functioneren. Er zijn er die dat doen. Hoewel namen noemen altijd riskant is, willen we toch één naam noemen: Özcal Akyol, de man die met een uitgestreken gezicht op NPO mensen interviewt.

Maar jammer genoeg zijn mensen niet zo rationeel als sommigen zouden willen en zijn mensen altijd vatbaar voor de hierboven genoemde sociologische processen: vele nieuwkomers identificeren zich namelijk met hun eigen oorsprongsgroep. Daardoor ontstaat een onaangename animositeit tussen de autochtone Nederlandse groep en de groep waartoe de betrokken allochtoon behoort. Inclusiviteit wordt dan een illusie, simpelweg omdat de nieuwkomer niet in staat is om de sprong naar de opname in de (in dit geval) Nederlandse samenleving te maken.

Hoe meer anderstaligen er zijn, hoe groter dat probleem wordt want de identificatie met de eigen oorsprongsgroep wordt dan interessanter. Preken voor meer begrip en inclusief gedrag bij de autochtonen stoot in het beste geval op schouderophalen of hoongelach. In de praktijk komen we uit op een maatschappij waarin een aantal groepen tegenover elkaar staan. Dat is precies het omgekeerde van inclusiviteit.

Die fameuze brugtaal

Verrips ziet geen graten in wat zij ‘een brugtaal’ noemt. In de praktijk is dit het Engels. Volgens haar verloopt het gesprek tussen verschillende groepen dan “het meest gelijk en eerlijk”. Maar dat is alweer géén inclusiviteit – zelfs het tegendeel ervan. Iedereen begint Engels te leren en behoudt intussen zijn eigen moedertaal. Dat is exclusiviteit of apartheid en dat leidt onverbiddelijk tot vervreemding.[3]

In dit verhaal wordt een klassieke fout gemaakt. Men vat een taal voornamelijk op als een communicatiemiddel.

Een waar gebeurd feitje zal dit duidelijk maken.

Je moet het je voorstellen: aan de kassa van een klein supermarktje staat een hoop klanten aan te schuiven om hun aankopen te betalen. Om van de verpakkingen af te raken heeft de supermarkt de lege dozen aan diezelfde kassa op een hoopje opgestapeld, zodat de klanten hun aankopen in één of meer van die dozen kunnen stoppen. In het geval in kwestie heeft het personeel zijn uiterste best gaan om de stapel zo te maken, dat hij zo weinig mogelijk ruimte inneemt.

Dan komt er een klant die precies die doos helemaal onderaan de stapel nodig heeft. Heel voorzichtig trekt hij de doos naar zich toe, maar de operatie loopt jammerlijk mis en de hele voorbeeldig opgebouwde stapel valt uiteen op de vloer.

Natuurlijk heeft de hele rij aanwezigen het voorval zien gebeuren. De klant staat daar een beetje beteuterd met zijn uitgekozen doos in de hand. Dan draait hij zich om naar de mensen aan de kassa en zegt: “het had nog véél erger kunnen zijn!”, waarop de hele troep in een lach schiet.

Wat hier gebeurt is menselijke communicatie. Die gebeurt uiteraard met taal, maar aan de woorden hangt een hele wereld van betekenissen vast, die in dit geval duidelijk op de lachspieren heeft gewerkt.

Stel je voor dat een paar nieuwkomers in de rij staan en gewoon niet begrijpen wat de klant met de doos in zijn hand aan betekenissen overdraagt: hooguit zullen ze glimlachen omdat ze anderen zien lachen. En aan de kassa zullen ze gebruik maken van een “brugtaal”. Maar die brugtaal zal nog altijd niet de finesse, de menselijke teneur van de boodschap hebben overgedragen, zoals die van de man met zijn doos bij de in elkaar gestuikte stapel dozen. En als die ‘brugtaal’ dat wél zou doen, dan zou ze geen brugtaal meer zijn, maar een volwaardige als een moedertaal functionerende taal, die in sociologische omstandigheden de bestaande moedertaal kan vervangen.

Dat is alweer géén inclusiviteit.

De sociaal-politieke dimensie

Nederland was tot voor kort een eentalige staat. Het land heeft geen enkele ervaring met de feitelijke praktijk van een maatschappij die bestaat uit verschillende van elkaar onderscheiden taalgroepen. Als de verdedigers van de multiculturele maatschappij wat in het rond zouden kijken zouden ze zien dat multiculturele staten instabiel zijn. Of ze vallen uit elkaar, of de dominante groep slorpt de subgroepen zodanig op, dat die geen sociologisch gewicht meer hebben.

Vlaanderen heeft die ervaring wel, met name in Brussel.

Nog rond 1900 was Brussel een dominant Nederlandstalige stad. De populaire TV-serie Jeroom en Benzamien illustreerde dat heel duidelijk.

Maar Brussel was en is ook het centrum van de franstaligheid in België en die was, zoals bekend, niet bepaald vriendelijk tegenover de Vlamingen, ook al vormen die de meerderheid in deze staat. De Brusselse bovenlaag was dus Franstalig en dat feit verleidde vele Vlamingen ertoe hun eigen taal te verloochenen, in de hoop in de rangen van de voornamen te worden opgenomen.

Maar in de decennia na WOII streken grote aantallen nieuwkomers neer in en rond Brussel. Velen onder hen kwamen uit landen die traditioneel op Frankrijk waren georiënteerd. De feitelijke situatie in Brussel en hun eigen achtergrond bracht de nieuwkomers ertoe Brussel als een Franstalige stad te ervaren. Het gevolg was dat, àls er al sprake was van een brugtaal, dat niet het Engels, maar het Frans was.

Omdat de transfer vanuit bijvoorbeeld Marokko naar Brussel op zichzelf menselijk gesproken een diep ingrijpende actie is, ervoeren deze mensen de neiging om zich met de eigen oorsprongsgroep te identificeren. En als ze dan toch de brug naar de Brusselse samenleving moesten maken, dan werd die brugfunctie door het Frans opgenomen.

Hier ziet men de concrete werking van de zogenaamde multiculturaliteit geïllustreerd, zoals ook Verrips en haar geestesgenoten die in Nederland denken te moeten propageren.

Om het bondig en enigszins brutaal te zeggen: in een multiculturele situatie is er gewoon geen sprake van inclusiviteit, behalve voor zeldzame gevallen zoals Akyol of burgemeester Aboutaleb van Rotterdam. In de praktijk draait de multiculturaliteit uit op de werking van het recht van de sterkste, alle lyrische en aandoenlijke beschrijvingen ten spijt. En wat wellicht het ergste is van alles: uiteindelijk leidt dit alles tot een geestelijke verschraling, waarbij de Lucifer van Vondel voor de gewone Nederlander ontoegankelijk is geworden. En blijft alleen nog de sociaaleconomische machtspolitiek over.

Jaak Peeters                                                                                                                                                           Juli 2024


[1] Isidore van Westing. Rekenen in het Frans, spellen in het Nederlands. Hoe meertaligheid de taalontwikkeling bevordert. Neerlandia, 2024 nr 2, blz. 40-41.

[2] https://synonyms.reverso.net/synoniem/nl/inclusie.

[3] De reactie hierop heet volksnationalisme. Dat werd uitvoerig beschreven door Miroslav Hroch in diens Social Preconditions of National Revival in Europe. Cambridge University Press, 1985.

Tussen wrok en democratie

Een rechtse Nederlandse regering in de steigers

Na 175 dagen onderhandelen kringelde in Nederland op 16 mei de witte rook op: er was een akkoord over een regeerprogramma, waaraan de rechtse (om dan toch maar die ongelukkige termen te gebruiken) PVV, de boerenpartij, de liberale partij en de van het CDA afgescheurde partij van Pieter Omtzigt, deel zullen uitmaken. De gedoodverfde kandidaat-premier van de linkerzijde, de voor velen zowat onuitstaanbare ex-EU-commissaris Timmermans mag daarmee zijn eigen ambities voorlopig aan de haak hangen.

Het door de partijen afgesproken regeerprogramma gaat onder de opmerkelijke titel HOOP, LEF EN TROTS – Hoofdlijnenakkoord 2024 – 2028 van PVV, VVD, NSC en BBB.[i]

Dit is om twee redenen opmerkelijk.

Ten eerste valt het eerste deel van de titel op: de auteurs verklaren een boodschap van hoop te brengen en ze doen dat met lef en zelfs trots. Hoop, omdat de kans oprijst dat er een einde komt aan vele jaren van links politiek overwicht. Het zal  moeten blijken hoe realistisch die hoop is, omdat al die jaren ‘linkse’ personen in allerlei machtsposities konden komen en die zullen niet meteen geneigd zijn hun beleid te heroriënteren. Het valt dus te vrezen dat een rechts kabinet veel tegenkanting zal ondervinden vanuit de linkerzijde, inclusief de universiteiten en de culturele sector.

Daarom is het woord lef op zijn plaats. De onderhandelaars verwachten immers ook zelf wel tegenkanting en dus moet je lef hebben om daar tegen in te willen gaan. En trots is men ter rechterzijde, omdat men er eindelijk in is geslaagd om het linkse cordon te doorbreken.

De tweede reden waarom het opmerkelijk is dat dit akkoord voorligt zit in het feit dat de als extreemrechts geklasseerde PVV van Geert Wilders voluit aan de macht deelneemt en, meer zelfs: dat zélfs de liberale Yesilgöz sprak over een “unaniem akkoord”.

Opmerkelijk is, los van de inhoud van het akkoord, eveneens het opvoeren van Ronald Plasterk als mogelijke kandidaat-premier. De academicus Plasterk was in het verleden al minister van Binnenlandse Zaken. Maar dat een lid van de concurrerende PVDA van Timmermans genoemd kan worden als premier van een rechts kabinet zonder PVDA: dat kunnen maar weinigen in Vlaanderen zich voorstellen.

Zoals was te verwachten vielen er in de media zure oprispingen te noteren. Zo wist NPO-coryfee Özcan Akyol te vertellen dat de premier van deze rechtse regering niet de premier van alle Nederlanders is. Waarmee hij bedoelde dat de rechtse regering de Nederlandse linkerzijde niet vertegenwoordigt. Een enigszins zurige opmerking van een man die men doorgaans wel kan pruimen. Vanuit deze invalshoek kan immers geen enkele meerderheidsregering àlle burgers vertegenwoordigen, omdat ze per definitie nooit de oppositie vertegenwoordigt.

De Volkskrant had het over het meest rechtse kabinet dat Nederland ooit gekend heeft en meteen het grootste politiek experiment sinds de oorlog en in Algemeen Dagblad wist de commentator mee te delen dat Wilders een stuk van zijn politiek DNA moest laten vallen.  Wilders zelf sprak over een droom die (eindelijk) uitkomt.

Zoals het geval is bij het aantreden van elke regering, is het afwachten of de soep zo heet zal opgelepeld worden als ze ingeschept werd.

Vlaamse zurigheid

Het was te verwachten dat het rechtse regeerakkoord in Nederland in Vlaanderen zure commentaren zou uitlokken.

Een van de meest gematigde commentaren was dan nog die in een stuk in De Morgen, die voorspelde dat de nieuwe Nederlandse regering met tegenwerking van binnenuit te maken zal krijgen, hetgeen inderdaad te vrezen valt.

Een hoofdvogel werd afgeschoten in Gazet van Antwerpen, waar Dirk Hendrickx er alles aan doet om het epitheton de rechtse krant van de Linkeroever zo grondig mogelijk uit te wissen. Zo wist de heer Hendrickx onlangs een uitvoerig commentaar te plegen over racisme, waarvan volgens hem de kern eruit bestaat dat mensen een verschil opmerken tussen blank en zwart. Natuurlijk is dat pure nonsens, want overal in de natuur valt het ongewone op. Dat is voor mensen niet anders, zodat een zwarte in een blanke maatschappij opvalt en omgekeerd. Het uitrekken van een begrip maakt het begrip zelf waardeloos.

Maar ditmaal maakte de commentator van dienst van de genoemde krant zich zorgen over het effect van de overwinning van Wilders in Vlaanderen. Hij ergerde zich duidelijk al aan het glunderen van Tom Van Grieken.

En hiermee wordt de kern van de dominante strekking in de Vlaamse commentaren meteen aangegeven: stel dat dit succes van Wilders op Vlaanderen afstraalt? In duidelijke taal: wat als Vlaams Belang in Vlaanderen een klinkende overwinning behaalt? Vanuit de linkerzijde wist men al meteen te vertellen dat overal waar rechts aan de macht komt, de vrouwenrechten worden geschonden, doelend op het door links gewenste onbegrensde recht op abortus.

Hoewel dit laatste vraagstuk niet de kern van dit opstel is, ilustreert het toch de vrees van de linkerzijde. Die heeft al tientallen jaren de teneur van het openbaar debat bepaald en ziet de bui nu hangen: aan haar dominantie zou wel eens een eind kunnen komen. En dat betekent dat er inderdaad normen en waarden zullen worden opgelegd die niet de hunne zijn. Wat de kernwaarde van links is, is overigens heel simpel en ze werd ooit door een volbloed marxist geformuleerd: totale bevrijding. Een vrouw is baas over haar lichaam en het (ongeboren) kind telt niet mee.

Niet alleen mensen met een christelijke achtergrond zullen in deze houding een extreem individualisme zien en de expressie van de macht van de sterkste. Die macht verdraagt geen beperkingen. Ze verdraagt geen kritisch debat. Ze verdraagt zelfs geen verdeling van de macht. Ze wil gewoon alles. Ze wil het totale eigen volk eerst – waarbij dat eigen volk synoniem is met de eigen politieke strekking, maar veroordeelt “eigen volk eerst”, wanneer dit slaat op het maatschappelijke volk.

Men kan zich overigens afvragen hoe men in links Vlaanderen zou reageren als Van Grieken een regering zou vormen en daarbij als premier John Crombez zou voorstellen. Toch is het zoiets wat in Nederland zomaar zou kunnen gebeuren.

Als er één feit uittorend boven al deze zurige wrok in Vlaanderen, dan is het dat de dominante strekking geen verstand (meer) heeft van wat democratie is. In een democratie doet het er niet toe wie de macht uitoefent, maar wat er met die macht gebeurt. Als men voor een politicus kiest is dat omdat men hoopt dat deze persoon de wensen van de kiezer het best ten uitvoer legt. Zo zou het alleszins moeten zijn. Bijgevolg is democratie geen optelsommetje, zoals in dit land de walgelijke gewoonte is geworden. Men denke aan Vivaldi, waarvan de Gutmenschliche linkerzijde volhoudt dat ze democratisch is omdat ze gesteund wordt door de meerderheid van de verkozenen, maar wel vergeet te vermelden dat die regering in Vlaanderen zelfs geen meerderheid heeft en dus volgens het inzicht van Akyol in Vlaanderen geen legitimiteit bezit.

Democratie is voor de dominante linkerzijde van toepassing als zijzelf de lakens kan uitdelen. Als ze niet in die mogelijkheid zijn, is de democratie volgens hen in gevaar. Dan welt de wrok alom op.

De grote boodschap van de regeringsvoming in Nederland is dat het volk zich daar niet hoeft bij neer te leggen en dus met lef en trots zijn mening mag doordrukken.

Jaak Peeters

Mei 2024


[i] Voor de volledige tekst zie: https://www.kabinetsformatie2023.nl/actueel/nieuws/2024/05/16/eindverslag-en-hoofdlijnenakkoord-informateurs-dijkgraaf-en-van-zwol