Het Nederlandse stadje Urk is ook in Vlaanderen welbekend: het voormalige eilandje in de vroegere Zuiderzee, waar een groot monument herinnert aan de talrijke vissers die in de woelige wateren van die Zuiderzee de dood vonden.
Vandaag behoort het tot de Nederlandse Bibblebelt: een streek van streng gelovige mensen voor wie God en gebed een centrale plaats in het leven innemen.
Met de visserijgeschiedenis in het achterhoofd geen toestand die verwondering wekt.
De Sionskerk in Urk hield midden in coronatijd diensten met een grotere aanwezigheid dan sommigen welgevallig was. Dat trok de aandacht van de paparazzi van PowNed, een wat duistere Nederlandse zendvereniging. Zoals het volleerde paparazzi past hadden de ‘journalisten’ geen hoge pet op van wat zij als christelijke sociale zin interpreteerden. Ze bestookten, opvallend gewapend met grote micro’s en dito camera’s, ongenood de kerkgangers met verwijtende vragen “of ze getest waren” en “of het verantwoord is met zovelen in één gebouw bij elkaar te komen”. Kennelijk wilden ze de kerkgangers deelgenoot maken van het heersende angstcomplex. Ze maakten het zo bont dat ze post hadden gevat op een gereserveerde parkeerplaats, waarvan ze verjaagd werden doordat een bestuurder kennelijk niet zinnens was zich door de opdringerige paparazzi te laten doen, zodat deze laatste moest wegspringen.
De nogal agressieve reactie op de aanwezigheid van de opdringerige nieuwsboeren stootte in sommige Urkse milieus op afkeuring: “mensen denken nu dat we geloofsgekkies” zijn.
Gert-Jan Segers, leider van de ChristenUnie, noemde de agressie van enkele kerkgangers in Krimpen en Urk “beschamend”. Daar voegt hij echter wel aan toe: “Ik kan weinig intellectueel respect opbrengen voor mensen die in misdragingen van Gods grondpersoneel bewijs zien van de juistheid van hun eigen ongeloof.”
Zelf heb ik de beelden van de gebeurtenissen gezien: https://www.nu.nl/media/6125086/automobilist-die-op-powned-verslaggever-inreed-komt-voor-de-rechter.html
Om eerlijk te zijn: het verbaast me niks dat één van die ongenode gasten een schop tegen de billen kreeg…
Met dit verhaal op de achtergrond wil ik enkele punten maken.
Ten eerste. Het optreden van sommige journalisten lijkt vaak eerder op nieuwsjagerij dan op verslaggeving. Ik ben geneigd de opdringerige, onbehoorlijke wijze waarop zij in Urk meenden te mogen optreden op die manier te kwalificeren. Journalistiek is een heel moeilijk vak. Het heeft een grote maatschappelijke implicatie. Het is van groot belang dat de journalistiek de burger correct informeert. Daartoe moet de journalist zelf op de eerste plaats de dingen zo afstandelijk mogelijk benaderen. Wat zij in Urk hebben gedaan voldoet van geen kanten aan deze eis.
Ten tweede. Ook de journalistiek heeft het dezer dagen moeilijker dan gewoonlijk. We moeten dat erkennen. Er heerst een algehele sfeer van gespannen angst in een maatschappij waarvan eenieder weet dat de posities soms ver uit elkaar liggen. Sommigen willen de hele maatschappij platleggen. Anderen verwijzen naar buitenlandse voorbeelden en willen de greep lossen. Nog anderen wijzen, zeker niet onterecht, op de bijzonder kwalijke maatschappelijke en psychologische gevolgen van de politiek. In deze gespannen sfeer moeten journalisten de rechte koers blijven varen. We moeten erkennen dat dit geen sinecure is. Maar wat in ieder geval mogelijk moet zijn is dat elke vragensteller zijn vragen neutraal formuleert en de ondervraagde niet meteen op een beschuldigend bedje legt.
Ten derde. Als een gesloten kerkgemeente van oordeel is dat ze in gemeenschap hun aanhankelijkheid aan God moeten belijden, dan moeten ongevraagde journalisten op jacht naar sensationeel nieuws daar niet in binnendringen. Een beetje eerbied voor wat anderen geloven is niet misplaatst. Zelf zijn ze immers van mening dat hun eigen bezigheid door niets of niemand mag gehinderd worden, want ze tonen zich hoogst verontwaardigd als ze door kerkgangers weggejaagd worden. Maar kennelijk komt niet in hen op dat deze regel ook voor diepgelovige kerkgangers telt.
Ten vierde. De uitspraak van de Brusselse rechter, dat namelijk de Covid-maatregelen in principe onwettig zijn doordat een geldende pandemiewet ontbreekt, zou ons op een juridisch probleem moeten wijzen. Er bestaat bijvoorbeeld twijfel of de overheid vaccinatie tegen Covid-19 wel kan opleggen. De gezondheidswet van 1/9/1945 laat dit toe, maar de wet op de patiëntenrechten geeft patiënten dan weer het recht om medische interventie te weigeren. Ook het Europees Hof van de Rechten van de Mens bekrachtigde in 2012 dit standpunt door te stellen dat verplichte vaccinatie een inbreuk op het respect voor de lichamelijke integriteit kan zijn. En het Belgische hof van Cassatie meende dat het recht op privé- en gezinsleven beperkt kan worden ten bate van de algemene volksgezondheid. Dat moet een journalist tot nog meer zorgzaamheid aanmanen.
Ten zesde en voortvloeiend uit het vorige punt: de sleutel voor de correcte benadering van de Covid-problemen ligt in een objectieve documentatie met wetenschappelijk onderbouwde argumenten. Nu zijn er op dit ogenblik een berg aanwijzingen dat deze documentatie in ieder geval niet eensluidend is en daarom zit de hele zaak vol dubbelzinnigheid. Voor de leek is het vrijwel onmogelijk om een min of meer gedegen beeld van de toestand te krijgen. De rol van de journalistiek rijst dan hoog op.
Ten zesde: wie toekijkt ziet hoe Big Tech bezig is de controle over de wereld over te nemen begrijpt dat een vrije pers voor de democratie van levensbelang is. Die Big Tech deinst er zelfs niet voor terug een Amerikaans president te censureren. De taak van die vrije pers is te belangrijk om haar te laten belasteren door stompzinnig opjagen van per slot van rekening onschuldige diepgelovige kerkgangers. De hinder die ze in Urk tegen hun optreden ondervinden vergaat in het niets in vergelijking met de schade die de Big Tech aanricht.
De reactie van sommige kerkgangers op de paparazzi in Urk moge dan misplaatst zijn, het optreden van de paparazzi spoort op geen enkele wijze met de opdracht van de media.
Jammer genoeg krijgen we te vaak de indruk dat dit nieuwsjagen ook in Vlaanderen te veel concrete praktijk is…
Jaak Peeters
April 2021
Als toemaatje:
Het Tahrirplein in Caïro en later het Maidan-plein in Kiev werden de arena waarin zich een melodrama afspeelde voor het oog van de televisiecamera’s in de vorm een strijd tussen goed en kwaad. Er waren nog goede verslaggevers die grote risico’s namen (…) om uit te kunnen leggen dat dit ongenuanceerde beeld niet het hele verhaal vertelde.” (uit Patrick Cockburn, De nieuwe heilige oorlog, Amsterdam University Press, 2015, blz. 135.)