We maken dezer dagen een van de smerigste, gemeenste en boosaardigste mediacampagnes mee die sinds de tweede wereldoorlog werden gevoerd.
Een al bij al kleine meute – halen ze de duizend bewuste leden? – is bezig op een systematische manier, dag in , dag uit, in te beuken op de winnaar van de laatste verkiezingen, en vooral op de persoon van zijn voorzitter.
Hun strategie bestaat eruit de man te jennen, te plagen, te pesten totdat hij zijn geduld verliest en verbale fouten maakt, waarop de verzamelde meute dan vervolgens met volle geweld inhakt op de alweer-bewezen-ultrarechtse positie van Dewever. Op een systematische manier wordt N-VA onafgebroken met de rug tegen de muur geplakt zodat er telkens een schijnreden tot kritiek verschijnt. Op die manier wordt een sfeer van negativiteit opgewekt die geassocieerd raakt met N-VA, waarna vervolgens, over een paar jaren, het alternatief van de “regerende serieuze partijen die tenminste verantwoordelijkheid wilden nemen” aan de misleide of tenminste groggy-geslagen kiezer zal worden gepresenteerd.
Het volstaat dan dat Dewever en zijn partij enkele procenten verliezen, om een gejuich aan te heffen op de “duidelijk aangevangen zwanenzang” van de door de kliek gehate ‘rechtse” en “extreem-nationalistische” partij.
Zichzelf presenteren ze als links.
Ze zijn dat van geen kanten, omdat links noodzakelijk verwijst naar emancipatie ( Prof. Abicht). Een halve emancipatie is bijgevolg geen emancipatie. Wie dus, zoals het hoger genoemde clubje, wél de emancipatie van vreemdelingen op het oog heeft en met wellust constateert (Humo II, ex-Knack, 5 dec. ’12) dat jonge Marokkanen zichzelf Kielenaar, Antwerpenaar maar niet Vlaming noemen en zodoende de emancipatie van de gemeenschap van de Vlamingen dwarsboomt, kan zichzelf links noemen doch is het niet.
Met een gemeenschap kan je geen glas bier gaan drinken; daarvoor heb je concrete mensen nodig. Maar die concrete mensen leven in een concrete gemeenschap. Concrete mensen verinnerlijken betekenissen uit die gemeenschap. Wie dus die gemeenschap niet wil emanciperen, wil dus sommige stukken van de betekenissenwereld van die concrete mensen niet aanvaarden/emanciperen en dwarsboomt derhalve de ontvoogding van de mens.
Het is een simpele gedachtengang, maar nochtans blijkt elke dag weer dat de dames en heren in de media daar lustig aan voorbij gaan. Èn doorgaan met het inbeuken. In datzelfde nummer van HUMO II ( het blad lijkt trouwens fysisch op HUMO I) verschenen niet minder dan drie artikels die als anti – N-VA kunnen geïnterpreteerd worden.
Maar: dat blad noemt zich wél “onafhankelijk”!
In de Standaard verscheen op 6 december een vrij stuk van C. Bonheure – alweer een journaliste uit het ons-kent-onsclubje of even niet? – om zogenaamd het duidelijk louter als provocatie bedoelde voorstel van Thomas Lanoye te counteren en te pleiten voor het behoud van de naam “Pieter de Coninckplein” in Antwerpen. Een non-issue dat door het heen en weer spelen van de bal tot buitensporige proporties wordt opgeblazen. Hoe leidt ze haar stuk in? “ Niet omdat Dewever dat zo hard wil”. Begrijpt dat mens niet dat ze hiermee tienduizenden mensen tegen de haren instrijkt? Of was dat de prijs om haar stuk in dat eertijds hoogstaande blad te krijgen?
Want, verdomd nog aan toe: het is wél omdat Dewever dat zo hard wil! Langs de mond van Dewever spreekt namelijk 38 procent van de Antwerpenaren. Mogen die ook even gehoord worden, ja?
Een proteststuk van schrijver dezes verscheen in deze zogeheten kwaliteitskrant niet. Wel dus het stuk van Bonheure. Om te kunnen zeggen dat men een middenpositie ingenomen heeft?
Denken de dames en heren redacteurs dat de modale Vlaming van vandaag een dwaas is en hun vunzige politieke spelletjes niet doorziet? Denken ze echt dat hun smerige techniekjes buiten het daglicht blijven?
“Open brief van een N-VA-stemmer.
Een komedie is een theaterstuk dat bedoeld is om de toeschouwer aan het lachen te brengen. Het drijft de spot met allerhande toestanden, waarvan het de lachwekkende kant laat zien en daardoor de relativiteit der dingen in het licht stelt. Komedieën zijn bedoeld om de spanning uit de samenleving weg te laten glijden, op een vergelijkbare wijze als Girards zondebokmechanisme.
Maar in Vlaanderen is er geen plaats voor komediën. In Vlaanderen is alles ernst. Wrokkige, hatelijke, afwijzende ernst, jazelfs Freudiaanse doodsdrift. Alles dus wat nou net vermeden moet worden via het opvoeren van komediën.
Deze destructiedrang vindt met niet zozeer bij het gewone volk – waar we vrijwel allemaal toe behoren – bovendien. Dit walging opwekkende complex vindt men precies bij hen, die uitgerekend voor de werking van die uitlaatkleppen zouden moeten zorgen: de zogeheten culturo’s, de professionele zichzelf intellectueel noemende kunstenaars – of wat daarvoor vaak moet doorgaan.
Aanleiding van het nieuwste mediacircus is de provocatieve uitspraak van de genaamde Thomas Lanoye om het Pieter de Coninckplein in Antwerpen te herdopen tot Herman De Coninckplein, naar de overleden linkse schrijver. Een voorstel dat vanzelfsprekend meteen door diens echtgenote, de al even linkse Kristien Hemmerechts – Karel Hemmerechts draait zich om in zijn graf – in het openbaar gesteund werd.
Wie Antwerpen een beetje kent, weet dat een dergelijk voorstel vooral nonsens is. Er is geen hond in Antwerpen die zelf met een dergelijk voorstel voor de dag zou komen. De Antwerpenaar heeft overigens wel heel andere zorgen. De leefbaarheid van zijn stad bijvoorbeeld, onder meer vanwege het overtal aan vreemdelingen, dat hem het onbehaaglijke gevoel geeft een vreemde te zijn in zijn eigen stad en hem doet gaan slapen en weer opstaan met een gevoel van onveiligheid.
Jaja, meneer Lanoye en co: die intellectuele houding waar jullie zich zo breedsprakerig op beroepen, die houding dus, die jullie zou moeten doen inzien wat de Antwerpenaar echt bezig houdt, daar is wat mee. Uw ogen blijken namelijk dicht, selectief volkomen gesloten, want jullie zijn immers multicultureel. Maar weet goed: als Antwerpenaren zich niet langer thuis voelen in hun geboortestad omdat er zovele vreemdelingen rondlopen, dat heeft dat te maken…jawel: met hun identiteitsbeleving. Maar die identiteit, die van simpele mensen uit het gewone plebs, dààrvoor halen jullie de neus op.
Uw eigen identiteitsbeleving daarentegen, Thomas Lanoye en Co, die is wel belangrijk, nietwaar? Die hoeft vooraan op de voorpagina’s van de kranten. Want die wordt bedreigd door de opgang van de partij waarvoor ikzelf heb gestemd.
De spraakmakende Vlaamse culturo’s – gesubsidieerd door diegenen waarop ze minachtend neerkijken – zitten Dewever en N-VA al langer op het vel. Want, oh hemel: N-VA en de ondernemers: is dat niet één potje nat – zo lees ik het toch? En dàt is zowat het ergste wat denkbaar is: niet bloedrood, zelfs niet eens gewoon maar rood, doch alleen maar, hier en daar, heel schaars en biezonder spaarzaam een spatje rozerood. Kan niet volstaan. En dus bijten ze nog liever in de hand die hen voedt, daarmee hun moed en zelfopofferingsgeest etalerend. Droevig en bespottelijk tegelijk.
Neen: ze belagen niet de traditionelen, al zou men van het kunstgilde nou net verwachten dat een naar vernieuwing zoekende troep deze tradi’s zou aanpakken; zo is dat altijd al geweest.
In Vlaanderen is dat dus anders. Waarmee bewezen wordt dat Vlaanderen bestààt.
In Vlaanderen worden diegenen aangevallen die een puur democratische constructie –Vlaanderen is een democratische constructie, waaraan de voorgangers in de artistieke professie een groot part en deel hebben gehad – tot volle ontwikkeling wil brengen. De democratie doen bloeien dus. Of vruchten doen dragen.
Maar nee hoor! Ze laten zich hun identiteit niet voorschrijven, dixit Thomas Lanoye. “Ik ben Vlaming, Belg, Waaslander en wat almeer!”
Wat een dommiteit! Is er één flamingant, geachte heer Lanoye, die dit ontkent? Is er één Vlaamsnationalist die van u eist dat u zich exclusief Vlaming noemt? Schrijver dezes is Olenaar, Kempenaar, Vlaming, tegen wil en dank en dik tegen zijn zin Belg, Nederlander, zelfs wereldburger, vader, grootvader, gepensioneerde, ex-kaderlid, blogger, lid van een aantal verenigingen, schrijver – u bent niet de enige die een pen kan vasthouden -, amateur-wijnbouwer, tuinier, buurman, minnaar – al valt dat laatste met het klimmen van de jaren niet zo geweldig meer in de prijzen. Lieve hemel! Is niet iedereen een wereld van betekenissen, een wolk van zingeving en dus van meervoudige identiteit ? U leest wel heel selectief, geachte heer Lanoye, want anders had U het bovenstaande geweten en dan had u niet hoeven uit te halen naar die volgens U achterlijke flaminganten.
En vertel me eens: waarom valt u de door uzelf waargenomen maar voorts onbestaande exclusiviteitsclaim van nota bene de Vlaamse identiteit met name aan? Waarom niet de Belgische, als je weet – of zou moeten weten – dat onze hummeltjes in de kleuterklas nog altijd moeten leren over “onze vorsten” – waarmee niet Willem-Alexander is bedoeld, maar die franskiljonse kliek van Laken?
En waarom interesseert de bezorgdheid van de Antwerpenaar die zijn identiteit bedreigd weet u kennelijk niet, vermits wij er van u niets over vernemen?
En als uw culturele voorgangers die door u verguisde Vlaamse identiteit hebben opgeroepen, waar blijft dan uw solidariteit met het artistieke broederschap, nu u diezelfde identiteit kennelijk onder de mat wil vegen ten gunste van… nou ja, wat dan wel?
Ik raad u aan mijn De Gekwetste Mens te lezen. Het is uitgegeven in bevrijd Nederland, in Budel. Ik zeg niks over de inhoud, die u niet kent, want u waant zichzelf de dragers van onze taal – wat u maar héél, héél gedeeltelijk bent en zelfs niet eens in beslissende mate.
Maar het zou leerzaam zijn.
En dan die media. Dames en heren, waar zijn jullie mee bezig? Als Thomas Lanoye een provocatief voorstel doet, moet dat dan al het echt belangrijke nieuws uit de hele wereld – waar elke dag mensen van honger omkomen, bijvoorbeeld – wegdringen om de lucratieve, uiterst persoonlijke zieleroerselen van een middelmatig schrijver, gelauwerd door het ons – kent – ons (natuurlijk weten we dat!), op buitenissige mate te etaleren of tot in het extreme op te kloppen, zodat het een eigen, zij het wansmakelijk leven gaat leiden?
Valt er niets belangrijkers te melden?
En als ik even als ex-bedrijfsman mag spreken: denken jullie op die manier de dalende trend van uw oplagecijfers te keren?
Want het schijnt u te ontgaan, dat uw getormenteerd geschrijf steeds meer normale mensen de keel uithangt – die kunnen namelijk denken weet u?. Denken! – en daarom zoeken ze andere nieuwsoorden op, waar ze niet elke dag opnieuw tegen heug en meug getrakteerd worden op een dosis schijnlinkse ideologie.
Media, ‘kunstenaars’ en Belgique: één vreemd en volstrekt tegennatuurlijk conglomeraat. Zo overgewaaid uit de negentiende eeuw.
Neen. Ik moet ze niet, die Vlaemsche bende.
Ik ben één van die zowat 35% N-VA-stemmers. En ik ben het beu. Beu elke dag opnieuw met het belerende vingertje terechtgewezen te worden omdat ik mijn eigen intellectuele en politieke weg ga. Beu uitgescholden te worden voor anti-intellectueel, toegeschreven te worden wat ik helemaal niet denk, beledigd om wat mij dierbaar is: mijn zelfopgebouwd, door-en-door democratisch Vlaanderen, uitgelachen omdat ik, naast van zovele andere dingen, ook hou van mijn Zuidelijke Nederlanden.
Ik ben het hartsgrondig beu.”
Voor wie weten wil wat ik ter publicatie aan de “toonaangevende krant” aanbood, laat ik hieronder de tekst ervan volgen.
Jaak Peeters
Dec. 2012