Een Vlaamse kinderhand…

Kennelijk was voor zowat alle Vlaamse commentatoren het hek van de dam, toen Franstaligen in een debat op RTBF in meerderheid hadden laten aanvoelen dat ze niet langer vasthouden aan de uitbreiding van Brussel, in ruil voor de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde. Behalve het FDF, natuurlijk. Dit ‘nieuwe’ feit bracht de dames en heren commentatoren ertoe zich plots positief gestemd te tonen over de kansen op de vorming van een nieuwe Belgische regering.

Er was dat bewuste weekeinde slechts één schoonheidsfoutje: een Franstalige fractieleider had ook verklaard dat de verdwijning van de parasieten van N-VA uit de onderhandelingen de zaak vooruit heeft geholpen.

Laten we wel wezen: er is nog steeds niets om positief over te doen.

 

 

Als de Franstaligen hun eis tot uitbreiding van Brussel in ruil voor de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde hebben laten varen, doen ze daarmee helemaal geen toegeving aan de Vlamingen. Ze slikken alleen één van hun eisen in. Eén, want over de rest hoort men intussen niets. En de vraag is bovendien: voor hoelang wordt die eis ingeslikt?

En dan is er nog een vraag: waarom zou men zo’n intrekking vanwege de Franstaligen voorstellen als een ‘gebaar van goede wil’, wetend dat deze splitsing, gegeven de logica van de vigerende kieswet, door het Grondwettelijk Hof werd opgelegd? Zijn we zover van de rechtstaat afgedreven dat we al moeten juichen als een uitspraak van het hoogste rechtscollege zonder politieke compensaties wordt uitgevoerd?

Laten we trouwens meteen opmerken dat de Vlamingen al jaren deze houding aannemen: zij stellen geen enkele eis met betrekking tot de Vlamingen die zich in Wallonië vestigen. Dat zou overigens ook op een Franstalige muur botsen: de enige keer dat een Vlaming als gevolg van de kiesregelingen bij toeval in de Waalse Raad verkozen werd, werd deze nochtans officieel gemandateerde manu militari uit de Raad verwijderd. In het Vlaams Parlement zetelt al jaren ene Christian Van Eycken – overigens eens Franskiljon in de zuiverste betekenis van dat woord.

Zoals de Gravensteengroep heel terecht opmerkt draait een groot deel van de politieke poespas tussen Vlamingen en Franstaligen rond het (ontbreken van) wederzijds respect – de humanistische houding die nota bene dit weekeinde door Franstaligen ontzegd werd aan…jawel: aan Vlamingen. Als die Vlamingen halsstarrig vasthouden aan de evenredigheid, die voortkomt uit de beoefening van de deugd van het respect, dan zijn zij parasieten. Als Franstaligen hun expansie-eisen voorlopig opbergen, dan zijn zij respectvol. Van evenredigheid gesproken. Van al die heren commentatoren schijnt niemand in de gaten te hebben hoe extremistisch de houding van een land wel is, als dat zonder meer een stuk van een ander land wil inlijven. Wat zouden onze commentatoren zeggen als hun buurman een stuk van hun tuin zou opeisen, omdat het zaad van zijn groenten door de wind naar hun tuin werd gevoerd en daar wortel heeft geschoten?

Laat ons aannemen dat de Franstaligen inderdaad hun eis tot territoriale uitbreiding van hun gebied in Vlaanderen opbergen.

Wat dan men de andere eisen?

Hoe zit het met die beruchte corridor? En worden de Zes nu georganiseerd in één kieskanton met Sint-Genesius als hoofdplaats? En wie zal onwillige burgemeesters afzetten?

En dan komen de vragen met betrekking tot Brussel zelf: hoe zal gewaarborgd worden dat de taalwetten – nochtans mee door de Franstaligen goedgekeurd!- ook echt toegepast worden? Zal de federatie Wallonië-Brussel opgeheven worden? Want laten we wel wezen: als er één gemeenschap is, die op Brussel aanspraak mag maken, is dat de Vlaamse. Niet alleen om historische redenen. Ook om redenen van rechtvaardigheid. Een rechtvaardig mens geeft namelijk niet toe aan chantage en bestrijdt de gevolgen van die chantage. Brussel werd verfranst door gebruikmaking van chantagepraktijken. Daar is voldoende documentatie over, maar men moet bereid zijn er kennis van  te nemen.

En als dat alles zou zijn…helaas. Want er is de omzendbrief Peeters; het beheer van de op- en afritten; de bemoeienis van de Franstaligen in Vlaamse gemeenten; het minderhedenverdrag… de lijst is zo lang, zo eindeloos lang. En het zijn toch niet de Vlamingen die het bestaan van deze lijst veroorzaakt hebben?

Maar laten we naar andere onderwerpen overstappen.

De sociaal-economische kwesties, bijvoorbeeld, door sommigen ten onrechte ‘de echte problemen’ geheten.

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: zullen we een diarree van belastingen over ons krijgen, die het gevolg is van een links denkend Wallonië, zodat de hardwerkende Vlaamse middenklasse het gat, dat voornamelijk door PS-denkenden en hun aanhang werd veroorzaakt, moet dichten?

Hoe zit het eigenlijk met de transfers? Voor zover bekend bedragen die rond de tien miljard. Euro, wel te verstaan. En zeggen dat elk jaar duizenden Vlaamse jonge mensen zich overhoop moeten lenen om aan een eigen huis te komen. Wie werkt, mag toch de baten krijgen? Of zal het veel misbruikte woordje ‘solidariteit’ nog eens voor de dag gehaald worden?

Goed: er worden bevoegdheden overgeheveld. Maar wordt ook de beslissingsmacht overgedragen?

Is er een sanering van de sociale zekerheid voorzien. Want reken maar dat dààr de grootste fraude zit die men zich kan voorstellen. Eerder dit jaar berekende één van ‘de parasieten’ dat het Wit-Gele Kruis in één gewest 87 miljoen opgepot had en belegd. Geld, teveel geïnd uit de sociale kas. Alsof die andere organisaties niet net hetzelfde doen! En dan gaat het alleen maar over de thuisverzorging.

En toch, desalniettemin, leken de juichkreten nauwelijks ingehouden, toen de commentatoren op één enkel Franstalig gebat voortgaande, het inslikken van één enkele, totaal onterechte Franstalige eis – en dan nog maar voorlopig en héél misschien – meenden te kunnen interpreteren.

Ja, een Vlaamse kinderhand is wel héél snel gevuld.

 

 

Jaak Peeters

Aug 2011

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *