Van Lissabon tot Vladivostok: over een andere wereld?
Er zijn mensen die zich ergeren als ze de gewone riedeltjes niet horen klinken. Het ongewone stoort. Maar in de wetenschap en in een ‘wokeloze’ samenleving moeten we vrij over alles kunnen spreken.
Dat is ook van toepassing op het onderhavige, dat een ‘heet’ onderwerp is.
Dit is de argumentatie waarom ik, na wat twijfelen weliswaar, besloten deze tekst te publiceren.
Het is een poging om aan een zo open mogelijk debat bij te dragen.
In wat volgt wil ik enkele ideeën aanvoeren die te maken hebben met zoiets als een Eurazië (let op de formulering!), zonder daarmee welke vorm van suprematie door wie of wat dan ook op het oog te hebben of te aanvaarden.
Om de zaak niet te gecompliceerd te maken blijft het aspect ‘West-Europa’ in deze bijdrage onbesproken.
Eurazië is een theorie over machtssferen. De theorie is al tenminste 120 jaar oud. De grondidee in de hiernavolgende tekst is dat sindsdien de omstandigheden zodanig zijn veranderd dat Eurazië vandaag iets heel anders zou kunnen betekenen dan 120 jaar geleden: namelijk een gemeenschap van soevereine volkeren van Gibraltar tot Vladivostok, die door de interdependentie in de moderne wereld met elkaar samenwerken.
Eurazië: de oorsprong van de theorie
In Gazet Van Antwerpen wees David Criekemans erop dat de Euraziatische theorie ‘gelanceerd’ werd door de Britse geograaf Sir Halford Mackinder, in 1904.
Als geograaf en als Brit zag Mackinder (1861-1947) heel duidelijk dat het Britse imperium voor het al bij al kleine Brittannië (toen 310 000 km2) nooit meer dan een losse verzameling van overzeese gebieden kon zijn, en dat Brittannië uit zichzelf te klein was om een lange dominantie over al die gebieden vol te houden. Zijn theorie heette niet voor niets The geographical pivot of history.[1]
Mackinder was sommige democratische ideeën niet onwelgevallig en ook dat bracht hem ertoe op zoek te gaan naar een geopolitieke situatie die stabieler zou zijn dan wat door het kleine Brittannië ooit zou kunnen bereikt worden.
Het is me onduidelijk of de Zweed Kjéllen (1864-1922) Mackinder beïnvloed heeft. Maar ook Prof. Kjéllen was als geograaf werkzaam. Hij was van oordeel dat staatsmacht en maatschappij bij elkaar moeten horen. Dat was revolutionair, want de staten van de 17e en 18e eeuw waren vooral maaksels van kleine elites en dus geenszins vergelijkbaar met de staatsnaties zoals wij die vandaag kennen[2].
Kjéllen was voorstander van de organische staat, waarin de staatsmacht dient om wet, gezondheid en welvaart voor de hele bevolking te garanderen: een moderne gedachte. Dit idee kan Mackinder hebben beïnvloed.
Het is niet moeilijk om een lijn te trekken van die organische staatsopvatting naar de Euraziatische ideeën van Mackinder. Want als zo’n organische staatsmassa groot genoeg is kan ze uiteindelijk inderdaad dominant worden, precies omdat ze op de brede steun van een grote, samenhangende bevolking kan rekenen. Dat was voor een vooraanstaande Brit wellicht geen prettig vooruitzicht, want zulke grote massa zat er voor Brittannië niet in.
Het kernland van Eurazië
Geografen snappen al heel lang het belang van de enorme landmassa die bestaat uit Afrika en Azië, waarbij wat we gewoonlijk Europa noemen in feite een groot schiereiland van Azië is.
In moderne termen: deze landmassa, die soms de naam Hartland (Heartland) draagt, omvat 84 miljoen km2 met bijna 6 miljard mensen. Het kernland daarvan identificeerde Mackinder met het huidige Europees Rusland en het westen van Siberië. We moeten dus onderscheid maken tussen het hartland, dat een continentaal begrip is, en het kernland, dat het dominerende centrum van dat hartland is.
Mackinder voerde voor zijn opvattingen meer argumenten aan dan wij vandaag misschien geneigd zijn aan te nemen.
Hij werkte in de tijd dat de Transsiberische Spoorweg werd aangelegd. Daarmee werd in 1891 begonnen. In die jaren, toen er van luchtvaart nog geen sprake was, was de spoorlijn de ideale methode om ver uit elkaar gelegen landstreken met elkaar te verbinden. De trein ging veel sneller dan de oude karavanen.
Het begon in die jaren ook door te dringen dat er in het hier genoemde Russische kernland nogal wat bodemschatten te vinden waren. In een tijd van een opkomende industrialisatie was dat een aantrekkelijk vooruitzicht.
Voor mensen als Mackinder was het nog onmogelijk te voorspellen welke rol gebieden zoals China of India ooit zouden kunnen spelen. Zelf was zijn eigen Brittannië de Europese continentale mogendheden vooruit. Zoals algemeen bekend had de industriële revolutie vooral in Groot-Brittannië een aanvang genomen en dat had het land een voorsprong gegeven.
Ook de Verenigde Staten van Amerika boden toen nog niet het beeld van een echte wereldmogendheid.
Maar scherpe waarnemers zoals Mackinder begrepen dat de industrie zich over de hele planeet zou verspreiden. Op dat ogenblik zouden gebieden zoals het hoger genoemde Russische kernland het oude, vermoeide Brittannië overtroeven.
Achteraf bekeken was de gedachtegang van Mackinder verre van dom. Het is dus heel goed denkbaar dat hij zijn medeburgers vooral wilde waarschuwen en aandrong op een politiek die de naderende neergang van Brittannië zou kunnen afwenden.
Eurazië vandaag
In principe is Eurazië tegenwoordig de naam voor een supercontinent, bestaande uit de Aziatische en Europese landmassa, dus zonder Afrika maar wel mét de Arabische wereld[3], die immers via de massieve, 450 km. lange Kaukasus met de hoofdmassa verbonden is[4] en voorts via Iran stevig vastzit aan wat wij gewoonlijk Azië noemen. De oppervlakte is zo’n 55 miljoen km2 en de bevolking ongeveer 5,2 miljard. De opvattingen van Mackinder toepassend is het kernland daarvan dus het hoger genoemde Rusland.
Mackinder kon het niet weten, maar de vraag is of het kernland van die enorme landmassa ook vandaag nog gesitueerd kan zijn in het huidige Rusland. V. Poetin denkt dat misschien wel, al is dat met de nogal eenzijdige informatie die ons vanuit het Oosten toekomt moeilijk te bevestigen. Het is echter heel twijfelachtig of men daar in Arabië, Iran, India, Zuidoost-Azië en China zo over denkt.[5]
De reacties in de West-Europese kranten lieten aan duidelijkheid niets te wensen over, toen Mededjev het idee van een “Eurazië van Lissabon tot Vladivostok” boven haalde. Ook Mededjev zal vermoedelijk het genoemde Russische kernland voor ogen hebben gestaan.
We zwijgen overigens over de ideeën die een dergelijke gedachtegang oproept in de landen die enkele decennia tot de Sovjet-Unie behoorden.
De vraag bij dit alles is ook of Mackinder het soort staatsstructuur voor ogen stond zoals we die vandaag kennen. Het is bijvoorbeeld nuttig eraan te herinneren dat wat we nu als een vanzelfsprekendheid aanvaarden, namelijk een omvangrijke wetgeving over sociale voorzieningen, pas in de tweede helft van de twintigste eeuw algemeen is geworden.
De gedachte afgeschreven?
Toen Mededjev de Euraziatische gedachte oprakelde stonden onze kranten bol van de protesten. Ook David Criekemans had er geen goed woord voor over toen Mededjev zei: “Het doel is de vrede van de toekomstige generaties Oekraïners en de mogelijkheid om eindelijk een open Eurazië op te bouwen van Lissabon tot Vladivostok.”[6] Criekemans zag er voornamelijk Russische expansiedrang in. Zelfs hij vond het bijzonder onrustwekkend dat Rusland nog altijd de naziretoriek gebruikt.
Tussendoor moet me van het hart dat deze laatste uitspraak misschien ook door enige emotie is ingegeven.
De nazi’s zagen hun Groot-Duitsland alleszins als hét toekomstige kernland. Ik vermoed sterk dat Mackinder deze pretentie van de hand zou hebben gewezen en wel om dezelfde reden waarom hij de dominantie van Brittannië zag eindigen: te klein in verhouding tot het immense hartland zoals hij dat zag[7].
Er zijn op de uitspraken van Mededjev wel meer negatieve reacties gekomen. In de algemeen anti-Russische stemming van het laatste jaar mag men misschien niet anders verwachten – althans niet in de media.
Maar er bestaan wel mensen die veel verder kijken. Een voorbeeld is Prof. Yvan Vanden berghe, die schreef dat wat zich in Oekraïne afspeelt een botsing is tussen een Russische en Amerikaanse invloedssfeer.[8]
Men hoeft geen grote verbeeldingskracht aan de dag te leggen dat de Oekraïense oorlog inderdaad draait rondom invloedssferen[9]. Hetzelfde geldt voor de tussenkomsten van het EU-hoofdkwartier, dat immers uit is op zijn eigen machtssfeer.
Daarmee zitten we helemaal in de gedachtewereld van Mackinder. De kranten spotten met de idee van Mededjev, maar ik vrees dat ze niet altijd even diep hebben nagedacht. Ze hebben een idee afgeschreven dat – weliswaar in andere vorm – wel eens veel vruchtbaarder zou kunnen zijn dan vele journalisten denken.
Dominantiestreven
Zoals bekend is de IJzertoren in Diksmuide niet alleen een permanente eis naar waarachtig zelfbestuur, doch ook een striemende aanklacht tegen elke oorlog, dus ook deze in Oekraïne. We hebben in West-Europa een soort ingebakken sympathie voor wat mensen in oorlogsgebieden overkomt, wellicht mede omdat we een paar generaties lang de communistische Sovjet-Unie hebben moeten afweren en omdat we als klein Vlaams volk onze sympathie als vanzelf naar de overweldigde partij laten gaan.
Dat is allemaal best hooggestemd, maar of het veel zoden aan de dijk zet is wat anders.
Als we aan Eurazië denken moeten niet op de eerste plaats aan Oekraïne denken, zoals Mededjev doet voorkomen, maar effectief… aan héél Eurazië, dus Azië en Europa samen.
Daar bestaan twee krachtige argumenten voor, die bovendien met elkaar zijn verbonden.
Ten eerste: een primitief streven naar dominantie is de menselijke soort ingeboren. Mannen willen (vaak) over vrouwen domineren, leidinggevenden over ondergeschikten, economische groepen en bedrijven over collega-bedrijven of groepen en, inderdaad: staten over staten.
Michel Foucault heeft zich daar diepgaand over gebogen: zelfs het gebruik van woorden heeft al een dwingende betekenis. Wie de macht heeft om de woorden te kiezen, bepaalt tegelijk welke ideeën verspreid raken, want een woord is het centrum van een cluster van betekenissen en die cluster reist mee met de gebruikte woorden.
Dat betekent dat er wellicht géén middel valt te bedenken om het dominantiestreven van ons genus om te buigen tot een soort universele sympathie.
Dat betekent ook dat er ook in een Eurazië altijd landen en streken zullen zijn die naar dominantie streven – om over China niet te spreken.
Het voordeel echter van de omvang en de verscheidenheid van zo’n reusachtig gebied als Eurazië is dat geen enkele partij groot genoeg is om voor lange tijd de volledige dominantie te verwerven en dat derhalve compromissen altijd noodzakelijk zijn. Of Mackinder daar ook zo over zou denken, weet ik niet.
De grote opdracht van de politiek bestaat dan uit het tot stand brengen van een steeds wiebelend evenwicht.
Ten tweede: in een dergelijke grote structuur wordt het denken in termen van volkssoevereiniteit mogelijk, omdat geen enkel volk op zich groot genoeg is om de ontwikkeling van alle anderen blijvend te blokkeren. Daarom zou het bestuur van zo’n superorganisatie hetzelfde kunnen doen als wat Mark Elchardus in zijn Reset over de EU schrijft: “Een ‘nuttige’ Unie zou een moedige en radicale stap kunnen zetten. Zij zou moeten streven naar een verdrag dat het mogelijk maakt de zelfbeschikking van regio’s vreedzaam te laten verlopen”[10]
Realisme
Er is nog iets anders. Sommige volkeren hebben een vreselijke geschiedenis achter de rug en ze dragen nog steeds de last daarvan met zich. In Rusland werd pas in 1861 de lijfeigenschap afgeschaft, maar de sociale tweedeling in rijk en (héél) arm en de algemene corruptie bleven, wellicht tot op de dag van vandaag. Wantrouwen zit zodoende in de Russische ziel ingebakken.
Psychologen weten dat trauma’s uit het verleden spanningen in het heden veroorzaken[11]. Ze weten ook dat alleen voldoende positieve tegenkoppeling de nawerking van negatieve gevoelens vanuit vroegere traumatische ervaringen kan opheffen. Aan die voorwaarde is niet altijd voldaan.
Ook dat behoort tot de realiteit van het menselijk bestaan.
De meeste mensen gaan er van uit dat oorlog tussen Europese staten hoogst onwaarschijnlijk is. Dat komt ook omdat de belangen onderling verknoopt zijn geraakt. Onze angst voor de oorlog is echter verlegd naar een nieuwe – of vernieuwde – vijand: Rusland.
Hoe zoiets mogelijk is? Dat komt omdat de angsten in onze ziel eigenlijk nooit echt gestild kunnen worden: onze angsten dringen zich altijd weer op. Bovendien is onze soort relatief agressief en ook dat blijkt niet te onderdrukken.
En werkelijk: dat gevreesde Rusland blijkt nu effectief in staat om oorlog te voeren – waarbij we voor het gemak in het voorbijgaan even de ‘prestaties’ van de VS over het hoofd zien. Het doet ons vermoeden dat de collectieve afwijzing van de Russische invasie ook eens vanuit een dieptepsychologisch standpunt mag onderzocht worden.
Maar als het in één grote structuur bij elkaar brengen van verschillende volkeren een vredestichtend effect heeft omdat het de oude trauma’s tegenkoppelt en elkaars belangen verknoopt, waarom zou dat dan ook niet denkbaar zijn bij het project van Mededjev? Als die verknoping ook Rusland meeneemt?
Oh ja: er is China en er is India. En China heeft misschien ook de ambitie te domineren. Nu is het gedrag van mogendheden altijd onvoorspelbaar. Maar als ik me niet vergis zijn de Chinezen verstandig genoeg om in te zien dat het niet in hun belang is om spanningen te veroorzaken bij hun eigen klanten of leveranciers. Bovendien is het helemaal niet zo zeker dat Chinezen in staat zijn of zullen blijven om al de rest van dat enorme Eurazië onder de knie te houden. Wat nog belangrijker is: de technologie van onze tijd is zo divers en zo allesomvattend dat één land niet op elk gebied dominant kan zijn. China zou bijvoorbeeld kunnen streven naar leiderschap op het vlak van kunstmatige intelligentie[12]. Maar om op elk gebied van de menselijke technologie de nummer één te zijn, daar is zelfs China te klein voor[13].
Ook in een wereld die tegenover 1900 grondig is veranderd kan men dat Eurazië-idee, zelfs in moderne zin opgevat en in de geest van Elchardus, misschien nog een tikje naïef vinden. Maar de geografische feiten zullen uiteindelijk toch onontkoombaar zijn: een of andere vorm van Eurazië zal zich wel altijd als een interessante mogelijkheid presenteren.
En voor wie aan de mensenrechten denkt: zijn die beter gegarandeerd als we in Qatar olie kopen in plaats van in Rusland?
Misschien is het wijs over Eurazië na te denken.
Jaak Peeters
April 2022
[1] https://www.bedeutungonline.de/what-is-heartland-theory-meaning-definition-explanation/
[2] Kjéllen zou op zijn beurt wel eens beïnvloed kunnen zijn door de Duitser Ratzel, in wiens werk het begrip Lebensraum nogal prominent aanwezig was.
[3] En Turkije!
[4] Afrika is niet verbonden met het aldus opgevatte Eurazië, behalve via de zowat 90 km brede landengte van Suez naar Port Said. Aan de westelijke zijde van Turkije heeft de watergrens tussen Europa en het Midden-Oosten slechts de omvang van een breed kanaal. De Bosporus is slechts 700 meter breed.
[5] Dat kan een bron van Russisch chagrijn zijn.
[6] GVA, 6 april 2022, blz. 3.
[7] Het is denkbaar dat de Nazi’s dat zelf ook wel beseften en precies daarom vooral een groot land wilden veroveren.
7.https://doorbraak.be/een-russisch-amerikaanse-oorlog-in-oekraine/ Zie voor een gekleurde maar toch niet oninteressante aanvulling hierbij: https://youtu.be/Mecmaw2IyAw. Interessant is ook: https://www.lewrockwell.com/2022/04/thierry-meyssan/the-end-of-western-domination/
[9] We moeten er niet al te flauw over doen, maar West-Europa heeft in deze zaak niets in de pap te brokkelen.
[10] Mark Elchardus, Reset, blz. 522.
[11] Zie bijvoorbeeld: Bessel van der Kolk. Traumasporen. Uitgeverij Mens, 2016.
[12] Daar streven ze ook echt naar.
[13] Sommige Chinese regeringsinstanties maken zich zorgen over de mogelijke bevolkingsdaling van China, dat uit zou kunnen komen op 650 miljoen.