Van managementboeken en boeken van managementgoeroes houd ik doorgaans niet. Ik heb ze in mijn professionele carrière te vaak moeten lezen. Heel vaak zijn het compilaties van halve, uit hun verband gerukte waarheden en wetenswaardigheden, geweven rond een soms goede basisintuïtie. In de meeste gevallen zijn ze veel te dik, die bedrijfkundige boeken. Ze staan vol taalfouten en ze wemelen van onnodig Amerikaans Engels. Kwestie van zich modern voor te doen, neem ik aan.
Monthly Archives: juni 2008
De symobliek van De Grens
Nationalisten over democratie
De oerhorde
De mens is een denkend, cultuurmakend en belevend wezen. Volgens verschillende schrijvers is deze mens het product van de zogeheten ‘oerhorde’ (1). Zo schrijft Peter Sloterdijk in zijn boekje In hetzelfde schuitje: «… als hordewezens zijn mensen eerst en vooral leden van een wezensorde die, om met Plato te spreken, op een hogere trap van de werkelijkheid staat dan haar individuele leden.» (2) Ook Sigmund Freud spreekt herhaaldelijk in deze zin. In de oosterse geestelijke wereld wordt de verbondenheid met volk, natie, familie en tradities als een vanzelfsprekend onderdeel van de persoonlijkheid opgevat. Dat is belangrijker dan men vaak aanneemt. Want het opvatten van de menselijke persoonlijkheid als principieel verbonden en in zijn wezen opgebouwd uit de elementen «buiten hem» is on-westers. Westerlingen kennen én erkennen in de menselijke persoonlijkheid slechts een beperkt aantal vermogens, waarmee indrukken uit de buitenwereld worden opgevangen: de vijf stoffelijke zintuigen en het verstand dat deze indrukken verwerkt en ordent. Hierop berust in grote mate het westerse aanvoelen (3). Het oosterse aanvoelen erkent naast de bovengenoemde vermogens nog tientallen andere vermogens in de menselijke persoonlijkheid. Een belangrijke groep vermogens zijn de zogenaamde ‘grote chakra’s’. Dat zijn zeven geestelijke zintuigen die op een rechte lijn in het menselijk lichaam gelegen zijn, van de onderbuik tot de hoofdkruin.
Het verlangen om in waarheid te leven
Toen de voormalige Duitse bondskanselier Helmut Kohl zijn dankrede uitsprak bij zijn promotie tot doctor honoris causa van de universiteit van Leuven, verklaarde hij: “Nationalisme is oorlog.” In het Groot Woordenboek der Nederlandse taal, de overbekende ‘Dikke van Dale’, wordt ‘nationalisme’ als volgt omschreven: “Voorliefde voor het nationale, het eigen volk, het eigen land e.d.; (in ‘t bijzonder) streven om wat als nationaal beschouwd wordt te bevorderen en te accentueren, gepaard met een zekere afkeer voor het vreemde.” (1) Er vallen van dat soort minder fraai klinkende uitspraken over ‘nationalisme’ nog wel meer voorbeelden te noteren.
We staan hier voor een hoogst bevreemdende situatie.