Mooie voornemens

In een propagandablaadje van zijn partij schrijft de Belgische minister van Buitenlandse Zaken, Vanackere, dat 80 tot 90 % van onze regelgeving van Europese origine is. De man schijnt deze toestand nog goed te keuren ook, afgaande op de manier waarop hij zijn tekst opstelt.

Het is toch wel even schrikken, een dergelijk cijfer!

Europa werd, zo vertelt men ons, uitgevonden om de vrede op ons continent te handhaven en om ons – wie dat ook zijn mogen – een stem in de wereld te geven.

Wat de vrede betreft kunnen we alleen maar hopen dat ‘men’ gelijk heeft. Wat het tweede betreft: daar is reden tot twijfelen.

 

De krant Trouw bracht verslag uit over de ondergangsgevoelens in de westerse wereld. Ondervraagd over de richting die hun land opgaat, antwoordden bij een recente bevraging 87% van de Chinezen: de goede kant. Zo ook 50 procent van de Brazilianen en 45 % van de Indiërs. De Amerikanen haalden 30, de Britten 31 en de Fransen 26 procent. Recentelijk verscheen in Duitsland Deutschland schafft sich ab, in Frankrijk Indignez-vous en in Nederland: De eeuwige terugkeer van het fascisme.

Neen: niet de vereniging van Europa biedt de oplossing voor al onze problemen, meneer Vanackere! We komen er niet uit met grootschalige staatkundige structuren die zich met alles en nog wat bemoeien. Zo ontlopen integendeel ons echte probleem.

Dat zit namelijk elders: tussen de oren.

Ongeloofwaardig? Een simpele blik naar de prestaties van de mogendheden op het gebied van ruimtevaart leert ons dat Amerika, Rusland en China ver voor liggen op Europa. De eerstgenoemde drie blokken brachten al jaren geleden op eigen krachten mensen in de ruimte. De Amerikanen zetten mensen op de maan en de Chinezen zullen dat over enkele jaren zeker doen. De Russen op hun beurt bepalen op dit ogenblik de toekomst van het dure internationale ruimtestation, want van hun pendels hangt af of dat station kan functioneren of niet.

Hoezo: 80 tot 90 % van onze regelgeving is van Europese origine??

Speurneuzen hebben uitgerekend dat de hele bevoorrading met dieselolie van de Verenigde Staten kan geschieden door een algencultuur met een oppervlakte van ongeveer 38.000 vierkante kilometer. Ongeveer de landoppervlakte van Nederland.

Nu zou men veronderstellen dat de West-Europeanen  zich hals over kop op deze algencultuur zouden werpen, in het besef niet alleen dat de olievoorraden wel eens uitgeput zullen raken, maar ook dat één draai aan de kraan in het Midden-Oosten héél Europa meteen op de knieën dwingt. De kennis voor die cultuur moet zowat voorhanden zijn. Onderzoekers van de universiteit van Gent lopen voorop in de productie van biodiesel. Algentechnologie moet dus zelfs voor een klein land als Vlaanderen denkbaar zijn. Het probleem schuilt naar alle waarschijnlijkheid ook niet eens in het geld. Hoeveel kost een groots project van deze aard? 5 miljard EUR, gespreid over tien jaar? Dat is haalbaar. Niet zo, dus.

De knoop zit inderdaad elders.

Men moet beginnen bij opvoeding en onderwijs, bij discipline en de wil om te excelleren. De trend bij de schooljeugd om zich tevreden te stellen met een vijfenhalfje moet worden gekeerd. Het zit bij de wil om te denken en de hersens moe te maken. En bij de wil om te presteren.

Als een zelfstandig denker een probleem heeft, vraagt hij zich af wat er aan de hand is. Hij analyseert zijn probleem, kijkt naar wat hij bereiken moet en werkt zich vervolgens min of meer consequent naar de oplossing.

In Europa botst men op een probleem en gaat vervolgens kijken hoe men elders – meestal de Verenigde Staten, maar in toenemende mate China – dit probleem aanpakt.

Wat daar mis mee is? Dat het origineel altijd beter is dan de kopie! Wie overal gaat spieken neemt niet alleen de oplossingen van de ander over, maar ook diens denken. Als men dan nog eens diens taal op voorhand al overneemt – de overal om ons heen grijpende verengelsing-, schrijft men zich volledig in het discours van die ander in. Bijgevolg verliest met het eigen discours uit het oog en plaatst zichzelf op voorhand al nà de ander in de rij.

Neen: we moeten niet elders gaan afschrijven hoe anderen de problemen al hebben opgelost. We moeten ook in Europa niet bij elkaar leentje-buur spelen. We moeten de problemen zélf oplossen. En hulp zoeken als we vastlopen. Of de oplossingen confronteren, tot wederzijdse verbetering. We moeten nog minder de taal van anderen overnemen, maar integendeel functioneren in onze eigen taal en daarbij willen excelleren. Alleen zo garanderen we de kwaliteit van ons eigen functioneren. Evenmin behoeven we enig Europees politiek jacobinisme, een centralisme dat nergens in de wereld zijn weerga kent. We behoeven de vrijheid van mensen en volkeren om de eigen problemen aan te pakken, uitgaande van de eigen levenservaring, omdat de confrontatie inderdaad altijd leerzaam is.  

En ja: Heidegger is nooit ver weg.

Zeg niet dat dit theorie is of fictie of dromerij van een nationalistische fanaat uit de inmiddels voorbije twintigste eeuw.

Het gaat om concrete dingen: het feit dat we constateren dat onze kleuters yes en please zeggen, omdat hen verteld werd dat wat in het Engels is, ‘beter’ is. Zoals voorheen het Frans en eventjes het Duits. Het gaat om het feit dat onze kinderen hun taal fatsoenlijk leren en dat het tussentaaltje uit radio en TV gebannen wordt. Zindelijke taal is zindelijk denken. Het gaat om de ergerlijke boekhoudersmentaliteit van de Vlaamse overheid. Het gaat erom dat men moet ophouden – in het algemeen – met het eigene te ondermijnen, – in de pers en elders -, tot kerktorenmentaliteit te verklaren en zich vervolgens te verliezen in een vaag soort onbestemd universalisme dat uiteindelijk alleen maar de sterkste ten goede blijkt te komen en daarmee nu net een eerlijk universalisme verhindert.

Een mooi voornemen voor 2011, niet?

 

Jaak Peeters

Dec 2010

 

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *