De democratie is van ons.

Over democratie en tegendemocratie.

Inleiding

In wat volgt trachten we onze huidige wereld te bekijken met de ogen van Pierre Rosanvallon.

Pierre Rosanvallon, geboren in 1948, professor aan het Collège de France, is laureaat van de Spinozalens 1912. Over hem verscheen een bundel, waarop deze bijdrage is gebaseerd[1].

De reden waarom deze bijdrage verschijnt is de ervaring van het bestaan van een algemeen ongenoegen in grote groepen in onze hedendaagse maatschappij. Vrijwel dagelijks krijgen aandachtige mensen te maken met berichten over censuur, de tegenstrijdige gegevens over de oorlog in Oekraïne, het snel veranderende machtsbeeld van onze wereld en de vloed aan berichten over sociale, economische en wetenschappelijke onzekerheden. Al die doemberichten weerspiegelen een maatschappelijk pessimisme en voeden maatschappelijke argwaan en wantrouwen jegens alles en iedereen waaraan macht wordt toegeschreven. Dat leidt ook tot de wildgroei van vaak vreemde opvattingen.

Rosanvallon is één van die hedendaagse denkers die ons kan helpen wat meer orde in de verwarring te scheppen.

Wantrouwen als een inherent onderdeel van de democratie.

Vaak worden ontwikkelingen zoals een toenemend individualisme, een onverschillige terugtrekking in de privésfeer, het verval van de politieke wil en de opkomst van elites opgevat als reacties tegen een overheid die kennelijk met andere dingen bezig is dan met de zorgen van de modale burger. Onder ‘de overheid’ wordt dan verstaan: de gekozen overheid, de electorale macht, zoals daar zijn parlement en regering.

Tussen parlement en regering en het kiesvolk zou er dus een toenemende afstand zijn ontstaan. Die afstand zou gekenmerkt zijn door een soort bovenmatig wantrouwen tegenover de macht.

Hierbij wordt gesuggereerd dat dit wantrouwen eigen aan deze tijd zou zijn en dat het voorheen anders was.

Volgens Rosanvallon is dat laatste helemaal niet waar.

Macht roept van nature weerstand en wantrouwen en dus verzet op. In de politieke wereld zoals wij die kennen betekent dit dat de modale burger beducht is voor een obsessieve opstapeling van macht in één of enkele centra, waarop hij dan vervolgens nauwelijks of helemaal geen greep heeft.

Precies omdat elke macht van nature achterdocht oproept en machtigen vaak de neiging voelen om hun eigen macht te vergroten en burgers vrezen de greep op hun eigen leven te verliezen, zijn macht en wantrouwen tegen diezelfde macht onafscheidelijk.

Het standpunt van Rosanvallon is dan ook dat wat mensen gewoonlijk voor ogen staat als ze het over “de politiek” hebben, slechts de helft van het politieke spel betreft. De andere helft bestaat namelijk precies uit diegenen die tégenover “de politiek” staan en de neiging voelen die politiek niet te vertrouwen.

Politiek is dus: macht én tegelijk wantrouwen tegenover die macht. Daarom spreekt Rosanvallon van democratie als het geheel van verkozen instellingen, inclusief een tegendemocratie, als het geheel van de tegenover de macht altijd wantrouwige burgerij.

Onze electorale macht is op een fundamentele manier verschillend van andere machtsstructureringen.

In een theocratie, waarin de macht van een godheid komt, is wantrouwen tegenover die macht moeilijk anders denkbaar dan als een houding die principieel zondig is. Dat gold voor het vroege christendom, voor een deel van het jodendom en in belangrijke mate voor de huidige islamitische wereld[2].

Een afgeleide van deze toestand is de vorstelijke macht, waartegen achterdocht en verzet beschouwd wordt als een misdrijf. Als koningen al verdreven werden, was dat omdat ze hun taak als koning niet goed uitvoerden. Het principe van de koninklijke macht werd echter niet betwist[3].

In de democratische staat is achterdocht daarentegen een vast onderdeel van de politiek, dat aan de oorsprong ligt van de verplichting om op regelmatige tijdstippen nieuwe verkiezingen te organiseren.

In simpele taal: democratie is het vrije woord én tegelijk het vrije wederwoord.

Donkere wolken aan de horizon

Rosanvallon beschrijft drie factoren die de democratische horizon verduisteren. Het zijn factoren die verklaren waarom in onze dagen een maatschappij ontstaat met een verhevigde vorm van wantrouwen tegenover ‘de politiek’.

De eerste factor is wat Ulrich Beck “de risicomaatschappij” heeft genoemd. Daarmee wordt bedoeld dat de mens van vandaag op een structurele manier met wantrouwen naar de toekomst kijkt en niet langer, zoals aeonen lang het geval was, als de voortzetting van wat ‘de ouden’ deden.

Met risicomaatschappij bedoelt Beck ook dat wij als mens constant leven met risico’s om ons heen. Denk hierbij aan atomaire, chemische, ecologische en gentechnologische risico’s.

Een tweede factor is de onvoorspelbaarheid van onze economische toekomst. De dingen lopen niet meer zoals ze altijd al liepen. Binnen het bedrijfsleven zelf is de slogan veeleer: verandering is de enige constante. En in de buitenwereld zien we oude bedrijven ter ziele gaan, dreigt er monetaire chaos met een mogelijke hyperinflatie en de angst dat we morgen niets meer te eten zullen hebben.

Een derde factor is wat men “de maatschappij van de vervreemding” noemt. Het leven speelt zich niet langer af in vertrouwde, bekende vormen. Nieuwe samenlevingsvormen dringen zich op. Homofilie heeft altijd bestaan, maar zogeheten Prides zeker niet. Men kent elkaar ook niet meer: buurtschap is trouwens moeilijk in appartementsblokken van acht hoog. Zodoende  wordt ieder individu op zichzelf teruggeworpen en worden facebookvrienden verward met ware, biologische vrienden.

Deze factoren scheppen onrust in de harten van de mensen. Waar onrust is, dringt wantrouwen binnen. Dat wantrouwen zoekt een schuldige en treft de meest bekende partij: de electorale politiek.

Nog meer donkere wolken

In onze dagen zijn er, helaas, nog veel meer feiten die de politiek van het wantrouwen voeden en daardoor maatschappij-ondermijnend zijn.

Het eerste, vreemd genoeg door Rosanvallon niet vernoemde feit, is de massieve immigratie vanuit streken met een totaal andere cultuur. Deze laatste werd hiervoor als theocratisch omschreven. Er is in West-en Noord-Europa waarschijnlijk geen enkel maatschappelijk gegeven dat de gemoederen zo fel beroert als die massa-immigratie. Wie in onze steden rondloopt, kan onmogelijk rond dit feit. Recent bracht de Nederlandse volksvertegenwoordiger Eerdmans uit dat op islamitische scholen in Nederland vrouwenbesnijdenis wordt gepromoot en een enkele keer zelfs als toelatingseis geldt. Zowat iedereen heeft in de gaten dat het aandeel van personen van vreemde afkomst in de drugswereld buitenproportioneel hoog is.

Er zijn politieke partijen die dit vraagstuk hoog op hun agenda hebben geplaatst, maar die worden gewoonlijk weggezet als “extreemrechts” waarmee men vervolgens geen rekening hoeft te houden. Dat roept dan de klacht op: “wij worden niet gehoord!”. Verbaast het iemand dat zulke toestand tot wantrouwen leidt? Echt?

Tot voor enkele jaren werden de stemmen voor deze partijen meesmuilend “foertstemmen” genoemd. Men hoort dat scheldwoord de laatste tijd wat minder. Dat is maar goed ook, want het gaat veelal niet om “foertstemmen”, maar om politiek gemotiveerde mensen die hun boosheid uiten omdat de politiek niet naar hun klachten wil luisteren.

Er is het grote probleem van de veroudering. Een steeds groter deel van de bevolking is gepensioneerd of zal het weldra zijn. Omdat de politiek jarenlang geen oren had naar de smeekbeden van deskundigen, die bijvoorbeeld vroegen om meer opvangmogelijkheden voor ouderen, ziet diezelfde politiek nu geen andere uitweg dan de pensioenleeftijd tot 67 op te trekken. Er is namelijk gewoon geen geld om de toenemende massa een fatsoenlijk pensioen te betalen. Maar wie wordt er graag ingespoten door een slechtziende verpleegster van 67 met een onvaste hand? En dan hoort men, tegelijk, de discussies oplaaien over euthanasie.

Waarom werden er door de politiek geen acties ondernomen toen dat nog kon? En waar blijft de politiek die het geboortecijfer weer opkrikt – tegen de wensen van sommige ecologisten in, want die vinden dat er teveel volk op aarde rondloopt?

Dat laatste sluit dan weer aan bij de steeds vaker gehoorde verhalen over bevolkingsvermindering. Mensen die de recente Amerikaanse verkiezingen hebben gevolgd, hebben Kamala Harris horen zeggen: “If we reduce the population[4]. Begrijpt men dan echt niet waar zogeheten komplotheorieën vandaan komen?

En wat wordt er van ons, nu we zien dat de industrie en dus ons inkomen wegglijdt, maar de politieke machten het wonen en het leven duurder maken? Hoe kun je nog aan kinderen denken als je als koppel 30 jaar lang een zware afbetaling moet doen als je een eigen huis wil verwerven dat aan alle nieuwsoortige eisen voldoet?

In een werkelijk democratische maatschappij neemt men de burger ernstig. Men noteert zijn ongenoegen en zijn ontevredenheid en men speelt daarop in tot er zoiets als een politieke evenwichtstoestand ontstaan is: totdat macht en tegenmacht elkaar hebben gecorrigeerd en een vorm van stabiliteit is ontstaan.

De elite faalt niet: zij handelt over de hoofden van het volk heen

In de overgrote meerderheid van de gevallen wéten de volksvertegenwoordigers zelf wel wat de klachten van de bevolking zijn. Ze beseffen best dat ze functioneren in een wolk van wantrouwen. Maar er is iets dat hen verhindert tenvolle voor de klachten van het volk te gaan. Wat is die ‘iets’?

Heel vaak klinkt, op dit punt aangekomen, het woord “elite”.

Maar wat of wie is die elite? Een warrige, ongeordende, chaotische verzameling van intellectuelen en halfintellectuelen?

De elite is een relatief kleine groep binnen een maatschappij die de leiding van die maatschappij officieel of officieus in handen heeft. Er kan sprake zijn van een politieke, militaire, economische, mediatieke en een culturele elite. Delen van het onderwijzend korps kunnen tot de elite behoren benevens de top van vakbonden. Vaak denkt men bij dit alles ook aan bureaucratie.

Elite wordt in dit stuk dus concreet opgevat als die personen, die de maatschappij of delen ervan bewust in een richting sturen of daartoe bewust bijdragen.

Die elite is veel minder homogeen dan soms gesuggereerd wordt maar er zijn wel enkele kenmerkende trekken aan te wijzen.

We denken hier aan doorgaans globalistisch georiënteerde mensen die vaak dromen over één wereldregering. Ze hebben meestal een groot vertrouwen in de technische en wetenschappelijke vooruitgang. Ze komen op voor het vrije verkeer van mensen, goederen, diensten en ideeën. Ze zijn voor open grenzen en antinationalistisch. Maatschappelijk zijn ze links-liberaal: multicultureel georiënteerd, progressief, ze negeren de waarde van vele traditionele maatschappelijke onderscheidingen en werpen zich als ecologisch op. En ze zijn van mening dat hen het recht toekomt de koers van de overheid te bepalen, gewoon maar vanuit hun overtuiging dat zijzelf het bij het rechte eind hebben.

De kern waar we hier willen op uitkomen is dat ze de democratie nogal eigenzinnig intepreteren: democratisch is wat in hun eigen wereldbeeld past.

Het meest storende is dat ze de neiging vertonen om afwijkende visies af te doen als onwetenschappelijk, achterlijk, extreemrechts, komplotdenken, ondemocratisch. Hun positie is derhalve die van goed versus slecht, waarbij zij zichzelf het recht toeschrijven om te oordelen. Wie niet met hen is, is tégen hen.

Ook al is deze beschrijving vaag: ze maakt het mogelijk om toch al iets beter te begrijpen van wat er zich rondom ons afspeelt.

Er bestaat namelijk een erg actieve groep die zichzelf in een positie heeft gehesen van waaruit zij meent de toekomstige oriëntatie van de samenleving te kunnen of zelfs te moeten bepalen.

Natuurlijk sluit die groep ook aan bij internationaal opererende groepen zoals het WEF en diverse groepen zoals de trilaterale commissie of de Bilderberg-conferentie.

Uiteraard mogen mensen zulke overtuigingen koesteren. En ze hebben het recht om zich ook internationaal te verenigen.

Het probleem is dat ze veel te veel handelen over de hoofden van de mensen – de belastingbetalende kiezers – heen en dat ze het zo aan boord leggen, dat de verkozenen des volks niet langer in de mogelijkheid zijn om voluit te gaan voor de zorgen van hun kiezers.

De EU en haar satellieten: het belangrijkste probleem voor de Europeanen

Zo komen we bij Europa.

Aan Europa – niet het hele continent, want Rusland wordt uitdrukkelijk buitengesloten als de grote vijand[5], – kleeft een schimmige fantasie van een mythische eenheid, die met alle middelen moet worden verwerkelijkt[6].

Chimerische dromen zijn des mensen en dus oeroud. Maar in het geval van de EU is er veel minder fantasierijke verbeelding in het spel.

Die EU is simpelweg een machtssysteem dat doelbewust streeft naar het zover mogelijk uitwissen van de oude naties om die door een EU-natie te vervangen. Men noemt dat “harmoniseren”. Het is het plan dat president Eisenhower[7] in 1955 in een brief aan enkele vooraanstaande politici voorstelde: het nieuwe Europa zou moeten worden opgebouwd volgens het model van de Verenigde Staten[8]. De ziel van de EU heeft dus iets demonisch.

Een en ander rijst op bij wie de opsomming van de bevoegdheden van de EU leest. Terloops: die bevoegdheden worden ‘toegedeeld’. De vraag rijst meteen: wie “deelt er toe”? De kiezer? Daar is in ieder geval geen voorbeeld van bekend.

Titel 3 (deel 1) wijst de bevoegdheden van de Europese Unie aan. Artikel 13 somt de exclusieve EU-bevoegdheden op. Artikel 14 somt de gedeelde bevoegdheden op. Vervolgens verwacht de lezer een opsomming van bevoegdheden die exclusief aan de staten zijn toegewezen, maar die opsomming blijft uit.

Het is nogal naief te geloven dat dit een vergetelheid is. Hier wordt bewust een vaaggehouden, ongedefinieerd gebied gecreëerd, waar de EU-constructeurs de hand op kunnen leggen zodra ze daartoe de kans krijgen[9].

Dit alles ruikt ook veel te veel naar een opstap naar globalisme, waar immers enkele groten of groepen onder elkaar alles regelen.

Het resultaat is dat de EU zich letterlijk met alles bemoeit. Ze verzoekt ons onze thermostaat in de kamer op 19° te zetten. Of de EU ‘trekt geld uit’ om ‘haatspraak’ te bestrijden. Of ze legt ‘veiligheidspaspoorten’ op. Ze schrijft voor hoe auto’s moeten verlicht worden. Voorts wil de EU militaire adviseurs naar Oekraïne sturen en ons spaargeld afromen om de EU te bewapenen.

Hét grote gevaar van een dergelijke bemoeizuchtige macht is dat ze altijd maar meer macht grijpt. Prof. Mauk Mulder pubiceerde in 2004 een boek, waarin hij het verschijnsel ‘macht’ onderzoekt. In zijn hoofdstuk 8 gaat hij uitvoerig in op de processen waarbij macht nieuwe macht genereert[10].

En dat is wat we inderdaad zien gebeuren: een EU die als een veelpotige charibdis alles wat in haar nabijheid komt opslorpt en omvormt tot eigen stof. Voorbeeld: vanaf 2027 gaat de EU rechtstreeks belastingen heffen – zonder tussenkomst van de nationale staat, die hiermee definitief tot ondergeschikte institutie wordt herleid. De CO2, weet U wel[11]?

De EU bestaat echter uit mensen, met name uit een enorme bureaucratie – waarvan de nationale bureaucratieën steeds meer een ondergeschikt onderdeel worden – met een ongeveer almachtige Commissie en een irrelevant parlement. Er is weinig verbeelding nodig om nu aan de analyses van Alexis De Tocqueville te denken. “Met vooruitziende blik ontwaart De Tocquewille een samenleving, waarin de participanten uit zorg voor burgermansrust en -welvaart, de belangenbehartiging geheel delegeren aan een nieuwe Leviathan, de staatsbureaucratie[12]“.

Jammer genoeg vergeet de EU te veel zichzelf te controleren. Dat bleek namelijk recent uit een verslag van de Europese rekenkamer[13]. Men vraagt zich echter af of misbruiken in dergelijke monsterstructuren eigenlijk wel te vermijden zijn. Het volstaat naar de VS te kijken, waar recent aan het licht kwam dat de VS per jaar 50 miljard $ (!) besteedden via de zogeheten USAID, om op vele plaatsen in de wereld regimeveranderingen op te zetten of genderpropaganda te betalen. Zo is bekend dat de staatsgreep tegen de Oekraïense president Viktor Janoekovytsj mede door deze USAID werd mogelijk gemaakt.

Mogen we echt niet veronderstellen dat dergelijke acties ook door de EU kunnen worden gevoerd?

Herinneren we nu even aan de inmiddels beruchte Digital services act. Die is sinds december ’24 in voege. Onze kranten stonden er niet bepaald bol van, maar deze DSA is zonder meer de invoering van censuur. Alle producten in de EU moeten immers vooraf op hun veiligheid getoetst worden. Ook boeken[14]. Wat zijn veilige boeken? Het antwoord laat zich makkelijk raden als de Commissie verklaart dat de EU moet “gevaccineerd worden tegen fakenews”. In Duitsland wordt je tegenwoordig verondersteld mensen met een ‘verkeerde mening’ bij de politie aan te geven. De EU zwijgt. Voorts wil de EU kinderen leren hoe die zich tegen verkeerde meningen moet wapenen.

Maar wie bepaalt wat verkeerde meningen zijn?En zal de definitie ervan ingaan tegen de belangen van de EU?

Er zijn zelfs mensen die voor een heuse al dan niet verkapte staat van beleg op EU-niveau vrezen, vooral nu de vermeende Russische dreiging wordt aangevoerd om de bevolking bang te maken en in het gareel te krijgen[15].

Het gaat heel ver. Oud-commissaris Breton verklaarde onlangs dat als de Duitsers bij de verkiezingen niet stemmen naar de wensen van de EU, met Duitsland hetzelfde zal gebeuren als wat in Roemenië gebeurde: rechtstreeks ingrijpen[16].

Dit soort dingen is eigen aan grote, ondoorzichtige en voor het publiek oncontroleerbare massastructuren. Verliezen we ook niet uit het oog: censuur en manipulatie is sowieso een universeel verschijnsel[17].

André Köbben en Henk Tromp schreven een boek: “De onwelkome boodschap”. De kern van hun boodschap is dat zelfs wetenschappers die een “onwelkome boodschap” brengen op pogingen botsen die hen monddood willen maken[18]. Het is bekend dat tijdschriften weigeren teksten te publiceren waarin het CO2-verhaal bekritiseerd wordt. Het is bijgevolg redelijk om aan te nemen dat dit soort acties nog vaker en feller plaatsvindt in structuren die rechtstreeks bedoeld zijn om met macht om te gaan.

Rond die hele EU-mikmak circelen zoals satellieten een hoop organisaties, groepen en groepjes en allerlei belanghebbenden. Men vertelt dat de EU benaderd wordt door zowat 100 000 lobbyisten. Hoe machtiger de centrale institutie, hoe meer satellieten errond draaien. Een grote bureaucratie levert vele contactmogelijkheden en is bijgevolg aantrekkelijk voor allerlei groepen, firma’s, diensten en organisaties die wat graag mee in de schijn van de macht staan. Daar vallen opdrachten te rapen en dus geld[19]. Vanuit dit geheel walmt een onsmakelijke, vieze, antidemocratische geur op.

Tegendemocratie?

Op dit punt aangekomen verschijnt de tegendemocratie waar Rosanvallon over spreekt. Uit alles blijkt namelijk dat een links-liberale EU-gerichte elite zich regelrecht richt tegen het aanvoelen van de bevolking. Zie wat J.D. Vance zegt: “Het hele democratische project van het Westen valt uit elkaar als de mensen blijven vragen om minder migratie en ze door hun leiders beloond worden met meer migratie.[20]”.

De EU-elite doet haar eigen ding en interesseert zich amper voor wat het volk denkt. Als ander voorbeeld kan hier de beruchte Green Deal worden aangevoerd.

Men kan dit een fundamentele weeffout van de EU noemen, maar het is redelijker te veronderstellen dat dit soort dingen des mensen is en onvermijdelijk is binnen de reusachtige structuren van zoiets als een EU[21].

Dat betekent dat het wijs is zichzelf de gewoonte van een fundamenteel wantrouwen tegenover “de macht” aan te kweken. De democratie moet altijd verdedigd worden en die verdediging komt nooit van de kant van de machthebbers of hun lakeien. En dus is wantrouwen tegen de macht een democratische plicht.

Dit soort gedachten zijn het die de stichters van de Amerikaanse republiek voor ogen stonden. Ze wisten best wel waarom ze die positie innamen. Macht corrumpeert en absolute macht corrumpeert absoluut, verklaarde Lord Acton.

Dit alles wijst uiteraard naar de media. Die zijn, jammer genoeg, ingevangen door de EU-machten. Velen vermoeden gemeenschappelijke belangen.

Er is in de alternatieve media veel onzin te vinden. Het wemelt er van de kompottheorieën, overal op het internet trouwens – een reden om nog kritischer te zijn. Maar wat moeten we denken als in de reguliere media geen woord te lezen valt over een recente brief van Poetin aan het Duitse volk? Of geen woord kritiek als op één en dezelfde bladzijde vermeld wordt dat de Belgische premier 1 miljard steun aan Oekraïne belooft en tegelijk, vlak ernaast, een bericht staat dat een zwaar ziek kind niet behandeld kan worden, omdat daar “geen geld voor is”? Waarom die censuur op alles wat uit Rusland komt? Mogen wij de mening van de Russen niet kennen[22]? Meent de dominerende elite echt dat alleen zij het recht heeft op informatie? Mag het dan iemand verbazen als de EU achterdocht en wantrouwen oproept?

De Franse diplomaat J-M Guéhenno schrijft dat het moderne individu in de confrontatie met de ‘globale wereld’ die links-liberaal ons wil opleggen een bittere pil moet slikken: het verlies van zijn greep op de markt en die op de democratie, waarbij deze laatste herleid werd tot procedures[23]. En Jean-François Revel merkte op dat de democratie misschien “een accidenteel gebeuren” is[24].

Rosanvallon had gelijk.

De tegendemocratie is onze burgerplicht én duidelijk ook een menselijke plicht[25]. En daarom moeten we onze alternatieve media hardnekkig verdedigen, want de klassieke media zijn bij het systeem gaan horen. WIJ, gewone burgers, zijn het die de democratie en de menselijkheid belichamen. WIJ, burgers, zijn de bezitters van de vrijheid.

Vaclav Havel zei het ons als ervaringsdeskundige voor[26]. De vrijheid in een democratie is tegelijk het leven in waarheid – de waarheid van onszelf en onze geschiedenis.

Jaak Peeters

April 2025


[1] Pierre Rosanvallon. Democratie en tegendemocratie. Samengesteld door Prof. Ido de Haan en Maarten Meesters. Uitgeverij Boom, 2012.

[2] Dit werd uitvoerig beschreven door Bertrand De Clercq in diens Macht en Principe. Lannoo, 1988.

[3] Het Plakkaat van Verlatinghe van de Staten-Generaal van de Verenigde Nederlanden tegen koning Philips II werd gemotiveerd door de vorst te verwijten dat hij zijn plichten tegenover zijn onderdanen niet nakwam en daarom het recht verloor om over hen te regeren.

[4] Schrijver dezes heeft deze uitspraak in ieder geval gehoord.

[5] In de atlas van Roland en Duchesne, Algemeene Atlas der Staatkundige Aardrijkskunde, Wesmael-Charlier, Namen, 1914, staat Rusland op plaat 20 vermeld als Europese mogendheid.

[6] Men herinnere zich de uitspraak van Jean-Claude Juncker: we gaan altijd verder, totdat er een opstand uitbreekt.

[7] Er was al eerder druk vanuit Washington in de richting van een Europese eenheid. Robert Schuman, de Franse minister van buitenlandse zaken, werd in 1951 vanuit Washington sterk aangemoedigd door zijn collega Dean Acheson en president Hary Truman. Schuman lanceerde al in 1950 het EEG- plan.

[8] De Europese keerzijde van deze Amerikaanse bemoeienis komt tot uiting in de debatten over de verdieping van de Unie versus de verruiming ervan. Vanuit de VS zag men liever een economische eenheid zonder relevante politieke macht.

[9] https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:52003XX0718(01). Zie hiervoor mijn essay De valse belofte, uitgeverij Polemos, 2017, waarvan de laatste zin luidt: Europa moet teruggegeven worden aan de Europeanen.

[10] Mauk Mulder. De logica van de macht. Scriptum, 2014, blz. 72 e.v. Zie ook: Tinneke Beeckman op https://www.youtube.com/watch?v=657_zOWo5as&t=453s

[11] https://indepen.eu/vanaf-2027-gaat-de-eu-ook-direct-belasting-in-nederland-heffen/ Het gaat om het zogeheten ETS2.

[12] Lambert J. Giebels. Ontwikkeling van het democratisch denken. Bres, 1987, blz. 97.

[13] https://doorbraak.be/controle-van-eu-financiering-aan-ngo-s-niet-transparant-genoeg-oordeelt-europese-rekenkamer/ Zie ook: https://indepen.eu/extreem-financieel-eu-wanbeleid-onder-ursula-von-der-leyen/ En voorts: https://www.wyniasweek.nl/brussel-besteedt-miljarden-euros-aan-duistere-lobbys-voor-klimaat-en-asielbeleid-dankzij-de-europese-rekenkamer-weten-we-het-nu-zeker/?

[14] https://commission.europa.eu/strategy-and-policy/priorities-2019-2024/europe-fit-digital-age/digital-services-act_en

[15] https://uncutnews.ch/so-wird-ihr-leben-unter-einem-kuenftigen-eu-weiten-kriegsrecht-aussehen/

[16] https://www.stevenschrijft.be/post/de-uitsluiting-van-calin-georgescu-een-aanval-op-de-roemeense-democratie. Diezelfde auteur schrijft ook nog: https://www.stevenschrijft.be/post/wordt-binnenkort-ook-orwell-herschreven

[17] https://yellowlion.org/nl/propaganda-en-censuur/

[18] André Köbben & Henk Tromp. De onwelkome boodschap. Of hoe de vrijheid van de wetenschap bedreigd wordt. Mets, 1999.

[19] Iemand die onbekend wenst te blijven verklapte dat de EU soms moeite heeft om haar geld op te krijgen…

[20] Https://unherd.com/2025/04/jd-vance-my-message-to-europe/ J.D. Vance is dr. juris van de Yale Univ. Zie ook: Historicus David Engels: migratie uit Islamitische wereld zet Europese beschaving onder druk. https://doorbraak.be/david-engels-migratie-islamitische-europese-beschaving-onder-druk/

[21] Deze gedachtengang is ook toepasselijk op de UNO.

[22] https://www.frontnieuws.com/de-europese-unie-moet-hervormen-of-sterven/ De auteur van dit stuk is een Rus, die vriendschappelijk staat tegenover de volkeren in West-Europa. Wie echter de originele tekst wil lezen, stuit op de mededeling ‘deze site is niet bereikbaar’.

[23] Jean-Marie Guéhenno. De toekomst van de vrijheid. Lannoo, 2000, blz. 33.

[24] Jen-François Revel. Waarom de democratiën sterven. Manteau, 1984, blz. 7.

[25] Enigszins beangstigend is de positie van Paul Frissen in diens De virtuele staat, Academic Service, 1996. Voor hem is het willen herstellen van het primaat van de politiek (lees: democratie) vergeefse romantiek.

[26] Vaclav Havel. Poging om in de waarheid te leven. Van Gennep, 1991.