Open brief aan Bart Peeters, N-VA bestrijder

Geachte Bart,

 

Neen, echt: je kent niks van politiek. Je kent niets van de met name Belgische politiek, de politiek in dit land, waaraan je verklaart gehecht te zijn.

Ik hoor het je betreuren dat Vlamingen niet voor Franstaligen kunnen stemmen en omgekeerd. Volgens jou ligt de kern van het nationaliteitenprobleem immers in het kiesstelsel.

Neem me niet kwalijk: maar uw analyse getuigt van complete wereldvreemdheid.

Mat ik dat niet zeggen?

Toch wel.

Ik zal aantonen waarom.

Je betreurt namelijk dat niet heel België is zoals Brussel-Halle-Vilvoorde. Daar is de stemming zoals jij je die voorstelt immers wel mogelijk.

Welnu: laat dat nu precies het gebied zijn waar het zowat elke dag tot conflicten tussen Vlamingen en  Franstaligen komt.

Dat laat vermoeden dat jouw ‘oplossing’ de problemen niet weg zou nemen, maar ze net zou vermeerderen.

Ik weet niet wat ik het meest moet geloven: dat je hopeloos naïef bent of – even hopeloos – onwetend.

Laten we aannemen dat het eerste het geval is: je bent naïef.

Dan besef je dus niet dat onder Franstaligen zowat als leidraad geldt om overal in Vlaanderen Frans te spreken. Het ordewoord luidt dat wanneer een Franstalige in Vlaanderen in het Nederlands wordt aangesproken, hij of zij systematisch in het Frans moet reageren. Je gelooft me niet? Ik kan je de tekst laten zien.

Kom me niet vertellen dat zulke ordewoorden de ronde doen in slechts kleine Franstalige groepen. Ze doen alvast de ronde in …jawel: Brussel-Halle-Vilwoorde. Dat is uitgerekend dat gebied, dat jij als model voor heel België voorstelt.

Je moet me toch eens komen uitleggen hoe je een fatsoenlijke samenleving kunt opbouwen wanneer één groep systematisch weigert de taal van de andere groep – toevallig zelfs de meerderheidsgroep – te erkennen en dat nota bene op haar eigen grondgebied.

Je weet toch wat er gebeurt wanneer een Franstalige met een Vlaming in Vlaanderen in contact komt? Er wordt Frans gesproken. Punt, uit. Niet eens één keer, maar telkens weer. Altijd weer opnieuw.

En nou gaan we even kijken naar de fameuze zes randgemeenten.

Omstreeks 1900 waren die zes gemeenten eentalig Vlaamse dorpen. Het was er goed om leven, iedereen kende iedereen en het leven ging zijn gang.

Vandaag zijn die dorpen grotendeels Franstalig.

En weet je hoe dat komt, beste Bart?

Dat komt omdat er gebeurd is wat jij voor heel België voorstelt. Dat komt omdat altijd en overal Franstaligen eisen dat zij in hun taal kunnen leven – ze noemen dat zelfs een ‘mensenrecht’ en eisen op die grond ‘minderheidsrechten’ op – en dat het de anderen moeten zijn die zich aan hen aanpassen. En zo is het verlopen in die eertijds eentalig Vlaamse dorpen. De Franstaligen bleven hardnekkig de Nederlandse taal afwijzen en hun eigen taal spreken. En de Vlamingen? Die pasten zich aan…in hun eigen gemeenten.

Dat, beste Bart, is een gang van zaken die een redelijk mens, dat is: een mens voor wie rechtvaardigheid enige betekenis heeft, niet kan accepteren.

Ik geloof niet dat jij deze gang van zaken goedkeurt.

Helaas moet ik Vic van Aelst gelijk geven als hij zegt dat de Franstaligen slechts tevreden zullen zijn als de kabeljauw in Oostende Frans zal spreken. Want de Franstalige mentaliteit is nog steeds geenszins veranderd. Ik hoorde het nog zeer recent bevestigen door een Vlaamse vrouw uit Anderlecht.

Nochtans schijn jij wel in de goede wil van de modale Franstalige te geloven. Dat is, mag ik het zeggen? – naïef.

Want het bovenstaande verhaal is niet kenmerkend voor een kleine, minieme extremistische groep. Het is algemene praktijk.

Overigens is deze minieme extremistische groep zoals jij ongetwijfeld zult antwoorden wel honderdduizend personen groot. Voornamelijk in …jawel: het gebied dat voor jou model moet staan voor heel België.

Maar misschien ben je ook onwetend.

Misschien weet je niet dat de onwillige burgemeesters in de randgemeenten – personen waarvoor je het ongetwijfeld zult opnemen – wel degelijk Nederlands kennen, maar het systematisch weigeren te spreken.

Kom me dus niet vertellen over zoiets als ‘goede wil’ vanwege Franstaligen!

Beste Bart: je bent onwetend over wat jouw fundamentele uitgangspunt bij de beoordeling van de politiek in dit land is. Je gaat uit van België. Dat is voor jou een finaal gegeven, een onwankelbaar voorafgaandelijk feit.

Vergeet je echter niet een paar eenvoudige dingen?

Bijvoorbeeld dat de diepe cultuurkloof die heel Europa verdeelt, nou dwars door dit land loopt? Dat zou toch een lichtje moeten doen branden, of minstens vragen oproepen?

Of nog dat de eerste Belgische grondwet door 46000 ‘Belgen’ werd goedgekeurd. Dat is zo’n 1,3 ten honderd van de toenmalige bevolking. En bovendien: alles uitsluitend in het Frans.

Dat is alles verleden tijd, zul je antwoorden?

Was dat maar waar!

Want elke dag opnieuw kunnen je de signalen vinden dat de Franstalige perceptie erin bestaat dat héél België van hen is. Dat zij, en zij alléén, het recht hebben om de lakens uit te delen. En dat ze die macht willen behouden, door middel trouwens van grendelgrondwetten, alarmbellen en dubbele meerderheden. Een stelsel dat maakte dat een uitspraak van het Hooggerechtshof nooit kon uitgevoerd worden. Een stelsel nota bene dat Di Rupo nu nog wil versterken.

Vindt U zoiets democratisch, Bart?

Neen toch!?

Neen, Bart: je kent niks van de Belgische politiek. Het ligt echt niet aan het kiesstelsel.

Mag ik je daarom vragen om voortaan eerst goed na te denken, vooraleer mee te huilen met de wolven in het bos, als verantwoordelijke mensen aan die toestanden iets willen veranderen?

Misschien is dat wel de enige kans om het land dat u lief schijnt van de ondergang te vrijwaren.

 

 

Jaak Peeters

Aug 2011

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *