Het covid-Wintermanifest nader bezien

Een Wintermanifest

Op 30 december 2021 verscheen het inmiddels bekende “Wintermanifest voor een duurzaam pandemiebeleid.”[1]

In een korte inleiding zeggen de auteurs dat wat in 2020 leek te beginnen als een sprint, een marathon (is) geworden waar niemand op voorbereid was en die gaandeweg zowat al onze zekerheden op de helling heeft gezet. De manier waarop werd ingegrepen op zowel het bredere maatschappelijke weefsel als op ons meest intieme persoonlijke bestaan heeft voor veel frustratie en ongenoegen gezorgd. Grondige bezinning dringt zich op. ‘Dit document wil met de blik op de toekomst aanzetten tot reflectie over de aanpak van deze pandemie en mogelijke toekomstige crisissen.’

De auteurs, die verklaren geen proces van het verleden te willen maken, schuiven een aantal basisprincipes naar voren waarop een zowel wetenschappelijk als maatschappelijk verantwoord pandemiebeleid zou moeten steunen. Bij uitbreiding zien zij dit ook als een aanzet tot het nadenken over een verantwoord crisisbeleid in het algemeen.

Vanuit een “dissectie” van het feitelijk gevoerde Covid-beleid leggen de auteurs de vinger op vijf problemen:

1) Het ontbreken van een duurzame langetermijnvisie, dit wil zeggen: niet alles inzetten op het zo snel mogelijk indammen van de pandemie, zonder voldoende oog voor langeretermijneffecten en psychische en maatschappelijke nevenschade.

2) Het ontstaan van tunnelvisie en groepsdenken: de visie dat de pandemie gemanaged kan worden als een puur virologisch en/of epidemiologisch probleem, heeft geleid tot een oververtegenwoordiging en dominantie van deze twee expertises in de COVID-raden en -commissies. 

3) Een onwenselijke verstrengeling van wetenschap en ethische keuzes: wetenschappelijke adviezen zijn gekleurd door persoonlijke ethische voorkeuren.

4) Een gebrek aan transparantie, geloofwaardigheid en vertrouwen: ondanks een aantal verdienstelijke inspanningen is er nog heel wat ruimte om de transparantie van de besluitvorming te verhogen, zowel bij de uitvoerende macht als bij de adviserende organen. De politieke besluitvorming lijkt soms op een soort koehandel, met minimale transparantie rond de manier waarop de beslissingen zijn bereikt en gemotiveerd. Het parlement lag en ligt nog steeds op apegapen.

5) De media als amplificator van vele van deze problemen: het is en was de rol van de media om bovenstaande problemen bloot te leggen en aan de kaak te stellen. Al verdienen bepaalde journalisten en media lof voor hun bijdragen hieraan, in het algemeen is dit onvoldoende gebeurd. De media, die zelf worstelen met de onzekerheid, treden vaak op als versterker van irrationele angstgevoelens door individuele gevallen selectief uit te vergroten.

Op de vraag hoe een duurzaam pandemiebeleid zo te organiseren dat de hoger genoemde problemen zoveel mogelijk vermeden worden, zien de auteurs geen pasklaar antwoord. Maar na hun analyse stellen zijn vijf basisprincipes voor:

  1. Doelgerichtheid op een meerjarensperspectief, dat vooruitkijkt naar wat er bij een volgend feit in alle sectoren moet gebeuren.
  2. Transparantie, tegensprekelijkheid, deontologie en effectieve communicatie. Vier voor zich sprekende principes.
  3. Beslissingen moeten op een goed vooronderzoek van de schade zijn gebaseerd. Die schade moet dan eerst in beeld gebracht worden door een brede waaier aan experts.
  4. Respect voor de grondbeginselen van de democratische staat: vrijheid van meningsuiting, respect voor bewegingsvrijheid, respect voor de rechten van het onderwijs en, uiteindelijk: voor de rechten van de mens.
  5. Aandacht voor de impact van sociaal-economische en maatschappelijke kwetsbaarheid. Het wordt steeds duidelijker dat zowel de ziekte zelf als de genomen maatregelen de socio-economisch zwakkere groepen disproportioneel treffen: hun vaak zwakke gezondheid zorgt voor een verhoogd ziekterisico; ze zijn dikwijls slecht behuisd en hebben een sociaal netwerk met beperktere slagkracht, waardoor lockdowns veel zwaarder wegen met vaak gezinsproblematiek tot gevolg.

Reactie van virologen

Het was voorspelbaar dat er vanuit de hoek van de virologen zou gereageerd worden.

Die reacties vallen in twee groepen uiteen.

De eerste wordt verwoord door Erika Vlieghe[2].

Onder de titel:”Wij ivorentorenvirologen? Informeer u over wat we gedaan hebben!”, laat Vlieghe er geen twijfel over bestaan dat het Wintermanifest bij haar in een verkeerd keelgat is geschoten. Ze stelt dat als de opstellers van het Wintermanifest de invoering van zoiets als een coronabarometer op het oog hadden, de toon van het manifest daar haaks op staat. Ze stoort zich erg aan de toon van het manifest. “Dat de hakbijl tijdens de eerste lockdown misschien te bot was, kan ik aanvaarden. Maar niet dat we geen rekening houden met de jongeren. Bij alle overlegmomenten over het onderwijs zitten vertegenwoordigers van de leerlingen of het kindercommissariaat.” “Academische ondertekenaars van het manifest, zoals Wouter Duyck, verwijten ons te weinig rekening te houden met de geestelijke gezondheid. Maar we hebben met de expertengroep GEMS tien lijvige rapporten opgesteld waarin we alle beschikbare data, van zelfmoordcijfers tot gegevens over het welbevinden op het werk, gecompileerd hebben, om op basis van cijfers de juiste beslissingen te kunnen nemen. Als je dan van mensen die dergelijke cijfers niet aanbrachten te horen krijgt dat wij amateurs zijn, vind ik dat niet correct.” Op de vraag of uiteindelijk niet de zwakkeren in de maatschappij – bedoeld zijn ook de kinderen – het kind van de rekening worden, antwoordt Vlieghe: “Daarom vragen wij al een jaar een betere ventilatie in de scholen, zodat ze minder snel dicht moeten. Dat krijgt nog altijd onvoldoende aandacht. Er worden te weinig impulsen voor gegeven.”

Op de vraag of sommige experts zichzelf niet al te graag bezig zien op de televisie en soms beter wat meer zouden zwijgen, antwoordt Vlieghe: “Dat is misschien wel een probleem, ja. Ik pleit ook voor wat terughoudendheid. Ik probeer op mijn woorden te letten, maar soms is het nodig dat we ons uitspreken.”

“Toen we in september waarschuwden voor een nieuwe golf, zei Open VLD-voorzitter Egbert Lachaert dat we last hadden van verlatingsangst. Volgens N-VA-voorzitter Bart De Wever werd Vlaanderen gegijzeld door de experts.”

“Dan voel ik me geroepen de puntjes op de i te zetten. We hebben alle voorzitters van de Vlaamse politieke partijen – met uitzondering van het Vlaams Belang – de tien punten waarop het nog fout kon lopen, gemaild. We hebben geen reactie gekregen, maar het werd wel een heel zware golf. Waren wij dan alarmistisch?”

De tweede reactie komt van Marc Van Ranst[3].

Stellend dat de auteurs van het Wintermanifest de pseudowetenschap tot op het hoogste niveau tillen, zegt hij voorts: ik ken geen viroloog die maatregelen wil aanhouden als het niet meer nodig is.

Van Ranst, die zegt persoonlijk niet van een gebrek aan visibiliteit te klagen te hebben, beweert dat de corona-aanpak wel degelijk multidisciplinair bekeken wordt. “Maar iets breed bekijken betekent niet dat het veel nut heeft om een kerkjurist uit te nodigen voor een debat over vaccinatieplicht.’’ “Dit is een democratie en alle partijen mogen mensen uitkiezen die zij willen. Maar het is wel interessant om te zien welke partijen welke “experts” naar voren schuiven. Bijkbaar zien sommigen meer heil in Harry Pottergeneeskunde dan in wetenschap. En op die manier geeft men pseudowetenschap een platform tot op het hoogste politieke niveau en daar stel ik me vragen bij”.

Wat te denken over deze virologenreacties?

Enkele opmerkingen vooraf.

Ter verontschuldigng van de virologen – dit klinkt als de aankondiging van kritiek op hun houding, en dat is het deels ook echt – moeten we erkennen dat Covid einde 2019 – begin 2020 een grotendeels onbekende ziekte was, in tegenstelling tot de bekende griep. De hele medische en paramedische wereld is zich bovendien bewust van de mogelijkheid dat er ooit een killervirus op de mensheid zal toeslaan. Toen de Chinezen nogal zwijgzaam bleken bij de uitbraak van de eerste coronabesmetting in Wuhan, was er dus reden tot diepe ongerustheid. De massale “oefeningen” zoals die door de John Hopkinsuniversiteit werden georganiseerd, en die bedoeld waren om zoals bij een brandweeroefening uit te zoeken wat iedereen zou moeten doen als de ramp zich echt voordoet, waren niet van aard de gemoedsrust te herstellen.

Het past dan te aanvaarden dat virologen en aanverwanten zich in een dergelijke situatie als eersten aangesproken voelen en in actie treden[4].

Dan de reactie van de virologen zelf.

Toch moeten de reacties van Vlieghe en Van Ranst even de rooster op.

Vooreerst is het onfatsoenlijk dat alle politieke partijen maar niet het Vlaams Belang van de virologen een rapport hebben gekregen. Als de dames en heren virologen zouden weten wie er zoal voor die partij stemt, zouden ze misschien toch wat fatsoenlijker hebben gehandeld.

Ten tweede blijkt vooral Vlieghe fameus op haar teentje getrapt. Ze vindt de toon van het Wintermanifest ongepast – lees: onfair ten aanzien van de virologen. Ook bij een tweede lezing blijf ikzelf echter van oordeel dat het manifest niet alleen goed doordacht is, maar dat de opstellers heel duidelijk hun woorden hebben gewogen en zeker niet de bedoeling hebben gehad iemand te kwetsen. Als mevrouw Vlieghe dus “gepikeerd” is, dan is het aan haar om uit te leggen waarom ze zo’n gevoelige lange tenen heeft. Ze erkent trouwens zelf dat sommige experts – waartoe ze zichzelf ongetwijfeld rekent, ook al noemt ze zichzelf terughoudend – nogal vaak de studio’s frequenteerden. Het wekt verbazing dat ze uit dat feit niet de passende conclusies trekt. Overigens geeft ze zelf toe dat Bart De Wever verklaarde dat de experts de samenleving gegijzeld hebben: ze wist dus best wel van het bestaan van onvrede over het optreden van experts!

De reactie van Van Ranst is duidelijk minder gekwetst. Ofwel heeft hij wat men noemt: een dik vel, ofwel heeft hij een meer dan voldoende dosis voldoening geput uit zijn “visibiliteit” zodat het hem allemaal wat minder kan schelen.

Toch is zijn reactie interessanter dan die van Vlieghe.

We weten allemaal dat Van Ranst en zijn vroegere baas, ex-rector Rik Torfs, niet bepaald goede maatjes zijn. Maar dat de aanwezigheid van Torfs in de sprekersgroep hem dwars zit, is wel heel duidelijk: Wat heeft een kerkjurist met wetenschap te maken? En even later gebruikt hij de term Harry Pottergeneeskunde, waarmee hij aanduidt dat er volgens hem onder de sprekers lieden zijn, die geen barst verstand hebben van wetenschap.

Waren de virologen te dominant?

Dat laatste punt is interessant. Geen van beide experts ontkent dat de experts op een meer dan opvallende manier in het openbaar debat aanwezig zijn geweest. De ene vergoelijkt dit op een enigszins smekende manier: “denken jullie echt dat we het slecht voor hebben?”

Van Ranst spreekt iets uit dat meer aandacht verdient. Volgens hem kunnen alleen virologen met gezag over zoiets als een virusepidemie praten. De rest moet er dan op dat ogenblik het zwijgen toe doen. Dat iemand als Wouter Duyck, een bekend psycholoog, zelfs geen antwoord waard wordt gegund, is betekenend.

Het antwoord op de vraag of de virologen in deze crisis te dominant waren, moet dus luiden: “ja, dat waren ze!”. Meer zelfs: ze wilden dat zo.

Daarmee is niet gezegd dat ze kwade bedoelingen hadden. Over Van Ranst is geweten dat hij een eigen politieke partij heeft. In een democratie mag ook dat geen punt zijn.

Maar als onder dominantie begrepen wordt dat de andere stemmen door het verbale geweld van virologen overstemd werden, moeten we dit, om gelijkaardige ook democratische redenen, verwerpen.

Een algemene epidemie is namelijk nooit echt alleen maar een fysisch probleem. Zoiets raakt het diepe weefsel van de hele samenleving en op dat ogenblik mag iedereen meepraten, al was het maar omdat we allemààl belastingbetalers zijn. Misschien is het veel gevraagd, maar er waren signalen genoeg die sommige experts ertoe hadden moeten aanzetten om zélf een breed maatschappelijk debat op te zetten. Dan was zo’n Wintermanifest niet nodig geweest. Al vroeg in 2021 verschenen er kritische artikels over de aanpak van de Covid-crisis[5].

Hoe komt het dat de virologen zo dominant konden zijn?

Laten we het gegeven dat de experts te dominant zijn geweest als een verklaarbaar feit aanvaarden.

Dan passen daar toch een aantal opmerkingen bij.

Ten eerste: niet alleen medische experts zijn dominant! Eigenlijk heeft elkeen die zijn professie met enige liefde beoefent wel eens de neiging om anderen van op zijn preekstoel de les te lezen.

Mijn eigen beroepservaring leert me dat ook burgerlijk ingenieurs er best wat van kennen. In het bedrijf, destijds, kon je een duidelijke rivaliteit voelen tussen de bedrijfsarts en de ingenieurs. Beide waren ze van oordeel dat ze aan de top van de wetenschappelijke pyramide staan. Het kan wat grappig lijken, maar dit soort rivaliteiten is des mensen. En ze spelen effectief.

Ten tweede: interessant is vooral het sterk levende idee dat er zoiets bestaat als een exacte wetenschap en iets wat Van Ranst pseudowetenschap noemt.

De moderne neurologie leert dat er letterlijk geen enkele menselijke gedraging bestaat, die niet op de een of andere manier door emoties gekleurd is[6].

Zelfs filosofen weten dingen te vertellen die ook voor een wetenschapper heel zinnig zijn. Wie de Duitse filosoof Martin Heidegger een beetje kent, weet dat het zijn mening was dat mensen leven in een wereld van betrokken, levende betekenissen. De wereld is voor ons “interessant”, omdat we er ons leven mee en in kunnen leiden. Dat schurkt dicht aan tegen het hiervoor aangehaalde inzicht in de neurologie: we staan niet neutraal in de wereld. Als de neurologie een ernstige wetenschap is, dan moeten we ook Heideggers woorden ernstig nemen. Zichzelf beoefenaar van de exacte wetenschap noemen en tegelijk anderen pseudofielen noemen, is zichzelf verheffen, en die zelfverheffing is vaak onterecht.

Ten derde: de reacties van de virologen, zeker die van Van Ranst maar ook die van vele “gewone” mensen, doen ons inzien dat nog steeds veel mensen een onderscheid maken tussen lichaam en geest. “Gezond zijn is lichamelijk gezond zijn”. Dat is een oude idee, die verwijst naar de scheiding van lichaam en geest in twee aparte werelden. Descartes worstelde hier al mee en zocht het contact tussen die twee werelden in de pijnappelklier. Intussen weten wel beter en weten we dat lichamelijke en psychische gezondheid niet te scheiden vallen. Roemeense onderzoekers hebben vastgesteld dat vroege sociale en emotionele deprivatie vaak leidt tot functionele en zelfs anatomische veranderingen in bepaalde hersengebieden[7]. Dat er dus inspraak van buiten de virologie geëist wordt mag niet verbazen. Tegelijk doet het feit dat dergelijke onderzoeken van zeer recente datum zijn, ons inzien hoezeer wij allemaal ingekapseld zitten in de denkbeelden die wij van onze voorgangers uit illo tempore hebben overgeërfd en hoe lastig het is om er ons uit los te maken.

Besluit

Er is alle reden om de paniek bij het begin van de pandemie te begrijpen.

Toch moet nu de ruimte worden vrijgemaakt voor kritiek. Iemand als G. Vandenbossche, wiens opvattingen afwijken van de dominante, afvoeren omdat hij een veearts zou zijn, is niet gepast. De Amerikaanse Fauci wordt ook als veearts weggezet! So what? Wetenschap vereist vooreerst openheid en misschien hebben de veeartsen wel gelijk.

Los van de kritiek in het Wintermanifest moeten we ook wijzen op het reusachtige verdienmodel die de toch op z’n minst wel heel vroege massale inentingscampagne voor farmaceuten is geweest.

We mogen ons hierbij afvragen of we ook hen niet ter verantwoording moeten roepen. Per slot van rekening laten we ons niet inenten om de beurs van de aandeelhouders te vullen, maar ons onszelf te beschermen. En dan mogen we eisen dat bewezen wordt dat de bijwerkingen binnen redelijke perken vallen en dat hun product hélpt. Ik wacht nog steeds op een rapport over de bijwerkingen.

Als men na een half jaar al te horen krijgt dat boosterprikken nodig zijn, dan rijst toch de vraag of men ons geen brol verkocht heeft.

De ondertekenaars van het manifest hebben dan ook gelijk als ze vragen dat het geweer van schouder wordt veranderd. De vraag is alleen of dit met de huidige Belgische structuren wel kan en of gezondheidsbeleid niet veel verder moet geregionaliseerd worden.

Jaak Peeters

Januari 2021


[1] https://www.tijd.be/dossiers/coronavirus/ruim-100-academici-hekelen-dominantie-virologen-in-pandemiebeleid/10358944.html

[2] Tijd.be/dossiers/coronavirus/wij-ivorentorenvirologen-informeer-u-over-wat-we-gedaan-hebben/10361250?utm_source=SIM&utm_medium=email&utm_campaign=20220121_WEEKEND_NL_&utm_content=&utm_term=&M_BT=893911

[3] https://www.demorgen.be/nieuws/academici-hekelen-in-wintermanifest-dominantie-virologen-in-adviesraden-van-ranst-reageert-niet-bijzonder-respectvol~beeb2897/

[4] https://www.youtube.com/watch?v=5ANOVSjDUd4

[5] Vaccines 2021, 9, 221. https://doi.org/10.3390/vaccines9030221

[6] Wie daar wil op ingaan moet nader zien hoe de menselijke cortex en het zogeheten limbisch systeem intens met elkaar verbonden zijn. We kennen aan gebeurtenissen emotionele waarde toe. Zie R. Haaxma. Neurologie van cognitie en gedrag in hoofdlijnen. Bohn Stafleu, 2021, blz. 76.

[7] Zie Stephen Porges. De polyvagaaltheorie. Uitgeverij mens!, 2019, blz. 187. Psychofysiologen nemen aan dat het zenuwstelsel de functionele eenheden levert voor de omvorming van psychische naar fysiologische processen en omgekeerd. (idem, blz. 49)