De opkomst van een nieuwe religie

Gent, oktober 2024

De onderhandelingen voor een nieuw gemeentebestuur in Gent liepen faliekant af voor Groen. Dat laatste had op een nogal opzichtige manier zijn stempel op het vorige bestuur gedrukt, hetgeen te merken was aan commentaren in de media. Matthias De Clercq, een telg uit het bekende liberale geslacht in het Gentse – ze leverde ooit een EU-commissaris -, was de onafgebroken bemoeienis van de Groenen die hem haast tot een koelie degradeerden – hij mocht al blij zijn dat hij naar de pijpen van de Groenen mocht dansen – kennelijk zo beu dat de belgicist De Clercq nog liever met zijn flamingantische tegenstanders van N-VA in zee ging.

Als De Clercq veronderstelde dat hij hiermee van het groene geteem verlost was, had hij het mooi mis: De rood-groene jongens en meisjes kwamen op straat. Ze vonden het niet kunnen dat zij, de grote tovenaars van de groene transitie-die-de-wereld-zal-redden, zomaar opzij werden gezet: hun taak is immers verre van af. Integendeel: volgens de pastoors van de groene verlichting moet alles nog gebeuren opdat de wereld van de toekomst een hemel op aarde zou worden. Ze hielden het niet bij één manifestatie, want hun opdracht vereiste een ver doorgedreven inzet. Ze hielden zowaar een echte wake. Iets wat men doet als een geliefde op het sterfbed ligt. En zo kwamen ze meteen ook in verzet tegen de regels van het meerderheidsdenken. Democratie à la Vert-Rouge.

Een bekend verhaal

Met een naar mijn oordeel te grote regelmaat lezen we dat extremistische “groene” groepen zoals Extinction Rebellion in Nederland of in het Verenigd Koninkrijk de autowegen blokkeren, omdat de transitie naar een schone wereld volgens hen veel te traag verloopt. En de figuren met het minste geduld onder hen schromen zich niet om aloude, kostbare kunstwerken te besmeuren. Die kunst: dat is toch maar het product van een bourgeoiscultuur, die verantwoordelijk is voor de ondergang van de wereld en de aanstaande massa-extinctie van de mensheid, gevolg van een vreselijk doorslaande opwarming van de aarde door het opstoken van fossiel. En dan is, volgens hen, de keuze duidelijk. Want wat is er belangrijker: leven of het kunstwerk? Het komt bij hen niet op dat dit helemaal geen tegenstelling is, maar dat kan de pret niet bederven.

Ik twijfel er niet aan dat deze lieden zich voor de volle 100% achter hun Gentse geestesgenoten zullen scharen.

Met dit alles verschijnt de groene séance in Gent als een van de zovele verschijningsvormen van een verhaal dat vooral jonge geesten in voornamelijk het Westen in z’n greep houdt.

Een nieuwe religie

Jammer genoeg gaat het bij dit alles niet simpelweg om een “verhaal”. Er is meer aan de hand. Er is namelijk een canon dat een geloofsbelijdenis omvat, er zijn missionarissen die de ongelovigen moeten bekeren en er zijn militante hogepriesters die de onwilligen in de voegen moeten houden. Er is ook een verlossingsverhaal en daarbij hoort uiteraard een of andere vorm van martelaarschap of, tenminste, de plicht voor elkeen om zich in de leer te scholen en als een trouw volgeling van de Heilige Boodschap te streven naar een zo zuiver mogelijk leven, waarbij het verfoeien der zondaren niet mag ontbreken.

De canon van het nieuwe geloof is zo onderhand wel bekend: door de onnoemelijke schuld van vooral de blanke, westerse mens is de natuur in groot gevaar. Niet alleen de leeuwerik, de steenuil en de gagel dreigen door de lichtzinnige geldzucht van de mens te verdwijnen: er is ook geen plaats meer voor grotere dierlijke wezens, zoals de wolf. Meer zelfs: de hele planeet gaat er aan. Schuldige is dan ook de massale industrialisatie, waarom er moet gedeïndustrialiseerd worden. Het is dus een weldaad dat er profeten opstaan, niet alleen om de mensen te waarschuwen en tot bekering op te roepen, maar ook om de straffen die de zondaren boven het hoofd hangen in herinnering te brengen. Daarmee kunnen de lieden die tot zonde neigen zich op het nippertje nog bekeren tot de ware groene kerk.

Dit verhaal is natuurlijk een mengeling van spot en cynisme. Evenwel daag ik iedereen uit om met deze achtergrond in gedachten te kijken naar het diepdroeve optreden van de groene zeloten van Gent, die nu plaats moeten maken voor de farizeeërs van N-VA.

Ieder zijn eigen narratief

De groene beweging is erin geslaagd om zichzelf te bekleden met een aureool van onaantastbare heiligheid. Zij hebben zich gehesen in het gewaad van de apostelen die de arme, verdwaalde kudde weer naar de ware schaapstal moeten leiden. En voor wie toch misloopt, wacht de verdiende straf. Zo komt het dat wie een boom velt die hij ooit zelf heeft geplant een delegatie van “die van ’t groen” over de vloer kan krijgen, want zij achten zich de wraakengelen in dienst van de groene god.

Dat is religie in zijn slechte verschijningsvorm, zoals we die vinden in bepaalde islamitische landen. Daar heeft de sharia ook voorrang op welk democratisch principe dan ook.

Maar ons verhaal klinkt anders, want onze visie is er een van een leven dat doortrokken is van de verlichtingsgedachte. We kennen ze allemaal, de doordringende woorden van Immanuel Kant in het voormalige Koningsbergen: SAPERE AUDE! Durf te denken! Durf je te bedienen van je eigen verstand!

Politiek krijgt die oproep nu een wel heel duidelijke én actuele betekenis: iedere politieke partij moet haar eigen verhaal brengen, in plaats van zich door de groene bacterie te laten besmetten. De socialisten moeten zich richten op de zorgen van de gewone werkende mens. De kristelijken moeten zich richten naar de bovennatuurlijke betekenis van de menselijke waardigheid. En de nationalisten moeten zich bezighouden met de bloei van onze Vlaamse gemeenschap. En speciaal voor deze laatsten hoort te worden herinnerd aan de gedachte die hoog op de IJzertoren staat geschreven: nooit meer oorlog. Te beginnen met de relaties tussen de nationalisten zélf.

Er is zeker nood aan een beleid voor de natuur en het toekomstig welzijn. Maar laten we dan toch consequent wezen: je kunt niet aan de ene kant opkomen voor de bloemen en de bijtjes en tegelijk de staatsgrenzen wagenwijd willen open zetten. Want in het dichtbevolkte Vlaanderen leidt een massieve immigratie onverbiddelijk tot vernietiging van de natuur. Die mensen moeten toch érgens wonen?

Dat werpt ook een schril licht op de hele EU-politiek, die heel duidelijk onder druk van het groene geloof staat. De EU streeft niet zomaar naar een veilige, gezonde landbouw, maar beoogt een heuse transitie, de overstap naar een nieuwe, heerlijke wereld, de hemel op aarde als stapsteen naar het eeuwige geluk. Het gevolg is dat een kabinetslid in een vrije tribune in Landbouwleven (26/9/2024) moet schrijven dat het “lastig is eerlijk te vertellen waar we als veeteeltsector voor staan.”

Inderdaad: het ideale paradijs van het groene geloof is lastig uit te leggen aan mensen die met de beide voeten in de grond staan. Of voor mensen wier intellectueel adagio dat van Immanuel Kant blijft.

Jaak Peeters

Oktober 2024