Het “radicalisme” verliest het contact met de tijd.

In Res publica van 12 augustus publiceert de Vlaams Belang-ideoloog Johan Sanctorum een opmerkelijk stuk. Zijn grondidee is dat het sinds de gebeurtenissen aan het IJzerfront duidelijk is dat Vlaanderen in België niets te zoeken heeft en dat, bijgevolg, alleen een volgehouden, maagdelijk antibelgicisme de geestesgesteldheid op kan brengen, die nodig is om naar een onafhankelijke Vlaamse republiek over te stappen.

Alleen zijn eigen partij beantwoordt volgens hem aan dit criterium. N-VA bezondigt zich aan participationisme en wordt daardoor onvermijdelijk besmet door de belgische virus, dat gericht is op het behoud van het bestaande. Volgens Sanctorum leidt de ombouw van N-VA tot een “systeempartij” onvermijdelijk tot het afstoten van de radicalere elementen. Dat is een fataal schisma, waaraan volgens Sanctorum zelfs de VVB niet ontsnapt.

Sanctorum raakt hier aan de kern van het strategische vraagstuk waar elke Vlaamsnationale partij mee worstelt.

Toch gaat Sanctorum nogal kort door de bocht. Beweren dat men het in de VVB ook al niet meer weet, is toch wel lichtjes overdreven. Beweren dat N-VA alleen maar de uitwassen van het belgische systeem aanklaagt, en niet het systeem zelf, is de werkelijkheid bewust verdoezelen. Is Sanctorum de rij camions met nepgeld naar Wallonië dan al vergeten? Is dezelfde schrijver vergeten dat N-VA ongemeen harde oppositie heeft gevoerd tegen het BHV-akkoord – overigens in eenklank met de VVB? Leest Sanctorum systematisch over de zin dat N-VA voor een onafhankelijk Vlaanderen in een democratisch Europa kiest heen? Beseft de heer Sanctorum dat elke N-VA kandidaat bij de komende gemeenteraadsverkiezingen onderschrijft dat de partij waarvoor hij kandideert zich laat leiden door de beginselen van het Vlaamse nationalisme?

Sanctorum moet vanzelfsprekend zijn broodheer te vriend te houden. En ongetwijfeld doet hij er goed mee te wijzen op de gevaren die het partijpolitieke vlaamsnationalisme bedreigen. Misschien gebeurt dat laatste zelfs onvoldoende.

Maar er is toch iets aan de hand met die ‘vlaamsnationale maagdelijkheid’ die hij aan zijn partij toeschrijft. Die partij is nu al aan haar 32e verjaardag toe. Wat heeft die partij in al die jaren gerealiseerd? Werd door haar optreden de onafhankelijkheid van Vlaanderen dichterbij gebracht? Laten we eerlijk zijn: het omgekeerde kan gemakkelijk geargumenteerd worden. Immers: het optreden van het Vlaams Blok/Belang heeft ertoe geleid dat bij een groot aantal mensen in binnen- en buitenland het Vlaamsnationalisme met racisme werd geassocieerd. Laat deze associatie dan verkeerd zijn – dat is ze -: het bestaan van deze associatie is funest. Onafhankelijk worden doe je namelijk niet door in een parlement een stoere verklaring te doen aannemen: het buitenland moet je als nieuwe staat aanvaarden. Maar als je vooraf diezelfde verklaring hebt laten besmetten met ideeën die in dat buitenland ongewenst zijn, verkleint men de kans dat men jou als nieuwe staat zal aanvaarden.

Deze kritiek op de politiek die het Vlaams Blok heeft gevoerd is fundamenteel, want maakt die partij ongeschikt als partijpolitiek vehikel van het Vlaamse nationalisme.

Ja hoor: N-VA grijpt naar de macht. Ze doet dat in de Vlaamse regering. Zonder N-VA was het met de verengelsing van het hoger onderwijs veel erger gesteld geweesd. En Bourgeois is uitdrukkelijk bezig met het besturen van Vlaanderen. Het gebeurt à la stoemelinx en wie van grote gebeurtenissen droomt kijkt er sowieso overheen. Maar wat Bourgeois doet is machtsuitoefening – Vlaanderen moet bestuurd worden! En het wordt tijd dat de vlaamsnationalen de macht in hun eigen land in handen nemen.

Of dat meteen ook moet betekenen dat N-VA verwatert en een Belgische systeempartij wordt: dat is te sterk. Dat kàn zeker. Het gevaar bestaat en het is noodzakelijk om telkens weer op dat gevaar te wijzen en dat gebeurt ook. En misschien is de top van N-VA nog steeds niet voldoende doordrongen van de noodzaak om aan dit punt massief aandacht te schenken. Maar er staat zeker niet per sé een gelijkheidsteken tussen “Vlaanderen besturen” en “Belgische systeempartij spelen”.

Het risico moet worden genomen . 32 jaar zuiverheidspolitiek hebben niets opgeleverd – misschien wel integendeel, zeker in sommige opzichten. Mag het dan verwonderen dat een nieuwe generatie jonge Vlamingen het over een andere boeg wil gooien? Kan men het hen kwalijk nemen dat zij het wachten beu zijn en inderdaad het zelfbestuur in de feiten willen realiseren?

De waarheid is dat sommigen zich zodanig door de droom van het onafhankelijke Vlaanderen laten biologeren, dat zij het zicht op het hele plaatje verliezen. Ze pinnen zich vast aan de zuiverheid van de zuiverheden, maar laten zich daardoor de geschiedenis induwen. Als we moeten constateren dat die Vlaamse staat thans nog niet haalbaar is, moeten we ons dan maar aan de kant zetten, weliswaar met het schone gelijk met ons? Want het is heel goed argumenteerbaar dat als de vlaamsnationalen  de macht in de Vlaamse deelstaat in handen hebben, de evolutie naar de onafhankelijkheid wél kan ingezet worden – een evolutie die overigens wel eens sneller zou kunnen verlopen dan ‘Laeken’ lief is. Als het immers waar is dat Vlaanderen en Wallonië cultureel verschillen, zal dat al snel in de bestuursdaden tot uiting komen. De scheiding zal zich dan in de feiten voltrekken.

Het is eveneens waarheid dat de macht in de staat België tot op het niveau van de gemeente verweven is met de positie van de traditionele partijen – denk maar aan de gemeentelijke Dexia-holding, de ware reden trouwens waarom Beke vorig jaar plots wél zonder N-VA wilde regeren – en met die van vakbonden en gezondheidsorganisaties. Noem het dan de weg van binnenuit: het breken van de machtsposities van de traditionelen.

Wat daarna verschijnt valt natuurlijk niet helemaal te voorspellen. Het kàn allemaal verkeerd aflopen, maar er is ook een grote kans dat de kaarten voor de Vlaamsgezinden een heel stuk beter zullen liggen. Een ding is zeker: kansen komen zeker niet vanzelf!

Als dan de uitgangspositie beter is dan vandaag, breekt vroeg of laat het ogenblik aan dat Vlaanderen de volheid van de staatsmacht kan overnemen.

Pas dan is de tijd aangebroken om te oordelen wie gelijk had.

Jaak Peeters

Augustus 2012

 

“De slecht onderbouwde en kaduke standpunten van N-VA”

“De slecht onderbouwde en kaduke standpunten van N-VA”, dixit Philippe Van den Abeele in zijn blog van maart 2012.

Vooreerst: een politieke partij is een machtsmachine. Een organisatie in de handen van een of andere maatschappelijke strekking om de idealen van die strekking zoveel mogelijk tot werkelijkheid te maken. Dan is het verstandig, zoals Van den Abeele schrijft, om die idealen helder en duidelijk te formuleren. Dat is niet alleen nodig voor de eigen, trouwe aanhang. Het is vooral nodig om twijfelaars en mogelijks mensen die thans nog verder afstaan naar de schaapstal te halen.

Neem nu de kandidatenlijsten van N-VA. Als ik in mijn eigen gemeente kijk, zijn er onder die kandidaten zeker een aantal goede Vlamingen. Van een aantal echter, weet ik het niet eens. In de ijver om de lijsten vol te krijgen, zoals dat heet, is het vinden van een naam – meestal die van een vrouw- vaak belangrijker dan wat die vrouw dan wel denkt.

Natuurlijk doet dit probleem zich niet alleen bij N-VA voor. Ik begrijp bijvoorbeeld niet zo goed wat een arme postbode in een partij als de VLD komt uitrichten. Of wat een succesrijk burgerlijk ingenieur bij de socialisten hoopt te bereiken. En wat de CD&V betreft: daar is het helemààl huilen met de pet op: je hebt daarin overtuigde Vlaamsnationalisten maar ook even overtuigde belgicisten; er zijn erg links georiënteerde figuren, maar ook mensen die een rechts discours best wel kunnen smaken. Er zitten boeren in en lui die van het verkavelen van landbouwgrond een sport hebben gemaakt en dus bedervers van de boerenstiel zijn. Er zitten mensen in die zich in hun persoonlijk leven bewust door christelijke principes laten leiden. Maar er zijn er ook op wie, om het maar zo te zeggen, die kwalificatie niet bepaald van toepassing is.

Daar komt nog bij dat wat in onze dorpen plaatsvindt, niet altijd doorresoneert tot in Brussel. Het zal “Brussel” geen moer kunnen schelen hoe men in gemeente x of dorp y de aanleg van de nieuwe riolering organiseert.

Maar toch.

Als er zoiets bestaat als Vlaams nationalisme – of christen-democratie of wat dan ook – dan moet daarvan toch iets zijn terug te vinden in de programma’s of de kernpunten van de betrokken plaatselijke lijsten.

Als de programmapunten waar N-VA voor opkomt met groot gemak net zo goed voor de socialisten hadden kunnen gelden, wat is dan de betekenis van het onderscheid van de partijen op gemeentelijk gebied?

Ik kom nu terug op Philippe Van den Abeele. Ik weet niet of hij aan deze zaken gedacht heeft als hij zijn stuk schreef, maar dit alles is wel belangrijk. Als iedereen hetzelfde vertelt, waarom dan in godesnaam verschillende partijen?

Hiermee naderen we wat volgens mij dé grote uitdaging voor N-VA is: ervoor zorgen dat de mensen ‘aan de basis’ inderdaad beschikken over een mens- en wereldbeeld dat vlaamsnationalistisch is en waarvan de toepassing hen op sommige punten, bij stonde en wijle, tot àndere standpunten brengt dan de leden van andere partijen. Als dat niet mogelijk is, zijn er maar twee conclusies:

a) het Vlaamse nationalisme heeft geen eigen visie te bieden;

b) de partij slaagt er niet in die visie aan het eigen volk kond te doen.

Te oordelen naar de kritiek die N-VA in de media en allerlei geschriften krijgt, valt niet bepaald te geloven dat het Vlaamse nationalisme geen eigen visie heeft te bieden. Hoe zo kritiek erop anders mogelijk zijn?

Tenzij die kritiek evenwel niet slaat op het feit van het Vlaamse nationalisme, maar op de schabouwelijke manier waarop het vorm wordt gegeven en/of geformuleerd.

Tja: laten we maar meteen heel eerlijk wezen: schieten we op dit punt niet tekort?

En het gevolg van deze laatste tekortkoming is natuurlijk dat het onmogelijk wordt om al die nieuwe leden van het Goede Woord te doordringen. Niemand weet immers precies hoe het klinkt.

En ja, nogmaals: laten we de hand maar in eigen boezem steken.

Het probleem is misschien niet zozeer het onvoldoende onderbouwd zijn van sommige partijstandpunten, want dat euvel geldt voor elke partij. Dat sommige standpunten ‘kaduuk’ zijn, zal ook wel wezen.

N-VA maakt ongetwijfeld fouten. Bijvoorbeeld: de partij is veel te kritiekloos eurofiel. Er zijn genoeg degelijke recente geschriften om op dat punt wat meer afstandelijkheid aan de dag te leggen. Namen zijn er genoeg: Baudet, Wim van Rooy, Erik van Goor, Rik van Cauwelaert, Hans Magnus Enzesberger….Men hoeft zich echt niet te richten op het drammerige gekwetter van Benno Barnard, die er inderdaad niks van begrijpt.

Maar begrijpen onze mensen het wel? Kunnen ze het wel begrijpen? En wat valt er te verwachten van een partij die weliswaar alles ten gronde wil aanpakken, maar werkt met ongevormde kaders – kaders die zelfs niet eens de grondideeën van het Vlaamse nationalisme te pakken hebben? Hoe kun je van die mensen “de kracht van de verandering” verwachten?

Dàt is, naar mijn aanvoelen, hét grote probleem van N-VA. Het is de ware achilleshiel. Als op dat punt niet massief inspanningen worden geleverd, kan de positie van vandaag met zekerheid niet lang in stand worden gehouden.

Dat de standpunten over de inhoud van het confederalisme en de techniek daar naartoe niet voldoende zijn uitgewerkt, is het minste kwaad. Hoewel de partij dringend juridisch werk moet verrichten wat er met artikel 35 mogelijk is en aan het lobbyen moet slaan in Europa, want Spanje en Groot-Brittanië zullen zelfs een confederale omvorming van de staat België waarschijnlijk niet op gejuicht onthalen. En dan zwijgen we nog even over de EU zelf.

Ook op dat punt is er inderdaad te veel onvoldragenheid, zoals trouwens ook te aanzien van Brussel. Wat als Brussel uitgroeit tot een megalopolis? Is het misschien verstandig om het erop aan te leggen dat niet Brussel, maar Straatsburg de hoofdstedelijke functies van Europa krijgt? Niet alleen omdat een heel groot Brussel Vlaanderen zal doodknijpen, maar ook vanwege de onoverzichtelijke massa problemen die overal in alle megasteden opduiken. Moeten we die problemen nou echt opzoeken? Zijn Stockholm, Lissabon en Baile athe Cliath dan zo’n droogstoppelige provinciesteden?

Doch voor dit soort aangelegenheden geldt tegelijk dat een partij niet in haar kaarten kan laten kijken. Dat maakt het de tegenstander veel te gemakkelijk, al is dat geen reden om het interne studiewerk dan maar op de kast te leggen.

Het grootste probleem zit evenwel in het onvoldragen zijn van een modern, geactualiseerd en genuanceerd Vlaams nationalisme dat het bestaan van onderscheiden strekkingen kan verdragen en, misschien nog het meest, in het feit dat de brave, goedmenende Nieuwe N-VA-er, nog veel meer dan Philippe Van den Abeele, op dit punt zijn honger blijft.

Het klinkt allemaal misschien als kritiek. Maar een vader die zijn kind lief heeft, moet het soms kastijden.

 

Jaak Peeters

Augustus 2012

 

Europa’s maskers vallen af.

Normal 0 21 false false false NL JA X-NONE /* Style Definitions */ table.MsoNormalTable {mso-style-name:Standaardtabel; mso-tstyle-rowband-size:0; mso-tstyle-colband-size:0; mso-style-noshow:yes; mso-style-priority:99; mso-style-parent:””; mso-padding-alt:0cm 5.4pt 0cm 5.4pt; mso-para-margin:0cm; mso-para-margin-bottom:.0001pt; mso-pagination:widow-orphan; font-size:12.0pt; font-family:Cambria; mso-ascii-font-family:Cambria; mso-ascii-theme-font:minor-latin; mso-hansi-font-family:Cambria; mso-hansi-theme-font:minor-latin;}

“Nederland mag zijn buik vol hebben van Europa, Europa heeft het langzamerhand ook gehad met Nederland. Dat de verkiezingen over Europa gaan, is in alle Europese hoofdsteden genoegzaam bekend. Alsook het feit dat nergens anders in de EU de eurohaat zo intens en zo wijdverbreid is als in Nederland. ‘Nedergif’, noemt een hooggeplaatste EU-ambtenaar het. ‘En we appreciëren het nog minder dan de nederwiet.’”

Nog eentje:

“Constitutioneel Hof als waakhond? Denkt Rutte nu echt dat hij de enige premier is met verkiezingen in aantocht? Een politiek leider vindt een compromis in Brussel en overtuigt thuis zijn parlement. Rutte behoort overduidelijk niet tot die categorie.’”

Aan het woord is een redacteur van de Volkskrant, een als links en eurofiel bekend staand blad. Nogal wiedes dat de liberaal Rutte bij hem niet hoog in het bakje ligt.

Maar toch.

Wie Thierry Baudets erudiete boek over de “aanval op de natiestaat” heeft gelezen en daarbij ook nog overtuigd voorstander is van de democratische staatsvorm, voelt zijn maag keren wanneer hij of zij constateert hoe de dames en heren eurocraten over “den volke” denken. Europa: dat zijn de vrienden onder elkaar in Brussel – het door Europa bezette Brussel, zoals Geert van Istendael dat zegt. Ongewild verraadt de VK-redacteur trouwens hoe de vork aan de steel zit: Nederland verdedigt zijn soevereine rechten en strijkt dààrmee tegen de eurocratische haren in. Zodoende verliest Nederland al zijn vrienden in Brussel. Het wordt de paria, de uitgestotene, de pestlijder. Nederland is immers niet ‘solidair’- waar hebben we dat woord nog tegen een volk horen gebruiken?

En ja hoor: er staat wat te gebeuren als Nederland bij de komende verkiezingen niet Europees genoeg stemt. Of de oren teveel naar Wilders laat hangen. Eurocratië komt het oordeel toch toe, of niet soms? Oh ja: de Volkskrant voert mee campagne en om verkiezingen te winnen is er niks doeltreffenders dan het verspreiden van angst en onrust. Links verwijt de rechterzijde bij voortduring deze strategie te gebruiken. Maar aan zichzelf kent men de halve wereld nietwaar? Het omgekeerde is ook waar: in de halve wereld herkent men zichzelf.

Doch waar rook is, is altijd ook tenminste een beetje vuur. De Volkskrant kan geen angst zaaien, als daar geen bodem voor is.

‘Rutte wil geen constitutioneel debat’, concludeert weer een andere hoge EU-ambtenaar. ‘Hij heeft gewoon een kruis gezet achter de woorden ‘solidariteit’ en ‘soevereiniteit’. Dan ben je snel uitgepraat in Brussel, want daar gaat het wel over.’”

Tja, zo is het dus en daarmee krijgt Dr Baudet gelijk: Europa is opgezet om de nationale staten in Europa af te breken en ze te vervangen door een Europees Rijk van continentale omvang. Een Europees Imperium. De grote droom van Hitler, Napoleon en Karel de Grote. Mooie voorbeelden zijn dat! Maar op die manier krijgen de Europese ‘elites’ weer voldoende munitie – straks letterlijk, trouwens – om zoals weleer in de wereld hun machtsspelletjes te gaan spelen.

Een volk dat hun plannen dwarszit, wordt dan al snel ‘een gif’. Waarbij maar in één klap wordt gevoegd dat die fameuze Nederwiet hen ook al niet goed zit.

Hoezo? Nederwiet zit hen niet goed? Waar bemoeien die eurocraten zich in hemelsnaam mee?

Het valt op hoe steeds weer sprake is van “hoge EU-ambtenaren”. Horen ambtenaren niet nederig hun mond te houden als iemand namens een democratisch verkozen parlement spreekt? Maar neen hoor: de dames en heren ambtenaren appreciëren de Nederlandse EU-haat niet. ‘Haat’? Wie kritisch staat tegenover de knoeierijen van Juncker en zijn geestesgenoten getuigt van ‘haat’? Als het alleen maar om een semantisch spelletje zou gaan… maar het is helaas bloedernstig.

En wat is dat voor antidemocratische onzin: “Een premier maakt in Brussel een compromis en overtuigt vervolgens zijn parlement”? Ogenblikje! In de democratische wereld werkt het niet op die manier. Daar gaat het namelijk omgekeerd: de premier voert uit wat het parlement hem heeft opgedragen. En dat parlement voert op zijn beurt uit wat de kiezer van dat parlement verwacht. Dat is democratie – niets anders.

Democratie is zeker niet een vriendenclub die zich in een cultureel labiele stad heeft genesteld om die overigens – en terloops – cultureel nog wat meer overhoop te zetten en vanuit haar duistere sanhedrins in dat Brussel haar wensen en verlangens aan de volkeren van Europa op te leggen.

Oh ja: het Europees parlement.

Een verzameling van nationaal uitgerangeerde politici, ‘vrienden van de vrienden’ – nietwaar Dehaene en co? – en lui die veel en veel te ver afstaan van de besognes van de modale burger om ook maar enigszins aanspraak te kunnen maken op de titel van “vertegenwoordiger”. Ze vertegewoordigen dus voornamelijk zichzelf én natuurlijk de dames en heren – ‘de vrienden’ – uit Eurocratië, die er een genoeglijk spelletje van hebben gemaakt om elkaar de loef af te steken in het vinden van methoden om de nationale soevereiniteit onderuit te halen.

Ja: die soevereiniteit!

Nooit of te nimmer heeft, in welk Europees land dan ook, de kiezer de kans gekregen om zich ten volle te vergewissen van wat Europa met zijn democratische vrijheid zinnens was en daarover een doordachte politieke stem uit kunnen brengen.

Op het ogenblik dat zulks in Nederland nota bene wel eens zou kunnen gaan gebeuren, is eurocratië Nederland beu. Hoezo? Màg de kiezer dan geen vragen stellen over Europa en de finaliteit ervan en is alleen eurocratië daarentegen gerechtigd om over de vrijheid – soevereiniteit gaat over vrijheid – in Brussel te oordelen en nog beslissingen te nemen ook? Is het dan een probleem dat Nederland zichzelf over Europa beraadt, dat men zich daarover in alle Europese hoofdsteden bezorgd moet maken?

Zo, zo!

Het is duidelijk dat de Europese maskers af beginnen vallen. Eurocratië heeft niks met democratie te maken – integendeel: het staat er lijnrecht tegenover en het zogeheten Europarlement is er voornamelijk voor de schijn. Voor de flem. Om de goedgelovige modale burger in Europa te misleiden. Zodat de dames en heren hun zinnetje kunnen doen, hun plannetjes uitvoeren en hun machtsdromen kunnen ten uitvoer leggen. Wie, zoals de sinds eeuwen om zijn vrijheidslievendheid en zijn kritische zin bekend staande Nederlander, zich niet willoos laat meevoeren naar de europese slachtbank van de democratie, sluit zichzelf uit de Europese vriendenclub.

Zo zit het dus.

Als Vlaming weet ik waar mijn sympathie ligt.

Ze ligt niet bij Eurocratië.

Jaak Peeters

Augustus 2012