Mark Elchardus en de soevereine volksgemeenschap

Uitgangspunt

In het najaar van vorig jaar verscheen van de bekende socioloog Mark Elchardus Reset (Ertsberg, 2021). Het omvangrijke boek lijkt het intellectueel testament van de auteur, die lange jaren de huisideoloog van de socialistische partij werd genoemd.

De bewuste Vlaming en Nederlander die schrijver dezes is kijkt van het corpus zelf van dit boek nauwelijks verwonderd op: we worden door een hardvochtige liberale orde in de hoek gedrumd en we verworden tot vereenzaamde individuen die ontheemd zijn nadat hen hun gemeenschapsaanhorigheid werd ontnomen, allemaal in de greep van Big-Tech, de EU en hun nationale aanhang.

Het is onmogelijk een boek van meer dan 500 bladzijden binnen het hier toegemeten bestek volledig samen te vatten.

Ik ent mijn commentaar daarom vooral op het laatste hoofdstuk van zijn werk: De Europese Unie tussen markt en gemeenschap(pen). Daar wil ik een aantal opmerkingen aan ophangen.

Eerst dit

Elchardus voert nogal wat evidentie aan om liberalisme en democratie als elkaars tegenstanders op te stellen. Het liberalisme herleidt de mens immers tot een individueel producent en/of consument, die uit is op zijn voordeel. Het gaat ervan uit dat als je alles maar op zijn beloop laat er uiteindelijk een evenwicht ontstaat tussen de belangen van alle groepen binnen de maatschappij.

Om de liberale praxis mogelijk te maken moet het liberalisme de inmenging van de staat zo klein mogelijk maken.

De sociale misstanden van de negentiende eeuw en die van het huidige neoliberalisme hebben overduidelijk bewezen dat deze gedachtegang ongewenst is.

Vele nationale staten zijn tegen het liberalisme ingegaan en hebben correcties aangebracht in de liberale politiek. Volgens Elchardus zijn we nu evenwel weer onder een (neo)liberale pletwals terecht gekomen.

Volks-en staatsnationalisme

Die nationale staten van vandaag zijn echter het product van de natiebouwers van de achttiende en negentiende eeuw en van hen, die hieruit inspiratie haalden. Ze traden in de voetsporen van de Engelse een Franse staatsbouwers.

Die staatsbouwers schiepen een min of meer homogene nationale identiteit, een nationale cultuur, een nationale taal, nationale geschiedenis en nationale symbolen. Kortom alles wat de bevolking ertoe kon brengen zich met de nationale staat te identificeren. Ze schiepen de nationale staat.

Dat liep niet altijd van een leien dakje.

Cromwell voerde in Ierland een harde verengelsingspolitiek met het oog op de vernietiging van de Ierse taal en de verspreiding van het Engels: heel Groot-Brittannië moest immers dezelfde taal voeren (de oorlog van 1649 tot 1663). In Frankrijk sprak nog in 1853 minder dan de helft van de bevolking Frans. Met harde hand werden de Vlamingen, de Elzassers, de Catalanen en de Bretoenen verfranst. Oud-premier Rocard heeft dat enkele jaren geleden openlijk erkend.

Vlaamsbewuste mensen spreken in zo’n geval van staatsnationalisme: het volk moet aangepast worden aan de staat, terwijl het volksnationalisme de staat wil modelleren naar het volk. Hoe de volksnationalistische actie in haar werk gaat vindt men bijvoorbeeld in het werk van M. Hroch.

Democratie, volksnationalisme en een Europese unie

Naar mijn interpretatie associeert Elchardus het begrip democratie met of andere vorm van volksnationalisme en niet met staatsnationalisme.

Democratie dan weer vereist een minimale sociale en culturele samenhang, waardoor een wederzijdse identificatie mogelijk wordt. Ieder moet zichzelf ervaren als een deel van een gemeenschap van mensen die samen horen.

Dat besef van samenhorigheid gaat verder dan de natuurlijke solidariteit die verschijnt als mensen anderen, waar ook ter wereld, bij ontij bijspringen. De solidariteit binnen een gemeenschap wordt dan ook geïnstitutionaliseerd.

Volksnationalisme is de beste manier om die samenhorigheid politiek vorm te geven. Zo’n volksnationalisme is misschien niet rationeel, maar het is wel naar de maat van de levende mens.

Dat volksnationalisme loopt uit op volkssoevereiniteit, dat wil zeggen: een verzameling burgers die zichzelf als natie definieert en op eigen gezag beslist hoe het met de natie verder moet.

Die volkssoevereiniteit botst echter op de eisen van het neoliberalisme: géén staatsbemoeienis! Geen hinderlijke overheden!

Volgens Elchardus kan deze volkssoevereiniteit niet op tegen het internationaal kapitalistisch geweld. Ik weet niet of hij hierbij zonder meer gelijk heeft, want het geval van Singapore laat een ander beeld zien. Omdat Elchardus uitgaat van de noodzaak die volkssoevereiniteit te handhaven maar die anderzijds met machtstekorten geconfronteerd ziet, gelooft Elchardus dat zoiets als een Europese Unie van belang is.

Staatsnationalistische tendensen in de Europese unie

De Europese Unie functioneert als iets tussen een (unitaire) staat en een losse verzameling landen in. Zoiets kan echter niet blijven bestaan als er geen diepergaande beleving van samenhorigheid voorhanden is.

Op dat gebied zijn er nogal wat problemen, zoals blijkt uit de manier waarop landen zoals Hongarije en Polen de laatste tijd brutaal aangepakt werden. Eigenlijk komt het erop neer dat de Europese elites vooral uit West-Europa komen, een neoliberale insteek volgen en eisen dat de meer op het gemeenschapsdenken gerichte oosten zich bij de West-Europese denkwijze neerlegt en dus alvast gedeeltelijk de eigen identiteit opgeeft.

Dat is een duidelijk staatsnationalistische manier van handelen. Daarom vloekt ze met het idee van de volkssoevereiniteit, die voortbouwt op de specificiteit van de betrokken nationale identiteit.

De EU moet de oude staten vervangen

Elchardus beschrijft wat velen onder ons al langer weten: de EU is een project dat na twee verwoestende oorlogen voorgoed de vrede op het continent wilde brengen. Daartoe moest ‘het nationalisme’ (dixit ooit Frans Timmermans!) worden uitgeroeid en vervangen door een Europees samenhorigheidsgevoel – lees: een Europees (staats)nationalisme.

Dat werd dan vastgelegd in een “Grondwet voor Europa” – eigenlijk een verdrag, dat in Frankrijk en Nederland in referenda werd afgewezen, nadat het ook in Denemarken op de klippen was gelopen. Men heeft dat verdrag nochtans toch doorgevoerd, zonder nieuwe referenda.

Al in 1977 ontvouwde de Europese Commissie grootste plannen voor een ‘Europees cultuurbeleid’ gericht op identiteitsopbouw – duidelijk geïnspireerd op de 18-eeuwse staatsbouwers. Men wilde het onderwijs, de geschiedschrijving, de massacommunicatie, inrichting van musea en zoveel meer Europees ‘homogeniseren’. Het plan werd door de nationale staten van de tafel geveegd.

Wat er wel kwam: een vaandel (officieel een logo), een volkslied, een munt, het Schengenakkoord, een Europees Hof van de Rechten van de Mens en een Europees hof van Justitie – een soort Europees hooggerechtshof. We weten inmiddels dat die laatste twee instanties zich manifest activistisch opstellen.

De conclusie uit deze uiteenzetting is dezelfde als die welke ik in mijn De valse belofte (Polemos 2017) heb geformuleerd: men wilde de nationale staten vervangen door een Europese staat en daartoe moest de cultuur, het denken, de taal, de geschiedschrijving en dies meer aangepast worden aan de nieuwe Europese staat. Business as usual. Niks origineels. Staatsnationalisme zoals vanouds.

Elchardus zegt het niet zo scherp, maar zijn positie is wel heel duidelijk als hij de houding die de EU ingenomen heeft tegenover het vrijheidstreven van Catalonië en Schotland afkeurt – en vermoedelijk denkt hij hierbij ook aan Vlaanderen. Zijn standpunt is dat in een Europa dat echt democratisch wil zijn de eerbied voor de volkssoevereiniteit groot genoeg moet zijn om het uiteenvallen van staten op te vangen zonder dat mensen elkaar de keel beginnen over te snijden.

De kernvraag is nu: wat kan een EU echt betekenen, gesteld dat die niet in de richting van een staatsnationalistische organisatie uitgaat?

Een ander Europa

Om de betekenis van Europa te definiëren moeten we in ieder geval af van de hoger beschreven klassieke staatsgedachte, van het business as usual.

Europa moet dan worden: een volkerengemeenschap.

In dat geval vervelt de EU tot een volkerengemeenschap van Gibraltar tot … ja, waarom eigenlijk niet? …Vladivostok.

Onze verhouding met Rusland verandert dan op slag.

We zijn eraan gewoon geraakt Rusland als onze vijand te zien, of tenminste als “niet-Europees”, en dus niet bij Europa horend. Historisch is dat onzin, want Rusland maakte altijd al deel uit van de Europese politiek. Rusland is ook geografisch intens met het westerse deel van Europa verbonden. Er ligt geen hoge bergketen tussen Rusland en de rest van Europa, noch een diepe zee.

Er is meer, veel meer

Wie toekijkt naar de ontwikkeling van de West-Europese samenleving kan moeilijk een heerlijke toekomst voorspellen: niet de klimaatverandering, maar onze eigen manier van leven bedreigt ons het meest. Zoals het gebruik van allerlei stoffen en producten die voor heel lange tijd ons leefmilieu vervuilen. We verloren onze arbeidslust en we hebben onszelf wijsgemaakt dat het manna uit de hemel kan vallen zonder ervoor te moeten werken.

Tegelijk verloren we de wil om iets groots te bouwen, om onze beschaving te verdedigen.

We zijn terecht gekomen in het Laat-Romeinse panem et circenses, makkelijke prooien voor grijpgrage kapitalisten.

We verloren uit het oog dat we in een geglobaliseerde wereld in een concurrentiële verhouding staan met andere wereldregio’s, en dat op elk niveau.

En we vergaten dat de basis van dat concurrentievermogen in een hoogkwalitatief onderwijs ligt. “Iedereen een diploma” is jammer genoeg niet zo wijs…

En misschien is het precies dat wat het Rusland van vandaag ons kan bieden: ze hebben niet het geld dat wij onnadenkend kunnen verteren – althans nog niet. Maar ze hebben wel een uitstekend onderwijs, zo wordt me meegedeeld door mensen die zicht hebben op de Russische situatie. En dus mogen zij hopen goeie ingenieurs, medici en specialisten van allerlei slag te kunnen opleiden.

Die politiek zal haar vruchten afwerpen.

Een kritische bezinning

En zo zien we hoe een boek van een socioloog ons voert naar een kritische bezinning over onze eigen levenswijze. Elchardus wijst ons op het belang van de gemeenschap waarvan we deel uitmaken en waaraan we wellicht meer te danken hebben dan we zelf willen horen. In deze coronatijden met een zich onbeschoft opdringende totalitaire macht van de verschillende “big-structuren” moeten we eerst en vooral, zo leert ons Mark Elchardus, terugkeren naar onze eigen oorsprong. Naar de simpele feiten van ons bestaan op deze kleine planeet, als levende mensen onder elkaar. Dààr en nergens anders vinden we de juiste context waarin zovele zich opdringende vragen moeten geplaatst worden.

Die kritische houding geldt evengoed voor het onderwerp waarmee we zowat dagelijks geconfronteerd worden: Europa.

Europa moet iets anders zijn dan alleen maar staatsconstructie nummer zoveel. Als Europa geen aansluiting vindt bij het existentiële aanvoelen van volkeren, dit is: de Europese mens tot hulp is, dan dient de EU uiteindelijk tot niets. Meer zelfs: de suggestie die uit zijn boek oprijst is dat zulke EU alleen maar het neoliberaal kapitalisme ten goede komt.

In deze tijden van niet ongevaarlijke politieke spanningen zouden dergelijke overwegingen wat feller in onze media aan bod mogen komen.

Ik weet niet in welke mate Elchardus aan dit alles gedacht heeft.

Maar de lezer die ik ben alleszins wél.

Jaak Peeters

Februari 2022

Het covid-Wintermanifest nader bezien

Een Wintermanifest

Op 30 december 2021 verscheen het inmiddels bekende “Wintermanifest voor een duurzaam pandemiebeleid.”[1]

In een korte inleiding zeggen de auteurs dat wat in 2020 leek te beginnen als een sprint, een marathon (is) geworden waar niemand op voorbereid was en die gaandeweg zowat al onze zekerheden op de helling heeft gezet. De manier waarop werd ingegrepen op zowel het bredere maatschappelijke weefsel als op ons meest intieme persoonlijke bestaan heeft voor veel frustratie en ongenoegen gezorgd. Grondige bezinning dringt zich op. ‘Dit document wil met de blik op de toekomst aanzetten tot reflectie over de aanpak van deze pandemie en mogelijke toekomstige crisissen.’

De auteurs, die verklaren geen proces van het verleden te willen maken, schuiven een aantal basisprincipes naar voren waarop een zowel wetenschappelijk als maatschappelijk verantwoord pandemiebeleid zou moeten steunen. Bij uitbreiding zien zij dit ook als een aanzet tot het nadenken over een verantwoord crisisbeleid in het algemeen.

Vanuit een “dissectie” van het feitelijk gevoerde Covid-beleid leggen de auteurs de vinger op vijf problemen:

1) Het ontbreken van een duurzame langetermijnvisie, dit wil zeggen: niet alles inzetten op het zo snel mogelijk indammen van de pandemie, zonder voldoende oog voor langeretermijneffecten en psychische en maatschappelijke nevenschade.

2) Het ontstaan van tunnelvisie en groepsdenken: de visie dat de pandemie gemanaged kan worden als een puur virologisch en/of epidemiologisch probleem, heeft geleid tot een oververtegenwoordiging en dominantie van deze twee expertises in de COVID-raden en -commissies. 

3) Een onwenselijke verstrengeling van wetenschap en ethische keuzes: wetenschappelijke adviezen zijn gekleurd door persoonlijke ethische voorkeuren.

4) Een gebrek aan transparantie, geloofwaardigheid en vertrouwen: ondanks een aantal verdienstelijke inspanningen is er nog heel wat ruimte om de transparantie van de besluitvorming te verhogen, zowel bij de uitvoerende macht als bij de adviserende organen. De politieke besluitvorming lijkt soms op een soort koehandel, met minimale transparantie rond de manier waarop de beslissingen zijn bereikt en gemotiveerd. Het parlement lag en ligt nog steeds op apegapen.

5) De media als amplificator van vele van deze problemen: het is en was de rol van de media om bovenstaande problemen bloot te leggen en aan de kaak te stellen. Al verdienen bepaalde journalisten en media lof voor hun bijdragen hieraan, in het algemeen is dit onvoldoende gebeurd. De media, die zelf worstelen met de onzekerheid, treden vaak op als versterker van irrationele angstgevoelens door individuele gevallen selectief uit te vergroten.

Op de vraag hoe een duurzaam pandemiebeleid zo te organiseren dat de hoger genoemde problemen zoveel mogelijk vermeden worden, zien de auteurs geen pasklaar antwoord. Maar na hun analyse stellen zijn vijf basisprincipes voor:

  1. Doelgerichtheid op een meerjarensperspectief, dat vooruitkijkt naar wat er bij een volgend feit in alle sectoren moet gebeuren.
  2. Transparantie, tegensprekelijkheid, deontologie en effectieve communicatie. Vier voor zich sprekende principes.
  3. Beslissingen moeten op een goed vooronderzoek van de schade zijn gebaseerd. Die schade moet dan eerst in beeld gebracht worden door een brede waaier aan experts.
  4. Respect voor de grondbeginselen van de democratische staat: vrijheid van meningsuiting, respect voor bewegingsvrijheid, respect voor de rechten van het onderwijs en, uiteindelijk: voor de rechten van de mens.
  5. Aandacht voor de impact van sociaal-economische en maatschappelijke kwetsbaarheid. Het wordt steeds duidelijker dat zowel de ziekte zelf als de genomen maatregelen de socio-economisch zwakkere groepen disproportioneel treffen: hun vaak zwakke gezondheid zorgt voor een verhoogd ziekterisico; ze zijn dikwijls slecht behuisd en hebben een sociaal netwerk met beperktere slagkracht, waardoor lockdowns veel zwaarder wegen met vaak gezinsproblematiek tot gevolg.

Reactie van virologen

Het was voorspelbaar dat er vanuit de hoek van de virologen zou gereageerd worden.

Die reacties vallen in twee groepen uiteen.

De eerste wordt verwoord door Erika Vlieghe[2].

Onder de titel:”Wij ivorentorenvirologen? Informeer u over wat we gedaan hebben!”, laat Vlieghe er geen twijfel over bestaan dat het Wintermanifest bij haar in een verkeerd keelgat is geschoten. Ze stelt dat als de opstellers van het Wintermanifest de invoering van zoiets als een coronabarometer op het oog hadden, de toon van het manifest daar haaks op staat. Ze stoort zich erg aan de toon van het manifest. “Dat de hakbijl tijdens de eerste lockdown misschien te bot was, kan ik aanvaarden. Maar niet dat we geen rekening houden met de jongeren. Bij alle overlegmomenten over het onderwijs zitten vertegenwoordigers van de leerlingen of het kindercommissariaat.” “Academische ondertekenaars van het manifest, zoals Wouter Duyck, verwijten ons te weinig rekening te houden met de geestelijke gezondheid. Maar we hebben met de expertengroep GEMS tien lijvige rapporten opgesteld waarin we alle beschikbare data, van zelfmoordcijfers tot gegevens over het welbevinden op het werk, gecompileerd hebben, om op basis van cijfers de juiste beslissingen te kunnen nemen. Als je dan van mensen die dergelijke cijfers niet aanbrachten te horen krijgt dat wij amateurs zijn, vind ik dat niet correct.” Op de vraag of uiteindelijk niet de zwakkeren in de maatschappij – bedoeld zijn ook de kinderen – het kind van de rekening worden, antwoordt Vlieghe: “Daarom vragen wij al een jaar een betere ventilatie in de scholen, zodat ze minder snel dicht moeten. Dat krijgt nog altijd onvoldoende aandacht. Er worden te weinig impulsen voor gegeven.”

Op de vraag of sommige experts zichzelf niet al te graag bezig zien op de televisie en soms beter wat meer zouden zwijgen, antwoordt Vlieghe: “Dat is misschien wel een probleem, ja. Ik pleit ook voor wat terughoudendheid. Ik probeer op mijn woorden te letten, maar soms is het nodig dat we ons uitspreken.”

“Toen we in september waarschuwden voor een nieuwe golf, zei Open VLD-voorzitter Egbert Lachaert dat we last hadden van verlatingsangst. Volgens N-VA-voorzitter Bart De Wever werd Vlaanderen gegijzeld door de experts.”

“Dan voel ik me geroepen de puntjes op de i te zetten. We hebben alle voorzitters van de Vlaamse politieke partijen – met uitzondering van het Vlaams Belang – de tien punten waarop het nog fout kon lopen, gemaild. We hebben geen reactie gekregen, maar het werd wel een heel zware golf. Waren wij dan alarmistisch?”

De tweede reactie komt van Marc Van Ranst[3].

Stellend dat de auteurs van het Wintermanifest de pseudowetenschap tot op het hoogste niveau tillen, zegt hij voorts: ik ken geen viroloog die maatregelen wil aanhouden als het niet meer nodig is.

Van Ranst, die zegt persoonlijk niet van een gebrek aan visibiliteit te klagen te hebben, beweert dat de corona-aanpak wel degelijk multidisciplinair bekeken wordt. “Maar iets breed bekijken betekent niet dat het veel nut heeft om een kerkjurist uit te nodigen voor een debat over vaccinatieplicht.’’ “Dit is een democratie en alle partijen mogen mensen uitkiezen die zij willen. Maar het is wel interessant om te zien welke partijen welke “experts” naar voren schuiven. Bijkbaar zien sommigen meer heil in Harry Pottergeneeskunde dan in wetenschap. En op die manier geeft men pseudowetenschap een platform tot op het hoogste politieke niveau en daar stel ik me vragen bij”.

Wat te denken over deze virologenreacties?

Enkele opmerkingen vooraf.

Ter verontschuldigng van de virologen – dit klinkt als de aankondiging van kritiek op hun houding, en dat is het deels ook echt – moeten we erkennen dat Covid einde 2019 – begin 2020 een grotendeels onbekende ziekte was, in tegenstelling tot de bekende griep. De hele medische en paramedische wereld is zich bovendien bewust van de mogelijkheid dat er ooit een killervirus op de mensheid zal toeslaan. Toen de Chinezen nogal zwijgzaam bleken bij de uitbraak van de eerste coronabesmetting in Wuhan, was er dus reden tot diepe ongerustheid. De massale “oefeningen” zoals die door de John Hopkinsuniversiteit werden georganiseerd, en die bedoeld waren om zoals bij een brandweeroefening uit te zoeken wat iedereen zou moeten doen als de ramp zich echt voordoet, waren niet van aard de gemoedsrust te herstellen.

Het past dan te aanvaarden dat virologen en aanverwanten zich in een dergelijke situatie als eersten aangesproken voelen en in actie treden[4].

Dan de reactie van de virologen zelf.

Toch moeten de reacties van Vlieghe en Van Ranst even de rooster op.

Vooreerst is het onfatsoenlijk dat alle politieke partijen maar niet het Vlaams Belang van de virologen een rapport hebben gekregen. Als de dames en heren virologen zouden weten wie er zoal voor die partij stemt, zouden ze misschien toch wat fatsoenlijker hebben gehandeld.

Ten tweede blijkt vooral Vlieghe fameus op haar teentje getrapt. Ze vindt de toon van het Wintermanifest ongepast – lees: onfair ten aanzien van de virologen. Ook bij een tweede lezing blijf ikzelf echter van oordeel dat het manifest niet alleen goed doordacht is, maar dat de opstellers heel duidelijk hun woorden hebben gewogen en zeker niet de bedoeling hebben gehad iemand te kwetsen. Als mevrouw Vlieghe dus “gepikeerd” is, dan is het aan haar om uit te leggen waarom ze zo’n gevoelige lange tenen heeft. Ze erkent trouwens zelf dat sommige experts – waartoe ze zichzelf ongetwijfeld rekent, ook al noemt ze zichzelf terughoudend – nogal vaak de studio’s frequenteerden. Het wekt verbazing dat ze uit dat feit niet de passende conclusies trekt. Overigens geeft ze zelf toe dat Bart De Wever verklaarde dat de experts de samenleving gegijzeld hebben: ze wist dus best wel van het bestaan van onvrede over het optreden van experts!

De reactie van Van Ranst is duidelijk minder gekwetst. Ofwel heeft hij wat men noemt: een dik vel, ofwel heeft hij een meer dan voldoende dosis voldoening geput uit zijn “visibiliteit” zodat het hem allemaal wat minder kan schelen.

Toch is zijn reactie interessanter dan die van Vlieghe.

We weten allemaal dat Van Ranst en zijn vroegere baas, ex-rector Rik Torfs, niet bepaald goede maatjes zijn. Maar dat de aanwezigheid van Torfs in de sprekersgroep hem dwars zit, is wel heel duidelijk: Wat heeft een kerkjurist met wetenschap te maken? En even later gebruikt hij de term Harry Pottergeneeskunde, waarmee hij aanduidt dat er volgens hem onder de sprekers lieden zijn, die geen barst verstand hebben van wetenschap.

Waren de virologen te dominant?

Dat laatste punt is interessant. Geen van beide experts ontkent dat de experts op een meer dan opvallende manier in het openbaar debat aanwezig zijn geweest. De ene vergoelijkt dit op een enigszins smekende manier: “denken jullie echt dat we het slecht voor hebben?”

Van Ranst spreekt iets uit dat meer aandacht verdient. Volgens hem kunnen alleen virologen met gezag over zoiets als een virusepidemie praten. De rest moet er dan op dat ogenblik het zwijgen toe doen. Dat iemand als Wouter Duyck, een bekend psycholoog, zelfs geen antwoord waard wordt gegund, is betekenend.

Het antwoord op de vraag of de virologen in deze crisis te dominant waren, moet dus luiden: “ja, dat waren ze!”. Meer zelfs: ze wilden dat zo.

Daarmee is niet gezegd dat ze kwade bedoelingen hadden. Over Van Ranst is geweten dat hij een eigen politieke partij heeft. In een democratie mag ook dat geen punt zijn.

Maar als onder dominantie begrepen wordt dat de andere stemmen door het verbale geweld van virologen overstemd werden, moeten we dit, om gelijkaardige ook democratische redenen, verwerpen.

Een algemene epidemie is namelijk nooit echt alleen maar een fysisch probleem. Zoiets raakt het diepe weefsel van de hele samenleving en op dat ogenblik mag iedereen meepraten, al was het maar omdat we allemààl belastingbetalers zijn. Misschien is het veel gevraagd, maar er waren signalen genoeg die sommige experts ertoe hadden moeten aanzetten om zélf een breed maatschappelijk debat op te zetten. Dan was zo’n Wintermanifest niet nodig geweest. Al vroeg in 2021 verschenen er kritische artikels over de aanpak van de Covid-crisis[5].

Hoe komt het dat de virologen zo dominant konden zijn?

Laten we het gegeven dat de experts te dominant zijn geweest als een verklaarbaar feit aanvaarden.

Dan passen daar toch een aantal opmerkingen bij.

Ten eerste: niet alleen medische experts zijn dominant! Eigenlijk heeft elkeen die zijn professie met enige liefde beoefent wel eens de neiging om anderen van op zijn preekstoel de les te lezen.

Mijn eigen beroepservaring leert me dat ook burgerlijk ingenieurs er best wat van kennen. In het bedrijf, destijds, kon je een duidelijke rivaliteit voelen tussen de bedrijfsarts en de ingenieurs. Beide waren ze van oordeel dat ze aan de top van de wetenschappelijke pyramide staan. Het kan wat grappig lijken, maar dit soort rivaliteiten is des mensen. En ze spelen effectief.

Ten tweede: interessant is vooral het sterk levende idee dat er zoiets bestaat als een exacte wetenschap en iets wat Van Ranst pseudowetenschap noemt.

De moderne neurologie leert dat er letterlijk geen enkele menselijke gedraging bestaat, die niet op de een of andere manier door emoties gekleurd is[6].

Zelfs filosofen weten dingen te vertellen die ook voor een wetenschapper heel zinnig zijn. Wie de Duitse filosoof Martin Heidegger een beetje kent, weet dat het zijn mening was dat mensen leven in een wereld van betrokken, levende betekenissen. De wereld is voor ons “interessant”, omdat we er ons leven mee en in kunnen leiden. Dat schurkt dicht aan tegen het hiervoor aangehaalde inzicht in de neurologie: we staan niet neutraal in de wereld. Als de neurologie een ernstige wetenschap is, dan moeten we ook Heideggers woorden ernstig nemen. Zichzelf beoefenaar van de exacte wetenschap noemen en tegelijk anderen pseudofielen noemen, is zichzelf verheffen, en die zelfverheffing is vaak onterecht.

Ten derde: de reacties van de virologen, zeker die van Van Ranst maar ook die van vele “gewone” mensen, doen ons inzien dat nog steeds veel mensen een onderscheid maken tussen lichaam en geest. “Gezond zijn is lichamelijk gezond zijn”. Dat is een oude idee, die verwijst naar de scheiding van lichaam en geest in twee aparte werelden. Descartes worstelde hier al mee en zocht het contact tussen die twee werelden in de pijnappelklier. Intussen weten wel beter en weten we dat lichamelijke en psychische gezondheid niet te scheiden vallen. Roemeense onderzoekers hebben vastgesteld dat vroege sociale en emotionele deprivatie vaak leidt tot functionele en zelfs anatomische veranderingen in bepaalde hersengebieden[7]. Dat er dus inspraak van buiten de virologie geëist wordt mag niet verbazen. Tegelijk doet het feit dat dergelijke onderzoeken van zeer recente datum zijn, ons inzien hoezeer wij allemaal ingekapseld zitten in de denkbeelden die wij van onze voorgangers uit illo tempore hebben overgeërfd en hoe lastig het is om er ons uit los te maken.

Besluit

Er is alle reden om de paniek bij het begin van de pandemie te begrijpen.

Toch moet nu de ruimte worden vrijgemaakt voor kritiek. Iemand als G. Vandenbossche, wiens opvattingen afwijken van de dominante, afvoeren omdat hij een veearts zou zijn, is niet gepast. De Amerikaanse Fauci wordt ook als veearts weggezet! So what? Wetenschap vereist vooreerst openheid en misschien hebben de veeartsen wel gelijk.

Los van de kritiek in het Wintermanifest moeten we ook wijzen op het reusachtige verdienmodel die de toch op z’n minst wel heel vroege massale inentingscampagne voor farmaceuten is geweest.

We mogen ons hierbij afvragen of we ook hen niet ter verantwoording moeten roepen. Per slot van rekening laten we ons niet inenten om de beurs van de aandeelhouders te vullen, maar ons onszelf te beschermen. En dan mogen we eisen dat bewezen wordt dat de bijwerkingen binnen redelijke perken vallen en dat hun product hélpt. Ik wacht nog steeds op een rapport over de bijwerkingen.

Als men na een half jaar al te horen krijgt dat boosterprikken nodig zijn, dan rijst toch de vraag of men ons geen brol verkocht heeft.

De ondertekenaars van het manifest hebben dan ook gelijk als ze vragen dat het geweer van schouder wordt veranderd. De vraag is alleen of dit met de huidige Belgische structuren wel kan en of gezondheidsbeleid niet veel verder moet geregionaliseerd worden.

Jaak Peeters

Januari 2021


[1] https://www.tijd.be/dossiers/coronavirus/ruim-100-academici-hekelen-dominantie-virologen-in-pandemiebeleid/10358944.html

[2] Tijd.be/dossiers/coronavirus/wij-ivorentorenvirologen-informeer-u-over-wat-we-gedaan-hebben/10361250?utm_source=SIM&utm_medium=email&utm_campaign=20220121_WEEKEND_NL_&utm_content=&utm_term=&M_BT=893911

[3] https://www.demorgen.be/nieuws/academici-hekelen-in-wintermanifest-dominantie-virologen-in-adviesraden-van-ranst-reageert-niet-bijzonder-respectvol~beeb2897/

[4] https://www.youtube.com/watch?v=5ANOVSjDUd4

[5] Vaccines 2021, 9, 221. https://doi.org/10.3390/vaccines9030221

[6] Wie daar wil op ingaan moet nader zien hoe de menselijke cortex en het zogeheten limbisch systeem intens met elkaar verbonden zijn. We kennen aan gebeurtenissen emotionele waarde toe. Zie R. Haaxma. Neurologie van cognitie en gedrag in hoofdlijnen. Bohn Stafleu, 2021, blz. 76.

[7] Zie Stephen Porges. De polyvagaaltheorie. Uitgeverij mens!, 2019, blz. 187. Psychofysiologen nemen aan dat het zenuwstelsel de functionele eenheden levert voor de omvorming van psychische naar fysiologische processen en omgekeerd. (idem, blz. 49)

Essay over de techniek

Woord vooraf.

 

De Covid-politiek wekt de indruk van een grote troep experts, politici en opiniemakers die wild in het rond lijken te stampen, maar eigenlijk geen gemeenschappelijk idee hebben over wat er nu exact gaande is. De ene keer zijn de terugkerende reizigers de motor van een besmetting, dan weer de ouderen, vervolgens de ongevaccineerden en sinds kort werden de kinderen tot motor van de besmettingen verklaard. Nog even en de heggescheerders zitten op de bank en straks misschien de schoonmoeders.

 

Ik vind dat niet zelf uit. “Sterker nog, wetenschappelijke kennis werd zelf een bron van onzekerheid en controverse, onder wetenschappers, in de politiek en in de maatschappij.”[1]

Zo hoort u het ook eens van een ander…

 

Als de kennis onvoldoende is, zijn de daarop gebaseerde methoden en technieken ook niet goed, tenzij bij toeval. Goede methodologie en technieken zijn ondenkbaar zonder kennis. Die twee zijn als de twee zijden van een muntstuk.

Voor de medische wereld is dat niet anders.

 

Daarover nadenkend rees bij me plots, schijnbaar zonder reden – maar niets is echt zonder reden -, deze vraag op: is dit niet de situatie van de mensheid in haar geheel? Zit zij niet gevangen in onbegrensde, technisch geworden kennissystemen die zij weliswaar zelf in het leven heeft geroepen, maar die haar ook ketenen?

 

Techniek als een zelfstandig voorthollend systeem.

 

Technische vindingen[2] zijn emergent: door het feit van hun ontstaan zelf werpen ze licht op nieuwigheden die voordien verborgen waren gebleven. Op die manier is technische kennis, zoals elke kennis, altijd slechts gedeeltelijk, want er steekt altijd nog een onbekend deel onder water en niemand weet hoe belangrijk dat nog onbekende deel is.

 

De Duitse filosoof Martin Heidegger spreekt in dit verband over “ontbergen” of “uit de verborgenheid treden”[3]. Wat hij dus zegt is dat een technische of wetenschappelijke ontdekking voorheen onbekende dingen laat verschijnen of toegankelijk maakt, dus de aandacht vestigt op wat voor die ontdekking onbekend of ontoegankelijk was. Koo Van der Wal schrijft dat bij “het overschrijden van complexiteitsdrempels ‘emergent’ nieuwe typen verschijnselen met nieuwe eigenschappen en functiewijzen optreden”. [4]

 

De kwestie is dus dat zodra een vinding werd gedaan, potentiële nieuwigheden zich onweerstaanbaar opdringen en om verdere ontwikkeling schreeuwen. Ingenieurs worden op die manier een soort schildknapen, uitvoerders van een onbewust programma dat zichzelf zelfstandig afwikkelt. Het is alsof de techniek een kwade geest is die zich bedient van de mens om zichzelf verder te ontwikkelen.

 

De stoommachine dwong als het ware zijn eigen verdere verfijning af. Toen de stoommachine behoorlijk ontwikkeld was, riep de gedachte dat kracht tot voorbeweging door een machine kan worden opgewekt, automatisch de vraag op of diezelfde kracht ook op andere manieren kan worden opgewekt: met olie of elektriciteit.

De techniek, opgevat als een systeem van kennis, vaardigheden en gedragswijzen, is dus een autonome kracht, zoals ook Jacques Ellul dat zegt[5].

 

De techniek wordt op die manier echter ook een gevaar voor de menselijke zelfbeschikking. De techniek duwt de menselijke inspanningen immers naar haar eigen steeds verdere vervolmaking, ongeacht het belang dat zulks eventueel heeft voor het voortbestaan van het beeld van de vrije, zelfstandig beslissende mens.

 

De onttroning van de mens.

 

Het ziet er dus naar uit dat we in de technische ontwikkeling onze meerdere moeten erkennen.

 

Techniek is niet alleen een hoop kennis, maar bepaalt ook onze levenswijze, de manier waarop we ons verplaatsen, wat we zullen studeren en hoe we de kost zullen verdienen. Techniek dringt ons een zijnswijze op, een leefwereld en een zelfbeeld dat we misschien nooit zouden hebben aanvaard als we het op voorhand hadden geweten.

De techniek schept daardoor de mens – niet omgekeerd. Samuel IJsseling schrijft: “Volgens hem (Ellul) is techniek geen voorwerp en geen middel, maar een milieu of een horizon die de houding van de mens omschrijft.”[6] De mens is dus een hulpmiddel bij het ontstaan van systemen die zijn controle te boven gaan.

Bernard Stiegler zegt het zo: “De techniek is (…) datgene wat mogelijk maakt én dwarsboomt”.[7]De techniek is dus de beslissende macht. “De mens wordt op een oorspronkelijke wijze door de techniek geconditioneerd”.[8]

 

Dit is dan de onttroning van de mens als meester van de schepping. Er ontstaat een heus mentaal, technisch en maatschappelijk ordeningssysteem dat zichzelf aandrijft, buiten de mens om. Dat zien we nu helder bij Covid, maar dit patroon herhaalt zich op vrijwel elk terrein van het menselijk bestaan.

 

Sigmund Freud had al gewezen op onze afhankelijkheid van onbewuste krachten[9]. Nu blijkt, ten tweeden male, dat onze vrije beslissingsmacht vooral een vrome illusie is.

 

Dat betekent dat niet zozeer het kapitaal de drijvende kracht is, zoals Marx dacht, al is dat kapitaal uiteraard overal aanwezig. Ook kapitaalstromen zijn het gevolg van de ontwikkeling van de technische kennis. Voorbeeld: Tesla zou nu evenveel waard zijn als alle andere autobouwers samen. Dat komt alleen maar doordat Tesla ‘de hoofdplaats’ is waar zich een nieuwe technologie ontwikkelt.

Misschien kunnen Raoul Hedebouw of Frank Vandenbroucke daarover eens nadenken.

 

Tegelijk met de mens wordt ook de politiek onttroond, want precies die politiek is de plaats waar de mens zichzelf als bepalende en beslissende factor meent te zien. Maar nu is daar de techniek en de politiek lijkt nog slechts een machteloze wegbereider.

 

Doorheen dit alles zien we hoe de techniek vooral een moraliteitsloos systeem is. Ze volgt haar eigen logica, maar het is geen menselijk systeem omdat er geen spiertje van moraliteit in te bespeuren valt. Laat het optillen van de mens tot een oordelend en kiezend wezen nou net hét model van de morele mens zijn. Daarmee is de val van de menselijke Icarus volledig.

 

Onttroning van de menselijke wetenschapper.

 

Sedert de Verlichting zijn we gaan geloven dat onze hersenen het werktuig zijn waarmee we de last van een weerbarstige natuur draaglijk kunnen maken.

Al vanuit de moderne psychologische en fysiologische inzichten blijkt dit in belangrijke mate illusoir te zijn.

 

Nu zien we dat het niet zozeer de wetenschapper is die bepaalt wat hij zal ontdekken, maar het is de kennis zelf en de techniek die er het gevolg van is die hem op het spoor van nieuwe vindingen zet: de wetenschapper zit opgesloten in een knellend ideeëncomplex.

 

Er zijn weinig technische hulpmiddelen die zo’n belangrijke rol hebben gespeeld als de microscoop. De ontdekking en het gebruik van de microscoop maakte een hele serie medische vindingen mogelijk, doch dwong tegelijk tot het ontwikkelen van nog betere microscopen, hetgeen leidde tot de elektronenmicroscoop. De ontwikkeling van de elektronenmicroscoop dwong de geleerden sommige ontdekkingen te doen, zoals de bouw van het DNA of de structuur van virussen. Maar na de ontdekking van deze laatste moest wel een bepaalde ziektebestrijding volgen, bijvoorbeeld een waarin het DNA een centrale rol speelt.

 

Dat lijkt allemaal overdreven, want we lossen niet graag het idee dat wij mensen bij alles het heft in handen hebben. Maar er is inderdaad reden om te zeggen dat de mens een pion is geworden in de voortgang van een blinde macht waarop hij geen greep heeft en waaraan hij zich niet kan onttrekken.

Kun je de mens niet wegdenken uit de wetenschap, dan kun je de ontwikkeling van de techniek en kennis in ieder geval niet wegdenken uit de ontwikkeling van de mens.

 

Repressief karakter van de techniek.

 

Er zit zelfs een hatelijk aspect aan die zich zelfstandig ontwikkelende techniek: mensen worden gedwongen, geduwd in een richting die zij zich vooraf niet konden voorstellen en misschien ook nooit zouden gewild hebben – zoals in het geval van de kernbom. Doordat de techniek altijd wel ergens voordeel oplevert – eventueel slechts in de toekomst – leidt ze tot dwingende plichten voor de mens die in het systeem zit opgesloten. Wie zich tegen die dwang verzet, wordt uitgestoten. Wie niet gewillig is, wordt gedwongen.

 

Neem nu het hele gedoe over de Covid-vaccinatie. Deze vaccins zijn vooralsnog experimenteel[10], maar ze maken nu al deel uit van een blind, zelfstandig draaiend gezondheidssysteem, dat steunt op technologische mogelijk gemaakte vindingen, die bovendien in heel rap tempo elkaar opvolgen. Hoezeer sommige wetenschappers door kranten ook als experts worden opgevoerd: ook zij zijn pionnen in een blind voorthollend systeem dat geen zijsprongen duldt.

De mens is aan gezondheid verhangen. Gezondheid gaat immers boven alles, zo meent hij. Het gevolg is dat de oekazes die uit het blind voorthollende gezondheidssysteem komen door een even blinde politiek tot concrete maatschappelijke praxis worden omgevormd en onaantastbaar worden.

 

Dat is allemaal niet zo wenselijk. Gezondheid is één van die gedroomde methoden om mensen in het gareel te krijgen en dan belanden we al snel in een surveillancestaat, met sanctionering en al. En omdat de overdonderend snelle ontwikkeling van de betrokken medische machinerie iedereen en alles zo onverwacht overtroeft, wordt iedereen door een soort panische reactie gegrepen.

 

De technisch-wetenschappelijke ontwikkeling veroorzaakt dan ook een repressief systeem. In de woorden van Heidegger: er wordt door de wetenschap, die van techniek gebruik maakt of erop uitloopt, zoveel uit de verborgenheid gehaald, dat het ons als een tsunami overspoelt.

Meer zelfs: de horizon die door wetenschap en techniek ontstaat krijgt ook een totalitair karakter. In het geval van gezondheid is dat: niets mag los van de gezondheidsmachine en daarom moeten alle geledingen van het menselijk bestaan onder controle worden gebracht.

 

Dezelfde gedachtegang geldt echter voor elke “vooruitgang”. Wie wil er nu achteruit?

De technische ratio kent alleen maar vooruitgang. Dit is: steeds verdere ontplooiing van de mogelijkheden die in elke technische en wetenschappelijke vinding verscholen zitten. Die mogelijkheden smeken om ontdekt te worden. Uiteindelijk vreet de techniek het hele menselijke leven op.

 

Transhumanisme.

 

De zaak wordt nog problematischer als we de lijn die aangezet wordt door het voorthollende karakter van de techniek doortrekken naar relatief nieuwe ontwikkelingen en naar de toekomst.

Het gaat hier om het zogeheten transhumanisme.

 

Tot nog toe was de techniek vooral een medium waarbinnen onze leefomgeving werd aangepakt. Steeds meer echter dringt technische kennis zich op als mogelijkheid om de mens zélf te “verbeteren”.

 

Het idee om de mens structureel te verbeteren is al ouder.

Men vindt hiervan al sporen bij Markies de Condorcet (1743-1794). Hoewel Condorcet onmogelijk een redelijk idee kan hebben gehad over de techniek zoals we die vandaag kennen, lezen we bij hem toch de volgende zin: De werkelijke voordelen die zullen voortvloeien uit de vooruitgang die men, zoals wij zojuist hebben aangetoond, vrijwel zeker mag verwachten, kunnen geen andere grens hebben dan die van de perfectionering van de menselijke soort zelf.[11]

Julian Huxley (broer van…) beweerde dat de mens zichzelf kan transformeren als hij dat wil, als geheel, als mensheid. Bekende hedendaagse transhumanisten zijn Ray Kurzweil, Dimitri Itskov, Robert J. White en ook Klaus Schwab.

In de meeste gevallen hebben die mensen een posthumane wereld op het oog, waarvan zij geloven dat de menselijke kwalen, die de mens al eeuwen in hun greep hebben, voorgoed zullen overwonnen zijn.

 

Hoe ziet men dat in zijn werk gaan?

Schwab kan de Britse prins Charles tot zijn bewonderaars rekenen. Schwab heeft nog iets anders op het oog dan alleen maar de verbetering van de menselijke samenleving. Zo wil hij de huidige Covid-crisis zodanig opzwengelen dat ze de gepaste toestand doet ontstaan om bijvoorbeeld het kapitalisme te hervormen[12]. Ook Schwab denkt dat de toekomstige economie – en dus het toekomstige maatschappelijke bestel – vooral digitaal zal zijn. Hij slaat de plank daarmee zeker niet totaal mis, nu we zien hoe die digitalisering door de overheden met kracht wordt bevorderd. Maar omdat die digitalisering volgens de wetmatigheden die in de eerste alinea van deze bijdrage vermeld zijn niet zal stoppen bij een digitalisering zelf, kan men gerust stellen dat ook het manipuleren van de menselijke natuur zelf zal volgen. Het Hongaarse dagblad Magyar Nemzet verweet Schwab trouwens een transhumanistische wereldorde na te streven.[13] Een totaal andere wereldorde maakt immers geen kans als niet ook de mens zelf is “aangepast”.

 

In de inleiding van zijn boek Supermens schrijft Peter Joosten: Wij als mensheid zullen wetenschappelijke en technologische vooruitgang niet alleen gebruiken voor vliegende schotels, robots of hologrammen. Wij zullen onszelf ook willen aanpassen, verbeteren en upgraden.”[14] Een blik op de titels van de hoofdstukken van zijn boek is openbarend: “Farmaceutische verbeteringen voor fysieke prestatie, gemoedstoestand, langer leven en cognitie”, “Genetica, genetische modificatie”, “Exoskeletten en protheses voor het ondersteunen of vervangen van ledematen”, ”Implanteerbare onderhuidse chips”. Maar het gaat door: klonen, mini-organen en geprint weefsel voor nieuwe lichaamsdelen, brain-computer interfaces en breinimplantaten, virtuele onsterfelijkheid…

Hij eindigt zijn verhaal met de stelling dat de komst van de supermens onvermijdelijk is.

 

Er bestaan wel meer van dit soort teksten. De achterliggende idee is altijd dat er een nieuw soort mens moet of zal ontstaan, die de biologische beperkingen van de soort te boven gaat.[15]

 

Transhumanisme is gebaseerd op de gedachte dat de mens een soort machine is die vanuit een soort computer (de hersenen) wordt gestuurd. En nu verschijnt alweer de kern van de technische kennis: die is erop gericht om een machine te vervolmaken en dat betekent in dit geval het wegknippen van de gedragsbeperkingen die het gevolg zijn van de biologische natuur van de mens. De mens wordt zélf een machine waarop de wetten van de techniek toepasselijk zijn[16].

 

Het eindresultaat van deze ontwikkeling is dat de mens, zoals we die vandaag kennen, verdwijnt en dat er in de plaats een wezen verschijnt dat 100% compatibel is met de wetten van de techniek.

Daarmee heeft de techniek ook de mens zelf opgevreten.

 

Freuds irrationaliteit en de lastige vragenstellers.

 

Zouden die mensen dat allemaal echt menen? Zouden de mensen die het wetenschappelijk-technisch complex bemannen daar geen vragen bij stellen?

Ik doe dat in ieder geval wel.

Niet dat ik de voordelen van de techniek ontken. We zouden zonder zelfs niet eens overleven, zeker niet met de 8 miljard die we nu zijn op deze kleine planeet.

Mij bekruipt het gevoel dat we de mens niet mogen laten opslorpen in een wereldomspannende machine, waarin ik en u een willoos nummertje zijn, meedansend op de tonen van het gespeelde refrein.

Als we dat laten gebeuren, houdt de mens misschien wel op te bestaan.

Dat idee vind je bijvoorbeeld terug in de toekomstroman van Kees le Pair, waarin de biologische mens vervangen is door intelligente robotten die onderdelen laten vervangen als de seks minder goed begint te gaan.[17]

 

Ik vind dat geen goed idee. Ik vind niet dat we ons bij de onvermijdelijkheid van een degradatie tot slaven in dienst van een zich blind ontwikkelende technische machine moeten neerleggen.

 

Daarvoor roep ik de goeie oude Sigmund Freud ter hulp. De mens is een irrationeel geval. Hij wist er alles van. Dat irrationele houdt ons vaak voor de gek, en meestal zonder dat we dat zelf in de gaten hebben.

Maar datzelfde irrationele staat op gespannen voet met de eigenzinnige, staalharde ratio van de techniek. Het irrationele laat zich niet in patronen vangen. Het is daarom tegelijk een afwijzing van elke totalitaire aanspraak.

 

En dus vind ik het goed als mensen gaan betogen “voor de vrijheid” en tegen allerlei beperkende maatregelen naar aanleiding van de Covid-epidemie. Dat kun je wegzetten als onredelijkheid, en dat gebeurt ook. Maar in deze irrationele onredelijkheid verschijnt de mens die zich verzet tegen zijn degradatie tot machteloos speelballetje van de techniek – zelfs al is dat medische techniek.

 

De irrationele mens vraagt zich af of hij wel moet geloven dat de uitbanning van de ziekte de morele verantwoording is voor het hele medisch-technische systeem. Of dat vooruitgang echt door niets mag gestopt worden.

 

De weg loopt volgens mij dus langs het stellen van vragen, lastige, kritische, onaangename vragen, waarbij mensen geconfronteerd worden met de gevolgen van hun eigen houding. Dat doet altijd twijfelen. Waarom mogen wij niet meer ziek zijn? Is ziek zijn niet een stuk van de menselijke bestaansconditie? Is ziek zijn geen mensenrecht?

Dat lijkt irrationeel, maar is het dat ook echt?

 

Niets verhindert ons altijd weer te vragen naar de zin van de wetenschappelijke techniek, zoals zovele denkers ons hebben voorgedaan: is het echt verantwoord om de techniek te (laten) gebruiken om individuen te manipuleren of nieuwe “waarden” bij te brengen, waarmee allerlei “Bigstructuren” kennelijk gebaat zijn?[18] [19]

 

Misschien moeten we ons wat meer zorgen maken over het wetenschappelijk-technisch complex.

 

Jaak Peeters

December 2021

 

 

[1] Klasien Horstman & Ine van Hoyweghen. Wetenschap en politiek in tijden van onzekerheid. Filosofie Tijdschrift, november-december, 2021, blz.3.

[2] Techniek wordt hier opgevat in zeer nauwe samenhang met wetenschappelijke kennis. Ik maak gebruik van de inzichten van enkele filosofen die zich op techniek hebben toegelegd.

[3] M. Heidegger. De techniek en de ommekeer. (Nl. vertaling) Lannoo, 1973, blz. 34 en passim. Heideggers stelling komt voort uit zijn waarheidsbegrip: Veronica Vasterling legt in haar Waarheid en Tijd bij Heidegger (Van Gorcum, 1993, blz. 13) uit: het “het zijnde is ‘waar’ wil niets meer of minder zeggen dan: het zijnde is, en dat wil zeggen: het zijnde verschijnt, of, zoals Heidegger het noemt, is onverborgen.” Als ik zie dat mijn pruimenboom verdroogt, dat zie ik (jammer genoeg) ‘waarheid’.

[4] Koo van der Wal. Nieuwe vensters op de werkelijkheid. Klement, 2011, blz. 263.

[5] Frank Mulder. Murwgebeukt door de machine. De Groene Amsterdammer, 27 maart 2014. Het is van belang erop te wijzen dat techniek ook voor J. Ellul meer is dan de omgang met machines. Propaganda is volgens hem ook techniek. Techniek is het rationeel gebruik maken van kennis.

[6] Samuel IJsseling. Macht en onmacht. Boom, 1999, blz. 145.

[7] Interview met Bernard Stiegler in De uil van Minerva, volume 28, 2015, blz. 303.

[8] Idem, blz. 335. Techniek dreigt dus ons gezichtsveld de vernauwen. Maar dat is een ander verhaal.

[9] Een lezenswaardig boekje daarover is Het mysterie van de hersenstam, van Tjeu van den Berk, Meinema, 2003.  Van den Berk wijst naar de onuitwisbare invloed van de primitieve hersenstam om ons gedrag en relativeert daarmee de corrigerende werking van de cortex.

[10] https://www.youtube.com/watch?v=4nWkBACvmAk. Prof Capel is emeritus en was gewoon hoogleraar besmettingsleer, in het bijzonder de experimentele immunologie, vanaf 1 september 1987 aan de universiteit van Utrecht. Zie ook: Fl. Moes, Het placebo-dilemma. Over ethiek, geloofwaardigheid en publiek vertrouwen in Covid-19-vaccinstudies. Filosofie Tijdschrift, nov.-dec., 2021, blz. 22 -26. En voorts: E. Lievevrouw, L. Sifffels & M. Lanzin, Een vernieuwd vertrouwen in Big Tech? Filosofie Tijdschrift, nov.-dec., 2021, blz 2731

[11] Jean Antoine Nicolas de Caritat, Markies van Condorcet. Over de vooruitgang van de menselijke geest (NL vertaling) Klement, 2008, blz. 193.

[12] De zogeheten build back better.

[13] In maart 2021.

[14] Peter Joosten. Supermens. Bot uitgevers, 2020, blz. 14.

[15] Dieter Hammer, Diederick Spranger, Jesse Mulder, Frank Storm en Arie Bos. Transhumanisme. Nearchus, 2018, blz.19.

[16] Dit sluit aan bij de inzichten van Mark Elchardus, in zijn Reset, Ertsberg, 2021, blz. 9. Elchardus spreekt over een Faustiaanse beschaving.

[17] Kees le Pair. De tweede apocalyps. 2017. (Eigen beheer)

[18] Bernard Stiegler: Toute technologie est porteuse du pire autant que du meilleur. In Le Temps, 22/3/2018.

[19] https://thenationalpulse.com/news/conflict-reuters-chairman-is-pfizer-investor-and-board-member/

Peter Scholl-Latour: de onbegrensde oorlog

Inleiding

 

Peter Scholl-Latour (1924-2014) is in onze contreien vooral een illustere onbekende. Dat is spijtig want de intelligente Peter Scholl-Latour heeft in de loop van zijn lange loopbaan vol wereldwijde omzwervingen een diepgaand inzicht in deze wereld verworven. De meeste van onze politici kunnen daar slechts van dromen – als ze er tenminste enige belangstelling voor hebben.

Hoewel hij gedeeltelijk in Parijs is opgeleid en voor een deel zijn hart aan Frankrijk verloren heeft, is het toch vooral Duitsland, de Duitse politiek en het lot van de Duitse Bundeswehr die hem tot een enigszins somber scepticisme brengen over de politiek die het Westen, onder aanvoering van de Verenigde Staten, voert ten aanzien van wat ik hier voor het gemak de Oriënt zal noemen, dit is de Aziatische wereld ten oosten van Europa en ten zuiden van Rusland.

Zijn verhaal gaat uit van zijn uiterst kritisch oordeel over de cynische machtspolitiek van George Walker Busch, vooral ten tijde van diens oorlog tegen het terrorisme en zijn inval in Irak, waar zijn troepen op zoek gingen naar overigens onvindbare massavernietigingswapens.

 

Zijn boek verscheen in 2003 bij de Arbeiderspers. We zijn nu 18 jaar verder en Scholl-Latour blijkt visionaire kwaliteiten te hebben bezeten.

In wat volgt zal ik enkele interessante aspecten van zijn verhaal onder ogen brengen, om die vervolgens te gebruiken in enkele overwegingen over onze eigen situatie.

Vanzelfsprekend streef ik daarbij geen volledigheid na.

 

Een gigantische misleiding

 

Scholl-Latour (vanaf nu verder SL genoemd) begint zijn verhaal met de uitspraak dat de Verenigde Staten bij hun inval in Irak bij vriend en vijand waarschijnlijk nog nooit op zo’n diep wantrouwen hebben gestuit als toen. Rond de veldtocht tegen Irak, zo schrijft hij, heeft een gigantische misleiding plaatsgevonden die in de geschiedenis nauwelijks haar weerga vindt, en die alleen met behulp van moderne elektronische media uitvoerbaar is geweest.

Dat wantrouwen weerspiegelt zich in de diepe afgrond die is ontstaan tussen de beide noordelijke oevers van de Atlantische oceaan. Gaandeweg immers werd  steeds duidelijker hoe omvangrijk de vergissingen en de leugens waren waarvan zowel Bush als Blair zich hebben bediend om de bevolking in oorlogsstemming te brengen.

Natuurlijk werd dit pas mogelijk na de gebeurtenissen van de 11e september in New York: de aanslag op de handelstorens werd door de massamedia, “geneigd als ze zijn tot hysterie en conformisme”, een keerpunt in de geschiedenis genoemd.

Als men een groot aantal Amerikaanse publicisten en hun Europese napraters  mag geloven, heeft het internationale terrorisme op 11/9/2001 met een enorme donderslag zijn lelijke gezicht onthuld.

SL wijst bij herhaling op de bereidheid van de Amerikanen om de publieke opinie met verzinsels en leugens te bewerken en daarbij op de onbegrijpelijke medewerking van de media konden rekenen.

De boodschap van de auteur is duidelijk: dit soort misleiding is ook vandaag algemene praktijk.

 

De verspreiding van Democratia Americana: ten oorlog tegen Het Kwaad.

 

Grote mogendheden hebben kennelijk behoefte aan een vijandbeeld en dat is voor Amerika misschien nog meer het geval dan voor sommige andere staten. Al bij al leeft er al sinds lang een geest van exceptionalisme in de VS, de overtuiging dat Amerika een wereldomspannende taak heeft om Het Kwaad te bestrijden en overal ter wereld uit te roeien.

Dat was al zo ten tijde van de Koude Oorlog, toen de voormalige  bondgenoot tegen Nazi-Duitsland, de Sovjet-Unie, op korte tijd veranderde in een bedreiging voor de vrijheid en dus met alle middelen moest worden bestreden en het communistisch gevaar ook in Korea moest worden gestopt. Maar met de aanslag op de torens in New York had het kwaad plots een heel ander gezicht gekregen, nadat de gevreesde Kwade Vijand in 1989 als een bloemzak ineen was gezakt. De Amerikanen zouden nu wereldwijd optreden om het terrorisme voor eens en voor altijd uit te roeien. Zodoende viel Bush Irak binnen en liet de latere Nobelprijswinnaar voor de vrede, Obama, een  icoon van het terrorisme doden: Osama Bin Laden.

Natuurlijk heeft Amerika ook langs vreedzame weg in het Midden-Oosten ingegrepen, met name bij de totstandkoming van de overeenkomsten van Camp David o.l.v. Jimmy Carter.

Wat er dan in de plaats moest komen? Vrede natuurlijk, maar dat niet alleen. Er moest aan democratische nationbuilding worden gedaan. De democratische staten die de Amerikanen op het oog hadden namen allemaal de vorm aan van het Amerikaanse voorbeeld.

 

Afghanistan

 

Het meest recente ‘gevechtsterrein’ waar die oorlog tussen goed en kwaad zich afspeelde – en voor de Amerikanen faliekant afliep – is Afghanistan. SL geeft hier veel aandacht aan, omdat hij daar vooreerst een schoolvoorbeeld van die Amerikaanse zendingsdrang meent aan te treffen en hij ten tweede zich opwindt over de rol van de Bundeswehr, waarbij hij zich enigszins retorisch afvraagt wat die Bundeswehr is godesnaam in Afghanistan te zoeken had. “In de westerse pers werd geleuterd over een beginnende ‘democratisering’, maar men vergat aan te geven dat in een uiterst divers land als Afghanistan stabiliteit onmogelijk is zonder een subtiel evenwicht tussen de diverse stammen.(…) De Amerikaanse deskundigen waren er dus niet in geslaagd om van Afghanistan een natie te maken en waren niet verder gekomen dan een samengeraapt allegaartje van allerlei lieden die veelal uit persoonlijk eigenbelang voordeel zagen in het meespelen met de Amerikanen.(…) Men had moeten weten dat men de Afghanen niet kan kopen, maar hoogstens inhuren”, schrijft hij nog (blz. 77).

Maar veel belangrijker dan de verhoudingen tussen volksgroepen is de islamitische geest die alle Afghanen met alle andere islamieten verbindt: “niet oosters, niet westers – islamitisch!”. Bovendien zijn in Afghanistan – en elders in de islamitische wereld – de oude patriarchale familiebanden nooit verdwenen. Het idee dat vrouwen evenwaardig zijn in het politieke leven is gewoon onuitstaanbaar, hetgeen elke illusie van de westerse wereldverbeteraars over de kansen van een egalitaire burgerstaat de kop indrukt.

 

 

Gehaaide zakenlui

 

“In de jaren daarna hebben die onverschrokken wereldverbeteraars hun in verkeerde banen geleide vooruitgangsgeloof vermoedelijk met hun leven betaald, maar achteraf bezien vind ik hen achtenswaardiger dan de opportunistische gehaaide zakenlui die je nu tegenkomt in de omgeving van interim-president Karzai, en die leugenpraatjes over moderne vernieuwing verkopen”( blz. 123).

Hierbij stoot SL door naar een ander aspect van het Amerikaanse optreden: hun drang om de olievoorraden in hun eigen voordeel onder controle te krijgen. Natuurlijk is dit gegeven bekend en dat werpt licht op het hypocriete optreden van de Amerikaanse supermacht. Het gedoe van wat SL ‘de plutocratie’ noemt bepaalt zeer zeker mee de Amerikaanse politiek, al moet gezegd worden dat dit voor de Europese mogendheden precies hetzelfde ligt. Het ligt ongetwijfeld mede aan de belangen van die “gehaaide zakenlui” dat zich in het Westen niet één proteststem verhief, toen tienduizenden soldaten tijdens de oorlog tussen Iran en Irak door gifgas werden gedood. Meer zelfs: “Tegenwoordig heerst Israël over de VS, en dicteren ze daar de buitenlandse politiek van Washington – althans de politiek ten aanzien van het Midden-Oosten”(blz. 189) en volgens SL heeft de miskenning van de joodse prioriteiten Bush zelfs zijn herverkiezing gekost.

Kortom: via Washington streven een aantal “gehaaide zakenlui” wereldmonopolies na, toen nog vooral met betrekking tot de olie.

 

Religieuze expansie

 

Men is geneigd om de islam expansionistisch te noemen en dat is zonder meer terecht. Islamieten zijn doordrongen van hun morele superioriteit en schikken zich naar de westerse wensen slechts net zolang tot ze de kans zien om zichzelf op te hijsen.

Het westen doorziet maar niet hoe het manicheïsme in de oude leringen van Zarathoestra een universeel verschijnsel is: in Perzië, in het Tweestromenland, in Afghanistan, in de héle islamitische wereld. Het was aanwezig bij de Katharen en zelfs in zekere zin in het calvinistisch puritanisme (blz. 337). Deze eeuwige strijd tussen goed en kwaad laat gewoon geen compromis toe en dwingt de islamiet tot volgehouden religieuze expansie. Zoals M. Kadhafi ooit zei: “de hele wereld moet islamitisch worden”. Men stelt, schrijft SL, vast dat niet alleen de verspreiding van de Islam in het huidige Indonesië toeneemt, maar ook de felheid van de geloofsbeleving.

Hiertegenover staat een al haast even fel beleefd Hindoeïsme, waarbinnen de oude kastentegenstellingen veelal nog onverminderd blijven voortbestaan.

Tegen al dit religieuze geweld is de westerse democratie niet opgewassen. Het militaire overwicht van de Amerikanen – heel relatief trouwens, zoals Afghanistan bewijst – brengt sommigen ertoe om een tijdlang mee te te heulen met de Amerikanen, maar ze trekken hun oude gewaden weer aan zodra de Amerikaanse tegenwind in kracht afneemt. Vanaf dan gaat de religieuze expansie met nog grotere felheid weer door. “De onbegrensde oorlog” is inderdaad de passende titel voor SL’s werk.

 

China

 

China mocht in zijn boek niet ontbreken. De reden is meervoudig. Er is vooreerst de islamitische Oemma, de wereldgemeenschap van islamieten, waartoe alle islamieten zich onvoorwaardelijk rekenen. In het westen van China leven omvangrijke groepen islamieten. Een van de groepen wordt gevormd door de inmiddels bekende Oeigoeren, die op dit ogenblik worden heropgevoed – zoals dat heet – door Han-Chinezen. Bij deze heropvoeding ondervinden de Chinezen echter veel moeilijkheden. De voornaamste is dat de Oeigoeren zich na enige tijd in schijn aanpassen, maar zodra de kans zich aandient weer teruggrijpen naar de Islam. “..het is totaal onvoorstelbaar dat er een brug geslagen zou kunnen worden tussen de aardsgezindheid van het Chinese denken, het afzien van elke metafysische speculatie (…) en de bezetenheid van God, het theocentrische levensgevoel dat de profeet Mohammed zijn aanhangers had opgelegd” (blz. 430).

Minstens even belangrijk is dat de Cinezen hun achterstand tegenover het westen, die ze opliepen tijdens de koloniale overheersing door datzelfde westen, snel aan het inlopen zijn. Ze zijn zelfverzekerd en twijfelen er niet aan dat ze over niet te lange tijd de confrontatie om de wereldmacht met Amerika zullen aankunnen. Zelfs als de Amerikanen Kaboel hadden kunnen veroveren, zou hen een omineuze krachtmeting aan de rand van de Stille Oceaan wachten.

“Ik wil hier niet bepaald tegenspreken dat op zijn minst de miljoenen stadsbewoners – en hun consumptie- en geldzucht – maar al te vaak bezwijken voor de glinsterende verlokkingen van een amerikanisatie van het dagelijks leven, die men ook ‘globalisatie’ kan noemen.(…) Men moet zich echter hoeden voor de terribles simplificateurs”(blz.460).  Zelfs in Taiwan, waar de amerikanisatie het verst is doorgedrongen, weet men de westerling mee te delen dat er een diepe kloof ligt tussen het Westerse en het Chinese levensaanvoelen. Zeer recent (september 2021) vertelde een Vlaamse  jongeman van 25, die om professionele redenen Taiwan bezocht, me dat in de diepere lagen van de bevolking de vrouwonvriendelijkheid – zoals hij dat noemde – virulent aanwezig is. Daarmee bevestigt deze observatie de stelling die SL van Kipling overneemt : oost is oost en west is west en die zullen elkaar nooit ontmoeten.

 

Enkele lessen

 

Lessen trekken uit een van ervaring en persoonlijk contact doortrokken verhaal van haast 500 bladzijden is niet zonder risico. Niet iedereen zou dezelfde klemtonen leggen.

Maar het is hoe dan ook altijd een leerzame oefening.

Vooreerst: ik heb het hierna over West-Europeanen, want in tegenstelling met wat de officiële EU-propaganda ons wil doen geloven, bestaat dat éne Europa niet. Dat komt omdat er een diepe caesuur loopt tussen West- en Oost-Europa. Die is weliswaar niet zo diep als die tussen het Westen en China of tussen China en de Oemma, maar ze berust op gelijkaardige beginselen: het Oosten is orthodox en het Westen is katholiek of protestant. Een uiterst belangrijk gegeven is dat de orthodoxe kerk de volkstaal als basis heeft genomen, terwijl het katholicisme lang het Latijn heeft gehanteerd. Door de volkstaal van bij het schisma tot op het niveau van het Latijn te verheffen, is het gemeenschapsdenken een ander karakter gaan aannemen. Daar komt bij dat het zuid-oosten van Europa nog altijd door de Ottomaanse overheersing getekend is. Al die streken hebben een totaal andere politieke geschiedenis achter de rug. Aan de andere zijde valt ook Groot-Britannië weg.

Bovendien blijft de oosterse ziel voor westerlingen ondoorgrondelijk. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de houding van Polen t.o.v. de EU, die door sommigen opstandig wordt genoemd. De Polen voelen hun houding echter niet als opstandigheid aan en zien  de bemoeienis vanuit het Westen als ongepast. Of denk maar aan Hongarije.

Volkeren en groepen van volken worden dus gescheiden door culturele en religieuze grenzen. Die zijn buitengewoon moeilijk over te steken en ze zijn bovendien taai, vooral omdat ze onzichtbaar zijn.

Voor de toekomst van het continent is het wijs te erkennen dat zaken als cultuur en religieuze grenzen van wezenlijke betekenis zijn, zelfs al vormen ze voor sommigen slechts een voorbeeld van archaïsme.

Een tweede element is de militante felheid van de Islamitische expansie. SL vertelt in zijn boek hoe hij in het kantoor van een vooraanstaande islamiet kaarten van Duitsland en Frankrijk zag hangen, beide ingekleurd als ‘te veroveren gebieden’. Het is misschien correct sommige aanslagplegers in West-Europa als misgelopen zielen te beschouwen, maar men mag niet vergeten dat zij in de islamwereld toch op ruime sympathie kunnen rekenen. De veroordeling en opsluiting van deze ‘misgelopen zielen’ levert hen de status van heilige op die als voorbeeld geldt voor talloze jongeren uit de islammileu’s, voor wie de westerse levenswijze verwerpelijk decadent is. Deze beoordeling van islamitische ‘martelaren’ is universeel voor de hele islamwereld – ook die in het westen. En de islamitische bevolkingsexplosie ziet men in de islamwereld als een doeltreffend middel tot verovering. SL wijst er terloops op dat ook de Hindoes op deze manier denken.

Dit trekt een dikke, vette streep door de illusies van mensen zoals Bart Somers of Angela Merkel, die geloven dat met islamieten een multiculturele samenleving kan worden gemaakt. De islam is superieur en moét de rest overheersen, desnoods met geweld. Zo simpel is het.

Tegenover de islam is er dus van onze kant geen soepele houding mogelijk, tenzij we bereid zijn onze eigen ondergang onder ogen te zien.

Opvallend, ten derde, is de klemtoon die SL legt op de invloed die machtige financiële en economische groepen hebben in de VS en West-Europa. Wie leest hoe ‘plutocraten’- dat is zijn woord – zelfs het beleid van de regering van Amerika kunnen bepalen, is niet verbaasd dat dit niet alleen voor olie gebeurt, maar in deze covid-tijden ook voor de farmacie.

Ten vierde: de verhoudingen in de wereld veranderen en zullen dat blijven doen en ze zullen niet in het voordeel van het Westen veranderen, laat staan in het voordeel van West-Europa. Onze tijd van totale dominantie zit er definitief op, of de EU zich nu verder ontwikkelt of niet. In tegenstelling tot wat velen denken zal, zoals gezegd, de toekomst niet alleen door geld en delfstoffen worden bepaald, maar ook door religie en cultuur. Ik wijs hier in het voorbijgaan op de opkomst van de woke-cultuur. Op cultureel gebied is het totaal ontkerkelijkte en van zijn eigen grondslag weggedreven West-Europa sterk in het nadeel. Dat nadeel uit zich bijvoorbeeld in het ontbreken van een geloofwaardige defensie, waardoor een groot maar relatief arm land zoals Rusland in staat is om een bedreiging te vormen. Maar als we niet bereid zijn op te komen voor onze eigen cultuur, zijn we dan bereid onszelf militair te verdedigen? Of hoe kunnen we dan verlangen een redelijke plaats in te nemen in de wereld van morgen, waartoe dan naast China en Amerika ook India, Brazilië en – wie weet – Afrika zullen behoren?

Tenslotte valt het op hoe ook SL de media op de korrel neemt. Hij noemt ze laf, collaborerend, uit op sensatie en winst. Daarmee verlagen de media zichzelf tot op een niveau dat de uitgespuwde sociale media niet te boven gaat. Het valt niet in te zien hoe dergelijke media op een opbouwende wijze aan de samenleving kunnen bijdragen, laat staan bij te springen in de komende onbegrensde oorlog tussen de grote beschavingen van deze planeet.

 

Tot slot…

 

Na de (her)lezing van het werk van Scholl Latour wordt het duidelijk dat de hele wereld in beweging is, dat meer dan ooit zal doen en zal blijven doen.  We zien dat overigens nu al heel duidelijk aan de talloze ‘migranten’ dat lang niet allemaal vluchtelingen zijn. Voor deze en vele andere toestanden is een nieuwe, andere en meer aangepaste denkwijze noodzakelijk. Dit is de wereld is waarin wij ons eigen zelfbehoud als Vlamingen, als Nederlanders en als West-Europeanen moeten definiëren. Zonder die definitie zal er voor ons geen interessante plaats overblijven. Er moet in die zelfdefinitie dan ook ruimte zijn voor het volksnationalisme dat immers ook voor ons continent wel degelijk kenmerkend is, ondanks de globalistische illusies die door SL opgevat wordt als een andere naam voor amerikanisering. We moeten weer oog hebben voor religie en voor cultuur. En die zelfdefinitie zal er niet komen als we ons niet kunnen ontdoen van het verderfelijk postmodernistisch geloof voor hetwelk alles even belangrijk is en dus niets belangrijk genoeg om er voor te vechten.

 

 

Jaak Peeters

November 2021

De democratie herstellen

Opjuinen

 

Nu covid-19 wat aan het wegzakken was, de mondkapjesplicht verzacht en de winkels terug open, blijkt het aantal besmettingen plots – zo ineens – de pan uit te swingen. Men kijkt daar van op, want in Vlaanderen is de vaccinatiegraad al lang boven de 70%-grens, waarover experts hadden gezegd dat vanaf dat moment het gevaar kon worden gekeerd.

Inmiddels lopen de kranten weer over van de onheilsberichten, dragen steeds meer mensen weer mondkapjes – hoewel het nut ervan buiten de medische wereld al vaker in vraag werd gesteld – en klinkt het geluid voor de invoering van een soort medische apartheidsstaat steeds luider. Sterker nog: volgens opiniepeilingen vindt een kleine meerderheid in die uitsluiting op medische gronden geen graten. Men kan er donder op zeggen dat diezelfde meerderheid een uitsluiting op raciale gronden met grote verontwaardiging zou afwijzen.

Kortom: de schrik zit er weer goed in en de media doen hun best op die angsten op te zwepen.

 

Technocratie en economie

 

Wie kritisch en ruimdenkend wil zijn beseft dat de gebeurtenissen die we nu meemaken  doortrokken kunnen zijn van de gevolgen van acties vanwege lieden die uit zijn op hun eigen belang – dat laatste in de ruimste betekenis.

Ik hoef maar even te wijzen naar de subsidiëringspolitiek van iemand als Bill Gates of naar Klaus Swab[i] (een fervent aanhanger van het transhumanisme) om dit te illustreren.

De vraag is waarom die mensen dit doen.

Het is niet meteen zeker dat ze dat doen met slechte, sinistere bedoelingen. Ze spelen namelijk hun spel in de vaste overtuiging dat ze daarmee de belangen van de mensheid dienen. Ze gebruiken daarbij de ontwikkelingen van de wetenschap en de technologie. Het is, bijvoorbeeld, toch te verdedigen dat mensen chips ingeplant krijgen zodat ze makkelijk kunnen gevonden worden als ze verdwaald zijn? Ieder kan hier hopen voorbeelden bij bedenken. Onlangs werd bekend dat enkelen chips ingeplant kregen zodat zij in de winkel hun rekening konden betalen door hun hand voor de lezer te houden: zo kunnen ze niet bestolen worden. Dat is toch voordelig? Trouwens ook voor de producenten van dit soort dingetjes.

En zo zien we dat technologie en een ‘bepaalde economie’ hand in hand gaan. Onder allerlei voorwendsels en met de hulp van een dosis angst om de zaak wat te versnellen ontstaat er een wereldmarkt waarvan geldmagnaten hardop kunnen dromen.

Onder het mom van digitalisering speelt de overheid domweg mee: de identiteitskaart wordt digitaal maar tegelijk ook vaccinatiebewijs, betaalkaart, medische fiche, opsporingskaart, schuld- en rekeningtoestand, staat van eventuele veroordelingen of boetes… alles voortaan in één klap op één kaartje beschikbaar. Vervolgens het boeltje aansluiten op een centraal opvolgcentrum en Chinese toestanden worden een lacheding.

Vanuit democratisch standpunt mag kritiek nu best opklinken.

 

De democratie herstellen

 

De wereld van de angstige, totaal gechipte mens is niet langer een menselijke wereld. Het is de wereld van levende robotten, die voornamelijk nuttig zijn als producenten van financieel voordeel voor de technologen en economen die deze wereld mogelijk maken in een schijndemocratische toestand.

Zoals ik al zei: ik twijfel er niet aan dat sommigen echt menen dat ze op deze manier de mensheid ten dienste staan.

Ze maken echter één grote, onvergeeflijke fout: ze tonen geen enkel geloof te hebben in de waardigheid of in de goede krachten in de mens. Ze vertrouwen de mens van de schepping niet. Ze willen hem verbeteren, aanpassen aan hun eigen beeld en gelijkenis, hem te verlossen van de tekortkomingen van de biologische soort die uit de evolutie is voortgekomen – alles zoals zijzelf dat opvatten. En ze willen alles kunnen controleren en beheersen.

Hiermee miskennen ze de kern van de menselijke waardigheid: het geloof in de positieve krachten in de mens en de daarbij horende vrijheid tot zelfbepaling. In plaats van in te zetten op deze positieve krachten, schuiven ze de mens en zijn vrijheid opzij en vervangen hem door hun eigen scheppingen. Die vervanging kan tot in der eeuwigheid doorgaan, want de technologie zal zich blijven ontwikkelen en economische kansen zullen zich blijven aandienen.

Zo komt de mens in de greep van groepen die altijd weer opnieuw redenen zullen vinden om aan de mens te knoeien.

En dan zien we daar die zielige media, die als een uil op een kluit staan toe te kijken, verdoofd als ze zijn en gegrepen door de angst die ze zelf hebben opgeroepen.

Hun taak bestaat er nochtans uit deze fatale neergang van onze soort te weerstreven: de feiten, de verbanden, de oorzaken, de gevolgen boven water te halen – of tenminste: de ruimte te geven aan lieden die in staat zijn dat te doen.

Hun taak is het centraal stellen van de menselijke waardigheid, van het geloof in de positieve krachten in de mens en van zijn recht op zelfbeschikking.

Hun taak wordt steeds meer: het herstellen van de democratie.

 

 

Jaak Peeters

Oktober 2021

[i] https://ijvtpr.com/index.php/IJVTPR/issue/view/2/3

De auteur van dit artikel schrijft ook: We are indeed on the brink of a “brave new world”, in which lockdowns, social isolation and distancing and all of the societal changes now proposed will be with us, perhaps forever.

En voorts: And, we will be asked to remember, it is all for the greater good and that “we are all in this together”, except of course for the billionaire class whose concept of being in this all together seems remarkably different from people trying hard each month to pay their mortgage. Now we are asked to protect seniors and those with various comorbid conditions. Next time the vulnerable might be children or those in their 20s or 30s. In this new world, there will always be new threats and new things for us all to fear and more things to sacrifice for the greater good. The response to COVID-19 will have charted the path forward for government working with, or more likely on behalf, of industry to increasingly dictate what we do, with whom, how, and when. And if that is not the sort of world we were warned about by George Orwell and Aldous Huxley, I don’t know what is: Trust Big Brother, don’t question, don’t listen to dissenting voices, do what we tell you for the greater good (and we, the government, will decide what that is). We have arrived at that new world. It was ushered in by 9/11and for 20 years, US society has been moved more and more toward a state of perpetual war for the benefit of the defense industry which has increasingly been partnered with big pharma. COVID-19 ushers in the attempted dominance of the pharma cartel teaming with global technocrats seeking control over the entire world. The former could imprison you at will, even kill you. The latter seeks to control your very existence from before birth until after your death. The world has indeed been turned upside down by the confluence of COVID-19 and the proposed Great Reset. It is hard not to imagine that the latter inspired in principle, if not in reality the former. Regardless of how fatalistic many of us seem to be in the face of the events of 2020, there is always the hope for resistance to the WEF, Bill Gates, and to the other corporate henchmen who may have made this all possible. Some of these options for resistance and renewal are discussed in my book and some useful suggestions are made here in this issue of the IJVTPR in the second entry by James Lyons-Weiler. (Gepubliceerd op 1 april 2021.)

De auteur is: prof. Dr. Christopher A. Shaw, Vancouver, Canada.

Een ander artikel in deze zin vind U hier: https://ijvtpr.com/index.php/IJVTPR/article/view/22/47. De auteurs van dit artikel, D. Broudy van Okinawa University en Darwin K. Hoop, omschrijven de democratie als een hinderpaal naar het transhumanisme. (gepubliceerd 31/3/2021)

Ziehier wat hun samenvatting (abstract) zegt: This article critically examines the emerging global war on pathogens mimicking the Global War on Terror (GWOT). We draw upon the history of recent wars and the fear-driven narratives aimed at nudging the public toward uncritical acceptance of the new emerging social and economic global order. We adopt Edward Herman and Noam Chomsky’s ‘Propaganda Model’ to describe how mainstream media perform in manufacturing consent to policies that tighten control over populations and degrade rights, agency, and sovereignty. Here we consider the efforts of globalist political actors who seek to co-opt or influence political institutions around the world and position themselves as unelected rulers of an emerging authoritarian order. We argue that agenda-setting media are predisposed to serve elite interests that shape news coverage, bound public debate, and obscure new forms of warfare behind the smokescreen of a manufactured Global War on Pathogens (GWOP). We introduce critical analysis and alternative perspectives, largely marginalized by the mainstream, on the hidden conflicts of interest involved in the demands for full social compliance.

 

 

Open Brief van een verpleegkundige mbt tot verplichte vaccinatie van het zorgpersoneel.

Zeer uitzonderlijk breng ik langs deze weg de diepe bezorgdheid aan de orde, die verpleeg- en zorgkundigen ervaren nu hen een tegen alle redelijkheid een verplichte vaccinatie met een experimenteel vaccin wordt opgedrongen, waarvan gerenommeerde wetenschappers stellen dat én de technologie unprecendented  is en de gevolgen op lange termijn misschien catastrophic.

Het is totaal verkeerd om de stem van ervaren en gewetensvolle verpleegkundigen systematisch het zwijgen op te leggen, zoals jammer genoeg in de pers al te veel gebeurt,ook in de pers.

In een eerlijke democratie moeten stem en tegenstem worden gehoord en moeten experts door andere experts kunnen worden tegengesproken.

Daarom publiceer ik, bij wijze van uitzondering, deze schrijnende roep om begrip voor mensen die sinds jaren bewijzen dat ze met “hun” zieken het beste voor hebben.

 

OPEN BRIEF VAN EEN ZORGVERLENER

 

Beste beleidsmaker,

Met ongeloof vernam ik dat het vaccin tegen Covid-19 zou verplicht worden bij de zorgmedewerkers.

Zeer betreurenswaardig dat u op deze manier uw appreciatie en dank uit voor ons als zorgverleners. Wij zijn al die tijd het beste van onszelf blijven geven en we zijn onze patiënten steeds met de beste zorg blijven omringen, ook in moeilijke omstandigheden.

Zorgverleners – ongevaccineerde zorgverleners – die werden toegejuicht en voor wie geklapt werd als dank en appreciatie, die hun patiënten nooit in de steek hebben gelaten en die nu opeens niet meer voldoen of geweerd moeten worden omdat ze niet gevaccineerd zijn?

Wiens basisrecht, keuzevrijheid en zelfbeschikkingsrecht over het eigen lichaam afgenomen zou worden? Van ‘helden’ naar ‘weigeraars’ of naar diegenen die ‘het nog niet goed begrepen hebben’ of ‘niet voldoende geïnformeerd’ zijn? Verloren gegane helden, die hun gezondheid moeten toevertrouwen aan het injecteren van een experimenteel middel, waarbij alle data nog niet verwerkt zijn, waarbij er reeds zeer veel (toegedekte) schadegevallen door het vaccin te betreuren zijn, waarbij de farmaceutische industrie vrijgesteld wordt van elke verantwoordelijkheid als het misloopt,…

De vraag dringt zich hierbij op wie in deze vaccinatiecampagne verantwoordelijkheid opneemt voor de burger.

Als u de beslissing tot verplichting invoert, mag ik u dan verantwoordelijk achten voor elke – eventuele en zelfs vermoedelijke – schade die optreedt door en na het vaccin, ook op lange termijn?

Spijtige en ontstellende vaststelling is dat er gedurende anderhalf jaar geen plaats geweest is voor een echt en integer debat met ruimte voor verschillende inzichten en wetenschappelijke argumenten. Het ontbreken van dergelijk debat heb ik als een zeer groot gemis ervaren. Dit zou resulteren in een eerlijker en vollediger beeld voor elke burger, en in een betere afweging voor het maken van een passende en vrije keuze voor elke individuele persoon. Als bonus kan er dan meer begrip zijn voor elkaars standpunt, in plaats van de huidige polarisering die een wig slaat binnen families en onder vrienden.

Jammer genoeg worden experten, artsen, genetici en wetenschappers die geen ander belang hebben dan onze gezondheid geweerd, geridiculiseerd en ‘gefactcheckt’.

Intussen is het duidelijk dat wetenschappers zich niet meer kritisch mogen uitlaten. Kritische geluiden zijn ongewenst en artsen die zich oprechte vragen stellen, worden op de vingers getikt door de Orde der Geneesheren en riskeren een schorsing. De vraag naar verder onderzoek en studies naar de beloftevolle curatieve (goedkope) medicatie, die levensreddend kan zijn, wordt terzijde geschoven.

En het virus? Dat gaat nooit meer weg. Niet bij 70, niet bij 80 en niet bij 90 procent gevaccineerden. Het wordt endemisch. Er zijn wetenschappers en virologen die reeds lang voorspeld hebben wat nu blijkt uit te komen. Inzichten die door de reguliere media helaas steevast niet belicht werden. Eerder nog is er sprake van het culpabiliseren van ongevaccineerden, die zelfs ‘variantenfabriekjes’ genoemd werden. De vraag rijst in hoeverre er nog gesproken kan worden over wetenschap, gezien echte wetenschap zichzelf per definitie ten allen tijde in vraag moet kunnen blijven stellen.

Gaat het hier eigenlijk nog wel over onze gezondheid? Wat immers met de vele schadegevallen door het vaccin, zoals het stijgend aantal hersenbloedingen, tromboses, verlammingen,… en zelfs overlijdens. Wat met de waarschuwingen door meerdere gerenommeerde genetici voor het risico op infertiliteit van kinderen en jongeren op langere termijn? Wat met voorheen perfect gezonde jonge mensen die myocarditis of pericarditis ontwikkelen na het vaccin, alsook met sporters die hun fysieke prestaties van voorheen niet meer kunnen halen? Waar het toch wordt vermeld, wordt het geminimaliseerd.

Ik kan dit niet begrijpen… Het vervult me met ongeloof dat u en uw collega’s dit negeren en gewoon doorgaan met vaccineren; hoe meer hoe liever. Zelfs aantoonbare antistoffen in het bloed na doorgemaakte ziekte hebben blijkbaar geen waarde. Liever wordt een beroep gedaan op (invasieve) PCR-tests die een twijfelachtige betrouwbaarheid hebben.

De steeds geponeerde ‘vrijwillige keuze’ komt ernstig in het gedrang door de dreiging van vaccinatieverplichting voor de zorgverlener die dit vaccin niet wenst. Ik vind het dan ook moeilijk om aan te nemen dat de sterke aanmoediging om het vaccin te nemen gewoon doorgaat, ondanks de vele schade- en sterfgevallen. Deze aanmoediging is intussen verpakt in een jasje van verdoken dwang.

Mag diegene die gekozen heeft om de zieke medemens te verzorgen, te genezen, lijden te verzachten en op een diepmenselijke manier de zieke bij te staan – ongeacht wie deze patiënt is en hoe hij zich ook presenteert – en die deze patiënt nooit in de steek heeft gelaten, nu ook begrip vragen voor zijn of haar weloverwogen en onderbouwd standpunt?

Dit alles brengt me bij de vraag hoe het tot deze situatie is kunnen komen. Ik ben oprecht bezorgd hoe onze vrijheden stap voor stap afbrokkelen. Het maakt dat ik me niet meer voel als een burger voor wie goed gezorgd wordt. Uit het feit dat gevaccineerde personen ook kunnen besmet worden en het virus evenzeer doorgeven, volgt logischerwijs dat (het tonen van) de coronapas een onlogische maatregel is, die tevens indruist tegen het medisch geheim en tegen onze vrijheden. Deze pas dient dan ook ten allen tijde te worden geweerd. Ik heb trouwens op anderhalf jaar tijd – als ongevaccineerde verpleegkundige – geen enkele positief geteste patiënt gehad op mijn afdeling. Geen enkele patiënt werd door ons, of door mij besmet. Waarom zou ik me dan opeens moeten laten vaccineren om nog te mogen werken, binnenkort? Omdat u het zegt? Dat is voor mij geen onderbouwd argument.

De voortschrijdende inzichten geven duidelijk aan dat SARS-CoV-2 niet het killervirus is zoals men eerst vreesde (met een Infection Fatality Rate van 0,15 procent). Ik zou u willen vragen om geen verdere angst te zaaien, maar de burgers te bemoedigen en te informeren hoe ze hun immuunsysteem kunnen versterken, want dat stuk is tot mijn grote verbazing erg verwaarloosd geweest.

Bovendien ben ik ook heel bezorgd om onze kinderen en jongeren, onze schatten en onze toekomst. Niet in het minst zij hebben veel achterwege moeten laten, en veel mooie ervaringen en momenten moeten missen. En ze deden het toch maar. IJver er a.u.b. mee voor dat ook zij ten allen tijde en zonder oordeel of discriminatie les kunnen volgen en kunnen deelnemen aan uitstappen. Zorg er a.u.b. mee voor dat scholen niet van hun kerntaak afwijken, want scholen horen zich niet met medische zaken bezig te houden.

Verkondigen dat zorgverleners minder goede zorgverleners zijn als ze zich niet laten vaccineren, impliceert een zeer verwrongen redenering, en moet ten allen tijde vermeden worden. Dit werkt immers segregatie en discriminatie in de hand van rechtgeaarde, goed geïnformeerde zorgverleners die het beste met hun patiënten voorhebben, èn tegelijkertijd met hun eigen lichaam.

Laten we daarnaast ook ons uitermate knap immuunsysteem niet vergeten, maar het herwaarderen.

Een verplichting tot vaccineren van alle zorgverleners zal mijns inziens niet overtuigen tot het nemen van dit vaccin. Integendeel, het zal leiden tot verlies van verpleegkundigen en andere zorgverleners die hun job voor hun patiënten met hart en ziel doen.

 

Met vriendelijke groeten,

Een zorgverlener met diploma bachelor verpleegkunde, meer dan twee decennia werkzaam als verpleegkundige

Noot: Aan de lezer van deze brief: Graag zou ik je vragen om deze brief massaal te delen, vooraleer hij ‘gefactcheckt’ en opnieuw verwijderd wordt (zoals reeds eerder het geval was). Sta jij mee recht? Ik ben je ontzettend dankbaar, ook in naam van vele andere zorgverleners.

Aan de ‘factcheckers’ die wellicht klaarstaan om deze open brief opnieuw te censureren: Kijk diep in uw hart en lees hem nog een paar keer. Hier staan geen onwaarheden in. Vrije meningsuiting kan en mag niet gecensureerd worden. Doet u dit toch, wees dan zo fair om dat tenminste met toevoeging van uw naam en toenaam te doen. Ik reken op uw journalistieke ethiek en moed wanneer u deze open brief beoordeelt. Met dank

ACHTTIEN MAANDEN COVID. Deel twee: op wolvenjacht.

Vooraf

 

Dit is deel twee over de aanpak van Covid-19 (één van de vele bestaande Coronaziekten; verder spreek ik alleen nog over Covid) in onze samenlevingen. Deel één ging in op de vraag waarom deze aanpak het beeld van een wereldwijde coördinatie te zien gaf, en voerde redenen aan om zich niet al te veel in complotten te verliezen.

Deel twee beoogt het formuleren van een beeld over de feitelijk gevoerde Covid-politiek. Wie ingaat op deze politiek heeft volgens mij wel degelijk ernstige redenen tot grote bezorgdheid, vooral als je het democratisch principe genegen bent.

Ik hoop op deze manier bij te dragen tot een genuanceerd maar tegelijk realistisch beeld over dit probleem dat onze samenlevingen al bijna twee jaar gegijzeld houdt. Er zullen scherpe vragen worden gesteld.

 

Inleiding

 

Het vak dat schrijver dezes beoefent heeft een aantal raakpunten met de medische wetenschap. Zoals elke wetenschap is ook de medische onderhevig aan De Wet van het Voortschrijdend Inzicht.

Hiermee zijn dan de twee redenen gegeven waarom ik over het medische aspect van Covid slechts enkele notities wil maken. Die sluiten aan op wat in de vorige bijdrage al vermeld stond.

Ten eerste ben ik geen medische wetenschapper en dus is schroom gepast. Ten tweede: ook wetenschappers zijn mensen, voor wie tijd raad brengt.

 

Ik wil dan ook voornamelijk ingaan op een aantal aspecten van de Covid-politiek die veel gevaarlijker zijn of kunnen zijn, omdat ze betrekking hebben op de vormgeving van het hele mundiale sociale en maatschappelijke bestel en een breuk zouden kunnen vormen met de nu toch al moeizame ontwikkeling naar een democratische samenleving. Onder democratie wordt hier niet de bekritiseerbare westerse methodiek van parlementaire verkiezingen en procedures verstaan, doch wordt verwezen naar het grondprincipe: iedere belastingbetalende burger is deelgenoot in een samenleving en heeft het recht om volwaardig mee te praten over de ontwikkeling ervan.

 

Enkele notities

 

De opmerkingen die ik hier wil maken betreffen de voorlopigheid van de kennis van Covid en wijzen op enkele gevolgen van de gekozen aanpak van deze ziekte door de wereld van de gezondheidswerkers.

Ik doe dat om te laten zien dat het verkeerd is alles goedschiks aan te nemen, bijvoorbeeld “omdat het in de krant staat” of “omdat een expert het gezegd heeft”. De kranten zijn héél vaak onbetrouwbaar en elke expert kan zich vergissen.

Omdat de vaccins tegen Covid van zeer recente datum zijn terwijl ze toch al massaal door regeringen en instanties worden opgedrongen, is het nodig daar diepgaande kritische vragen bij te stellen.

 

Hierna volgen enkele daarvan op een rijtje.

 

*Waarom wordt een vaccin meteen massaal toegediend, zonder dat de klassieke longitudinale studies afgerond zijn? Farmaceuten geven zelf slechts voorlopige garanties en verwachten meer gegronde resultaten pas in de loop van 2022 of zelfs 2023[1]. Het gevolg is dat sommige verzekeraars de eventuele schade van vaccinatie tot aan die data niet willen vergoeden. Dat lijkt me ernstig.

 

*Waar blijven de correcte cijfers over de bijwerkingen van de vaccins? Wie rondvraagt hoort bij voortduring meldingen over bijwerkingen. Sommige daarvan werden door farmaceuten voorspeld. De bekende en kennelijk degelijk werkende Nederlandse Buitenparlementaire Onderzoekscommissie 2020 organiseerde een meldpunt voor de bijwerkingen na toediening van een vaccin. Het meldpunt ging met 1 600 gecontroleerde meldingen naar het Nederlandse Lareb (het officiële meldpunt voor bijwerkingen), dat weigerde de meldingen aan te nemen, hoewel ze anoniem maar wel controleerbaar werden aangeboden. Waarom deze werkwijze? Mij zijn concrete gevallen bekend van ernstige bijwerkingen, waar verder niets mee is gebeurd. Valt er iets te verbergen?

 

*Ook in de wetenschappelijke literatuur rijzen er vragen over bijwerkingen. Er zijn er veel meer dan officieel wordt toegegeven. In een studie met betrekking tot de bijwerkingen van het mRNA-vaccin van Pfizer en Moderna werden in een recente wetenschappelijke studie scherpe vragen gesteld[2]. De auteurs wijzen erop dat de procedure van het fabriceren van deze vaccins unprecedented is en ze illustreren deze stellingname heel uitvoerig. De schrijvers wijzen erop dat deze mRNA-vaccins misschien behulpzaam zijn, maar mogelijk gevaarlijke consequenties kunnen hebben. Zelf gebruiken ze de term catastrophic. Dat is wel heel duidelijk. Daarom dringen ze aan op een grondige opvolging van de gezondheid van de ingeënten. In een andere studie, vermeld in het tijdschrift Vaccines[3], schrijven een reeks auteurs er zich van bewust te zijn dat elk geneesmiddel en elk vaccin bijwerkingen heeft. Maar, zo zeggen ze, als het om het covid-19 – vaccin gaat, zijn er meer vragen dan antwoorden. Verbaast het dan dat er bijvoorbeeld ideeën over een bewust geplande bevolkingspolitiek ontstaan?

 

*Waarom is er zo weinig duidelijkheid over de stoffen die in vaccins verwerkt zijn? Waarom komt er geen reactie op het (intussen gecontroleerde!) verhaal dat (in een aantal gevallen) een metalen huissleutel na vaccinatie aan de arm blijft plakken? Wat is de invloed van de metaaldeeltjes in de vaccins voor mensen die een MRI-onderzoek moeten ondergaan? Hoelang blijven die metaaldeeltjes in het lichaam?

 

*Ook ten aanzien van de effectiviteit van de vaccins rijzen er vragen. In de pers – die in dit opzicht heel erg onbetrouwbaar is – spreekt men over het uitdoven van de werkzaamheid van het vaccin, waardoor men op tal van plaatsen inmiddels begonnen is met het geven van ‘boosterinjecties’. Waarom is dat zo plots nodig?  Uit een studie blijkt dat de nieuwe deltavariant van het virus ongeveer 8 keer minder ‘onder de indruk’ is van onze vaccins dan de alfavariant[4]. Weten de experts het dan zelf niet zo goed? Waarom moeten we ze dan navolgen?

 

*De farmaceuten zijn er kennelijk zelf niet zo gerust in, want zowel Pfizer als Merck werken hard aan orale medicijnen tegen Covid, althans volgens een bericht dat door Reuters werd verspreid[5]. Ook andere farmaceuten zouden hiermee bezig zijn.

 

*Dan blijft, tenslotte, het raadsel “Ivermectine” (en co.) levensgroot bestaan. Het is bekend dat dit middel in tal van landen op massale schaal in het begin van het ziekteproces goede resultaten heeft opgeleverd. Maar kennelijk is dit niet met de goedkeuring van de verantwoordelijken die de beslissingsmacht in handen hebben, de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) inbegrepen.

 

Of we dat nu graag horen of niet: er werd in de Covid-zaak op z’n zachtst overhaast gehandeld. Er blijven nog steeds te veel onzekerheden. Bijgevolg ontstaat er ruimte voor complotdenken – hetgeen de kritische burger vervolgens brutaal als verwijt in het gezicht wordt gesmeten[6].

 

Er staan hierboven redenen genoeg vermeld om kritische maar voorzichtige mensen alvast niet uit te schelden (zoals de Belgische premier nog onlangs deed). Het gaat veelal om mensen die trachten na te denken. Verdient dat dan geen respect meer?

 

Het is ook duidelijk dat er torenhoge vragen rijzen of er naast de vaccins geen andere middelen konden worden gehanteerd. Sommige experts verwerpen op een wel heel virulente manier dit idee, maar ze botsen daarbij heel uitdrukkelijk op de praktijk in verschillende landen. Het feit dat farmaceuten zelf op zoek gaan naar medicijnen tegen Covid, laat vermoeden dat de genoemde virulente houding ongepast is.

 

Moet hier kwaadwilligheid achter worden gezocht? Moet men denken dat virologen gesponsord worden?

Niet noodzakelijk, omdat ook experts mensen zijn en bijgevolg niet graag hun ongelijk bekennen, zeker niet als een onnadenkende en gestroomlijnde pers hen de hele tijd als haast onfeilbare profeten heeft opgevoerd. Je moet je dat zélf eens voorstellen! Niemand valt graag van zijn sokkel, toch?

En zelfs als hun onderzoek gesponsord wordt, dan nog is het niet terecht meteen misbruik te veronderstellen. Veel mensen zijn op dat punt te radicaal. De geschiedenis van de wetenschap zou moeten herschreven worden als alle gevallen van sponsoring door particulieren zouden moeten geschrapt worden.

 

Dit ontzegt ons nochtans niet het recht erop te wijzen dat farmaceuten aan de Covid-crisis schatten hebben verdiend. Men heeft aangetoond dat 32 van ’s werelds grootste multinationals in 2020 hun winst met 109 miljard $ hebben zien stijgen. Onder hen: de grote farmaceutische namen[7]. De pandemie heeft de economische ongelijkheid wereldwijd sterk doen toenemen. Bij deze feiten rijzen vragen. Die te stellen is zeker niet verkeerd.

 

Buitensporige gedragswijzen

 

We werpen een blik op de manier waarop de maatschappij op de Covid-uitbraak heeft gereageerd.

 

Vooreerst moeten we zeggen dat de keuze voor een horizontale lockdown haast noodzakelijk tot buitenissige politieke beslissingen moet leiden.    Zoals in de eerste bijdrage al werd gesteld is zo’n horizontale lockdown een wel zeer radicale ingreep: men legt letterlijk alles plat (‘lock down’), dus de hele samenleving. Dat kan niet anders dan rampzalige gevolgen hebben.

 

We zien dit feit dat ook gerealiseerd in de extremistische politiek van landen zoals Nieuw-Zeeland en Australië.

Zo ging Nieuw-Zeeland volledig in lockdown nadat er één besmetting na 170 besmettingsvrije dagen werd vastgesteld. Tegelijk bleven de grenzen potdicht. Premier Ardern zei openlijk: “kom niet uit je bubbel, praat niet me je buren, kom niet bij elkaar”. De lockdown zou over het hele land 3 dagen duren en in Auckland een hele week. In Australië was eenzelfde boodschap te horen: “praat niet me je buren als je buiten gaat”. In de deelstaat Victoria mag je je mondkapje niet afzetten om te drinken – daarom gaan de cafés dan ook dicht. Ondanks de al weken durende lockdown kreeg de Australische miljoenenstad Sydney de Covid-uitbraak naar eigen zeggen niet onder controle: er werden 356 nieuwe besmettingen geregistreerd – op een bevolkingstal van 5,3 miljoen. Let wel: het gaat om besmettingen. De gezondheidsbaas van Sydney zei dat mensen geen praatje met elkaar mogen maken en dat het niet de tijd is om vriendelijk te zijn. Intussen bouwt Australië een zogeheten quarantainefaciliteit, waar niet-gevaccineerden worden opgesloten, zogenaamd om alles veilig te houden. In Zuid-Australië worden proeven genomen waarbij burgers een computerprogramma moeten gebruiken om snel door te sturen waar ze zijn.

Dit soort extremistische toestanden krijg je als je geen onderscheid wil maken tussen redelijkheid en onredelijkheid: je trapt dan in dezelfde val als Stalin, waarvan verteld wordt dat hij van iedereen wist waar die was of geweest was. Is het zo verbazend dat mensen een ‘quarantainefaciliteit’ associëren met de concentratiekampen?

 

Maar ook zonder die uitzinnige reacties blijkt Covid voor buitensporige reacties te hebben gezorgd.

In Nederland is de Tijdelijke Noodwet Covid-19, in voege sedert maart 2020, intussen verlengd tot 1/9/2023. Dit is uiteraard niet langer ‘tijdelijk’. En dus rijst er verzet.

In Delft werden er op 31 augustus 2021 18 mensen positief getest – getest. Welgeteld één ervan belandde in het ziekenhuis. Toch verklaarde het gemeentebestuur van Delft, dat ruim 100 000 inwoners heeft, dat er sprake was van een zeer ernstig veiligheidsrisico. Hetzelfde gebeurde in Barendrecht.

Terwijl dit geschreven wordt ligt er op de Covid-afdeling van het regionaal ziekenhuis hier in de buurt welgeteld …. géén enkele patiënt.

Buitenissigheid houdt altijd specifieke risico’s in. In dit geval gaat het ook over het feit dat de eenzijdige focus op Covid tot gevolg heeft gehad dat de helft van de dringende zorgen tijdens de eerste golf werd uitgesteld, dit volgens een analyse van experts[8]. Zal iemand het ooit aandurven de overlijdens die hiervan het gevolg zijn af te zetten tegen die van Covid?

Verschillende experts verklaarden al dat het virus voor altijd onder ons zal zijn en we dus zullen moeten wennen aan eindeloos veel boostervaccins. Moet dit soort harde maatregelen dan voorgoed blijven?

 

Protesteren tegen harde maatregelen wordt bestraft. In Australië kun je tot 11 000 $ boete krijgen als je het aandurft te protesteren. In Nederland werden oude vrouwen door de Mobiele Eenheid letterlijk tegen de billen geslagen omdat ze zich niet snel genoeg verwijderden van de plaats waar protest plaatsvond. Bestaat er dan niet zoiets als vrije meningsuiting?

 

Men kan zich opwinden over de totalitaire en volstrekt onredelijke maatregelen van sommige regeringen, maar ook de economische aspecten mogen niet uit het oog worden verloren. De lockdows en de restrictieve maatregelen in het algemeen hebben volgens de Wereldbank in 2020 120 miljoen mensen in de extreme armoede gedrukt – terwijl een reeks multinationals nooit zoveel winsten boekten[9].

Ook dàt is buitensporig.

 

Misbruik van de situatie (1e ernstige zaak)

 

Veel ernstiger dan het buitensporige karakter van de politieke of sanitaire maatregelen is het feit dat er aanwijzingen zijn dat de (op zich inderdaad ernstige) Covid-zaak wordt aangegrepen om àndere dan medische doelen te bereiken. De tot in het extreme opgeklopte angsten van de bevolking waardoor mensen elkaar spontaan onder druk gaan zetten, komen sommigen goed uit en ze trekken er lessen uit die nuttig zijn om bijvoorbeeld klimaatdoelstellingen te bereiken.

 

De Canadese premier J. Trudeau verklaarde op 30 augustus 2021 op een congres van zijn partij dat wat men geleerd heeft van ‘Corona’ op de klimaatcrisis zou worden toegepast. “De pandemie biedt een zeldzame en kleine kans om alles te overdenken, te herdenken en te herdefiniëren, en een gezondere, rechtvaardigere en welvarender toekomst te creëren”[10].

Het is hier niet de plaats om in te gaan op het beeld dat de ‘resetters’ over de toekomstige wereld voor ogen staat: het volstaat in te zien dat sommige machtige groepen van de gezondsheidsituatie misbruik willen maken om politieke en ideologische doelen na te streven. Het World Economic Forum van Klaus Swab durft zelfs op eigen houtje politici en kabinetsmedewerkers uit te nodigen op zijn bijeenkomsten. Dat is ondermijning van het wettelijk gezag. Minister Bruins heeft dat in de Nederlandse Tweede Kamer in september 2021 moeten toegeven.

In een column haalde de bekende Nederlandse intellectueel en columnist Afshin Ellian scherp uit naar de (inmiddels afgetreden) Nederlandse interim-buitenlandminister Sigrid Kaag. Van haar is bekend dat ze een fel voorstander is van de hoger vermelde Great Reset en daar haar medewerking aan verleent. Afshin Ellian verwijst naar de auteur Wouter de Winther, die schrijft: “ … dat Kaags referentiekader politici van het Midden-Oosten zijn. Dat is ook een onderdeel van het Kaagprobleem. Kaag was als diplomaat gewend aan het ritselen met Bashar al-Assad, Yasser Arafat, Ali Khamenei en andere despoten uit het Midden-Oosten. Zij heeft echter geen ervaring en gevoel voor het voeren van een dialoog met democratische leiders. Dat blijkt ook uit haar houding: geen humor, geen empathie, geen vrijgevigheid en geen gevoel voor het algemeen belang. Typische kenmerken van een goed functionerende despoot in het Midden-Oosten.” Dat soort mensen is het dat stelt dat “als de grote les van de pandemie was dat tijdig serieuze actie ondernemen de sleutel is – waarom zou dat dan ook niet gelden voor de klimaatverandering?[11]

Zal het iemand verbazen dat dit soort machtige mensen héél ver wil gaan om hun eigen wereld te scheppen? Een aantal mensen wil gewoon een ander samenlevingsmodel en doet in ieder geval veel moeite om aandachtige mensen te doen geloven dat ze daarvoor een gezondheidscrisis willen misbruiken.

 

Angstcreatie, repressie, chantage en doodzwijgen (2e ernstige zaak)

 

Het wemelt in de kranten niet bepaald van de berichten over de al hogergenoemde bijwerkingen van de vaccins, bijv. jonge meisjes die na de inenting om de week maandstonden hebben hoewel ze voordien heel normaal waren. Het is echt te gemakkelijk om zo’n feiten weg te zetten als “geval apart” en dus niet vermeldenswaard. Er zijn dan wel héél véél “aparte gevallen”.

Men is daar veel te lichtzinnig in.

Erger is dat kritiek op die manier het zwijgen wordt opgelegd. Waarom? Omdat sommige ‘experts’ dit alles niet gezegd willen hebben? Of omdat men alleen goed verkopend nieuws brengt?

 

Men kan zelfs vermoeden dat sommige artsen onder druk werden gezet om vooral niets negatiefs over vaccins te zeggen.

 

In dezelfde zin bracht een TV-uitzending in Nederland het verhaal van een man die zogenaamd aan Covid was overleden, maar na onderzoek door andere reporters aan onderliggend lijden bleek te zijn gestorven. Daarover ondervraagd ontkende de programmamaker niet dat er bewust een angstverhaal was geschapen maar dat iedereen zijn eigen mening heeft…

 

De zaak met Sam Brokken leert ons bovendien dat men er niet voor terugdeinst mensen die kritische vragen stellen meteen te ontslaan – terwijl docenten in het hoger onderwijs toch worden geacht kritische studenten te vormen.

 

Er wordt bewust angst gecreëerd en dat is niet van vandaag. Op de vergadering van het World Economic Forum had Greta Thunberg (men vraagt zich af waarom een mentaal ziek kind zoveel aandacht krijgt) gezegd: I don’t want you to hope, I want you to panic. En paniekzaaierij is inmiddels overvloedig geschied. Men leze er de kranten op na: “besmettingen weer gestegen”, “IC’s overvol” (maar men vergeet te vermelden dat er overal veel IC-bedden werden afgeschaald.) De tweede golf zou nog erger zijn en de derde nog véél erger… Enzovoorts. De media buitelden over elkaar heen bij het brengen van het ergste nieuws. Dat de overlijdenscijfers door de WGO dra op het peil van een normale seizoensgriep werden bijgesteld, stond in het beste geval alleen in de kleine lettertjes vermeld. Idem dito voor het opmerkelijk uitblijven van zo’n seizoensgriep.

 

Deze manier van formuleren kan weinig wetenschappelijk lijken, maar geeft in ieder geval het beeld weer dat de media zelf hebben opgehangen. Nog steeds zijn talloze ouderen doodsbang voor Covid. Er werd zelfs verteld dat media het spel bewust hebben gespeeld, “omdat de mensen anders de richtlijnen niet zouden volgen”. Sinds wanneer doen media aan activisme?

 

En waarom deskundigen met een afwijkende mening doodzwijgen, zoals die van Prof. Schetter, Prof. Bakti of dr. Geert Vandenbossche, allemaal mensen met een grondige kennis van de virologie?

 

En waarom lezen we zo weinig over de betogingen van mensen met een andere mening in onze ‘grote’ media? Op 28 augustus 2021 vond in Antwerpen een betoging van 6000 mensen plaats tegen de gevoerde Covid-politiek. VRT noch VTM vonden het nodig daar veel aandacht aan te schenken.

Overigens gaat de pressie nog steeds door terwijl dit geschreven wordt. In de Vlaamse media stond te lezen dat niet gevaccineerde kinderen méér zouden moeten betalen voor nochtans verplichte schoolreizen[12].

In Vlaanderen woedt op dit ogenblik de discussie of de toegang tot een ziekenhuis nog alleen mogelijk zal zijn met coronapas en een bewijs van niet-besmetting. Wie niet ingeënt is wordt dus niet behandeld?

De Israëlische zorgminister verklaarde onlangs dat de coronapas uitsluitend dient om ongevaccineerden onder druk te zetten[13].

 

Zelfs kromme redeneringen worden niet geschuwd: Hugo de Jonge vertelde ons dat vrijheid nooit onbegrensd is, zeker niet als die anderen beperkt. En dus moet de keuzevrijheid van niet-gevaccineerden worden ingeleverd om de bewegingsvrijheid van gevaccineerden te vrijwaren. Maar de gevaccineerden hebben hun originele keuzevrijheid al lang ingeleverd, vaak onder sociale druk. Wat de Jonge wil is dat iedereen zijn keuzevrijheid inlevert – en dat is wat anders dan de ene soort vrijheid plaatsen tegenover een andere. Het is het wegnemen van allemans keuzevrijheid.

Toppunt is dan wel een partijvoorzitter die mensen, die zich vooralsnog niet hebben laten inenten “egoïsten” noemt.

 

En dat alles terwijl zelfs farmaceuten de werkzaamheidsduur van hun eigen vaccins terugbrengen tot soms een schamele 3 maanden! Een Israëlische studie [14]bracht uit dat natuurlijke besmetting 13 maal (!) doeltreffender is dan vaccins. De journalist die deze studie uitbracht werd op Twitter geblokkeerd.

 

Om kort te zijn: het ziet ernaar uit dat de Nederlandse auteur Kees van der Pijl geen ongelijk heeft als hij zegt dat het niet zozeer om een coronapandemie gaat, maar veeleer om een angstpandemie[15]. Worden)

Sociale en psychologische aspecten (3e ernstige zaak)

 

Bij dit hele verhaal bleven tot nog toe de schadelijke gevolgen van de gevolgde Covid-politiek voor de sociale en maatschappelijke leefwereld onbesproken.

 

Al sinds maart 2020 zucht onze hele samenleving onder de lockdowns. Het sociale leven werd platgelegd. Horeca, culturele evenementen, manifestaties van allerlei aard en zelfs puur familiale en soms heftig emotionele bijeenkomsten zoals begrafenissen of doopfeesten werden verboden. De winkel mocht je slechts betreden als je dat alleen deed. Bij de bakker was het buiten in de regen aanschuiven en zelfs in bankkantoren, waar je alleen nog op afspraak binnen mag, werd het aantal aanwezigen in één lokaal sterk beperkt.

Bovenop dit alles komt de mondkapjesplicht, die door velen ervaren wordt als de verplichting tot het opzetten van een muilband en dus als een poging om mensen ook psychologisch het zwijgen op te leggen.

Hoewel er, voor zover mij bekend, geen direct wetenschappelijk bewijs voor bestaat, is het redelijk aan te nemen dat precies deze laatste ervaring van een opgelegde mondkapjesplicht niet alleen de druk van de sociale isolatie verergert, maar misschien ook wel eens een van de bronnen van het kennelijk groeiende verzet tegen de virologenpolitiek zou kunnen zijn.

De mens is immers een sociaal wezen en langdurige afzondering van soortgenoten is onverdraaglijk.

Dat de mens zich onmogelijk goed kan voelen wanneer hij of zij tot sociale isolatie gedwongen wordt, wordt hier – als voorbeeld – ondersteund door een beroep op een citaat, dat voorkomt in de doctorale thesis van Leen Heylen[16]. Heylen citeert de auteurs Johnson & Mullins in hun artikel uit 1987:  Mensen kunnen niet als normale menselijke wezens functioneren als ze in een complete isolatie moeten leven; er is een minimaal niveau van primair sociaal groepsleven nodig (mijn vertaling).

Dit werpt een schril licht op de toenemende vereenzaming van de mens, die overigens door de moderne techische middelen sowieso al sterk vergroot is.

Dat de moderne mens vereenzaamt is trouwens al langer onderwerp van gesprek. Wijlen Wim Couwenberg schreef er ooit een essay over (De vereenzaming van de moderne mens. 1956). Maar de laatste jaren blijkt het vraagstuk van de vereenzaming in de westerse wereld steeds meer op de voorgrond te treden. Het is onbegrijpelijk dat sommige experts precies dat element vergeten schijnen bij hun advisering van de politiek.

In het Tijdschrift voor Geneeskunde schrijft W. Gyselaers dat alle materiële luxe en technologische mogelijkheden niet kunnen verhinderen dat onze westerse levenswijze aan onze gezondheid knaagt, en dat dit mede via het kanaal van de vereenzaming loopt[17]. Dus is de vraag volgens Gyselaers of we niet meer aandacht moeten schenken aan de eenvoudige aspecten van het menselijk samenleven: het oude cafébezoek, de sportclub, het etentje buitenhuis en het familiebezoek.

In een recente studie (2018) van Thomas More in Geel komt men tot de conclusie dat de gewone babbel door de de meeste vereenzaamden zelf als de belangrijkste remedie tegen sociale en emotionele eenzaamheid wordt gezien.

De conclusie kan kort zijn: de virulente manier waarop experts een straffe lockdown bepleiten om het Covid-probleem te lijf te gaan, namelijk de totale isolatie van zowat iedereen zodat het virus daarmee vanzelf uitdooft, is niet alleen naar de feiten niet correct, maar heeft een onmetelijk negatieve impact op de psychische gezondheid van mensen, die op den duur vies worden van elkaar.

Onderzoekers wezen ook op het schadelijke effect van langdurige stress, zoals in deze covid-affaire, op het menselijk brein. Overproductie van cortisol veroorzaakt veel vrije radicalen die onder meer de neuronen van de hyppocampus beschadigen. Daardoor wordt leren en denken lastiger. Portugese experimenten met ratten gaven gelijkaardige resultaten[18].

Dit soort aanpak roept als vanzelf allerlei theorieën in het leven, die vervolgens op sociale media een eigen leven gaan leiden en de maatschappelijke spanning opdrijven.

 

Alleen en in de steek gelaten, belaagd door gevaarlijke wolven

 

Deze tweedelige reeks werd geschreven als zoektocht van de geïnformeerde leek die schrijver dezes wil zijn doorheen een wildernis vol doornig struikgewas van echte en valse informatie, van bekende en achtergehouden feiten, van zin en onzin in deze Covid-tijden.

Dit is geen wetenschappelijk boek, maar toch voelt het beeld dat hierbij ontstaat ongemakkelijk.

 

Als men bereid is om alle stenen om te draaien rijzen er toch heel wat vragen en bedenkingen, waarvan sommige veeleer de lugubere kant op gaan.

Eerst moet me van het hart dat ik begrip heb voor de eerlijke wetenschapper die geconfronteerd wordt met een onbekende ziekte, maar intussen verstrikt zit in het kleverige web dat de wetenschap is. Thomas Kuhn heeft ons geleerd hoe bitsig het er in de wereld van de experts aan toe kan gaan en hoezeer zijn uitspraak correct is dat politieke revoluties bedoeld zijn om politieke instellingen te veranderen met methoden, waarvan het gebruik door die instellingen verhinderd wordt[19].  Ook in de wetenschap wordt er gestreden om het geld en om het grote gelijk en pas na veel discussie geven de tegenstanders van een nieuwe waarheid hun verzet op. Zelfs op dit punt is het niet meteen redelijk om over complotten te spreken – ook al wordt het spel zelden zuiver gespeeld, want iedereen wil winnen. In die zin vertelt Dijksterhuis in zijn De mechanisering van het wereldbeeld hoe de schaduw van Aristoteles vele jarenlang talloze wetenschappers heeft verhinderd oog te hebben voor andere paradigma’s[20].

 

Ik heb eveneens  begrip voor de politiek die zonder veel persoonlijke kennis van de materie toch moet trachten de samenleving waarvoor ze verantwoordelijk is, doorheen de Covid-storm te loodsen.

 

Veel ernstiger is dat er bij de Covid-kwestie overal hongerige wolven door de bossen sluipen, op zoek naar de buit die hen het smakelijkst lijkt. Er zijn heel grote belangen in het spel.

Er zijn vooreerst de farmaceutische bedrijven, die van bij het uitbreken van de crisis om het grootste deel van de koek hebben gevochten.

Vervolgens zijn er bedrijven zoals Facebook, dat van bij het begin brood zag. In een recente publicatie schrijven Sheera Frenkel en Cecilia Kang hoe Mark Zuckerberg lang voor de overheid zelf besefte dat Covid-19 zich gevaarlijk snel verspreidde. En dus gaf Zuckerberg al op 26 januari 2020 zijn afdelingshoofden opdracht om alle niet-essentiële werkzaamheden te staken en zich op de covid-crisis voor te bereiden. Achter de koude ogen op het kaft van het boek blijkt een sluw berekenend machtsdenker te schuilen[21].

Er zijn de nieuwe multinationale machtscenakels, die hun kans schoon zien. De EU gebruikte de gezondheidscrisis om een gemeenschappelijk schuldpakket te scheppen, dat onder vorm van subsidies en leningen naar de lidstaten wordt doorgesluisd, op voorwaarde dat die zich richten naar de richtlijnen van de EU-commissie. Tegelijk werd een vergemeenschappelijking van het gezondheidsbeleid doorgeduwd, met daarin onder meer de gemeenschappelijke aanpak voor heel Europa van vaccins en geneesmiddelen. Met andere woorden: de EU maakt misbruik van de situatie om haar eigen macht te vergroten[22]. En we zien hoe de WGO, gesteund door machtige sponsors, een soort de facto governance verwezenlijkt via de verklaringen van haar hoogste ambtenaren, haar leidraden, haar online-leerplatforms, haar strategisch paraatheid- en actieplannen, haar test- en behandelingsprotocollen (verzet tegen het gebruik van Ivermectine, bijv.) enzovoorts[23].

Met andere woorden: de WGO evolueert verder in de richting van de wereldstaat.

 

Op dit punt aangekomen lijkt er zelfs sprake van bedrog en misschien zelfs van een vorm van corruptie – als dit soort bedrog zo kan genoemd worden. Corrupte gedragswijzen zijn van alle tijden[24]. We moeten echter constateren dat er vandaag te veel organisaties en groepen zijn die belang hebben bij zoiets als een Covid-crisis[25]. Dat er in dergelijke kringen zoiets als complotten gesmeed wordt, mag dus zelfs niet eens verbazen. Ook complotten zijn immers van alle tijden[26]. En iedereen weet dat overheden geheime diensten gebruiken voor onfrisse praktijken.

 

Intussen ondermijnen die gevaarlijke wolven het vertrouwen in lieden en organisaties die wel degelijk eerlijk gedreven worden door de zorgen om te toekomst. Hoe bestuur je een wereld met straks 10 miljard mensen, die allemaal relatief rijk willen worden? Hoe kom je aan de grondstoffen die daarvoor noodzakelijk zijn? En hoe pak je de onvermijdelijke vervuiling aan? En hoe bescherm je de andere bewoners van deze planeet?

Dat probleem werd al door Meadows aangekaart in het Rapport van de Club van Rome, waarvan later een geactualiseerde versie verscheen[27]. Ook Jan Tinbergen vroeg zich af of de mensheid wel in staat is om de aarde te beheren[28]. Aurelio Peccei publiceerde Honderd bladzijden voor de toekomst[29] terwijl andere wezen op grote mundiale veranderingen zoals de globalisering[30] en de gevolgen van een wereldwijde concurrentie[31]. Andere auteurs wezen erop dat een nieuwe wereldorde zich aandient[32].

Ook uit een misschien wat onverwachte hoek rees er bezorgdheid op, toen Martin Heidegger in een interview met Der Spiegel verklaarde dat de techniek aan de greep van de mens ontsnapt.

 

Dat is, alles bij elkaar genomen, geen opbeurend spektakel. Ook de grootste geesten hebben moeite om zich doorheen die chaos een weg te banen. Velen vragen zich zelfs af of er geen vorm van biologische oorlogvoering in het spel is[33].

 

Ik zie dan de eenzame, angstig geworden burger die zich bij de keel gegrepen voelt, en dat vooral omdat hij geen enkele steun ondervindt vanuit die milieus, waar men het traditioneel tegen de machten opneemt. De media namelijk: zij hebben die eenzame burger in de steek gelaten, zodat hij zich nog meer de machteloze prooi van gevaarlijke wolven voelt.

 

Op wolvenjacht

 

De vraag is nu wat ons, geïnteresseerde en belanghebbende burger, te doen staat.

Het eerste wat we moeten doen is bedacht zijn op studies die een nieuw licht werpen op ons probleem.

Daarvan wil ik twee recente voorbeelden aanhalen.

Eerst is er de bijdrage van Bert De Munck die het geldende solidariteitsverhaal van gevaccineerden versus niet-gevaccineerden kritisch bekijkt. Hij wijst erop dat de mens een door- en- door sociaal wezen is, dat leeft in wolken van levende kiemen en dito beesten en beestjes. De waarheid van ons bestaan is dat een menselijk individu niet op zichzelf staat, zoals bijvoorbeeld Descartes dacht, maar dat we allemaal een deel zijn van een levende kosmos. Wie dus een politiek van afzondering voert, doorbreekt deze natuurlijke samenhang doordat hij het individu plaatst tegenover de wereld waarin het leeft. Dat is geen solidariteit, maar de-solidariteit. Solidariteit betekent dat mensen doorleven in deze levende kosmos zonder zich nodeloos af te zonderen. Vanzelfsprekend is dat een pleidooi voor verticale lockdowns, maar veel meer nog is het een vraag om helemaal anders naar ons leven te kijken[34]. Daarmee kant De Munck zich ook tegen de opkomende tendens om het vaccineren in de sfeer van de moraliteit te plaatsen.

Een daarmee verwante tekst verscheen op 9 augustus in de Nieuwsbrief van het Tijdschrift voor geneeskunde. De volksgezondheid heeft specifieke ethische ijkpunten nodig. De auteur gaat in op de spanning tussen individuele vrijheid en de verdediging van het algemeen welzijn.

De auteur heeft begrip voor de problemen van de medici, maar wijst erop dat het sinds de gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog duidelijk is geworden dat puur utilitarisme, dit is: gezondheid bezien als een goed dat boven alles staat, betwistbaar is. Wat goed is voor mensen, moet namelijk eerst correct worden gedefinieerd. Bovendien moeten de maatregelen doeltreffend zijn en niet meer overlast veroorzaken dan absoluut noodzakelijk. Ook hier zien we de aandacht verschijnen voor de totale zijnswijze van de mens als persoon[35].

 

We leven in een gevaarlijke tijd. Er werd een grens overschreden. De techniek om ons allen op een dystopische manier te beheersen, zoals al zo vaak in science-fiction werd beschreven, bestaat of zal binnenkort bestaan. In de handen van een kleine elitaire groep is dat een groot gevaar, want het is voor sommigen een aantrekkelijk idee. Een gevaarlijke wereldwijde dystopie is echt mogelijk geworden. Dat wordt duidelijker nu miljardair William Gates al een volgende pandemie heeft aangekondigd en gezegd heeft dat er in India grote mRNA-fabrieken zullen staan[36].

Ziedaar de wolven die de kuil voor ons democratisch gebeente al aan het graven zijn.

 

Het is heel essentieel dat de gewenste wereldwijde herdefinitie van de rijkdommen niet een zaak van kleine miljardairsclubjes weze, maar van ons allemaal.

 

Daarom moeten wij informatie opeisen. We mogen ons niet langer voor de aap laten houden als zijn we een stel dwazen, of ons laten wegzetten als domme wappies, antivaxxers of extreemrechtsen. Er bestaat een wet die medische patiënten tot heuse participanten bestempelt. Onredelijk is de eis voor betere informatie dus niet.

Misschien gaan we dan zelf, nadat we dat voor onszelf hebben beslist, wel verder dan sommige ministers nu denken. Maar dan gaat het om een democratische beslissing.

 

Te veel spelers schijnen intussen maar niet te willen beseffen dat ze door hun eigen houding wantrouwen oproepen en dat boodschappen zoals “De zorg wordt veel te duur[37]”, doen denken aan een oude Amerikaanse film waarin aan gepensioneerden niet langer medicijnen werden verstrekt. Het beeld van dit soort horrorscenario’s moet gedoofd vooraleer een redelijke sfeer voor de invoering van zo’n (on)dingen als een coronapas in redelijkheid mogelijk wordt[38].

Als de beslissers weigeren zulks te doen, zie ik me verplicht iedereen die denkt aan complotten of erger wel degelijk ernstig te nemen.

 

Ik denk dat het onuitgesproken verlangen van de gemiddelde mens van vandaag verscholen zit in de simpele uitdrukking van Vaclav Havel: het leven als een poging om in de waarheid te leven[39].

Alleen open en toegankelijke kennis zal de moderne, soevereine burger in staat stellen om zich teweer te stellen tegen krachten die van elke gelegenheid misbruik maken of hun eigen macht te vergroten.

Misschien moeten we met z’n allen op wolvenjacht.

 

 

 

 

Jaak Peeters

September 2021

 

 

 

[1] Denk hierbij ook aan het beruchte Thalidomide (C13H10N2O4), dat aan de basis lag van het Softenon-schandaal.

[2] International Journal of Vaccine Theory, Practice, and Research 2(1), May 10, 2021

 

[3] Vaccines 2021, 9, 221. https://doi.org/10.3390/vaccines9030221

 

[4] https://www.scientias.nl/deltavariant-is-acht-keer-minder-onder-de-indruk-van-onze-vaccins-dan-de-alfavariant/

 

[5] https://www.reuters.com/business/healthcare-pharmaceuticals/pfizer-starts-dosing-patients-oral-covid-19-drug-trial-2021-09-01/

 

[6] De EU doet er nog een schep bovenop, door zogeheten Fake News te gaan bestrijden. Ik wist niet dat dit tot de bevoegdheden van de EU behoort…

[7] Fair magazine. Het magazine voor een eerlijke handel. Jul./sept. 2021.

[8] De Financieel Economische Tijd, 2/9/2021.

[9] https://blogs.worldbank.org/opendata/updated-estimates-impact-covid-19-global-poverty-looking-back-2020-and-outlook-2021

 

[10] http://www.weforum.org/agenda/2020/06/now-is-the-time-for-a-great-reset/

 

[11] http://www.pressreader.com/uk/sunday-express-1070/20200913/281608127848991

 

[12] De Morgen, 7/9/2021.

[13] Op 12 september 2021.

[14] https://www.scribd.com/document/521947447/2021-08-24-21262415v1-full#download&from_embed

[15] Kees van der Pijl. Pandemie van de angst. De Blauwe Tijger, 2021.

[16] Oud en eenzaam? Een studie naar de risicofactoren voor sociale en emotionele eenzaamheid bij ouderen. Unief Antwerpen, 2011. Via het net raadpleegbaar.

[17] W. Gijselaers. Tijdschrift voor Geneeskunde, 77- 2021, blz. 632.

[18] A. Villoldo & David Perlmutter. Het verlichte brein. Ankh-Hermes, 2020, blz. 85. In dezelfde lijn bewijst een recente studie dat bewust naar elkaar luisteren zelfs de hartritmens op elkaar afstemt. Cognities (en dus angsten) en lichamelijkheid zijn intens verbonden. https://www.cell.com/cell-reports/fulltext/S2211-1247(21)01139-6

[19] Thomas Kuhn, De structuur van wetenschappelijke revoluties. Boom, 1987, blz. 129.

[20] E.J.Dijksterhuis. De mechanisering van het wereldbeeld. Meulenhoff, 1980, blz. 19-49 en passim.

[21] Sheere Frenkel & Cecilia Kang. Een smerige waarheid. Atlas, 2021, blz.255.

[22] Nu nog een Europees leger, en men heeft het Grote Doel bereikt. Hebben de burgers daar ooit voor kunnen kiezen?

[23] https://www.who.int/news/item/29-06-2020-covidtimeline

 

[24] Er bestaat over dit onderwerp veel literatuur. Rudy Aernoudt beschouwt corruptie in zijn brede betekenis als een noodzakelijk bijproduct van de menselijke samenleving. In Rudy Aernhoudt, Waarom corruptie welig tiert? Roularta, 2000, blz.109. Een andere publicatie is van de hand van Michel van Hulten onder de titel Corruptie. Revelerend is de ondertiteling: Onbekend, Onbemind, Alomtegenwoordig. Boom, 2002.

[25] Men denkt onwillekeurig aan het World Economic Forum.

[26] Leerzaam is: Kevin Danaher, 50 years is enough. The Case Against the World Bank and the International Monetary Fund. South End Press, Boston, 1994.

[27] D. Meadows. Rapport van de Club van Rome, Het spectrum, 2008.

[28] Jan Tinbergen. Kunnen wij de aarde beheren? Kok, 1987.

[29] Aurealio Peccei. Honderd bladzijden voor de toekomst, Ploegsma,1985.

[30] Ignacio Ramonet. Globalisering en chaos. Houtekiet, 1999?

[31] Groep van Lissabon. Grenzen aan de concurrentie. VUB Press, 1994.

[32] Jacques Attali, Millenium. Naar een nieuwe wereldorde. Kosmos, 1992.

[33] Denk aan de mededelingen dat het Covid-virus uit een lab in Wuhan ontsnapt zou zijn.

[34] Bert De Munck. Een beter inzicht in de relatie tussen de medische en politiek dimensie van de begrippen immuniteit en solidariteit kan helpen om de gepolariseerde situatie te ontmijnen. Knack, 10/9/2021.

[35] L. Ravez. De volksgezondheid heeft specifieke ethische ijkpunten nodig. Nieuwsbrief Tijdschrift voor Geneeskunde, 9 augustus 2021.

[36] Telefonisch interview met The Times of India, September 2021.

[37] Trouw,15/9/2021.

[38] Resolutie 2361 van 27/1/2021 van de Raad van Europa verbiedt elke vorm van pressie op ongevaccineerden. De regeringen schijnen uitgerekend die resolutie niet te kennen.

[39] Vaclav Havel. Poging om in de waarheid te leven. Van Gennep, 1991.

 

 

 

Achttien maanden Covid. Deel één: een wereldwijde orchestratie?

Inleiding

 

In deze bijdrage wil ik ingaan op een kenmerk van de aanpak van de Covid-19-epidemie dat bij vele mensen is opgevallen: hoe namelijk sterk vergelijkbare maatregelen opvallend gelijktijdig genomen zijn in zowat alle landen van de wereld.

Deze kwestie is buitengewoon ingewikkeld en er spelen talloze factoren mee. Hier haal ik één factor aan die helpt uitleggen waarom over de hele wereld tegelijk ongeveer dezelfde maatregelen werden genomen om Covid-19 aan te pakken.

 

Uit de gelijktijdigheid hebben velen het idee afgeleid dat we het te maken hebben met wereldwijd complot. Enkele machtige figuren die over heel veel geld beschikken zouden via allerlei kanalen de wereld in een door hen gewenste richting willen duwen.

Die richting is gekend: één wereldregering, afschaffing van de nationale soevereiniteit, algehele controle op de bevolkingsmassa en gebruikmaking van biologische processen om de verdere ontwikkeling van de mensheid te sturen, inclusief het verminderen van de omvang van de wereldbevolking.

Het scenario doet meteen denken aan science-fiction en aan de boeken van mensen zoals Aldous Huxley en George Orwell.

 

Ik wil laten zien dat dit beeld genuanceerd moet worden, ook al is er zéér zeker sprake van wereldwijde coördinatie en bestaan er wel degelijk machtige lieden en groepen die o zo graag op de achtergrond of zelfs in het openbaar aan de touwtjes willen trekken.

 

Het Plinio Corrêa de Oliveira-instituut en de Zuid-Amerikaanse religieuze situatie[1]

 

Om alles in een juist daglicht te plaatsen geef ik eerst enkele korte opmerkingen over de Zuid-Amerikaanse religieuze situatie.

 

Zuid-Amerika is fel katholiek, maar het katholicisme is er getekend door de sociaal-economische situatie van het continent. Zo is er een inherente spanning tussen het katholicisme als strict religieuze opstelling en het marxisme, zoals dat ervaren wordt als een weg naar sociaal-economische rechtvaardigheid. In die sfeer moet men ook de zogeheten Bevrijdingstheologie zien. Bekende namen in dit verband zijn Romero, Dom Helder Camara en Camillo Torres. Ook de huidige paus, Jorge Bergoglio, wordt door sommigen hiermee geassocieerd.

 

Tegenover deze ‘linkse’ richting in de religie staan conservatieve groepen, die de associatie van het katholicisme met een of andere vorm van marxisme afwijzen.

Tot deze richting behoort het in de kop genoemde instituut (IPCO), dat opgericht werd door Adolpho Lindenberg, een architect in Sao Paulo, en genoemd werd naar diens neef, Plinio Corrêa de Oliviera, die historicus was en doceerde aan de universiteit van Sao Paulo. Dat instituut gaf in 2020 een manifest uit over de Covid-19-kwestie en de plannen voor wat tegenwoordig genoemd wordt: een Great Reset.

 

Ook de Nederlandse groep die het manifest van dit instituut vertaald en verspreid heeft, behoort tot de conservatieve christelijke richting: Civitas Christiana.

In wat volgt zal ik trachten de kerkelijke aspecten gescheiden te houden van de ‘neutrale’ inhoud van de brochuretekst. Deze scheiding houdt geen beoordeling in.

 

Enkele voorafgaande feiten

 

Er is doorheen de ontwikkeling van de Corona-geschiedenis nogal wat discussie geweest over het precieze aantal Covid-doden. De cijfers variëren van 3,4% doden[2] tot 0,15%, zoals gepubliceerd in januari 2021 in het European Journal of Clinical Investigation.

Het verschil tussen deze twee cijfers is immens en het eerste cijfer, 3,4%, verklaart mede waarom de wetenschappelijke wereld bij de aanvang van de epidemie in alarmtoestand was.

Ten tweede is na tamelijk korte tijd ook gebleken dat het gezondsheidsrisico voor ouderen van 70 jaar en meer soms wel 1000 keer hoger ligt dan voor jongeren en twintig maal groter  is dan voor de gemiddelde bevolking.

Hier zien we dus twee beoordelingsfouten de bij het begin van de epidemie werden gemaakt.

 

Al heel snel rees ook de discussie over de vraag of de bescherming bereikt moest worden door horizontale isolatie – lees: lockdowns– of verticale isolatie, dus het isoleren van de meest kwetsbaren. Voor deze laatste aanpak is er vanuit de medische wereld veel steun geweest. De stelling van de verdedigers van de verticale isolatie is dat door de kwetsbaren te beschermen de anderen, de sterkeren, een groepsimmuniteit kunnen opbouwen – ongeveer de aanpak van Zweden[3].

 

Zoals bekend heeft de verticale strekking het niet gehaald, waarna verschillende deskundigen hebben gewezen op de enorme psychologische en sociale consequenties. Niemand inderdaad weet, ook vandaag niet, wat de gevolgen zijn van het opsluiten van zowat één derde van een bevolking[4].

 

Het creëren van paniek

 

Na de H1N1-epidemie (de griepepidemie in 2009) verklaarde Jacques Attali: De mensheid evolueert niet noemenswaardig, behalve wanneer zij echt bang is.”

Het IPCO-instituut wees erop dat er planmatigheid in het spel is die in de richting van de uitspraken van Attali gaat en dat er vele factoren zijn geweest die meegespeeld hebben in de creatie van angst. Internationale en nationale organisaties die met de volksgezondheid belast zijn hebben zich voor de versterking van het angsteffect geleend.

 

Ik geef hiervan enkele voorbeelden.

 

Toen de wereldgezondheidsorganisatie de pandemie afkondigde, stelde men in de VS vast dat er een onmiddellijke toename was van bezorgdheid en paniek, gevolgd door het begin van angstsymptomen[5].

We hebben te onzent gezien hoe mensen begonnen te hamsteren, zodat zelfs de bloem en het toiletpapier op een bepaald moment in de winkels haast niet langer te verkrijgen was.

Dit soort gedrag loopt als een vuurtje door een samenleving en daardoor wordt het angstgevoel nog versterkt.

 

De Duitse minister van Binnenlandse Zaken, Horst Seehofer[6], liet druk zetten op wetenschappers zodat die, in de woorden van de Nederlandse Volkskrant, “nachtmerriescenario’s” zouden schetsen om burgers rijp te maken voor lockdown[7].

 

In Groot-Brittanië werd door gedragswetenschappers  gesteld dat nog teveel mensen zich nog steeds niet persoonlijk bedreigd voelden en dat daarom het niveau van persoonlijke bedreiging zoals dat wordt gevoeld bij degenen die zich wel aan de regels houden, moet worden verhoogd door gebruik te maken van emotionele boodschappen.

 

In de media werden (en worden nog steeds) met grote regelmaat gevallen opgevoerd van mensen die weigerden zich te laten inenten en nadien dood gingen – met een schrijnende foto en al. Wat de media niet doen: voorbeelden tonen van mensen die dood gaan door overgewicht, kanker, hartinfarct of… aan de gevolgen van de inenting zelf – die zijn er namelijk ook. Alles met slechts één doel: de mensen bang maken en naar de spuit jagen.

 

Te onzent werd de roemruchte VIMEO-opname van Marc Van Ranst[8] opgevoerd als het letterlijk sprekende bewijs dat sommigen uit zijn op gestructureerde angstcreatie.

 

Een draaiboek?

 

De gelijktijdigheid waarmee in zowat de hele wereld dezelfde maatregelen in verband met Covid-19  werden uitgerold heeft velen doen vermoeden dat er op planetaire schaal sprake is van de uitrol van een draaiboek.

 

Al dan niet bewust heeft ook de pers meegeholpen aan het ontstaan van dat idee. Men kon er immers echt niet naast kijken hoe de media vanaf maart 2020 nog slechts oog schenen te hebben voor Covid en tegelijk die landen die een andere, afwijkende weg volgden spottend bejegenden en hen bij de eerste de beste gelegenheid voor de voeten wierpen dat hun eigenzinnigheid hen duur te staan kwam. Toen dat laatste allemaal loos bleek, zwegen de media hierover als vermoord. Allemaal tegelijk. De Zweden kregen inmiddels gelijk.

Fatsoenlijke mensen geven toe dat ze zich vergist hebben.

 

Er is echter wel evidentie voor het bestaan van zo’n draaiboek.

 

Er heeft zich in de internationale medische wereld een paradigmaverschuiving voorgedaan. Die bestaat er uit dat de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) haar definities heeft veranderd. Ze heeft de lat voor de definitie van een pandemie verlaagd. In plaats van over een pandemie te spreken wanneer er effectief en feitelijk sprake is van een aanzienlijk aantal zieken en een groot aantal sterfgevallen als gevolg van de betrokken virale uitbraak, is men gaan stellen dat de intensiteit van een pandemie matig of ernstig kan zijn in termen van ziektegevallen (lees: besmettingen) en sterfgevallen[9]. Deze laatste defintie is veel vager en dat heeft invloed op de rapportering, onder meer door het medisch korps, dat niet van nalatigheid beschuldigd wil worden.

Zo komt men tot valse epidemieën. Zo heeft overigens ook de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa de zaak geïnterpreteerd.

 

Wie naar de data van de refertes kijkt, zal merken dat de hier aangehaalde problematiek al dateert van voor de uitbraak van Covid-19.

 

Dat is ook zo. Het blijkt namelijk dat al in 1999 de John Hopkins University met geld van de Sloanes Foundation het Center for Civilian Biodefense Studies heeft opgericht (let op de terminologie, die militair aandoet!). Dat centrum heeft bijeenkomsten georganiseerd waar honderden aanwezigen waren[10].

 

Voor het eerst werd op een dergelijk evenement een simulatie-oefening van een pokken-epidemie gehouden. Dat is op zich niet zo ongewoon. Men kan dit zien zoals een oefening van de brandweer, die de brand van een vleugel van een ziekenhuis simuleert. Bij dergelijke simulaties worden gevaren, mobilisatievermogen, technische mogelijkheden en kansen onderzocht en, in het geval van Covid, ook internationale maatregelen, inclusief de kwestie van de financiering. Een virus houdt zich immers niet aan staatsgrenzen.

Hier is het dat bijvoorbeeld de namen van Bill Gates  en het World Economic Forum verschijnen: zij steunen en financieren.

 

De paradigmaverschuiving waarvan hiervoor sprake brengt met zich dat alle deelnemers – en dat zijn dus wetenschappers en allerlei gezondheidsinstanties, nationaal en internationaal, – voortaan sneller over een wereldwijde pandemie gaan spreken en dienvolgens maatregelen gaan nemen – hetgeen ook de bedoeling is. De simulaties tonen immers het risico van een snellere, mundiale verspreiding van de besmetting en dus is er wereldwijd nood aan een snelle gecoördineerde aanpak. Covid is een onbekende ziekte en men kan niet voorzichtig genoeg zijn.

 

Het gevaar is echter dat dit een buitenissige politiek oplevert die uiteindelijk meer schade aanricht dan voordeel oplevert. Deze politiek is ook niet vol te houden, want de uitspraak “elke dode is er één teveel”, zou ons ertoe kunnen aanzetten het autoverkeer te verbieden.

 

Samenzwering?

 

De duidelijke orchestratie bij de covid-epidemie, het optreden van de media, wetenschappers (M. Van Ranst!) en van de politieke overheden, tesamen met de steeds weerkerende namen van Gates, het World Economic Forum (WEF) en de aanhoudend alarmerende berichten van de WGO hebben bij vele mensen het idee opgeroepen dat de mensheid in de greep zit van een kleine kliek individuen die het met die mensheid slecht voor heeft.

 

Het klopt inderdaad dat er sprake is van een coördinatie van maatregelen vanuit een klein centrum (de John Hopkins Universiteit).

De verschijning van de naam van mensen die al eerder met achterbaksheid werden geassocieerd, zoals Klaus Swab, maakt het allemaal nog verdachter.

Ook de soms erg brutale manier waarmee betogers die voor menselijke vrijheid opkomen door de politie (de Mobiele Eenheid op het Malieveld in Den Haag) werden aangepakt, het verschil in behandeling van manifestaties voor homofilie en deze tegen de Covid-politiek schreeuwen als het ware de onoprechtheid van het beleid uit.

 

Toch is er een groot verschil met een samenzwering.

 

Hoewel de zaak verre van simpel is, is de hierna volgende vergelijking misschien leerzaam.

Kun je spreken van een samenzwering als een reeks brandweerkorpsen uit een hele streek een grote brandweeroefening houden, en dan vervolgens een aantal richtlijnen en maatregelen uitvaardigen als er ergens rook opstijgt uit de vleugel van een ziekenhuis?

Dat zal niemand doen. Integendeel: iedereen zal het optreden van de brandweeroverheden goedkeuren.

 

Tot nader bericht is het gerechtvaardigd te stellen dat de meeste mundiale gezondheidsverantwoordelijken handelen zoals de hogergenoemde brandweerkorpsen: ze willen het (nog steeds!) onbekende en misschien gevaarlijke covidvirus echt zo goed mogelijk aanpakken. Dat betekent niet dat hun optreden niet gecorrigeerd moet worden, want ook onder gezondheidsexperts lopen er lieden rond met extremistische opvattingen. Maar tot op dit punt denk ik dus niet dat we meteen alleen het slechtste moeten denken – althans: voor zover het alleen maar gaat over de aanpak van Covid.

 

Het is daarom voorbarig om, steeds met betrekking tot de Covid-politiek op zich, om meteen te denken aan een mundiale staatsgreep door enkele sinistere figuren, al kunnen we nooit genoeg aandacht hebben voor de planetaire ambities van organisaties zoals de Wereldbank, het Internationaal Monetair Fons (IMF) en de Verenigde Naties (VN) die allemaal de neiging hebben hun eigen belang op te pompen. En er lopen wel degelijk mensen rond die een wereldstaat op het oog hebben en daar nog trots op zijn ook. Voorbeelden hiervan zijn Rockefeller en Soros. Doch dit soort figuren zal zijn ondermijnend werk echter ook zonder een pandemie verrichten.

 

Het is niettemin goed enkele belangrijke punten van kritiek op een rijtje te zetten.

 

Ten eerste moet de WGO een fatsoenlijke definitie van pandemie hanteren, al was het maar omdat de consequenties wereldwijd enorm zijn en onvergelijkbaar met het opbranden van zelfs een groot ziekenhuis.

Om dit in een juist daglicht te plaatsen: een wetenschappelijk onderzoeksteam vond dat de kans op een pandemie van vergelijkbare grootte als Covid-19 ongeveer 2% is in elk jaar. Dat betekent dat iemand die in het jaar 2000 is geboren, nu ongeveer 38% kans heeft om een pandemie mee te maken. Pandemieën zijn dus veel minder zeldzaam dan je zou denken[11].

 

Ten tweede – en dat is wellicht het voornaamste: het scheppen van angst kan onmogelijk als een goed beleid worden aanvaard. Dat kan gewoon niet. De geschiedenis heeft geleerd waartoe angstige mensen in staat zijn.

 

Ten derde zijn de gezondheidsautoriteiten vooral zélf de schuld van het ontstaan van zogenaamde complottheorieën. Zij en de politieke autoriteiten hebben nagelaten om de mensen degelijk te informeren. Wie zegt immers dat mensen die goed worden geïnformeerd zich, bijvoorbeeld, niet vrijwillig massaal zouden laten inenten? Is dat geen misprijzende houding tegenover mensen die verondersteld worden als soevereine burgers over de gang van zaken in hun land te oordelen en hun kiesgedrag daarop af te stemmen?

Bovendien: waarom niet eerlijk gezegd dat de mensen zullen moeten leren leven met dit virus, net zoals met zovele andere virussen? Door het te doen voorkomen alsof het virus door massale vaccinatie uitgeroeid kan worden (‘uitgedoofd’), hebben zij de maatschappij helpen indelen in goede en onwillige mensen, die vervolgens alle schuld krijgen en dreigen uitgesloten te worden. Ik kan dit met geen middel goedkeuren.

 

Ten vierde: de media hebben geflaterd op een manier die hen voortaan elk recht van speken ontneemt. Ik verwijs voor het gemak naar het tweede punt hierboven: media moeten informeren, niet manipuleren.

 

Maar….

 

De covid-politiek zoals die wereldwijd werd uitgerold zet evenwel jammer genoeg de deur wagenwijd open voor politieke misbruiken in domeinen die op zich niet direct met de gezondheid hebben te maken. Op dat punt is het dan ook dat het naar mijn aanvoelen grondig fout loopt.

 

Het verhaal is dus helaas niet ten einde.

Maar dat is het onderwerp van een volgende bijdrage.

 

 

Jaak Peeters

September 2021

 

[1] Ik maak gebruik van de vertaling uit de Portugese grondtekst, zoals die verwerkt is in De Coronacoup. Het grootste plan van ontkerstening en ‘groen” totalitarisme in de geschiedenis. Uitgegeven door de Stichting Cultuur Onder Vuur: www.culturondervuur.nl,  Kruisboog, 31, NL 3905 TE Veenendaal. De Portugese grondtekst dateert van 26 april 2020, en werd door de vertalers nadien verder aangevuld. Het centrum dat de Portugese grondtekst voortbracht geniet in Brazilië een zeker prestige.

[2] Wereldgezondheidsorganisatie in maart 2020.

[3] De verticale aanpak werd ondersteund door een petitie die ondertekend werd door bijna 14 000 medische wetenschappers en ruim 42 000 artsen en -assistenten.

[4] https://www.bbc.com/portuguese/geral-53204453

 

[5] https://doi.apa.org/fulltext/2020-59192-001-html

 

[6] Seehofer is oud-student van een administratieschool, dus geen wetenschapper.

[7] Al in maart 2020.

[8] https://www.youtube.com/watch?v=TjjA3T_3RPk

 

[9] https://www.who.int/influenza/resources/documents/pandemic_guidance_04_2009/en/

 

[10] https://wwwnc.cdc.gov/eid/article/5/4/99-0401_article

 

[11] https://www.scientias.nl/grote-pandemieen-zijn-veel-minder-zeldzaam-dan-je-denkt/?utm_source=gravitec&utm_medium=push&utm_campaign=gravitec

 

 

Over Pierre Rosanvallon, de foertstem en geel-zwarte hesjes. Vakantie-overwegingen bij een Franse gelauwerde.

 

Wie is Pierre Rosanvallon?

 

De bij ons weinig bekende Franse schrijver, filosoof en historicus Pierre Rosanvallon werd geboren in Blois (ten zuiden van Orleans, in Frankrijk) in 1948.

Hij beschrijft zichzelf als een oud-achtenzestiger, maar dan eentje van de gematigde strekking. Zo heeft Rosanvallon altijd het communisme verworpen, omdat dit volgens hem een moderne versie is van het monarchale universalistische denken, waartegen hij zich altijd heeft verzet. Hij was in zijn jongere jaren actief in de politiek en behoorde tot de strekking van François Mitterand.

Gaandeweg is Rosanvallon uit de politiek verdwenen en is hij zich op de analyse van de toestand van de democratie gaan toeleggen.

Voor dat werk kreeg hij in 2012 de Spinozalens.

Naar aanleiding daarvan werd bij Boom in 2012 Democratie en tegendemocratie uitgegeven. In het Nederlands verscheen ook De democratie denken.

Zijn werk heeft ook voor Vlaanderen betekenis.

 

De crisis van de verzorgingsstaat

 

Rosanvallon heeft zich zijn hele leven lang toegelegd op de studie van de verhouding tussen de soevereine burger en de overheid, wat voor een achtenzestiger niet verwonderlijk klinkt.

Een van de principes die al vroeg zijn aandacht trokken is het zogeheten egalitarisme, het idee dat in een modern land de mensen gelijkwaardig geacht moeten worden. Dit egalitarisme is volgens hem van essentieel belang voor de soevereine burger.

 

Rosanvallon oefende ook al vroeg scherpe kritiek op de steeds meer overheersende marktideologie en vond dat een nieuw sociaal contract vorm moest krijgen. Die allesoverheersende marktideologie, met haar brood-en spelencultuur, scheen maar één doel te hebben: de staat zo ver mogelijk uitkleden, ten bate van enkele stinkend rijken.

De sociale ontwikkelingen van de vorige generaties hadden de zogeheten verzorgingsstaat in het leven geroepen. Met de opkomst van de vrije marktideologie dreigde die verzorgingsstaat nu in de verdrukking te komen: onbetaalbaar.

De gematigde socialist Rosanvallon was van oordeel dat die betaalbaarheid geen probleem kan zijn, zolang mensen elkaar als lotsverbonden gelijken ervaren en daardoor de noodzaak tot onderlinge solidariteit ervaren.

Rosanvallon putte daarbij uit zijn eigen ervaringen in het syndicalisme, waarin hij een voorbeeld zag hoe het zogeheten middenveld belangrijke sociale taken kan vervullen, zodat die niet door de markt worden opgenomen en daardoor niet in de greep van het winstdenken terechtkomen.

 

Democratie als de organisatie van de onvermijdelijke onvolmaaktheid

 

Rosanvallon vertelt ons dat in een democratie al de idealen van grote groepen mensen niet tegelijk verwezenlijkt kunnen worden. Er moeten altijd compromissen worden gesloten. De democratie is dus een stelsel waarin een principiële onvolmaaktheid ingebakken zit en daardoor dreigt voor een democratisch stelsel altijd het gevaar van een soort inherent wantrouwen tegen het systeem zelf.

Een centraal aspect is voor Rosanvallon ook de erkenning dat een democratie bestaat uit handelende mensen, uit individuen dus, en dat iedereen principieel het recht heeft om in de fanfare mee te spelen. Het bestuur mag dus niet in handen van een of andere elite terecht komen. Zo’n elite kan zichzelf in de geest van Plato voorhouden beter te weten wat goed is voor de mensen dan die mensen zelf. Maar dat ziet Rosanvallon dus niet zitten.

 

Wie de samenleving opvat als een verzameling van handelende mensen – de een wat redelijker dan de ander, maar geen één volstrekt redelijk – stoot echter op de onvermijdelijke verscheidenheid van de bevolking.

Rosanvallon doet daarbij een voor een Fransman opvallende constatering, dat namelijk ‘het soevereine volk’ voornamelijk een fictie is. Het is dus onterecht te spreken over de soevereine volkswil, zoals die ook in de Belgische grondwet ingebakken zit, waar de volksvertegenwoordiging zogenaamd de natie vertegenwoordigt.

Voor Rosanvallon bestaat die natie dus niet als een soort ultieme abstractie, maar is die samengesteld uit individuen die onderling groepen vormen met soms tegenstrijdige belangen. Volkssoevereiniteit komt dus niet tot uiting in het geloof in de Ene Volkswil oftewel De Natie, maar in een bonte verzameling van deelbelangen die elkaar min of meer in evenwicht houden.

 

Subsidiariteit en sociale werkelijkheid

 

Rosanvallon plaatst hier dus de 18-eeuwse homogene volkswil tegenover de complexe pluraliteit van het werkelijke bestaande volk.

Hij leidt daaruit af dat de democratisering op een hoger niveau dan de natiestaat (Europa, de wereld) helemaal geen kwestie is van het domweg opschalen van de democratische besluitvorming. Integendeel: op ieder niveau zijn er aparte bezorgdheden aan de orde, die de lagere niet mogen doorkruisen.

Kenners herkennen hierin het subsidiariteitsdenken of nog de uitspraak van Abraham Kuyper over ‘soevereiniteit in eigen kring’.

Rosanvallon verwerpt dus ook het simpele idee van de wereldstaat. Men kan vermoeden dat E. Macron en allen die een Great Reset als een opstap naar een wereldregering zien, hierbij de wenkbrauwen zullen fronsen.

In die uniforme volkswil, waartegen hij dus fulmineert, ziet Rosanvallon zelfs de moderne publieke versie van de oude monarchale macht, die nu de mantel van de volkssoevereiniteit aangetrokken heeft.

 

Staatsmacht moet voor deze Franse auteur dus veel meer de sociale werkelijkheid tot uitdrukking brengen. Het is een opmerkelijke stellingname. Ze leert ons terloops dat uit de 68-generatie ook interessante dingen zijn voorgekomen.

 

Beperkte bestuurbaarheid van de moderne samenleving en een verweerde democratie

 

Maar het democratische project stoot tegenwoordig steeds meer op de beperkte bestuurbaarheid van de hedendaagse samenleving. Bovendien blijkt het idee van het algemeen belang steeds meer te eroderen tot een wenslijstje van allerhande deelbelangen.

De ons bekende democratie zit dus in een verweringsproces.

Daar zijn ook nogal wat redenen voor: de hoop om de maatschappij op een wetenschappelijke en geplande manier te organiseren zakte in elkaar, ook al omdat de vrije markt na de ineenstorting van het communisme vaak een heuse nachtmerrie bleek.

In de plaats daarvan vestigde zich een soort fundamenteel wantrouwen in de samenleving, met een toenemende vervreemding en het verdwijnen van het geloof dat via de democratie een werkbare staatsordening mogelijk is, en dat bovenop de onvermijdelijke onvolmaaktheid van elke democratie.

Dat alles wordt nog verergerd door de schandalitis en de ongeoorloofde belangenbehartiging.

 

Als reactie werden de laatste tijd de gedragsregels voor bestuurders strenger en ontstond er een kritische journalistiek – al doet die haar werk maar half.

In de politiek komt er ruimte voor de organisatie van een tegenstem, een partijdige obstructie van de politieke besluitvorming.

En dan is er een te betreuren ontwikkeling die het gevolg is van een falende democratie: de opkomst van de activistische rechtspraak.

 

Verkiezingen als de uitdrukking van wat de kiezer niet wil

 

Vervolgens komt Rosanvallon met een origineel idee voor de dag: in deze omstandigheden zijn verkiezingen voor het soevereine volk niet langer de uitdrukking van wat het wenst, maar misschien vooral van wat het niet wenst! Deze gedachte alleen al maakt van hem een interessant denker. Het is een in Vlaanderen welkome gedachte.

 

Daaruit volgt inderdaad dat de opkomst van zogeheten antipolitiek niet zomaar kan worden afgekeurd: die antipolitiek zelf is een door-en-door democratische reactie, die past in omstandigheden waarin de democratie nu verkeert sinds die vanaf pakweg 1850 vorm heeft gekregen.

 

Rosanvallon heeft duidelijk begrip voor de opkomst van de gele hesjes.

Op die manier is Rosanvallon een opvallende stem in Frankrijk, mede omdat hij het zo kenmerkende Franse universalisme verwerpt.

 

Wat ontbreekt

 

Als we deze ideeën, voor zover die hier kunnen worden weergegeven, naar de Vlaamse situatie trachten over te planten, dan valt een zekere mate van vaagheid op over precies die deelbelangen. Het lijkt er dan wat op dat Rosanvallon in een wijde boog rondom twee grote problemen van met name onze tijd vaart: een ongrijpbare en onverantwoorde elitevorming en het ontstaan van etnische eilanden die doortrokken zijn van een geloof in de eigen uitverkorenheid.

De Covid-19-politiek en de manier waarop de grondwettelijke vrijheden van de soevereine burgers van de kaart werden en worden geveegd, bijvoorbeeld, hadden in een gezond functionerende democratie scherpe vragen in de media moeten oproepen. Jammer genoeg blijken die media zich bij de ontvoering van de soevereine burger te hebben aangesloten. Ze zijn mee tot de elite gaan behoren.

Het tweede element is de aanwezigheid van een militante Islam. Niemand twijfelt eraan dat er vele islamieten zijn die de islam als een persoonlijke geloofszaak opvatten. Maar te veel krijgen we signalen dat belangrijke groepen vaak jonge islamieten doordrongen zijn van een soort superioriteitsidee, dat hen ontslaat van de plicht tot sociale lotsverbondenheid met hun medeburgers, zoals Rosanvallon die bepleit.

De vervreemding en het wantrouwen die door Rosanvallon terecht worden aangestipt, hebben dus nog andere bronnen dan simpelweg een slecht functionerend democratisch systeem.

Wat de allochtonen betreft: vele Vlamingen schijnen nog altijd te geloven in het Amerikaanse verhaaltje over de zogenaamde melting pot, het geloof dat op den duur, als we maar lang genoeg wachten, er een zodanige vermenging zal komen, dat je een nieuw soort Jacobijnse natie krijgt – zoiets als de liberalen en groenen met de Belgische staat voor ogen staat.

Maar zelfs voor de Amerikaanse samenleving, waar lange tijd Europese en christelijke immigranten dominant waren, geldt volgens Glazer en Moynihan (in 1963 al!) dat die melting pot als voornaamste kenmerk heeft dat hij nooit heeft bestaan.

 

De zaken liggen er in dit opzicht te onzent nog moeilijker bij. Niemand immers kan uitleggen waarom militante moslims het geloof in hun uitverkiezing zouden opgeven, nota bene in een fase waarin zij kunnen denken volop de demografische meerderheid van de bevolking te worden, en bereid zouden zijn om op te gaan in een door westerse niet-islamitische idealen gevormde melting pot.

 

Populisme en de foertstem

 

Rosanvallon is een van de weinige auteurs die ons voorziet in een werkbare definitie van populisme, namelijk: een aanmatigend beroep op de stem van ‘het volk’ waarvan de innerlijke diversiteit wordt genegeerd, het negatief beoordelen van het héle democratische systeem en dat alles zonder verantwoording af te leggen voor de eigen stellingnamen.

 

Met dit alles geeft Rosanvallon ons stof tegen het bij herhaling door elkaar halen in media en politiek van de afwijzende proteststem, de zogeheten foertstem, aan de ene kant en een verwerpelijk cafétoogpopulisme aan de andere kant.

Die foertstem is wel degelijk een democratische stem.

Ze is ook belangrijk omdat ze mogelijks het vermogen bezit tot herbronning en heropstanding.

 

Het falen van de sociaal-democratie

 

Nochtans wordt die foertstem door vrijwel de hele dominant linkse journalistiek afwijzend bejegend.

Die linkse journalistiek is evenwel zelf verstrikt geraakt in haar eigen ideologische netten. Het Vlaamse socialisme heeft nooit begrepen dat de ontvoogding van volkeren perfect binnen een linkse motivatie past. Vele nationale bewegingen zijn links!

Dezer dagen zijn deze linkse journalisten, misschien wel om den brode, op de kar gesprongen van de hedendaagse grote thema’s zoals de klimaatverandering, de verspreiding van het zogeheten racisme, de strijd tegen critici van de covidpolitiek en het hele hedendaagse nieuwe narratief.

Vanuit een puur marxistische gedachtegang worden lieden die bezig zijn met ook nog andere thema’s dan die van de dominante journalistiek ervan beschuldigd ‘een verkeerd bewustzijn’ te hebben.

We moeten zodoende meemaken dat de hoofdleider van De Morgen, Eeckhout, met de leider van het ultrabelgicisme, Lachaert, overeenkomt dat de Vlaamse ontvoogding moet teruggedraaid worden – zogenaamd wegens onefficiënt.

Het ontgaat Eeckhout dat Lachaert de voorman van precies die strekking is, die zich plaatst tégenover de werkende klasse. Die werkende klasse zal uiteindelijk alle modernistische fantasietjes die nu door linkse jounalisten omarmd worden moeten betalen: het ontgaat Eeckhout en zijn geestesgenoten dat de kosten van al die zogeheten transities op de schouders van de werkende klasse terecht komen. En dat terwijl het leven met de dag duurder wordt en straks misschien onbetaalbaar. Lachaert en zijn geestesgenoten zullen lachend de dans ontlopen. De Great Reset zal niet door hen betaald worden.

Wat Eeckhouts houding met socialisme te maken heeft, vat niemand. Echte strijders voor de ontvoogding, zoals de Palestijnse Edward Said, hebben het nochtans anders voorgehouden.

 

Maar misschien moet dit maar, omdat daarmee de tijd vervroegd komt dat ook in Vlaanderen gele hesjes vanuit hun bewuste én democratische foerthouding zullen opstaan. Onder meer om de overbodige en veel te dure Belgische bourgeoisstructuren vervangen door een Vlaanderen waarin de werkende mens zijn thuis kan vinden. Ik vraag me af hoe mensen als Rosanvallon op deze ontwikkeling zouden toezien.

Die met de geel-zwarte hesjes dan.

 

 

Jaak Peeters

Augustus 2021

 

 

 

Subsidiariteit en de menselijke natuur: vakantiebedenkingen

Subsidiariteit

 

Men hoort nogal eens wat – vandaag minder dan vroeger – over subsidiariteit. Sommigen leggen die uit als de leer die politieke beslissingen op ‘het meest passende niveau’ wil leggen. Dat is fout, omdat élk niveau dat zichzelf ernstig neemt zichzelf passend kan vinden.

 

Een goede formulering van het subsidiariteitsbeginsel vindt men in Quadragesimo Anno: Evenals datgene wat de individuen op eigen initiatief en door eigen energie tot stand kunnen brengen, hun niet ontnomen en niet in handen van een gemeenschap mag worden gesteld, zo is het ook een onrechtvaardigheid en tevens een ernstig nadeel, ja een verstoring van de juiste orde, datgene, wat door kleine lichamen van ondergeschikte rang kan worden verricht en verschaft, over te dragen op grote van hogere orde[1]. Deze formulering is zeer zinvol. Het Woordenboek Filosofie verklaart dat hogere en lagere gemeenschappen een eigen autonomie toekomt. Daarmee is het recht op interventie niet verworpen, maar wel beperkt. Dat komt omdat elke ‘hogere gemeenschap’ is samengesteld uit ‘lagere gemeenschappen’, zodat die hogere gemeenschap ten onder gaat als de lagere worden vernietigd[2].

 

In de christendemocratie wordt subsidiariteit geassocieerd met het beeld van de menselijke persoon als vrij en scheppend wezen. Elke mens is uniek. Hij is autonoom en bezit persoonlijke waardigheid. Bijgevolg zijn de instituties die hij schept waardevol, want ze zijn de expressie van die scheppende kracht van die unieke mens. De christelijke ideologie verklaart – niet ten onrechte – dat vrijheid geen individuele kwestie is (zoals het liberalisme stelt), maar slechts kan bestaan binnen een bestaande morele gemeenschap[3].  Ideologen herkennen in dit alles de leer van het personalisme: de mens is een redelijk schepsel.

 

In ieder geval beantwoordt aan het mensbeeld van het personalisme en de politieke doortrekking ervan naar de idee van de subsidiariteit een staatsvorm die men op de een of andere manier democratisch moet noemen. Immers: een staatsvorm waarbij van bovenaf alles wordt opgelegd, eventueel vanuit een besloten cenakel, spoort niet met het mensbeeld van de vrije mens die leeft in subsidiaire verbanden.

Wie hierover nadenkt zal merken dat het trias personalisme-subsidiariteit-democratie niet zo vanzelfsprekend is. Velen beschouwen het dan ook als een westerse uitvinding, die niet zomaar in andere delen van de wereld ingevoerd kan worden.[4] Toch zullen sommigen zeggen dat er belangrijke raakpunten zijn met de Afrikaanse zogeheten Ubuntu-filosofie, zoals die onder meer door Ramose wordt uiteengezet[5].

 

De EU als orkestmeester

 

Met dit alles op de achtergrond worden we gedwongen na te denken over de ‘zaak Europa’ en meer concreet over ‘de EU’.

Wie de moeite neemt om de tekst van de ‘grondwet voor Europa’ door te nemen, zal zich afvragen welke materie niet door Europa moet worden behandeld[6].

De waarheid is dat de EU – dat is dus niet hetzelfde als Europa – zich, zoals iemand ooit in een vrije tribune schreef, zich met “alles en nog wat bemoeit”. Er is niets wat veilig is voor Europese bemoeizucht.

Ziehier wat het bekende CIA-Factbook over de Europese unie schrijft[7]:

(…) today’s hybrid intergovernmental and supranational organization of 27 countries across the European continent stands as an unprecedented phenomenon in the annals of history.

En voorts: Although the EU is not a federation in the strict sense, it is far more than a free-trade association such as ASEAN or Mercosur, and it has certain attributes associated with independent nations: its own flag, currency (for some members), and law-making abilities, as well as diplomatic representation and a common foreign and security policy in its dealings with external partners.

 

De EU is dus geen staat zoals we ons die veelal voorstellen, maar heeft er wel heel wat trekken van weg.

In ieder geval merken we hoe de EU zich inderdaad met alles bemoeit, en vooral: haar eisen aan de zogeheten lidstaten oplegt. De EU is de orkestmeester.

Enkele voorbeelden: de EU-bazen noemen de Hongaarse wetgeving schandelijk – met de vraag overigens of zij de teksten van die wet zelf wel gelezen hebben!

De EU legt eigenmachtig en over de regeringen van de lidstaten heen haar zogeheten klimaatbeleid op.

De EU plaatst zichzelf als wereldspeler en richt zich vooral als antagonist tegenover China.

En dan is er die schier eindeloze diarree van ‘verordeningen’- eigenlijk: wetten.

Ook hier weer enkele recente voorbeelden:

  • Een verordening over diergezondheidszorg;
  • Een verordening over gegevensbescherming;
  • Een verordening over bescherming van natuurlijke personen;
  • Een verordening over veiligheid van machines;
  • Een verordening met betrekking tot het gebruik van drones.

Wie wil kan de lijst naar believen aanvullen.

Telkens weer voert de EU aan dat deze materies van internationaal belang zijn. Met een dergelijke redenering kun je echter zowat alles doordrukken. In een interdependente wereld  hangt alles aan alles vast en dus is alles van internationaal belang. China kan in Italië knopen voor modekleren laten maken. Vervolgens kun je verklaren dat die knopenindustrie van internationaal belang is…

 

Het is duidelijk dat er in deze omstandigheden van enige vorm van subsidiariteit niets in huis komt. De EU beslist alles – letterlijk alles, ondanks alle schone schijn of mooi gepraat.

 

Over de gevolgen hiervan voor de democratie zou een lange verhandeling kunnen geschreven worden, maar dat gaat het onderwerp van deze bijdrage verre te buiten.

 

 

De menselijke natuur en toepassing op Europa

 

Moeten we ons wel zorgen maken over het feit dat de EU (maar niet alleen de EU) met elke vorm van subsidiariteit de vloer veegt?

Toch wel, zoals zal blijken.

 

Er bestaan filosofische stelsels die alles wat zij niet universeel achten ondergeschikt maken aan wat sinds jaar en dag De Rede wordt genoemd.

Filosofen zoals Immanuel Kant en René Descartes liepen zelfs hoog op met de mens als rationeel wezen. Het beeld van de mens als een rationeel wezen doortrekt zelfs de hele 18-eeuwse wijsbegeerte. Afkomstig uit het Latijnse ratio wordt de rede beschouwd als een onderdeel van de menselijke ziel. Die rede is evenwel de enige bron van ware kennis en moet daarom alle andere aspecten van de ziel overstemmen[8].

 

Jammer genoeg dwingt de moderne wetenschap ons het beeld van de mens als rationeel wezen van zijn voetstukje te halen: de mens is helemaal niet dat rationele wezen, waarvoor de Verlichtingsfilosofen hem hielden.

 

Het menselijk gedrag is doordesemd van emotionaliteit. In werkelijkheid is zuiver rationeel denken alleen in de wiskunde mogelijk. De moderne psychologie en neurofysiologie verwerpen trouwens het dualisme van rationaliteit versus irrationaliteit.

Om te beginnen: de menselijke hersenen verschillen structureel nauwelijks van die van andere hogere zoogdieren. Er is een grote overeenkomst tussen de structuren van de hersenen van de chimpansee (Pan Troglodytes) of de Bonobo (Pan Paniscus) en die van de mens[9]. Daaruit mag men geen gelijkheid afleiden, maar het besef moet wel de aandacht wekken.

Maar vooral: niets van wat zich in het lichaam afspeelt, en ipso facto van wat in het brein gebeurt, vindt plaats zonder dat er verbinding is met de structuren die met emoties in verband worden gebracht. Met andere woorden: alles binnen ons lichaam en binnen ons geestelijk leven heeft altijd een emotionele lading[10].

Voor wie deze uitspraak nogal brutaal vindt, ziehier wat de Noord-Brabantse psycholoog Adriaan Vingerhoets in februari 2021 in de inleiding van zijn boek schrijft: In dit boek toon ik aan dat emoties juist wel heel essentieel zijn voor ons functioneren.(…) De mens is een (ultra)sociaal wezen, en het feit dat hij zich in een groep staande kan houden, zich kan ontwikkelen en ontplooien en met anderen kan samenwerken, danken we aan het feit dat onze emoties ons fysiologisch functioneren, ons denken, onze motivatie en onze communicatie en(…) ons gedrag beïnvloeden[11].

Neen: de mens is geen rationeel wezen!

Een andere manier om het niet-rationele karakter van ons bestaan te beschrijven vindt men bij Jacob Jolij: we zien niet de wereld, maar we zien vooral wat we met de wereld kunnen doen[12].

 

Laat ons dit alles nu eens toepassen op het functioneren van grote, machtige politieke eenheden, zoals de EU (of de VN).

 

De sturende functies in de machtige organisaties worden ingenomen door normale mensen, dit is: mensen van vlees en bloed, wier denken en beslissingen doortrokken zijn van emotionele inhouden. Ook de leden van de Europese Commissie ontsnappen niet aan deze wetmatigheid.

Hun denken en hun beslissingen worden dus niet alleen door rationaliteit ingegeven, al zullen ze bij hoog en bij laag beweren van wel. Ze verwijzen voor hun beslissingen meestal naar bergen studies, zonder er bij te bedenken dat ook die studies gemaakt werden door mensen die eveneens in de ban van irrationaliteit zijn[13].

Veel vertrouwen kan zoiets toch niet wekken? Zijn stevige dwarse en kritische groepen dan niet noodzakelijk?

 

Hoe is het mogelijk dat mensen, aan wier intelligentie men niet moet twijfelen, desondanks in de greep van irrationaliteit komen zodra ze in een machtsstoel terecht komen?

Daar zullen wel verschillende verklaringen voor te bedenken zijn, maar één ervan is vast het verschijnsel van cognitieve dissonantie. De EU is een grote machine, waarin wie dan ook platgemalen wordt. Hiermee is bedoeld dat zelfs het meest kritische individu in de greep van het machtsdenken komt zodra hij de poort binnengaat. Om zich staande te houden moet men het alvast doen voorkomen dat men het spel meespeelt, anders wordt men als individu platgewalst. Dat is dan bewust gedrag. Maar gaandeweg verdwijnt de eigen kritische geest, omdat die psychologisch gewoon niet vol te houden valt. Mettertijd gaat men het dominerende discours zelf voeren, waarbij men gebruik maakt van de argumenten zoals ‘internationaal belang’. Deze verschuiving naar conformiteit geschiedt onbewust en de personen in kwestie geloven oprecht dat zij hun eigen, doordacht oordeel volgen.

Zo komt het dat de EU, en vooral de top ervan, er vast van overtuigd is dat zij het met de Europeanen goed voorhebben. Ze zijn ervan doordrongen dat hun interpretatie van subsidiariteit als ‘beslissen op het meest geschikte niveau’ correct is.

 

Conclusie: de EU-staat als een gevaar

 

Hoe komt het dat de bevolking dat allemaal neemt?

Uiteraard werd die bevolking al vele jaren, onder meer door de media, murw gemalen zodat zij liever kiest voor Brood en Spelen dan voor een veel moeilijker subsidiaire levensvoering.

Maar er is ook duidelijk massieve manipulatie in het spel. Ad Vingerhoets legt ons uit hoe bestuurlijke machten de bevolking in hun greep krijgen. Ook die bevolking bestaat uit mensen die in belangrijke mate door emoties gedreven worden. Het volstaat angst te scheppen om de bevolking in één richting te dwingen. Angst is in onze evolutionaire voorgeschiedenis een fundamentele drijfveer en die angst is helemaal niet uit ons systeem verdwenen. Vingerhoets haalt de Covid-19 – psychose aan, maar zijn verhaal laat zich makkelijk naar andere maatschappelijke toestanden doortrekken. Maak de mensen bang en ze worden mak.

 

Natuurlijk staat dit alles haaks op elke principe van democratische subsidiariteit. Bange mensen hopen op hulp en bijstand en hoe groter de machten schijnen die ze aanroepen, hoe harder ze schreeuwen, want dat dempt de angstgevoelens. Voor hedendaagse mensen zonder veel binding met hun medemensen werkt dit mechanisme des te meer omdat het individualisme en het hedonisme elke steun vanuit de eigen gemeenschap heeft ondermijnd.

Dat is precies van Alexis de Tocqueville ooit schreef: boven al deze egocentrische individuen torent een enorm bevoogdend machtsapparaat als enige instantie die hun welzijn garandeert en hen van de wieg tot in het graf begeleidt.[14]

 

In zijn De Staat pleit Plato voor een staatsvorm waarbij de macht door filosofen wordt uitgeoefend. Immers, zo verklaart Plato, het volk is niet bekwaam tot rationeel oordelen over wat het beste is voor de staat.

Het is heel goed denkbaar dat de EU-sanhedrins van deze oude Platonische gedachten doordrongen zijn en daarom het begrip subsidiariteit op een nogal eigenwijze manier interpreteren.

Jammer genoeg voor Plato en allen die zijn mening delen: de mens die de bestuurlijke kwaliteiten bezit waarnaar zij op zoek zijn, bestaat niet.

Er bestaan geen rationele mensen. Echt niet.

Daarom is het beter de woorden van Albert Einstein in herinnering te brengen, toen men hem het presidentschap van de nieuwe staat Israël aanbood: “Daar ben ik te dom voor”.

We moeten ons dus inderdaad zorgen maken om grote machten. Macht moet integendeel verdeeld worden. De menselijke schouders zijn te frêle voor zoveel macht.

Daartoe zijn subsidiariteit en democratie noodzakelijk.  Zo ontstaat een voortdurend wisselend spel van macht en tegenmacht, waarbij de druk van onderen naar boven is gericht. Zo worden unitaire machtsstructuren doorbroken.

De menselijke natuur dwingt daartoe.

 

 

 

[1] Putten, Jan van. Politieke stromingen. Aula, 1985, blz. 199.

[2] Willemsen & de Wind. Woordenboek Filosofie, Garant, 2015, blz. 521.

[3] Sanders & Devos; Politieke ideologieën in Vlaanderen, Standaard Uitgeverij, 2008, blz. 244 -245.

[4] Willemsen& de Wind. blz. 131.

[5] Mogobe Ramoso. Ubuntu. Ten Have, 2017.

[6] Zie daarvoor: Jaak Peeters. De Valse Belofte, Polemos, 2017, blz. 31 e.v.

[7] CIA-Factbook, juni 2021.

[8] Willemsen &de Wind. o.c., blz. 471.

[9] Ik heb ooit de hersenen van een Bonobo op sterk water gezien. Ze verschillen nauwelijks van mensenhersenen. Ze zijn voornamelijk wat kleiner.

[10] Men spreekt in dit verband over de emotionele as: formatio reticularis, hypothalamus, limbisch systeem en amygdala. Zie Ben van Cranenburg. Neurowetenschappen, een overzicht. Bohn Stafleu, 2020, passim.

[11] Vingerhoets, Ad. De emotionele mens. Ambo, 2021, blz. 8.

[12]Jolij, Jacob. Wat is bewustzijn eigenlijk? Nieuw Amsterdam, 2020, blz. 64.

[13] Men moet hierbij bijvoorbeeld ook denken aan de concrete werking van het IPCC, waarop door talrijke wetenschappers zware kritiek werd geuit, omdat dit IPCC al dan niet bewust de scores heeft aangepast. Er zijn ook gevallen bekend van wetenschappelijke fraude.

[14] Tocqueville, Alexis de. Democratie: wezen en oorsprong. Inleiding Andreas Kinneging, Agora, 2004, blz. 190.

 

 

 

 

Erratum

 

In de vorige publicatie van Doorstroming werden de contactgegevens van het centrum voor Identiteit in Izegem foutief meegedeeld.

iD voert als webstek: www.identiteit.info en het elektronisch adres is info@indentiteit.info.

De contactpersoon is edelbert.dekeyzer@telenet.be, telefoonnummer 0468/13 09 08

Met excuses.

 

 

 

Jaak Peeters

Juli 2021