EU- chatcontrole? Een andere aanpak gewenst!

Vanmorgen (31/10/2025) deelde het VRT-ochtendnieuws de reactie van de organisatie Child Focus mee op het (voorlopig?) schrappen van het in door de EU in 2022 voorgestelde plan om alle online platvormen zoals Whatsapp te verplichten privégesprekken van gebruikers af te toetsen op zoek naar kindermisbruik en bij feiten die volgens hen op misbruik wijzen het gerecht te informeren.

Deze organisatie betreurt erg dat de algemene controle op internetverkeer, die door de EU gewenst wordt, niet op algehele instemming kan rekenen. Kindermisbruik is volgens deze organisatie een plaag die altijd maar uitdeint en daarom grondig moet aangepakt worden.

Niemand zal betwisten dat kinderporno hard moet aangepakt worden. En we weten allemaal dat er kindermisbruik is. Het is dus niet verkeerd om actie te ondernemen.

Terecht echter klinkt er scherpe kritiek op het invoeren van een controlesysteem zoals de EU dat op het oog heeft. Het grondprobleem is niet een kwestie van privacy zoals sommigen denken. Het gaat over de vraag of we mogen aanvaarden dat in principe iedereen als mogelijke misdadiger mag gezien worden. En of we dit soort misdaden niet eerder moeten trachten te voorkomen.

DE EU schept namelijk een bijzonder gevaarlijk precedent.

Als ‘men’ ons allemaal scant op mogelijk overtreden van de regels tegen kindermisbruik, dan kan diezelfde men ons allemaal systematisch controleren op misbruik van messen. Het met een mes steken is tegenwoordig namelijk ook een plaag. Zal men dan komen controleren hoe het zit met de messen in onze keuken?

Of zal men ons systematisch scannen op “racistische” uitingen? Een eveneens gevaarlijke handelwijze, gegeven het feit dat de EU meent dat er geen menselijke rassen bestaan – alsof de EU zich daarover uit te spreken heeft, want dat is een wetenschappelijke kwestie! – en dat wie toch in het bestaan van rassen wil geloven, een strafbare inbreuk pleegt op de officieel toegestane opvattingen. Zal het Vlaams Belang niet meer mogen zeggen dat een regering op de eerste plaats voor haar eigen bevolking moet zorgen, of straffe van “racisme”? Of zullen we niet langer “meisje” tegen een buurmeisje mogen zeggen, omdat zulks een inbreuk is op de gendergelijkheid?

Als we deze weg opgaan, hoever dan nog is het vooraleer we een heus ministerie van juist en waar gedrag door de strot geduwd krijgen: Orwells ministerie van waarheid? Als we een dergelijke situatie terecht komen, zijn we allemaal per definitie potentiële misdadigers, die door de staat vanzelfsprekend scherp moeten gecontroleerd worden. Dit alles in naam van de veiligheid van kinderen of van ‘de waarheid.’ Hoever staan we dan van de toestand dat wie over straat loopt per definitie gecontroleerd wordt op het bezit van een ‘steekwapen’ of dat iedereen een inventaris van de messen in de la van zijn keuken moet indienen – met het risico dat een controle op de juistheid van de inventaris uitloopt op een of andere vorm van bestraffing?

Kinderporno moet bestraft worden, dat is duidelijk. Maar dat kan niet door iederéén principieel als mogelijke misdadiger aan te wijzen.

Wat veel fundamenteler is, is dat we moeten streven naar een voorkomingsbeleid.

Het zou in het hoofd van een normaal mens gewoon niet mogen opkomen kinderen te misbruiken. Dat doet de vraag rijzen of er geen probleem van moraliteit en sociale verantwoordelijkheid is. Dit is een zaak van opvoeding tot maatschappelijke verantwoordelijkheid, waarbij de volwassenen als groep verantwoordelijk zijn voor “de kinderen van ons volk” zoals Anton Coolen ooit schreef.  Dit wil ook zeggen: de controleplicht moet bij de burger liggen, niet bij een ontastbare overheid en zeker niet bij een onpersoonlijke robot in een elektronische installatie.

Het gaat hier om een kwestie van cultuur en beschaving. Is onze samenleving niet al te veel verkruimeld in een maatschappij van allemaal egocentrische individuen die vooral met zichzelf bezig zijn en zich afkeren van hun morele en sociale plichten?

Hetgeen tegelijk de wel scherpe vraag stelt of het aan de EU is om zich met dit soort dingen bezig te houden. Het is niet aan een EU om zich met cultuur, sociale samenhang of de opvoeding tot verantwoordelijkheid in te laten. Tenzij men dan werkelijk àlle bestuurlijke taken van betekenis naar een ongenaakbare EU wil doorschuiven. Zo werd zopas bekend dat de talloze juristen van de Europese Commissie een nieuw stokpaardje hebben waarmee ze de inwoners van EU-lidstaten kunnen betuttelen: een tabaksverbod.

We dreigen in de vreselijkste dystopie terecht te komen die men zich kan voorstellen: de Big Brother is watching you maar beslist bovendien ook nog letterlijk over alles.

Neen, chatcontrole zoals de EU die voorstelt is een onding dat we moeten verwerpen, niet zozeer in naam van de privacy, maar uit bezorgdheid voor de ontmenselijkende uitholling van de persoonlijke verantwoordelijkheid van ieder volwassene.

Jaak Peeters

31/10/2025

De EU: terug naar de E.E.G.

De EU-oorlog tegen “racisme”.

In tegenstelling met wat de meeste mensen denken, is de EU echt niet alleen bezig met economische of politieke zaken. Zij voert niet alleen oorlog tegen Rusland (weliswaar onder enigszins bedekte vorm); zij is ook bezig met diep -héél diep in ons leven en in onze denkwereld in te grijpen.

Wie dat niet meteen wil geloven, wil ik hierbij even laten zien hoe die EU omgaat met wat in het

‘deugdenken’ racisme heet.

Het EU-verhaal over racisme

Verwijzend naar Artikel 4 van het VN-verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie[1] stelt de EU in haar toelichtingen, opgenomen in haar glossarium over racisme, onder meer:

“Racisme kan op veel manieren worden gedefinieerd. Hier wordt een brede, algemene definitie gebruikt om een gemeenschappelijke begrip van het concept te hebben. Er is echter een probleem omdat de term racisme het bestaan van verschillende rassen veronderstelt. Overweging(6) van Richtlijn200/43/EG (Richtlijn rassengelijkheid) stelt dat “de Europese Unie theorieën verwerpt die proberen het bestaan van afzonderlijke menselijke rassen vast te stellen.’”[2]

Hier valt toch wel een en ander aan op te merken!

Ten eerste: Racisme kan op vele manieren worden gedefinieerd, maar de EU gebruikt kennelijk een definitie die breed genoeg is om ruim van toepassing te zijn. De wetenschapper in mij steigert als hij zoiets leest. Een definitie die “gebruikt wordt om een gemeenschappelijk begrip van het concept te hebben”, is verdacht. Een definitie dient om te bepalen wanneer iets het geval is of niet het geval is. Een definitie dient om het algemene te vervangen door het specifieke, het scherp onderscheidende. Zeker in een materie waarover in de maatschappij zoveel te doen is, is zulks van groot belang.

Maar los daarvan moet altijd aan één essentiële eis worden voldaan: een definitie moet bij het begin van het debat duidelijk beschikbaar zijn.

Men zoekt in de aangehaalde EU-tekst vergeefs naar iets dergelijks.

Het valt op dat het VN -verdrag uitdrukkelijk over discriminatie spreekt, waarover maar weinig discussie bestaat zoals verderop uit deze tekst zal blijken. De te vage en ruime inhoud van het begrip racisme die de EU klaarblijkelijk hanteert, opent daarentegen te gemakkelijk de weg naar een politiek die verder gaat dan wat het VN-verdrag beoogt.

Ten tweede: Het is voor de EU kennelijk een probleem als iemand veronderstelt dat er verschillende mensenrassen bestaan. Dat betekent dat ik volgens de oekazes van de EU sommige dingen niet mag veronderstellen – ik zeg niet eens: ‘beweren’. Ik mag dus alleen maar veronderstellingen maken die overeenstemmen met de opvattingen die door de EU goedgekeurd werden. Zulke door de EU goedgekeurde onderstellingen zijn dus geen probleem.

Dat vraagt op zijn minst een wel heel diepgaande toelichting vanwege de EU. Dit alles grijpt namelijk in op mijn denkproces: sommige veronderstellingen mag ik niet maken. Dit is zeer ernstig, want het is een rechtstreekse inbreuk op het vrije denken.

Echter: wie veronderstelt dat er afzonderlijke mensenrassen bestaan, heeft daarmee helemaal niets gezegd over de waardering van die rassen. Hij veronderstelt alleen maar dat de menselijke soort bestaat uit verschillende rassen, daarmee stellend dat al die rassen samen tot de menselijke soort behoren. Het is het uitspreken van een mogelijk wetenschappelijk feit. Dat is alles.

Kan iemand uitleggen wat daar mis mee is, want de EU zelf doet dat niet? Zij zegt alleen dat ze de theorieën die het bestaan van menselijke rassen trachten aan te tonen, verwerpt. Ze mag dat voor zichzelf doen – maar mag zulks niet als eis stellen voor het kritische denken.

Stel dat ik bioloog ben en me heb voorgenomen om precies dat te bewijzen wat de EU afwijst. Moet ik dan mijn wetenschappelijk onderzoek stopzetten? Is het de taak van EU-politiek te bepalen wat wetenschappers mogen onderzoeken?

EU-strafrecht

In haar “Kaderbesluit betreffende de bestrijding van bepaalde vormen en uitingen van racisme en vreemdelingenhaat door middel van het strafrecht”[3] staat onder meer dit: “Bepaalde ernstige uitingen van racisme en vreemdelingenhaat moeten in alle EU-landen strafbaar worden gesteld door middel van doeltreffende, evenredige en afschrikkende gevangenisstraffen.

Dit Kaderbesluit geldt voor alle misdrijven die worden gepleegd:

  • op het grondgebied van de Europese Unie,inclusief via informatiesystemen.
  • door onderdanen van een EU-land of voor rekening van een rechtspersoon met vestigingsplaats in een EU-land. In dit verband voorziet het Kaderbesluit in criteria voor de vaststelling van de aansprakelijkheid van rechtspersonen.”

Hier vallen weerom opmerkingen te maken.

De eerste is: De EU werkt hier nog steeds met die wel zeer vage definitie van racisme. Met een dergelijke vage definitie kan de aangekondigde bestraffing alle kanten op. Hierdoor wordt de EU bepaald een gevaar voor de modale burger, die elke dag weer opnieuw goed op zijn tellen moet letten, want hij is zo ongeveer een permanent verdachte.

Ten tweede: Er is hier uitdrukkelijk sprake over “inclusief informatiesystemen”. Kennelijk waren de de EU -bonzen al in 2008 bezig met het verzinnen van controlesystemen of systemen van toezicht op volgens hen foute uitingen door burgers en dit voornamelijk op de sociale media. We weten dus nu waar de Chatcontrole vandaan komt…

Ten derde:  We kunnen met slechts weinig verbeelding veronderstellen wat er in het achterhoofd van de betrokken dames en heren gaande was, toen zij de zogeheten Digital Services Act invoerden – zogenaamd om de veiligheid te waarborgen. Daarbij zijn namelijk ook uitdrukkelijk publicaties bedoeld en die kunnen alleen onveilig zijn als ze ingaan tegen de regels van de EU, zoals die over racisme.

Rassen? Laat ons eens redelijk wezen!

Het is altijd interessant om te raden te gaan bij de geschriften van grote geesten. In het geval van de variabiliteit van levende soorten kan Charles Darwin niet worden uitgesloten. In zijn  beroemde “Het ontstaan van soorten”[4] wijdt Darwin een heel hoofdstuk over de individuele verschillen tussen de leden van één soort. “ Niemand verwacht dat alle individuen van dezelfde soort precies dezelfde gietvorm hebben. Deze individuele verschillen zijn voor ons echter van het grootste belang, want ze zijn overgeërfd en iedereen moet ze kennen. Ze vormen dus het materiaal waarop natuurlijke selectie van invloed is en dat deze accumuleert, op dezelfde manier als de mens individuele verschillen bij gedomesticeerde planten en dieren in een bepaalde richting opeenstapelt.”[5]

Laten we ons richten naar de laatste zin, waarin Darwin het heeft over de individuele verschillen die de mens “in een bepaalde richting opeenstapelt”.  Zo schiep de mens het Brabants trekpaard en de Arabische volbloed, beide zeer gewaardeerde paardenrassen. Rassen, wel degelijk, maar ze zijn even zeker deel van de soort die we paarden noemen.

Wat Darwin ons leert, is dat het voorkomen van natuurlijke variatie in de chromosomale basis van levende soorten tegelijk de bodem is waarop de variaties binnen wat we soorten noemen zich kunnen vestigen. Darwin leert verder dat die variatie onafgebroken doorgaat en dat dus het proces dat tot selecties leidt ook doorgaat. Bovendien vindt dat proces op een natuurlijke wijze plaats, dus ook zonder bewust beoogde tussenkomst.

Laat ons dat alles nu even toepassen op de geschiedenis van de menselijke soort.

Sinds aeonen leven er mensen in de hitte van Afrika. De levensomstandigheden hebben, helemaal de regels van Darwin volgend, tot gevolg gehad dat de mensen in die warme streken een van nature donkere huid hebben ontwikkeld, want die gaf in de omstandigheden vanwege de pigmentatie meer overlevingskansen. Wij, in Europa, noemen die mensen heel terecht ‘negers’ – van het Latijnse ‘niger’ dat ‘zwart’ betekent.

Alles laat vermoeden dat de zwarte huidskleur zich in Afrika zal bestendigen. Dan krijgen we de toepassing van de definitie van Harray Shapiro in het begin van vorige eeuw: een ras is een etiket voor een geheel van genetische kenmerken die in een populatie worden doorgegeven.

Stel dat Afrika plots kouder zou worden: dan is het denkbaar dat de huidige zwarte afrikaan zal opgevolgd worden door een minder zwart type.

Werd er hierbij iets verkeerds gezegd? Hebben we iemand beledigd? Neen: we hebben gewoon de regels die Darwin voor ons uitschreef toegepast. We hebben uitgelegd hoe een ras ontstaat.

Hiermee hebben we tegelijk de duidelijke definitie waarvan het ontbreken in de EU-teksten hiervoor voorwerp van kritiek was: een etiket dat de genetische vormgeving aanwijst.

Maar stel je de reacties voor van een chatcontroleur, die leest dat iemand spreekt over een “zwart mensenras”, terwijl er volgens de EU-teksten geen menseijke rassen (mogen) bestaan.

Racisme en discriminatie: een wetenschappelijke en morele kwestie

Niet het aannemen dat er verschillende menselijke rassen bestaan is het probleem. Het probleem is dat rasverschillen in de geschiedenis gebruikt werden om mensengroepen uit te buiten.

Alleen: dat is niet specifiek en uitsluitend voor het verschijnsel ras. Mark Nelissen maakt deze opmerking in zijn boek De bril van Darwin, als hij het onderscheid tussen rassen vergelijkt met het onderscheid in rijkdom: als rijken hun rijkdom gebruiken om zich boven armen te verhefffen, doen ze hetzelfde als mensen die hun eigen raskenmerken gebruiken om zichzelf boven anderen te verheffen.[6]

Wat rijken die zich verheffen boven armen doen, is een vorm van discriminatie, want zij schrijven zichzelf rechten toe die ze aan armen ontzeggen.

Op het fenomeen van het voorkomen van rassen toegepast wil dat zeggen dat het hanteren van het rasbegrip op zich niet verkeerd kan zijn, maar alleen een probleem kan zijn als dat begrip verbonden wordt met discriminatoir gedrag. Het principe moet zijn dat alle mensen, ongeacht hun raskenmerken, behoren tot de menselijke soort en bijgevolg alle rechten en plichten hebben die aan die soort toekomen.

De EU gaat te ver

Als de EU die theorieën verwerpt die het bestaan van menselijke rassen willen bewijzen, dan flatert ze tegen een correct wetenschappelijk denken.

Veel belangrijker en fundamenteler is dat de EU een streep trekt door het vrije wetenschappelijk denken, omdat ze wetenschappelijke theorieën strafbaar stelt. Ze maakt geen onderscheid tussen haar politieke taak en de taak van de wetenschap.

Daarmee schaart ze zich in het gezelschap van de Christelijke inquisitie, die bijv. Galileo in 1633 veroordeelde als ketter, omdat hij de kerkelijke beschrijving van de kosmos verwierp. Of in het gezelschap van de Islamtische kerkgeleerden vandaag, die vinden dat ze het recht hebben iemand ter dood te brengen omdat die hun opvattingen niet wil delen.

Er wordt van verschillende zijden terecht kritiek geuit op de ziekelijke – zo mag het wel heten – bemoeizucht van de EU, die zichzelf heeft wijsgemaakt dat zijzelf de enigen zijn die het recht hebben om de waarheid te spreken en die bijgevolg het recht hebben om anderen te commanderen. Die toestand doet vervaarlijk veel denken aan de opmerkingen van Mark Nelissen hierboven.

Hier komt een fundamentele weeffout in de constructie van de EU voor de dag: de installatie van een instituut dat alle rechten naar zich toetrekt, zich met alles bemoeit en alles en iedereen – inclusief de staten – denkt te mogen kapittelen als die niet in de door haarzelf omschreven pas lopen.[7]

Denken we eens verder aan die zaak van de strijd tegen het racisme. Dat levert een toch wel opmerkelijke bedenking op: alle lidstaten van de EU hebben het VN-verdrag tegen racisme en vreemdelingenhaat onderschreven – inclusief de verplichting om concrete maatregelen te nemen. Waarom moet een EU daar bovenop nog eens extra-regels opleggen? Die extra-regels zijn volstrekt overbodig. Ze zijn veeleer een uiting van de valse of achterbakse bedoelingen van de EU. Men kan immers maar één reden verzinnen waarom de EU zich met zo deze zaak bemoeit: machtsusurpatie. Oftewel: alles aangrijpen om haar greep op de lidstaten te vergroten.

Om een lang verhaal heel kort te maken: de EU zou er best aan doen zichzelf om te vormen tot een moderne versie van de oude, succesvolle Europese Economische Gemeenschap en de rest te laten voor wat het is.

Maar de heren en dames hebben gedroomd van een Europese wereldmacht, die bovendien een groot deel van dat Europa dat ze zeggen te vertegenwoordigen, tot doodsvijand hebben verklaard: Rusland, en waartegen ze nu ons te wapen willen roepen.

Jaak Peeters

Oktober 2025

(Dit is een licht aangepaste versie van een tekst die heel recent verscheen in www.dwarsliggers.eu)


[1] https://www.ohchr.org/en/instruments-mechanisms/instruments/international-convention-elimination-all-forms-racial. Het VN-verdrag neemt uitdrukkelijk de rassendiscriminatie uit de koloniale tijd op in zijn beschouwingen.

[2] https://home-affairs.ec.europa.eu/networks/european-migration-network-emn/emn-asylum-and-migration-glossary/glossary/racism_en

[3] Kaderbesluit 2008/913/JBZ van de Raad van 28 november 2008

[4] Ik gebruik de recente vertaling door R. Rook in de uitgave van 2001 (Atlas). Originele titel: The Origin of Species by Means of Natural Selection.

[5] Charles Darwin, o.c. in vertaling, blz. 62.

[6] Mark Nelissen. De bril van Darwin. Op zoek naar de wortels van ons gedrag. Lannoo, 2000, blz. 333.

[7] Zo bemoeit de EU zich ook met de genderproblematiek: https://commission.europa.eu/strategy-and-policy/policies/justice-and-fundamental-rights/gender-equality/gender-equality-strategy_en en

https://commission.europa.eu/topics/justice-and-fundamental-rights/equality-and-inclusion-key-actions/actions-lgbtiq-equality_nl