De kerk in het midden?

Een beschaafd mens hoort kies te zijn in zijn uitspraken. Zeker als er medemensen door religieuze fanaten koelbloedig vermoord werden. Er is gewoon geen verantwoording mogelijk voor wat in Parijs op 7 januari 2015 gebeurd is. Zulke dingen kunnen niet. Niet in 2015, niet in 1940, niet in 1914 en niet tijdens de godsdienstoorlogen.

Commentatoren gaan krampachtig op zoek gaan naar een antwoord op de vraag: hoe kon zoiets gebeuren? Had dit kunnen worden voorkomen?

Nu kun je zeggen dat sommige perslui nogal grof zijn in hun uitingen. Het satirische blad dat nu doelwit was, heeft wel vaker op het randje van het welvoeglijke gebalanceerd.

Dat verandert niets aan de zaak op zich, maar het roept wel andere overwegingen op.

Die overwegingen zijn pijnlijk.

Ik heb op NOS en VRT debatten over de verschrikkingen in Parijs gevolgd. Daarin zijn vele zeer wijze en heel juiste dingen gezegd.

Eén van de uitspraken die beklijft is dat jonge Islamieten in een nihilistisch Europa dat elke identiteit bestrijdt verloren lopen en alleen nog aan een felle kik genoeg hebben om zichzelf een identiteit aan te meten. Ze komen vanuit een cultuur die nog in de premoderniteit vasthangt recht in een laat-moderne en in sommige opzichten zelfs postmodernistische tijd terecht. Er is een onoverbrugbare kloof tussen een wereld waarin de Ultieme Waarheid geldt, met aan het hoofd in een of andere godheid aan de ene kant en een wereld aan de andere kant, waarin een – met permissie – charlatan als Derrida kan zeggen dat er geen waarheid bestaat en mensen in teksten of verhalen leven, die nergens beginnen of eindigen. Of nog: een wereld waarin een Verhofstadt identiteit kan wegzetten als de aanzet tot vijandigheid of zelfs de aanleiding tot de gaskamers.

Wie vanuit Algerije, waar hij op een duidelijke identiteit terug kon vallen, terecht komt in een wereld waarin zulke dingen openlijk verkondigd worden, raakt al makkelijk elk spoor bijster.

Mijn punt is dat wie een probleem wil aanpakken, dat in zijn volledigheid moet doen.

Welnu: na de bovenstaande inleiding wil ik op drie punten wijzen.

Ten eerste: is het niet wat simpel om de aanslag in Parijs en soortgelijke die ongetwijfeld nog zullen volgen in hoofdzaak toe te wijzen aan het nihilisme in onze maatschappij? Is het niet eerder zo dat dit nihilisme – waar ik me helemaal niet mee kan verzoenen – weliswaar de prooi gereed legt, maar dat het bespringen van die prooi toch nog wat méér vereist?

In West-Europa (In Oost-Europa liggen de zaken nog anders) is de godsdienst al decennialang naar de privésfeer gedrongen. We zijn terecht gekomen in een seculiere maatschappij. Dat heeft inderdaad een leegte geschapen, maar de moderne, geëmancipeerde en geschoolde mens wordt geacht die leegte zelf op te vullen. Dat gebeurt vaak wel, zij het niet altijd op de beste manier. Maar zo is de stortvloed van holistische, oosterse en new-agetoestanden wat beter te begrijpen. Men begrijpt waarom mensen op zoek gaan naar hun voorouders en zich op de genealogie werpen. En men begrijpt ook waarom sommigen zich in zacht en nog anderen zich in sterk nihilisme wentelen. De enen gedragen zich als bange mussen, hopend dat ze door hun low-profile de dans zullen ontspringen. De anderen meten zich een identiteit aan door te schoppen, zoals Onno in het verhaal van Harry Mulisch.

Echter: is er onder ons iemand die zich tot het soort moordpartijen zoals in Parijs aangezet voelt?

Daarom is mijn positie dat de aard van de Islam – of sommige delen daarvan – zelf aanleiding is tot dit soort misdaden, op dezelfde manier als het religieus fanatisme in de zeventiende eeuw tot veldslagen leidde.

Is het niet verbazend dat Moslimorganisaties zich haasten om ons uit te leggen dat ‘de’ Islam zulke misdaden niet beoogt? Waarmee ze ons duidelijk maken dat dergelijke uitwassen er wel degelijk zijn. Terwijl er intussen door IS bij de vleet misdaden tegen de menselijkheid worden gepleegd. Bij mijn weten worden dit soort misdaden niet door katholieken of protestanten gepleegd.

Dat brengt me bij mijn tweede punt.

Al enkele decennia lang worden politici en politieke strekkingen die voor dit soort toestanden waarschuwen als extreemrechts weggezet. Wie erop wees dat er agressieve componenten in de Islam verborgen zitten, werd onverdraagzaam genoemd en werd het slachtoffer van wetten tegen racisme – wat dat laatste ook moge betekenen. Hele strekkingen werden in een heus ‘cordon’ opgesloten en de architecten van deze ondemocratische opstelling werden met een staatsministerschap beloond. Ik schrijf ‘wees’. Maar het is nog steeds zo. De Wereld Morgen sluit zich aan bij een Europese vereniging “contre la Islamophobie”. Nog steeds worden autochtonen die waarschuwende geluiden laten horen of hun ongenoegen uiten afgedreigd met straffen door een ad hoc-wetgeving en zijn er persmedia die als een heus systeem het bekladden van autochtonen door allochtonen tot hun mediatieke plicht schijnen te rekenen.

Maar heeft iemand van die geniale journalisten en hun politieke geestesgenoten er ooit al eens aan gedacht dat die waarschuwingen misschien een grond van waarheid zouden kunnen bevatten? En dat men die waarschuwingen dus ernstig moet nemen in plaats van ze weg te honen als xenofobie of racisme? Als het journaille dat nu in zijn hart is getroffen wat ruimdenkender was omgesprongen met mensen wier opvattingen zij zelf niet meteen delen, dan had de politiek misschien de ruimte gekregen om preventieve maatregelen te nemen.

Zo kom ik op mijn derde punt.

Het journaille is in zijn hart getroffen. Dit is wel héél duidelijk. Men name een blad dat zogenaamd de vrijheid van meningsuiting belichaamt is het directe doelwit van een bewuste moordaanslag geworden. Waarom? Omdat dit blad meningen verkondigt die voor extreme Islamieten onaanvaardbaar zijn en dus niet zouden mogen geuit worden.

Doch als de journalistiek op z’n zachtst nogal selectief is bij de uitoefening van zijn mediatieke plichten, ontkomt men niet aan de gedachte dat die vrijheid van meningsuiting vooral de vrijheid is om hun mening te uiten – maar niet die van mensen, met wier mening zij zich niet verzoenen kunnen.

Mutatis mutandis en overtrokken gezegd moet ik dan de moordenaars meegeven dat ook zij die vrijheid voor hun waarheid en hun mening opeisen. Dat verantwoordt hun moordpartij niet, maar het doet wel denken. Hun mening is even onverzoenlijk met de opvattingen in het bedoelde blad als de mening van de journalisten die botsten met wat zij dan maar ‘extreemrechts’ noemen. Als extreme standpunten niet mogen, dan geldt dat voor elk extremisme.

Waarom heeft men de kerk niet veel eerder consequent naar het midden gehaald?

Jaak Peeters

Januari 2015

One thought on “De kerk in het midden?

  1. Wat mij in gans deze zaak, en vooral in de reacties op de aanslag, opvalt, is het verabsoluteren van het recht op persvrijheid. Althans in Europa, want de Amerikaanse pers was veel behoedzamer. Charlie Hebdo was en bleef obstinaat een kind van mei ’68, een beweging die heel veel heeft losgemaakt, en ten goede veranderd, door allerhande taboes te doen sneuvelen. Wanneer dit laatste echter een doel op zich wordt, riskeert men evenwel blind te worden voor overdrijvingen. De seksuele revolutie die mei ’68 heeft meegebracht is al op haar limieten gebotst toen er een Aidsepidemie uitbrak; de scherpe kanten van deze revolutie zijn er intussen dan ook afgevijld. Heeft de absolute persvrijheid geen nieuw taboe in het leven geroepen door alles als toegelaten te beschouwen mits het maar onder de noemer “persvrijheid” kan aangekaart worden? Kan men zomaar, omdat men er zelf plezier in schept, groepen mensen in hun waarden beledigen in naam van de ‘vrijheid van meningsuiting ? zijn er hier echt geen grenzen aan? Het lijkt me een onderwerp voor ethici, eerder dan voor journalisten en politici. Wat sommige satirische cartoonisten doen, doet me veeleer aan een soort intellectuele zelfbevrediging denken; maar masturbatie ‘coram populi’ is, zoals onlangs nog in ons land is gebleken naar aanleiding van het publiek gedrag van een Waals toppoliticus, niet maatschappelijk aanvaardbaar. Waar liggen de grenzen van de vrijheid van meningsuiting? Ik weet het zelf niet, maar een gelegenheid als deze, zou ethici toch ernstig aan het denken moeten zetten.

Laat een antwoord achter aan Willem AMERY Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *