Over PISA, schermhangende kinderen, cultuur en onderwijs

Twee studies.

Heel onlangs verscheen een studie van de Chinese onderzoeker prof. Philip Hui Li over de gevolgen van het overdadig spelen van computerspelletjes en langdurig TV-kijken. Het blijkt dat het doorbrengen van (vele) uren voor het (computer)scherm de menselijke hersenen al op jonge leeftijd vorm geeft. Er werden studies uitgevoerd op meer dan 30.000 kinderen jonger dan 12 jaar en men zag dat TV-kijken of computerspelletjes spelen een meetbaar en langdurig effect heeft op de structuur en de werking van hun brein. De effecten beginnen vroeg, houden lang aan, zijn verreikend en onomkeerbaar.[i]

De conclusie van prof. Li is dat het veelvuldig gebruik van schermen het menselijk brein verandert en, vooral, dat zulks diep ingrijpt op de menselijke evolutie.

Een tweede onderzoek leert ons dat sommige bijna onherstelbaar geachte ziekten door trainingstechnieken gunstig kunnen worden beïnvloed. Het gaat om Parkinson. Het blijkt namelijk dat langdurig volgehouden Tai Chi-training de noodzaak van klassieke therapieën merkbaar kan beïnvloeden. Motorische storingen in de hersenen bleken door deze training meetbaar te verminderen.[ii]

Zoals bekend is Parkinson een neurodegeneratieve ziekte. Dat wil zeggen dat sommige delen van het menselijke brein gaandeweg sterker aangetast worden. De resultaten van het genoemde onderzoek laten zien dat het mogelijk is om met Tai Chi-oefeningen invloed uit te oefenen op ons menselijk systeem.

Tai Chi was oorspronkelijk een Chinese gevechtskunst. Tegenwoordig zijn er ook in Vlaanderen groepen die Tai Chi beoefenen, veelal gewoon als een vorm van gecontroleerde bewegingsoefeningen.

Wat gemeenschappelijk is.

Ogenschijnlijk hebben die twee studies weinig met elkaar te maken. In het ene geval gaat het om het schermkijken en de gevolgen daarvan voor de structuur en de werking van de hersenen. In het andere geval gaat het om het positieve effect van een bepaald soort lichamelijke training op de ontwikkeling van een kwalijke degeneratieve ziekte.

Er zit niettemin één gemeenschappelijk element in beide studies. In de beide gevallen blijken de menselijke hersenen door extern zichtbaar gedrag gevoelig beïnvloed te kunnen worden.

Er dringt zich dus een conclusie op: wat mensen doen, heeft een vaak diepgaande invloed op het hersensysteem dat in sommige gevallen voorgoed veranderd wordt.

Eigenlijk weten we dat allemaal al langer.

Zo is het bekend dat de motorische hersenen van muziekartiesten anders ontwikkeld zijn dan die van “gewone” mensen.

Het is ook bekend dat mensen in hun brein als het ware “modellen” maken: voorstellingen van de wereld waarin ze leven.[iii] Deze voorstellingen beschrijven hoe mensen hun leefwerreld zien en ervaren. Met die voorstellingen benaderen ze dus de wereld. Die voorstellingen worden opgebouwd uit ervaringen uit het verleden. Mensen die in een stedelijke omgeving leven, bijvoorbeeld, doen andere ervaringen op en ontwikkelen bijgevolg andere voorstellingen in hun hersenen. Ze voelen zich dan weer makkelijker onwennig in de natuur. Dergelijke voorstellingen kunnen met moderne beeldvormingstechnieken worden aangetoond.

Dit zien we dus ook bij Tai Chi-oefeningen en bij jonge kinderen die te veel voor de TV hangen.

Evolutionair aspect.

Zoals professor Li ons vertelt, is het voor de opvoeding van onze kinderen van groot belang oog te hebben voor de gevolgen voor de moderne maatschappij en voor de toekomst op lange termijn.

We vergeten welicht te vaak dat de huidige menselijke soort een evolutionair product is. Onze verre voorouders struinden de wildernis van Oost-Afrika af, op zoek naar prooien en ander voedsel. Hun gedrag heeft hun hersenen vorm gegeven en deze vorm is het die door overerving tot ons is gekomen.

Onze huidige stedelijke levenswijze heeft echter niets meer te zien met de woeste wildernis waarin onze verre voorouders leefden. Men zou dus kunnen zeggen dat wij met de hersens die we van hen hebben geërfd in onze moderne tijd niet altijd even goed overweg kunnen.

Onze eigen evolutie in eigen handen?

Als het over de kwaliteit van ons onderwijs gaat – en dat is haast dagelijkse kost – dan hoor je heel vaak de roep om meer STEM-opleidingen[iv]. Men is er van overtuigd dat het onderwijs meer klemtoon moet leggen op wetenschap en technologie. Men gelooft immers dat onze kinderen met dit soort opleidingen verder komen dan met de klassieke algemene opleidingen. Het lijkt wel alsof de Homo Ergaster[v] nog steeds niet is uitgestorven…

Nu we tegenwoordig heel goed weten hoe plastisch onze hersenen zijn, leren we ook dat we door de aard van ons onderwijs de hersenen van de generaties na ons vorm geven. Omdat we die hersenen tot op zekere hoogte veranderen, mogen we verwachten dat op de wat langere termijn de hoger genoemde voorstellingen waarmee deze toekomstige mensen de wereld benaderen, anders zullen zijn dan wat we vandaag zien: er zal een andere cultuur ontstaan.

Sommigen zullen opgetogen zijn, want eindelijk heeft de mens zijn eigen toekomst écht in eigen handen.

“Levenslang  leren”.

Als onze hersenen – de basisstructuur van ons menselijk zijn – kennelijk zo gemakkelijk door ons uitwendig gedrag worden gemodelleerd, is er dan wel een gedrag dat de structuur en de werking van onze hersenen niet beïnvloedt?

De literatuur wordt niet door het antwoord op die vraag overspoeld, maar het is hoogstwaarschijnlijk dit: “neen”!

Er bestaat geen gedrag dat niet door onze buitengewoon ingewikkelde hersenstructuur wordt gestuurd. En omgekeerd. Niet dat men er al veel van begrijpt, want de handboeken van de gedragswetenschappen wemelen op dat punt van de onbeantwoorde vragen. Maar als we trachten te begrijpen in welke richting de wetenschap evolueert, dan is het hoger aangehaalde “neen” hoogstwaarschijnlijk correct.

Dat werpt licht op de algemeen bekende slogan: levenslang leren. Het leven zélf is levenslang leren.

Maar er zijn nog tenminste twee vragen die hierbij oprijzen en daar willen we hierna even op ingaan.

Ten eerste: wat is het effect van de reclame en, meer nog, welk effect mogen we toeschrijven aan de soms nogal opvallende ‘framing’ in de media?

Ten tweede: hoe moeten we de alarmerende berichten over de slechte PISA-resultaten van onze Vlaamse leerlingen beoordelen in het licht van dit levenslang leren?

Pisa.

Sedert enige jaren is Pisa nog wat anders dan de naam van die mooie Italiaanse stad. Het is het Programme for International Student Assessment : een internationaal vergelijkend onderzoek op initiatief van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).

PISA test 15-jarigen op hun leesvaardigheid en hun wiskundige en wetenschappelijke geletterdheid, ongeacht waar ze zich bevinden in het onderwijssysteem. Technisch gesproken kun je bij een dergelijke vergelijking nogal wat vragen stellen. “Ongeacht waar ze zich bevinden in het onderwijssysteem”: betekent dit dat je leerlingen uit het Algemeen Secundair Onderwijs met die uit het Technisch Onderwijs vergelijkt?

Maar dat is hier niet ons probleem. Met alle respect voor de PISA-vergelijkingen, maar onderwijs is veel meer dan jongeren opleiden tot “STEMMERS”, dat zijn mensen die goed zijn in wiskunde, wetenschappen en technologie en daarover goed teksten kunnen lezen.

Als alles wat we in het leven beleven sporen nalaat in ons cognitief systeem, dan is een schoolsysteem dat alleen in de genoemde vakken opleidt, te eenzijdig. Het vormt mensen die in een producerende, technologische maatschappij goed meekunnen. Dat is nodig, maar onvoldoende. Er ontbreekt heel veel.

Mensen moeten namelijk ook sociale en maatschappelijke vaardigheden leren. Het droog-technische moet door het menselijke worden tegengekoppeld. Anders kunnen we ons net zo goed tot levende robotten laten ombouwen. Ze moeten, om maar een actueel probleem aan te halen, leren dat zorg in ziekenhuizen niet alleen een technische zaak is, maar vooral een menselijke[vi]. Ze moeten leren dat menselijke warmte even belangrijk is als wiskunde, want ook dat warm gedrag zet de hersenen in een plooi.

Kinderen moeten leren kritisch om te gaan met alles waarmee ze geconfronteerd worden, zodat ze zich niet laten inkapselen in een maatschappelijk systeem dat de menselijkheid zelf beschadigt. Natuurlijk denken we hier ook aan dingen zoals Artificiële Intelligentie, met als ultieme uitkomst de vervanging van de mens zelf door kunstmatige creaturen. In tegenstelling met sommigen mogen we daarover niet extreem optimistisch zijn, maar kritisch en bedachtzaam.[vii]

Reclame en massa-beïnvloeding.

Schrijver dezes herinnert zich nog de tijd dat op elke hoek van de straat borden te zien waren waarop te lezen stond: “Coca Cola verfrist u het best”. Natuurlijk is dat niet waar: dat hangt namelijk van de koelkast af. Maar de slimmeriken die deze borden ophingen wisten dat door het altijd maar weer herhalen van dezelfde boodschap de mensen op den duur die boodschap ook gingen geloven: bewuste beïnvloeding van ons cognitief systeem van buitenaf.

Denk nu aan het verhaal dat hierboven verteld werd: de voorstellingen die de hersenen van de door die reclame bewerkte mensen maken, worden veranderd en niemand weet of die veranderingen blijvend zijn. We weten nu alleszins dat die veranderingen in het geval van schermhangende kinderen blijvend kunnen zijn.

Dat betekent alvast dat we ook maar beter eerst goed nadenken als we kritiekloos meegaan met de (commerciële) neiging om alles en nog wat te digitaliseren. Onze hersenen werken niet digitaal. Ze werken als een systeem dat de hele tijd naar evenwicht zoekt en dat is niet noodzakelijk de meest efficiënte weg. Maar dat is wel de weg die aansluit bij wat we van nature geworden zijn doorheen een evolutie van enkele miljoenen jaren. De digitale wereld is niet-menselijk.

Vooral de jeugd is kwetsbaar, omdat ze nog niet de levenservaring hebben die hen wat achterdochtiger maakt. Met reclame volgepompte jeugdige hersenen “zetten” zich naar de reclame. De jonge hersenen leren dan ook nog eens dat alles te verkrijgen is, wat niet waar is. De ontgoocheling nadien wordt er des te groter om. De frustratie ook en niemand weet hoe die politiek zal uitpakken.

We mogen onze geest niet laten overspoelen. Dat kost ons op termijn de greep op ons eigen bestaan.

Politieke en mediatieke activisten van allerlei slag moeten beter nadenken over wat ze teweeg brengen als ze bijvoorbeeld jongeren angstig maken voor de verandering van het klimaat, en iets ouderen voor Covid. Angst heeft met zekerheid invloed op de jonge plastische hersenen en niemand weet hoe blijvend die invloed is en wat de maatschappelijke gevolgen ervan zijn. Tendentieus gedrag is echt niet onschuldig.

Cultuur en onderwijs: een siamese tweeling.

Het is duidelijk dat wat hierboven werd beschreven op een directe manier de culturele gesteldheid van de mensheid betreft. Het “zetten” van de geest van miljoenen mensen bepaalt hoe ze zich zullen gedragen. Dit wil zeggen: de cultuur wordt veranderd. Cultuur is immers niets anders dan het “bebouwen van de wereld” (Colere). Een vorm geven aan onszelf en aan de wereld waarin we leven.

Door te eenzijdig in te zetten op STEM beïnvloeden we dus ook onze cultuur en het is echt niet zeker dat dit in de goede richting gebeurt.

Op die manier hangen cultuurbeleid en onderwijsbeleid samen.

Eerder werd in deze reeks al gepleit voor een volwaardige titularis voor cultuur.[viii] Die moet bijdragen tot het aanleren van culturele weerbaarheid. Nu blijkt dat de zorgen van die titularis voor cultuur nog ruimer zijn: de evenwichtige geestelijke ontwikkeling van de jongeren en daardoor de toekomst van de hele maatschappij zijn in het geding. En daarin speelt de titularis voor onderwijs voluit mee.

De (toekomstige) titularissen van cultuur en onderwijs hebben dus een veel ruimere taak dan men op het eerste gezicht zou kunnen denken. Samen zijn ze in het licht van hoger beschreven ontwikkelingen verantwoordelijk voor de menselijke kwaliteit van de toekomstige Vlaamse maatschappij.

Jaak Peeters

December 2023

Als jaarafsluiter: iedereen een zalig kerstfeest en een gelukkig nieuwjaar gewenst!


[i] [i] https://orcid.org/0000-0001-9355-1116. How Early Digital Experience Shapes Young Brains During 0-12 Years: A Scoping Review.

[ii] https://jnnp.bmj.com/content/early/2023/09/27/jnnp-2022-330967.

[iii] Durk Talsma. De psychologie van denken en doen. Owl Press, 2020, passim.

[iv] Science, Technology, Engineering, Mathematics.

[v] De vroege “werkende mens”, voorganger van de homo sapiens.

[vi] “Lig je goed, Jef? Zal ik nog een kussen bijhalen?” Dat is ook verpleegkunde. Wie zich goed verzorgd weet, zal zich beter voelen.

[vii] https://www.hln.be/binnenland/deze-economen-voorspellen-bijzonder-sombere-toekomst-we-staan-aan-de-vooravond-van-een-andere-wereld~a91a00de/

[viii] https://doorstroming.net/2023/11/12/culturele-weerbaarheid/