Wat baten kaars en bril als de uil niet zien en wil…

Tine Soens, volksvertegenwoordiger voor SPA, is wellicht een menslievende dame, maar ze moet toch haar dossiers eens wat grondiger bekijken.

Ze trekt namelijk aan de alarmbel.

Wat er gebeurt?

Stel je voor: kinderen met studiebeurs slagen maar voor 38% in het hoger of universitair onderwijs. Kinderen zonder studiebeurs halen 52% slaagpercentage.

Soens is verontwaardigd: het kan toch niet dat het slaagpercentage van studenten afhangt van het inkomen van de ouders?

Die zit, nietwaar?

 

Zo’n zestig jaar geleden al – minstens – maakte Professor Jozef Nuttin een studie over de intelligentie van kinderen van binnenschippers. Wat hij constateerde? Dat deze kinderen gemiddeld een lager intelligentiepeil hadden dan kinderen uit de populatie aan de wal.

Hoe dat komt?

Dat komt omdat mensen die gemiddeld intelligenter zijn dan schippers niet gaan varen maar ander werk opzoeken. En omdat intelligentie in belangrijke mate erfelijk is en intelligente mensen dus gemiddeld intelligentere kinderen hebben, vind je bij binnenschipperskinderen lagere intelligentieniveaus.

Heeft dat iets van doen met het bevaren van binnenwateren? Natuurlijk niet.

Maar simpele erfelijkheidswetten doen er duidelijk wel toe.

Zo is het ook met die studiebeursaffaire.

Gemiddeld genomen zullen intelligente mensen meer verdienen en dus minder makkelijk een studiebeurs krijgen. Dat is ook redelijk. Maar terzelfdertijd zullen deze intelligentere mensen gemiddeld ook intelligentere kinderen hebben. Die zullen aan de universiteit ook makkelijker slagen.

Maar het omgekeerde geldt ook: kinderen vanuit minder intelligente en daarom ook meestal minder begoede milieus slagen minder.

 

Omdat voor de linkerzijde iedereen gelijk moet zijn, houdt men daar niet van deze simpele toepassing van de erfelijkheidswetten. En dus men alles op ‘kansarme kinderen’. Dat is op zich niet fout, maar je kunt met gelijkheidspolitiek de natuurlijke wetmatigheden niet veranderen.

 

Is dat het hele verhaal?

Natuurlijk niet. Ik ken een burgerlijk ingenieur, geslaagd in het leven. Zijn vader was arbeider met typisch socialistische opvattingen. Hij was werkman en zijn zoon moest dat ook maar worden. Maar zijn zoon was intelligent, koppig en een harde werker.

Wat betekent dat – opnieuw: gemiddeld – in minder gegoede middens vaak minder motiverend wordt opgetreden ten aanzien van schoolprestaties.

Maar de socialistische logica van Tine Soens houdt daar allemaal geen rekening mee. Volgens die logica is er een simpel verband tussen inkomen en slaagkansen op school. Nog één stapje en het inkomen is zowaar de oorzaak van het mislukken in de school.

Als Soens even in de wetenschap was gedoken, was ze op de studie van Prof. Nuttin gestoten en had ze de minister met rust kunnen laten.

Maar wat baten kaars en bril….

 

 

Jaak Peeters

Mei 2017