Heel zwaar ziek.

Ziekenhuis x: één van de opgenomen patiënten vertoont gedrag dat de verpleging ertoe noodzaakt de arts van wacht op te roepen. Deze arts, inslapend en dus fysisch in het ziekenhuis aanwezig, weigert evenwel te komen. Toevallig blijkt de patiënt één van de patiënten van de betrokken medicus te wezen, maar zelfs dat kan de onwillige arts niet bewegen om uit zijn bed te stappen en te doen waarvoor hij betaald wordt.

De lezer wordt enigszins boos als hij zoiets leest. Of hij gelooft niet dat het verhaal echt is. Helaas, lezer: het is echt en uw boosheid is terecht. Meer zelfs: het gaat niet om één arts, zelfs niet over enkele artsen. Het gaat om een praktijk die snel om zich heen grijpt en algemener wordt.

Neemt het ziekenhuis strafmaatregelen? Waarom zou het? Als het de arts op de vingers tikt, vertrekt die naar een andere instelling of begint een eigen praktijk. Daardoor verliest het ziekenhuis medische capaciteit en dus gaan de patiënten naar de concurrentie.

Want in deze van kapitalistisch denken totaal doordrongen tijd zijn ziekenhuizen niet langer verzorgingsinstellingen. Dat wil zeggen: de plaatsen waar mensen in nood naartoe kunnen om daar betaalbare medische zorgen van goede kwaliteit te ontvangen. Neen hoor! Het “geprivatiseerde” ziekenhuis zit in een concurrentiepositie en moet dus geld opbrengen. De omzet moet stijgen en daartoe zijn artsen nodig.

En verpleging? Die is toch ook nodig?

Verpleging, beste vriend, is noodzakelijk kwaad. Verpleging kost alleen maar. Het enige wat geld in het laatje brengt zijn de prestaties van artsen – die overigens nogal eens geneigd zijn heel veel te presteren.

Och: de praktijk om onnodige prestaties aan te rekenen is geen voorrecht van de ziekenhuizen. Er bestaan verzorgingsinstellingen waar de verpleegdirectie aan de sociale zekerheid injecties aanrekent die nooit werden toegediend.

Kom niet vertellen dat dit verzonnen is: ik doel op concrete gevallen. Niet één, maar verschillende. Alweer veel te algemene praktijk. En alweer: zorg voor onze zieken blijkt ook hier niet de kerntaak van de medische sector. Winst maken is dat geworden.

In de wereld van de winstmakerij – met excuses voor de echte ondernemers onder de lezers – horen grote aantallen managers.  Dat is een diersoort die overgewaaid is uit Amerika, waar ze al veel eerder grote schade heeft aangericht. Maar net als de modale Europeaan de ogen sluit en kritiekloos het Engels overneemt, stelt hij ook geen vragen bij de overrompeling door het managersbent.

Deze managers moeten er dus voor zorgen dat de inkomsten van het ziekenhuis c.q. verzorgingsinstelling zo hoog mogelijk oplopen en de kosten zo laag mogelijk zijn. Daartoe maken ze mooi-ogende grafieken en dito tabellen, een werk dat zoveel tijd vergt, dat ze dit onmogelijk de baas raken zonder een rist collega’s. En dus wordt het werk van de inmiddels al enkele jaren gepensioneerde verpleegkundig directeur nu uitgevoerd door drie managers, overigens met directeurstitel én bijhorende bedrijfswagen. Want anders lopen die o zo noodzakelijke managers weg naar de concurrentie.

Van de weeromstuit moeten de gemaakte kosten in het leidinggevende waterhoofd uiteraard worden gecompenseerd door kostendalingen van vergelijkbare grootte. Daar hebben de managers van onze tijd wel een batterij middeltjes voor bij de hand.

Voorbeeld: met veel bravour en nog meer spreekwoordelijke stroop worden gepensioneerde medewerkers van het ziekenhuis ingeschakeld in vrijwilligerswerk. Dat werk bestaat dan uit het bijstaan van patiënten die voor een chemokuur naar het ziekenhuis komen of het begeleiden van patiënten naar de dienst waar ze zullen worden onderzocht.

Is er dan geen personeel om dat werk te doen? Dat wàs er. Maar de managers hebben het weggeselecteerd en vervangen door kosteloos vrijwilligerswerk. Deze laatste mensen weten ook best dat ze eigenlijk het werk van een gewone werknemer verrichten, maar zonder hun vrijwillige inzet worden de zieken gewoon aan hun lot overgelaten en rest er nog minder menselijkheid. Want besef het goed: de patiënt is geen zieke mens in nood, die hulp en bijstand nodig heeft en waarvoor dus personeel moet voorzien worden.  De patiënt is de locus waar geld wordt gegenereerd. De arts is de specialist die de potentiële locus operationeel maakt. En de manager denkt dat hij alles moet sturen.

En al de rest is pure kost.

En zo komt het dat de verzorging geen tijd heeft om de smurrie van het hoofd van een patiënt te wassen die terugkeert van een elektro-encefalografie of die onder de urine zit en dringend zou moeten verfrist worden. Doeken, afwasmiddelen, beddengoed en vanzelfsprekend allen die met dit soort parafernalia doende zijn: dat zijn kosten.

En de zieke méns?

Die is overleden.

Ten onder gegaan in een liberalistisch-kapitalistische maatschappij, waarin efficiëntie alleen de geldzucht dient van een kleine, bevoorrechte groep, die zich gesteund weet door een Europees stelsel dat van dezelfde geest doordrongen is, maar niettemin door de ex-nazi Jurgen Habermas nu uit pure schaamte om eigen zijn verleden gepromoot wordt.

Is niet 80% van onze wetgeving van Europese oorsprong? Een doordenkertje, dunkt me.

Is inhakken op dit alles populisme, zoals de Tobbacks-met-of- zonder hoofddoek als de nieuwe socialistische fetisj, de van Besiens en een pak hen goedgezind journaille beweren?

Te scherpe taal misschien, en spijtig natuurlijk voor de anderen, die het koppig volhouden voor alles medicus te zijn.

Veel te veel is dit alles evenwel de volle waarheid over dat  stukje van de wereld, waar de medelevende zorg om de noodlijdende mens punt nummer één zou moeten zijn. En waar de hoger met name genoemde dames en heren blind voor schijnen. Die houden zich liever bezig met het bestrijden van Vlaamse nationalisten of het verdedigen van de draagsters van hoofddoeken en met illegalen. Maar opkomen voor zieken uit eigen volk…?

 

*      *     *

Waar toch zit de pers in deze zaak? Dat het mis loopt weet toch elk beginnend journalistiek jochie?

Waarom geen uitgebreide analyse en dito verslagen in de pers? Dit gaat toch iedereen aan? Diezelfde journalisten weten toch de psychoanalyse af te breken – zonder er iets van te begrijpen, maar dat is een bijkomstig detail.

Bestaat er niet zoiets als dienst aan de gemeenschap – zelfs voor een pers?

Geen woord dus. Hoewel deze zaak schrijnender is dan de lijfstraffen die de katholieke nonnen in een vorige eeuw toepasten. Die pijn is al lang over. De zieken in het ziekenhuis hebben vandààg pijn.

Diezelfde journalistiek bestaat het wél het compleet foute bericht te verspreiden dat N-VA minister Bourgeois zou verboden hebben in vreemde talen te “tweeten”. Thomas Leys heeft dat gezegd en die heeft met Bourgeois niets vandoen, maar de pers vertikt het een rechtzetting te publiceren. De leugen moet voortduren. Ze maakt ze zelfs nog erger: journalisten vroegen zich af of ministers in een vreemde taal mogen “tweeten”. Kwestie de vinger nog wat meer in de wonde te draaien. Waarop Kris Peeters uiteraard, als sluwe partijpoliticus, antwoordde dat ministers vrij zijn in hun taalgebruik en zich dus als de wijze regeringsleider kan presenteren…

De perceptie van een kortzichtige kerktorenmentaliteit is inmiddels toch maar weer verspreid…

En intussen zwijgt men over belangrijke dingen…

ACV-baas Marc Leemans haalt uit naar N-VA en DS voegt daaraan toe: “ en andere criticasters”. N-VA is dus een criticaster. Dat verwijst naar zinloze kritiek. Hoezo, was dat ACW-gesjoemel dan “zinloze kritiek”? Alweer die perceptievorming! Het ACV beschuldigt N-VA ervan het middenveld te willen beschadigen. Nonsens, de partij behoort zelf tot dat middenveld – alleen… niet dat van het ACV/ACW. Pas enkele dagen daarvoor had Peter Dedecker, de N-VA-klokkenluider van dienst, “volledige transparantie” geëist. Terecht, zou men zeggen, nu blijkt dat de vrienden van DVV ook al een adres op het belastingsparadijs Barbados hebben.

Maar geen enkele journalist die de moeite neemt om de dingen in hun verband te brengen. De kameraden beschermen elkaar, zeker?

Och: het is allemaal zo doorzichtig! In 2014 zal het allen tegen één N-VA worden. Bart Maddens zei het onlangs ook al. En de pers zal al haar registers opentrekken. Ze zal het geknoei van het regime verzwijgen en rond N-VA een valse perceptie en een sfeertje trachten te scheppen. Ze zal het goed-nieuwsshowtje dat inmiddels al volop bezig is, nog opvoeren.

Dààr zijn “ze” dus mee bezig! Niet met dienst aan hun gemeenschap. Ze laten de zieke en de hulpbehoevende liever aan zijn lot over. Die heeft toch geen verweer. En zijn lijden doet hén geen pijn.

Maar hij zit wel machteloos in de greep van nieuwbakken managers, manipulerende “middenveldorganisaties” en een knoeiend journaille.

Deze maatschappij is zwaar, heel zwaar ziek.

 

Jaak Peeters

mei 2013

 

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *