Geen gezwets, maar sluw anti-Vlaams amadisme

Op pad doorheen België

 

In Samenleving en Politiek van februari 2020 verscheen een stuk van de hand van Jessika Soors. Soors is arabiste en islamkundige, is werkzaam aan de Katholieke Universiteit van Leuven en werd onlangs verkozen tot volksvertegenwoordiger voor ‘Groen’.

Soors is met een Waalse partijgenoot op pad geweest doorheen Belgie. Wat ze heeft ontdekt? Dat Vlamingen en Walen veel meer gemeen hebben dan ze verschillen. Ze is tot de overtuiging gekomen dat Vlaamse politici de Vlaamse identiteit opkloppen door die te verpakken in allerlei tegenstellngen: Vlamingen versus nieuwkomers, Vlamingen versus Walen en enzovoorts. Volgens Soors proberen Vlaamse politici ‘andere socio-economische identiteiten’ te negeren.

Volgens haar draait het politieke debat rond frames. Ze haalt het verhaal over het “venster van Overton” voor de dag: een geheel van aanvaardbaar geachte ideeën, waarlangs de werkelijkheid beoordeeld wordt. Dat venster is, volgens Soors, in Vlaanderen gestempeld door wat zij een rechts en nationalistisch discours noemt. Tegelijk verklapt ze een fenomeen dat in deze blog – en elders – al wel vaker op de korrel werd genomen: het postmodernistisch geknoei met feiten en meningen. Dat frame, dat venster van Overton dus, bevat bijvoorbeeld ook de gedachte dat “ons land” niet werkt. Hoewel de mensen geen voorstander zijn van Vlaamse onafhankelijkheid, bestaat volgens Soors het gevaar dat dit frame toch de beslissende perceptie zal zijn.

Wat de ‘progressieve’ partijen dan moeten doen? Een ander venster doen postvatten. Mensen doen geloven in een ànder verhaal dan ze vernemen van de vermaledijde rechtse en nationalistische partijen. Ze mikt op de Vlaamse nationalistische partijen, niet de partijen die een Belgisch nationalisme voorstaan. Alsof dat niet opvalt!

De Vlaamse identiteit is volgens haar dus veeleer een frame, een venster, geen echte werkelijkheid – of alleszins te zwak om politiek bepalend te mogen zijn. Identiteit mag niet door cultuur worden bepaald.

 

Gefundenes Fressen

 

Punt één. “Vlamingen en Walen hebben veel meer gemeen dan ze van elkaar verschillen.” Ik kan er me maar niet tegen verzetten: Pan Troglodytes, oftewel de Chimpansee, heeft een DNA-patrimonium dat voor 98,4 % gelijk is aan dat van de mens. Massief veel méér overeenkomst dan verschil dus. Wat is dan de conclusie? Wat is de waarde van dit soort ‘argumenten’?

 

Punt twee. Ze is er na haar rondreis door “ons land” – is dàt al niet een framing? – van overtuigd geraakt dat de Vlaamse politici zich te buiten gaan aan het opkloppen van tegenstellingen die volgens haar of onbestaande zijn, of onbelangrijk. Vlaamse politici? Doen de Waalse dat dan niet? Het is mogelijk dat de Waalse politici allemaal brave doetjes zijn. Alleen mag mevrouw Soors me niet vragen dat ik dat nog geloof ook. Maar waarom dan alleen kritiek uiten op Vlaamse politici? Komt het gevaar dan alleen uit Vlaanderen? Is dat niet hoogst vreemd?

 

Punt drie. Soors meent te hebben gemerkt dat Vlaamse politici – vermits de Waalse niet in haar vizier liggen – “de andere socio-economische identiteiten” achterwege laten.

Daar passen twee antwoorden op.

Ten eerste: ik dacht dat vanuit Vlaanderen zowat élke dag ingehakt wordt op de travaillistische – of marxistische – inspiratie van de Waalse politiek. Iedereen weet intussen dat precies dit verschil in socio-economische visie de ware reden is waarom er nog altijd geen Belgische regering is. Magnette wordt opgezweept door de communisten die zijn PS danig op de hielen zitten. Zou mevrouw Soors nu écht zelf geloven wat ze schrijft?

Ten tweede: uit echte wetenschappelijke studies – ik verwijs naar het lange artikel van Harry van Velthoven in Wetenschappelijke Tijdingen nr 1 van 2018 – blijkt dat de ‘progressieve beweging’ altijd al een zeer ambivalente houding heeft gehad tegenover de Vlaamse ontvoogding. Zo werd de IJzerbedevaart vanuit die hoek vaak verweten te rechts en te katholiek te zijn. Maar dat was voornamelijk zo omdat links daar zélf manifest afwezig bleef. Dat werd haar vaak voor de voeten geworpen, maar links bewoog geen vin.

Deze ambivalentie bestaat nog steeds. Getuige hiervan is de cursieve kadertekst in het hoger genoemde tijdschrift Samenleving en Politiek, ook in het nummer van februari 2020: “Voor Vlaams-nationalisten is het bij de volgende verkiezingen erop of eronder wat hun onafhankelijkheidsstreven betreft. Laten we als socialisten en democraten de handschoen opnemen, en het separatisme confronteren met een wervend Belgisch democratisch project.” Waarover dat democratisch project dan gaat? Over sociaal-economische kwesties, die volgens Soors door Vlaamse nationalisten verwaarloosd worden. Het is alsof ik de Amadezen van 1968 weer aan het woord hoor.

 

Punt vier. Soors denkt haar verhaal een wetenschappelijk karakter te geven door het te voorzien van verwijzingen naar studies. Jammer genoeg komen die studies allemaal uit dezelfde ‘progressieve’ hoek: Knack – waarvan de hoofdredacteur vindt dat de Vlamingen van nature racisten zijn -, De Morgen, De Standaard en de Amerikaanse Martha Nussbaum, dat geen wetenschapper is, maar een filsofofe, behorend tot de Amerikaanse felle linkerzijde. Ik heb altijd geleerd dat wie zijn stelling gewicht wil geven zo breed mogelijke steun moet gaan zoeken, bij medestanders en bij andersdenkenden.

Veel erger is dat Soors ons niet kan uitleggen welke vragen zij aan haar respondenten heeft gesteld. Stel dat iemand je vraagt of je België wil splitsen. De overgrote meerderheid zal “neen” antwoorden. Maar stel dat de vraag luidt: “wil je tot in de eeuwigheid elk jaar 12 miljard van Vlaanderen naar Wallonië overdragen?”, dan wil ik het antwoord wel eens zien. Een goed onderzoek vereist uitgeschreven onderzoekscondities, zodat een ander onderzoeker hetzelfde onderzoek kan repliceren. Zodoende overtuigt Soors’ ‘wetenschappelijkheid’ van geen kanten.

 

Framing

 

Punt vijf. Dat is het interessantste en er is ook het meeste over te vertellen. Het gaat om die fameuze framing. In normale mensentaal wil dat zeggen dat het gedrag van mensen bepaald wordt door perceptie en niet door de feiten. Bij Soors wordt dat veel meer dan een simpel wetenschappelijk bevestigd feit. Bij Soors is precies die perceptie het doel van politieke actie geworden.

Dat politici stemmen trachten te winnen lijkt me de essentie van het politeke spel zelf. Maar ik heb problemen met de technieken die daarvoor worden gehanteerd.

Ik ben namelijk van oordeel dat de perceptie zo goed mogelijk aan de feiten moet beantwoorden. Anders volgen er geheid verkeerde beslissingen. Om die feiten te kennen is correct gevoerd onderzoek nodig, openheid voor de feiten en een eerlijke weergave ervan in de openbare media. Dat lijkt me een hele klus.

Maar voor Soors en haar geestesgenoten liggen de zaken anders. Niet de feiten moeten de perceptie dicteren, maar de perceptie moet de werkelijkheid scheppen: een eigen, virtuele werkelijkheid die vervolgens het gedrag richting geeft.

Als dat framen de methodiek van de ‘Groenen’ is, kan ik niet anders dan hun optreden inzake klimaatverandering met groot wantrouwen te bejegenen.

 

Het is interessant eraan te herinneren dat Michel Foucault schreef – ik zijn Les mots et les choses, geloof ik – dat elk discours altijd met macht gepaard gaat. Maatschappelijke discussie is tegelijk de spanning tussen machtsverhoudingen.

Anders dus dan Soors wil doen voorkomen is haar optreden bijgevolg tegelijk een machtstreven. De linkerzijde wil de macht overnemen van de rechterzijde. Daarvoor wil zij aan framing doen.

Ik kom daar zo dadelijk nog even op terug, want daar zit een staartje aan vast.

 

Soors voert een regelrechte aanval op de nationalistische stromingen in Vlaanderen uit. Niet in Wallonië, want daar wil men uiteraard niet splitsen. Hetgeen uitlegt waarom Soors de Vlaamse politiek op de korrel neemt.

Spijtig voor haar, maar het verhaal dat ze ophangt is nogal simplistisch. Wie wil er nu een land splitsen voor de grap? Voor het plezier van het splitsen?

Soors zou wat overtuigender zijn als ze zou erkennen dat talloze staten ontstaan zijn door separatisme, dit is: uittreding of afscheiding. Voorbeelden: zie de Sovjet-Unie; Tsjecho-Slowakije, Joegoslavië, alles alleen al recent in Europa. En een ietsje vroeger: de scheiding van Noorwegen en Zweden. Of de afscheiding van België – maar kennelijk komt die niet in discussie.

Afscheiding voert men door omdat men hoopt op de manier van sommige problemen voorgoed verlost te zijn. Het is een oude politieke techniek. De problemen die men hoopt op te lossen hebben vaak te maken met socio-economische onderwerpen – waarvan Soors vreemd genoeg beweert dat die door Vlaamse politici onder de mat worden geveegd.

 

Het is allemaal doorzichtig, maar het gaat dan ook slechts om het scheppen van een perceptie.

 

Punt zes. Volgens Soors zou (Vlaamse) cultuur niet identiteitsbepalend mogen zijn. Voor een Islamkundige is dat een hoogst vreemde uitspraak. Ik vermoed dat ze wel beter weet, en als dat vermoeden juist is, is Soors onoprecht.

Maar dan komt het pas: mensenrechten zouden veel beter kunnen dienen om de menselijke identiteit te bepalen dan cultuur.

Oh ja? Mensenrechten ziijn per definitie universeel (al denken de Chinezen daar anders over). Als die mensenrechten onze identiteit moeten bepalen en niet cultuur, dan heeft dat toch wel nare gevolgen.

Ten eerste zouden alle mensen dan dezelfde identiteit bezitten. Mijn identiteit wordt ook bepaald door mijn familiale banden. Moeten die dan weg? Mijn identiteit is ook streekgebonden. Moeten dat dan ook verdwijnen? Welke dystopie moet hieruit voortkomen?

Ten tweede: beseft Soors ook dat het uitwissen of irrelevant maken van de Vlaamse culturele identiteit neerkomt op etnocide? Waar haalt men met zulke gedachten het vaak door ‘Groen’ getoonde zelfbeeld van morele superioriteit vandaan?

Ten derde: welke houding neemt Soors aan tegenover de culturele identiteiten die zij beter kent dan ik: de Islamitische?

Als die Vlaamse cultuur het probleem vormt, betekent dat weinig anders dan dat die cultuur wel degelijk beslissend is, anders hoef je hem niet af te schaffen. En dus geeft Soors de Vlaamse politici die dit cultuurverschil als politiek element hanteren eigenlijk gelijk!

 

Sfeerschepping

 

Ik kom nu tot mijn eerder aangekondigde staartje.

 

In Het Laatste Nieuws verscheen een artikel waarin te lezen stond wat de leasingwagens van de leden van de Vlaamse Regering kosten. Uiteraard gaf dit aanleiding tot een hoop veelal cafétoogpraatachtige commentaren, in de zin van: ze moesten ze allemaal een Dacia geven

Dit soort artikelen nu is een voorbeeld van framing. Ze scheppen een sfeertje en in dit geval zelfs een stinkend. Eentje dat de antipolitiek voedt bovendien. Want hoeveel directiewagens rijden er in Vlaanderen rond? Tienduizend? Hoeveel daarvan behoren tot de dure Duitse merken? Laat ons aannemen: 8000 dure directiewagens, die ook allemaal geleast worden.

Van een op feiten georiënteerde reporter zou ik verwachten dat hij de lijst van ministeriële directiewagens naast die 8000 andere wagens plaatst. In dat geval zou ikzelf wellicht nog altijd hebben gezegd: is dat nodig, zo’n dure wagens? Maar kennelijk had de redactie andere bedoelingen. Het kwam erop aan, helemaal in het spoor van de moderne Amadezen, om de Vlaamse Regering in discrediet te brengen, àls regering en omdàt ze Vlaams is.

Het gaat dus om het scheppen dus van een anti-Vlaamse perceptie. Het is een fenomeen dat je tegenwoordig wel heel vaak tegenkomt. Pure framing.

 

Waar vindt zoiets zijn oorsprong? Onder meer bij lieden als Soors! In de mate namelijk dat journalisten hun mosterd uit dat vat halen, wordt de hele maatschappij overstag getrokken.

 

Epiloog

 

Ik vind dat we er beter aan doen de normale regels van het wetenschappelijk bedrijf, de voorrang voor de feiten en de eerlijkheid in de communicatie in te volgen. Wie denkt dat een democratie kan draaien op framing of op het mismeesteren van de informatieverstrekking, moet inzien dat hij of zij de maatschappij overhoop zet. Het eerste slachtoffer daarvan is de democratie zelf.

Er zijn feiten en er zijn verschillen in de opvattingen tussen Vlaanderen en Wallonië. En er bestààt een Vlaamse cultuur – al mag die best wat opgekrikt worden. Laat ons dat gewoon aanvaarden als een vertrekpunt bij de discussies. Het gaat niet alleen over ‘hebben’, maar ook over ‘zijn’, en die hangen samen. Een echte sociale beweging heeft ook dan nog bergen werk.

 

Soors’ vertelling is jammer genoeg geen onschuldig politiek gezwets. Daar is ze te verstandig voor. Bij ‘Groen’ is de linkse ambivalentie tegenover de Vlaamse ontvoogding omgeslagen in militante vijandigheid. De Vlaamse identiteit màg gewoon niet doorslaggevend zijn, want dan zouden de volgens hààr belangrijke sociaal-economische thema’s – die ze verwaarloosd acht – nog meer op de achtergrond raken. Daarom, zo vermoed ik, pleit ‘Groen’ zo fel voor de multiculturele maatschappij, want die verzwakt de Vlaamse culturele identiteit. Ondanks schone schijn en hun vaak inquisitie-achtig gedrag willen zij de gedachten van de modale Vlaming in Belgische en materialistische zin oriënteren. En progressief? Dat blijkt slechts reactionair belgicisme en enggeestig materialisme te zijn.

Ik zie heus niet zoveel verschil meer met de strijdkreten van Amada, onzaliger gedachtenis.

 

Maar misschien moet ik nog het meest van al kwijt dat die oude Katholieke Alma Mater van Leuven, ooit een van de centra van Vlaanderens economische en culturele heropstanding, nu kennelijk weer een kweekvijver is geworden van lieden die de uitgroei van dit volk aan de Noordzee tot een volwaardige natie niet goed gezind zijn.

 

In ieder geval roept Soors’ verhaal het idee op van een hedendaagse versie van de mars door de instellingen.

 

Jaak Peeters

Februari 2020