Het belgicisme is een dodelijk gif

In een column van de extreem-liberale “denktank” Liberales trekt ene Matthias De Clercq—alles netjes op z’n Belgisch met een hoofdletter, jawel—van leer tegen “het nationalisme”. Hij doet dat op zo’n onbeschofte manier, dat een antwoord hierop niet kan uitblijven. Zijn tekst bulkt van de scheldwoorden: “gebrul en zwaaiende leeuwenvlaggen”, “provincialisme”, “mediocriteit”, “slachtofferisme”, “bruut nationalisme” en dat soort lieflijkheden meer. Ik kan Matthias helpen. Er bestaat een heus webwoordenboek voor synoniemen: www.synoniemen.net. Daar vindt hij zeker zijn gading, want naar de bitterheid van de gal die hij uitspuwt te oordelen, zal hij nog héél veel scheldwoorden nodig hebben om zijn wrok uit te braken.

Matthias van Liberales—tiens, merk ik daar niet dat ook de onvermijdelijke Bruno Yaminne, de beroemde BUB-er, tot die selecte club behoort?—, Matthias Liberales dus, heu… Matthias De Clercq—alles netjes met een hoofdletter, op z’n Belgisch, jawel—, kan het maar niet verkroppen dat de regeringsvorming zolang aansleept. D’er zijn toch belangrijke problemen genoeg, vindt hij. Iets waarmee Matthias zeer zeker een punt heeft. “Een goed draaiende economie, meer werkgelegenheid, een sterke sociale zekerheid, een performante (dat is nieuw-Vlaamsch) politie en justitie, een verdere afbouw (sic: ik dacht dat we die moesten verminderen) van de overheidsschuld, een humane aanpak van het migratieprobleem, meer aandacht voor de milieuproblematiek en een moedig buitenlands beleid. Ziedaar de grote problemen waarvoor Matthias zich als jonge politicus geplaatst ziet. Nou: zo te zien is er nog werk aan de winkel voor de kennelijk ambitieuze politicus die Matthias wil zijn. Groots ziet hij de dingen wel.

Alleen rijst de vraag: moet je daarvoor nu uitgerekend liberaal wezen? Want “een goed draaiende economie”, “meer werkgelegenheid” enzovoorts: daar is toch iedereen voor gewonnen? Toen ik deze zin las, dacht ik meteen aan Johan Vandelanotte. En is dat niet de voorzitter van de socialistische partij? Die wil dat toch òòk allemaal? Ziezo: Matthias De Cercq—alles netjes met een hoofdletter, op z’n Belgisch—blinkt voorwaar uit in originaliteit.

Een en ander doet dan meteen een andere vraag rijzen: snapt Matthias zelf niet welke open deuren hij intrapt of is die hele mondvol mooie dromen slechts een intro voor andere stuff? Wil hij met die mooie verhalen, waar ieder normaal mens alleen maar vòòr kan zijn, misschien zijn rauw belgicisme verpakken?

Want de boodschap komt al dra voor de dag. Hij haalt er zowaar Louis Paul Boon bij, die ooit uithaalde naar de benagelde botten en roffelende trommen van de flamingantische stoottroepen die door de Vlaamse straten trokken. Matthias wordt duidelijk niet gehinderd door enig historisch inzicht. Die benagelde botten en roffelende trommen dateren namelijk uit een periode dat dergelijke escapades echt niet het voorrecht waren van de flaminganten alléén. De socialisten en de katholieken konden er heus ook wel wat van. In de jaren voor de oorlog was dat soort dingen gewoon mode. Het hoorde zo. Voor Matthias is dat allemaal geen probleem. Het beeld past mooi in zijn beeld en daar was het om te doen.

Matthias put zich uit in citaten van ongetwijfeld bijzonder geleerde heren. Maar daar slaat hij de plank mis. Als het op citeren aankomt: dat kan ik ook! Ik haal er grof geschut bij: een heuse overlevende van Auschwitz, Jean Améry. “Wie geen vaderland heeft, wie dus geen veilig onderdak vindt in de maatschappelijke structuur van een onafhankelijke staatkundige eenheid, heeft ook geen heimat”. Of voeren we een echte Jodin ten tonele, zo een van het soort waar Hitler verdoemelijk razend op was en die hij bij bossen heeft trachten op te stoken, Hannah Arendt? Ik zal haar even citeren: “Afgezien van het feit dat hij deel uitmaakt van een specifieke omgeving en daarin verankerd is, is de mens niet meer dan een mens. (…) Niet door het feit dat hij een buitenstaander is wordt hij een mens, maar integendeel door de plaats die voor hem wordt ingeruimd en doordat hij behoort tot een al betekenis dragende wereld”. Matthias is er dus dik aan met zijn pleidooi tegen nationale identiteit. Maar zodadelijk nog meer daarover.

Zo zie je maar: selectief citeren is altijd gevaarlijk. Matthias, de jonge ambitieuze politicus, moet nog veel leren.

En Bart Dewever zal het ook geweten hebben. Diens recente uitspraak over Decroo is ronduit vulgair, vindt Matthias. Voor het gemak ‘vergeet’ Matthias dat Dewever aan Matthias’ grote boegbeeld een koekje van eigen deeg presenteert. Had de “heer” Decroo niet gezegd dat Vlaamse nationalisten mentaal gehandicapt zijn? En, voor zover mij bekend, heeft diezelfde “heer” Decroo zich nooit verontschuldigd voor die ronduit vulgaire uitspraak.

Maar Dewever heeft meer op zijn geweten. Hij eigent zich zonder meer het recht toe te spreken namens àlle Vlamingen over ‘onze’ (haakjes van Matthias) belangen. Hoe durft hij! Opkomen voor een identiteit! En dan nog de Vlaamse! Hij haalt er voorwaar Mario Vargas Llosa bij, die, volgens de interpretatie van Matthias, achter elke groepsidentiteit een complot tegen de individuele vrijheid vermoedt. Nou: dat is Vargas Llosa’s goed recht. Ik van mijn kant, zal Matthias een exemplaar van mijn De gekwetste mens opsturen—tegen betaling, welteverstaan, maar dat maakt niet uit want als goede liberaal heeft Matthias zeker alle begrip voor de betekenis van het geld. Als er één boodschap uit die ruim 170 bladzijden lange studie tevoorschijn komt, is het dat het ontkennen van iemands identiteit het meest kwetsende is wat er bestaat. Bij uitbreiding geldt dat, zoals ik heb aangetoond, niet minder voor een groep. De groep bestààt ontologisch immers niet: dàt is nu net de verzameling van al die gekwetste individuen. Wie de identiteit van mensen ontkent, kwetst de groep en omgekeerd. Oorlogen komen niet voort uit het bestaan van identiteiten, maar uitgerekend uit het ontkennen van identiteiten. Matthias zou voor straf deze laatste zin honderd keer moeten schrijven. Misschien zal het dan doordringen. Hoewel. En ik zal nog even Michael Ignatieff citeren: “Wanneer landen of gemeenschappen elkaar naar het leven staan, zetten ze dikwijls slechts een conflict voort dat al generaties tevoren aangevangen is.” En door de groepidentiteit weg te moffelen, wordt de zaak alleen maar erger. Matthias De Clercq—alles netjes met een hoofdletter, zo vraagt het zijn Belgische ziel—moet nog veel leren.

De aap komt evenwel helemaal uit de mouw, voor wie de moed heeft het epistel van Matthias tot op het einde te lezen tenminste. De nationalistische logica eindigt finaal in de opsplitsing(sic) van “ons” land. Aldus de wijsheid van Matthias. De haakjes zijn ditmaal van mij. Wat Matthias toegestaan is, is ook mij toegestaan. En dan begint zijn droomrollade opnieuw: “We moeten ervoor zorgen dat onze welvaart in de toekomst realiteit blijft… enz…” U vult zelf maar verder aan, lezer. Matthias heeft het hiervoor allemaal al voorgezegd. We staan er trouwens allemaal vierkant achter.

Matthias’ intellectueel absorptievermogen blijkt nogal selectief. Slechts één, korte, kritische vraag: zou het kunnen dat Dewever en zijn geestesgenoten die mooie dromen nu juist willen nastreven, door datgene te realiseren wat Vaclav Havel (citeren kan ik ook, schreef ik al) verklaarde: een staat werkt maar efficiënt als hij de uitdrukking is van de ziel van een volk? Als Vlamingen vinden dat je flitspalen moet plaatsen en Franstaligen vinden dat niet, hoe kan je dan één stel wetten maken dat voor Vlamingen én Franstaligen van toepassing is? Ik veronderstel dat Matthias De Clercq—alles netjes enz. enz.—als schip heu… schepen van jeugd en sport, zich niet met flitspalen hoeft bezig te houden.

Waar Matthias’ schoentje wringt? Het gaat Matthias als extremistisch liberaal helemaal niet om sociale zekerheid of meer werkgelegenheid. Ik geloof niet dat hij ook maar één socialist zal weten te overtuigen van zijn sociale gezindheid. Matthias is een belgicist. Zo iemand die kokhalst als hij het woord “Vlaanderen” hoort. Iemand die maar niet begrijpen kan dat “Vlaanderen” het meest democratische project is, dat ons volk de laatste tweehonderd jaar heeft ondernomen. Maar wat betekent democratie, voor de extremistische liberaal die Matthias is?

En daarmee doemt de ware tegenstelling binnen deze staat Belgique duidelijk op: de tegenstelling tussen de democratische Vlaamse identiteit, een identiteit die we zélf hebben gemaakt, en de autocratische, franskiljonse identiteit van La Belgique, ons opgelegd door de collaborateurs met de Franse en later Belgische bezetting en beleefd door de huidige collaborateurs. Genaamd, onder meer, Matthias De Clercq—netjes in …enfin: het begint te vervelen, geachte lezer. Ik wéét het.

Zoals zovelen is Matthias dus een slachtoffer van deze bezetting. Hij is behept met wat Frits Bolkestein noemt: een bezettingscultuur. Meeheulen met de bezetter en intussen alle aandacht voor de “grote” problemen, omdat men aan de kern van het probleem toch niet weet te raken… Terloops: Frits Bolkestein heeft het wel degelijk al gemaakt. Ik zal de carrière van Matthias met aandacht volgen.

Maar ik zal ze niet bevorderen.

Want Matthias De Clerck—alles netjes met hoofdletter, op z’n Belgisch, even ter herinnering, opdat je het niet zou vergeten, beste lezer—staat tegenòver mij, tegenòver de democratie.

Hij is een belgicist.

En Belgicisme: dat is de voortzetting van de ziekelijke Vlaamse bezettingscultuur. Het is dus een dodelijk gif.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *