Er heeft zich in ons vaderland een klein groepje lui genesteld in TV, radio en enkele ‘toonaangevende’ bladen, dat ervoor zorgt zelf in die media in een meer dan gemiddelde mate aan zijn trekken te komen.
Erg talrijk zijn ze niet. Met zo weinig zijn ze zelfs, dat je telkens weer dezelfde namen ontmoet. Het zijn dan ook meesters in verhullingstechniek: ze citeren elkaar om de arme lezer en dito toehoorder te overdonderen met hun overweldigende aantal. Ze zorgen bij stonde en wijle voor vooraf geselecteerde, ‘bevoorrechte’ getuigen. Ze produceren TV-spelletjes, waaraan ze zelf een ongelooflijk niveau toeschrijven en waarvan ze de jury veelal opvullen met lieden uit het ons-kent-ons-groepje. Of met bekende politici. Dat is altijd praktisch voor wie kijkcijfers wil opdrijven. Altijd dezelfden dus. In wisselende variaties. Zoiets als de Kamasoetra, maar dan voor de media. Al roepen die bij sommigen kennelijk niet minder geilheid op dan het eerbiedwaardige, oude Indische geschrift.
Uitblinken in originaliteit doet het ook al niet, dat kamasoetrakliekje – nieuwe – stijl.
De aandachtige waarnemer ontkomt niet aan de indruk dat de ‘het nieuws’ dat hem op geregelde en vaak ook ongeregelde tijdstippen wordt voorgeschoteld vooraf ten gronde gestroomlijnd werd. Het is overigens maar een klein lijstje, de onderwerpen die onze nieuwsgaarders blijken te interesseren. De voornaamste zijn, op een rijtje: de pedofilieschandalen, vanzelfsprekend in de kerk – schandalen komen namelijk alleen maar daar voor -, uitspraken van bekende politici, vooral als die vlaamsnationaal georiënteerd zijn, waarbij deze laatsten gelijk geacht worden regelmatig in het nauw te zijn gedreven – enige zelfoverschatting is sommigen niet vreemd -, de asielzoekerskwestie en de bijpassende achterstelling van allochtonen van allerlei type en komaf. En het euronationalisme, want dat hoort er ook bij. Niet vanwege Europa zelf, maar omdat Europa hen een stapsteen naar hun gedroomde universele, multiculturele wereldmaatschappij lijkt. Een multiculturele maatschappij die ze maar meteen de eigen medeburger door de strot wringen. Tegen heug en meug, maar dat laatste is niet aan de orde.
Gelukkig zijn er ook nog het weer en de natuurrampen. Dankbare onderwerpen om te illustreren dat men echt niet altijd op dezelfde spijker klopt.
Enig ronddwalen op het internet doet elke twijfel over deze stelling wegsmelten Het wemelt er van de teksten, de publicaties, de blogs – U bent er net eentje aan het lezen – die, veelal uit onvrede met de bovenbeschreven toestand, parallel met en los van de ‘officiële’ media aan opinie-uiting doen. Mensen met ervaring weten dat ook de fora van de zichzelf kwaliteitsblad noemende media gemanipuleerd worden. Die fora worden bezet door een kleine schare lieden, ook altijd dezelfden, met daarin heel zorgvuldig opgenomen voldoende politiek correcten, opdat het vooral niet zou uitkomen hoe weinig dat kliekje met zijn kamasoetra-achtige praktijken met het echte leven vandoen heeft. Er wordt rondverteld dat je van de krant eigenlijk alleen maar de prijs en de datum mag geloven. Vreemd dat dit soort uitspraken de ronde doet, niet?
Niet dat zulks de media bekommert: ze zijn in die uitspraken van het plebs van Vlaanderen niet geïnteresseerd. Zij hebben immers gelijk. Het volstaat dat lezers betalen voor de krant.
Stel je voor dat de Vlamingen massaal de knop van de bedoelde zenders zouden omdraaien of de bedoelde bladen niet langer zouden kopen!
Met deze lieden zou je vooral meelij moeten hebben, ware het niet dat ze zoveel schade aanrichten.
Ze richten schade aan doordat ze de modale mens op een verkeerd been zetten. Ze leiden hem af van het leven zoals het werkelijk is. Ze creëren hun eigen, aparte wereldje. Ze solferen hun eigen dromerijen op als hét model van de toekomstige samenleving en ze verketteren wie hen daarin niet volgen wil. Ziedaar hun democratie.
In Herentals wordt elk jaar aan verdienstelijke mensen de Nestorprijs uitgereikt, omdat ze de gemeenschap waaruit ze zijn gesproten helpen, doordat ze het leven ervan scherp formuleren en daardoor zichtbaar maken voor wie zien wil. Carl Rogers, de onvolprezen Amerikaanse psychiater, leerde ons dat een ziekte pas kan worden genezen als ze erkend is. Daarmee praatte hij Sigmund Freud na, die uiteraard vooral bekend is voor zijn theorieën over de menselijke seksualiteit – al heeft seks met de kern van Freuds theorieën eigenlijk nauwelijks wat vandoen. Wat zou Freud bereikt hebben als hij, zoals ons dominerende journalistenbent, zijn patiënten om de oren zou hebben geslagen met moralistische theorieën over wat hoort en vooral niet mag? Zou hij ook maar één patiënt van zijn kwaal hebben genezen?
Doch over de Nestorprijs en de zovele in den lande bestaande variaties daarvan: geen woord.
Het is van fundamenteel belang dat de waarheid van het leven aan het licht komt. Zie er dan maar een ode aan Heidegger in. Dààr, vooral dààr, ligt de maatschappelijke opdracht van de journalistiek.
Dààrom, om die reden, moet de Vlaamse pers vooral Vlaams zijn, en niet Belgisch. Er bestaat geen Belgische maatschappij. En nog minder bestaat er een Europese maatschappij, laat staan: een wereldmaatschappij. Daar moet je dan ook niet mee bezig zijn. Daar valt namelijk niks revelerends op te rapen. Daar speelt het leven zich niet af.
We staan helaas nog ver af van het moment waarop we trots kunnen zeggen dat we in een fatsoenlijk Vlaanderen leven. Dus moéten media verslag doen van wat er reilt en zeilt in Vlaanderen- òòk van het goede daarin, want dat is er ook nog. De waarheid moet in haar geheel tot ontberging komen. Zonder gekleurde selectie vooraf.
Dat moet gebeuren met duidelijk en bewust engagement voor Vlaanderen, omdat voor de verbetering van Vlaanderen in àlle opzichten altijd moet gestreden worden, al zal het ultieme eindpunt wel buiten het menselijk bereik liggen – een reden te meer tot grote bescheidenheid en dito voorzichtigheid bij al wie zich mee verantwoordelijk acht.
Een grote dosis bescheidenheid hoort ook en wellicht vooral voor de journalistiek, want die blijkt verre van onfeilbaar. Ze maakt meer dan wie of wat ook deel uit van de Vlaamse maatschappij en als deze laatste voor verbetering vatbaar is, ligt de schuld daarvan in verre van geringe mate òòk aan de journalistiek van gisteren en vandaag.
En daarom is het belerende, moralistische toontje vanwege het ‘toonaangevende’ journalistieke kliekje niet alleen bespottelijk: het is contraproductief, hinderlijk en daarom ergerlijk.
Jaak Peeters