Het lijkt wel telepathie. Op het ogenblik dat in deze blogreeks een artikel verscheen onder de titel “een volk kan wel vergaan”, waarin onder meer werd gewezen op de schadelijke gevolgen van het opzwellen van Brussel tot Europese hoofdstad, verscheen in Humo II een weergave van de opvattingen van Eric Corijn over Brussel.
Deze man vindt hierin dat Brussel al langer niet meer de stad van twee cultuurgemeenschappen is , maar een kleine wereldstad met een internationaal georiënteerde economie. Dus moet Brussel, dat over enkele jaren 200.000 inwoners meer zal tellen, kunnen uitbreiden en uitgroeien tot een wereldstad, die overeenkomt met de beruchte Metropolitan Region van de zesde staatshervorming, waaraan de christendemocraten, volkomen onbegrijpelijk overigens, hun medewerking verlenen.
In die enkele zinnen verraadt de Brusselaar Corijn de ware bedoelingen achter die M.R., bevestigt hij de Vlaamse onderschikking aan de Franstalige dominantie in Brussel en geeft hij voedsel aan de Franstalige eis tot uitbreiding van Brussel.
Die uitbreiding zou er natuurlijk, op de lange termijn, ook kunnen toe leiden dat stukken van Wallonië verbrusseld worden. Maar voorlopig is daar nog geen sprake van, omdat Brussel nog steeds volledig op Vlaams grondgebied ligt, zodat het Wallonië allemaal een worst zal wezen. Het enige, ware slachtoffer van de uitgroei van Brussel tot een “wereldstad” is Vlaanderen – en alléén Vlaanderen. Dat zal, zoals eerder al beschreven, van binnenuit uitgehold worden.
Overigens is die uitholling alvast politiek al volop bezig.
De aanwezigheid van de ‘Vlaamse’ SPA op het PS-congres toont dat die partij terug Belgisch wordt. Het is gewoon wachten tot hetzelfde zich in de liberalistische rangen voor doet. Groen en PVDA zijn nu al uitgesproken Belgisch.
Het plaatje wordt dus verre van opbeurend.
Wie de vergelijking wil maken met de ontwikkeling van een nationaal patriottisme in Tsjechië in de negentiende een twintigste eeuw, merkt dat ook daar lange tijd twee ( en zelfs meer) identiteiten concurrentieel naast elkaar hebben gestaan: het Tsjechisch volksnationalisme en het Duitstalige, naar Berlijn of Wenen gerichte staatsnationalisme. Deskundigen zullen deze beschrijving een te eenvoudige voorstelling van de feiten vinden, maar ze voldoet in dit verhaal en is zeker niet fout.
Dit naast elkaar bestaan van elkaar min of meer bestrijdende identiteiten komt wel vaker voor en die identiteiten hoeven zelfs niet eens nationaal te zijn. Ze kunnen ook religieus zijn. Maar zo’n wankele situatie kan niet lang bestaan. De goede, democratische ontwikkeling bestaat eruit dat de identiteit die het dichtst bij de originele bevolking staat, uiteindelijk het pleit wint. In politieke termen kan men hier ook denken aan subsidiariteit.
In Tsjechië is deze gewenste ontwikkeling dus tot stand gekomen. Maar voor Vlaanderen ziet het er veel minder rooskleurig uit. Het lijkt erop dat een belangrijk gedeelte van de politieke klasse in Vlaanderen voorgoed gekozen heeft voor de Belgische identiteit als dominante identiteit. Het vreemde daarbij is dat deze keuze werd gemaakt door de linkerzijde en zelfs door de meest extreme linkerzijde. Eric Corijn is een notoir marxist. Nu zijn er onder de marxisten zowat evenveel strekkingen als er marxisten zijn. Maar Corijn is een materialistisch georiënteerde, zeg maar extreme marxist. Hij hecht geen enkele waarde aan geestelijke, spirituele of, in het algemeen, symbolische inhouden, behalve als deze nuttig zijn in het materialistische verhaal. Dat geldt overigens ook voor Groen, dat nota bene voortbouwt op de erfenis van de Franse Revolutie – naar de woorden van Jos Geysels zelf. Hoe het opkomen voor milieu en natuur en het behoud daarvan samen te rijmen vallen met een stroming, die nu net de hele oude wereld en cultuur wilde wegvagen en vervangen door een rationele, wiskundige, vertechniseerde wereld, is voor wel meer waarnemers een raadsel. Maar ook zij dus hechten geen enkel belang aan de symbolische orde die zo belangrijk is in elke mensenmaatschappij. Voor Groen mag Vlaanderen gerust verfransen. Ze doen in ieder geval geen enkele moeite om het voortbestaan van de Vlaamse afzonderlijkheid te ondersteunen.
Daaruit volgt dat de extreme linkerzijde – op enkele zeldzame uitzonderingen na – geen zier geeft om de toekomst van Vlaanderen als afzonderlijke cultuurgemeenschap. Integendeel schrijft extreemlinks zich voluit in het verhaal van de uitbreiding van Brussel en de verfransing van grote delen van Vlaanderen in.
Het is verbazend hoe zwijgzaam de christendemocratie is. Zit die opgezadeld met een eveneens materialistisch denkende linkerzijde onder de vorm van het ACW? Of is de Christendemocratie afgedwaald van haar oorspronkelijk spoor? Het stilzwijgen van die strekking valt in ieder geval op en dat stilzwijgen is geen goed teken. Het immobiliseert namelijk belangrijke Vlaamse krachten. Wie zich de IJzerbedevaarten van de jaren zestig, bevolkt door talloze KWB-ers en zelfs ACW-ers, herinnert, weet wat dit betekent.
Dit alles roept inderdaad een zeer pessimistisch doembeeld op. Het is helemaal niet zeker dat de Vlaamse identiteit zich concurrentieel zal kunnen handhaven tegenover de Belgische – voor Milquet is dat trouwens al een uitgemaakte zaak. Het is al evenmin zeker dat de integriteit van Vlaanderen zal kunnen gehandhaafd worden. De kans dat Vlaanderen onder een Brussels-Franstalige dominantie raakt, is niet bepaald onbestaande en dit zou wel eens de arrogantie van de Franstaligen in de Vlaamse rand kunnen verklaren.
Bij dit alles wordt niet eens verwezen naar de enorme moslimgroep, die in toenemende mate uitgroeit tot Belgische moslims en mede als gevolg van harde Vlaamse agitatie in het verleden, geen voeling heeft of wil hebben met Vlaanderen.
Voor wie economisch denkt kan dit alles niet bepaald positief klinken, want nog nooit is een dominante identiteit ten aanzien van ondergeschikte identiteiten gul geweest als het aankwam op het uitdelen van economische voordelen. Economie, politieke identiteit en staatkunde hangen nu eenmaal intrinsiek samen.
Het korte discours van Corijn in Humo II heeft een en ander nog eens in het licht gesteld.
Spijtig dat niet meer bewuste Vlamingen hiervan opschrikken.
Spijtig, gevaarlijk en economisch schadelijk bovendien.
Dat zullen vooral onze kinderen ondervinden.
Als ze vervallen zijn tot biologisch opvulmateriaal in een tot extreme proporties opgezwollen Brussels Metropolitan Region, Capital of Europe.
Jaak Peeters
April 2013