Het lijkt wat vreemd, maar in een toch als standaardwerk bekend boek Grondslagen van humanisme van J.P. van Praag1 komt het begrip “solidariteit” slechts in een afgeleide zin voor. Bij van Praag wordt het begrip behandeld onder in het hoofdstuk levenspraktijk, in de paragraaf die over staat en maatschappij handelt. Het begrip ‘solidariteit’, zo lijkt het, is voor een humanist minder centraal dan vele andere begrippen. Uit wat volgt zal duidelijk worden hoe men dit moet opvatten.
Solidariteit – Bijdrage 2: Christus Solidarietas Est
Christus is solidariteit. Deze titel, gepersifleerd op paus Benedictus XVI’s eerste encycliek Deus Caritas Est (God is liefde), weerspiegelt de stelling dat solidariteit voor de katholieke kerk niet zomaar iets is waarop zij een visie heeft, maar een wezenskenmerk van die kerk. Solidariteit is geen maatschappelijk verschijnsel, zoals politiek, economie of wetenschappelijke ontwikkeling, dat buiten de kerk plaatsvindt. Alles wat de kerk zegt over solidariteit, is een introspectie in haar eigen ziel. Sterker, het is een zwakke weerspiegeling van de Goddelijke Agape, van de Goddelijke caritas, van de zorgdragende-, de dienende liefde, de zelfopofferende liefde Gods. Op vraag hoe je solidair kan zijn, is het antwoord hoe je christen kan zijn. En wat mag dat wel zijn?
Solidariteit – Bijdrage 1: Beschouwingen vanuit filosofisch, psychologisch en sociologisch standpunt
Filosofische beschouwingen
Solidariteit wordt in deze tekst opgevat als het bewust beleefde besef dat de eigen persoon of gemeenschap zich lotgenoot acht van de andere persoon of gemeenschap, dat men met hem/haar samenhoort en dat men die bijstaat, als die in nood is. Het begrip wordt voluit gebruikt in de moraalfilosofie, dit wil zeggen in de Ethiek. Daarom vatten we onze beschouwing aan met enkele elementen uit de Nicomachische Ethiek van Aristoteles.
Red de solidariteit!
Moet je weten!
Het Vlaamse separatisme is in opmars. De Vlaamse Stormtroepen staan voor de poorten van het multiculturele Brussel.
—Brussel: met zijn vuile straten.
—Brussel: met zijn vunzige wijken vol drugsoverlast.
—Brussel: waar in de protserige Daensaertstraat op klaarlichte dag mensen op straat worden doodgeschoten.
—Brussel: met zijn identiteitsloze nietsheid.
Je zou verdorie schreeuwen om die Vlaamse Sturmabteilungen… als ze zouden bestaan.
Links conservatisme
Beschaamd voor links
Deze week stootte ik op een pamflet van Joost Zwagerman. Voor wie Joost Zwagerman niet kent: het is een drukbezige schrijver uit het bevrijde deel van Nederland. Hij hield onder meer de Frans Kellendonklezing en dat is voor iemand die zichzelf schrijver wil noemen zowat de officiële erkenning van het schrijversschap, de weg naar de canonisatie.
Het pamflet waarover ik het wil hebben draagt de titel: “De schaamte voor links”.
Dierbaar België
De VVB heeft ooit een boekje uitgegeven dat een glashelder overzicht bevatte van de argumenten voor het behoud van de Belgische staat. Dat boekje was leeg… Dat is leuk, maar is dat wel de werkelijkheid? Zijn er geen argumenten om België te behouden? Anders zouden de Franstaligen toch geen reden hebben voor hun afwijzend standpunt tegenover elke federalisering?
Het belgicisme is een dodelijk gif
In een column van de extreem-liberale “denktank” Liberales trekt ene Matthias De Clercq—alles netjes op z’n Belgisch met een hoofdletter, jawel—van leer tegen “het nationalisme”. Hij doet dat op zo’n onbeschofte manier, dat een antwoord hierop niet kan uitblijven. Zijn tekst bulkt van de scheldwoorden: “gebrul en zwaaiende leeuwenvlaggen”, “provincialisme”, “mediocriteit”, “slachtofferisme”, “bruut nationalisme” en dat soort lieflijkheden meer. Ik kan Matthias helpen. Er bestaat een heus webwoordenboek voor synoniemen: www.synoniemen.net. Daar vindt hij zeker zijn gading, want naar de bitterheid van de gal die hij uitspuwt te oordelen, zal hij nog héél veel scheldwoorden nodig hebben om zijn wrok uit te braken.
Het einde van de (natie)staat ?
Inleiding
Het is mode, tegenwoordig, om met al dan niet luid feestgedruis het einde van de staat aan te kondigen, meer bepaald: de natiestaat.
Die natiestaat zou dan namelijk onderuit worden gehaald door de zogeheten globalisering, waarbij het geld binnen de seconde van de ene kant van de aardbol naar de andere kant flitst en de hoofdkwartieren van grote internationale concerns zich onttrekken aan de regelgeving van staten door deze, onder meer, tegen elkaar uit te spelen bij het kiezen van investeringsplaatsen. Het heet dat natiestaten niets meer te vertellen hebben over hun eigen economie, maar dat wat zich economisch voordoet, beslist wordt in de hoofdkwartieren van de zogeheten multinationale ondernemingen.
Verontwaardiging over schaamte
Philip Heylen heeft in de pers heisa veroorzaakt door zijn misprijzen te uiten over de nieuwe werken van de Amerikaanse ‘shockartiest’ Paul McCarthy, die in het Middelheimmuseum te aanschouwen zijn. Voer voor de pers, die terstond een kleine horde kunstminnaars verontwaardigde verklaringen laat afleggen.
Leve Aristoteles!
In deze korte bijdrage wil ik enkele beschouwingen wijden aan sommige gronddenkbeelden waarop onze cultuur berust. Ik vermoed dat tal van misverstanden en zelfs foute ideologische en/of politieke beslissingen of strevingen hierdoor kunnen verhelderd worden. Ik zal dit doen uitgaande van de positie van Adriaan Verbruggen, zonder hier over diens tekst verslag te willen doen.