Na corona: een heet najaar

Corona beheerst nog dagelijks het nieuws. Er worden vaak indringende wie-vragen gesteld. Belangrijker is wat er nà corona komt.

Je leest over dat post-coronatijdperk de laatste dagen wel een en ander, onder de titel “het nieuwe normaal”.

Daarbij gelden in het algemeen twee belangrijke kwesties.

 

Ten eerste: wie gaat de rekening betalen? Regeringen zeggen de verliezen veroorzaakt door de lockdown te zullen bijpassen. Nu het land platligt stort de economie immers ongeveer in. De rekening achteraf zal torenhoog zijn.

Die regeringen zullen dat dus vergoeden. Dat kunnen ze echter niet. Ze zitten zelf tot over de oren in de schuld. Bovendien hebben ze de macht om geld bij te maken domweg afgestaan aan de EU, waar de centrale bank ongecontroleerd haar eigen zin doet.

Regeringen kunnen, in het sterkste geval, alleen wat weg-en-weer schuiven met rekeningen en belastingen, zelfs naar de volgende generaties.

Het is niet moeilijk te raden wat dit zal betekenen: een heet politiek najaar.

 

Ten tweede: onze straten zijn leeg. Op de snelwegen ontbreken de files waaraan we begonnen gewoon te raken. De gezellige cafétoog is gesloten en het smakelijke restaurant is voorlopig nog verplicht gesloten. Er wordt ons op het hart gedrukt dat we misschien wel voorgoed elkaar zullen begroeten met mondkapjes op. We gaan naar een wereld van anderhalve meter. Een krachtiger symbool voor de desintegratie van wat een warme samenleving zou moeten zijn valt er moeilijk te bedenken: voortaan is er een door niemand weg te denken, fysieke scheidslijn tussen ieder van ons. De anderhalve meter naast elkaar lopende enkelingen vormen de veruitwendiging van de collectieve vereenzaming.

Als we iets willen redden van de warmte die een samenleving zou moeten bieden, zullen we heel erg creatief moeten zijn.

 

 

Maar er is een derde zaak, en ze geldt vooral voor Vlaanderen. Ze moet nu al goed doordacht worden door de elite die Vlaanderen wil besturen, of alvast die intentie heeft.

Wat volgt steunt op een tekst van Eric Kaufmann, een jonge Canadese professor, die thuis is in de London School of Economics, waar ook Paul de Grauwe lesgeeft. Van Kaufmann verscheen in de Volkskrant een interview met als titel: “Ook witte mensen mogen gehecht zijn aan hun eigen groep”. En dat in een socialistisch-georiënteerde krant uit het Noorden! Een fellere vingerwijzing voor onze eigen journalistiek valt moeilijk te bedenken.

Kaufmann maakt een onderscheid tussen de staat, dit is de politieke machtsorganisatie die een bepaald gebied bestuurt, de etnische groep, hetgeen verwijst naar een gemeenschap waarvan de leden een al dan niet vermeende gemeenschappelijke afstamming claimen en refereren aan een eigen thuisland met beklemtoning van een eigen culturele identiteit, en, ten derde, de natie. Die natie is iets hybride. Ze is beter geïntegreerd dan een etnische groep, bezit enige politieke lading, maar is geen staat.

Dit laatste is duidelijk het geval voor Vlaanderen.

Een van oorsprong etnische natie, zoals de Vlaamse, kan economisch en of demografisch dominant zijn, maar cultureel of politiek minoritair.

Ook dit komt overeen met de Vlaamse situatie, met deze bijkomende opmerking dat de massale immigratie het etnisch karakter van Vlaanderen dreigt af te breken. Dat mag hier even onbesproken blijven.

In werkelijkheid toont het optreden van MR-voorzitter Bouchez dat Vlaanderen alvast op cultureel gebied niet dominant is en allerlei alarmbellentoestanden maken dat het evenmin politiek dominant is, ook al omdat Brussel zich als een derde entiteit tegen Vlaanderen opstelt.

Het moet duidelijk zijn dat een economisch en demografisch dominante natie binnen een staat, waarin ze cultureel en vooral politiek niet dominant is, zich blijvend gefrustreerd voelt. In de zich ontwikkelende delen van de wereld kan een dergelijke situatie tot genocides leiden – laten we verwijzen naar de geschiedenis van Rwanda.

In de meeste normale gevallen zou Vlaanderen binnen de Belgische staat ook politiek domineren. Vlaanderen zou het zogeheten ‘Staatsvolk’ zijn. Een democratie zou haast onvermijdelijk naar die dominantie moeten voeren. Er zouden in zo’n geval voor de minderheden terecht veiligheidssystemen moeten komen. Jammer genoeg zijn die veiligheidssystemen er nu al, vooraleer zich een Vlaamse politieke of culturele dominantie heeft gevestigd. Die veiligheidssystemen worden in Vlaanderen dan ook als onrechtvaardig aangevoeld en dat is niet ten onrechte. Ze worden ervaren als middelen om de verdere ontwikkeling naar een volwaardig Vlaanderen te verhinderen.

 

Welnu: als binnenkort de rekeningen op de tafel komen, zullen de blikken zich onvermijdelijk naar de Vlaamse middenklasse richten.

De vraag is hoe de heersende groepen een dit keer zéér zware afroming van welvaart in Vlaanderen zullen proberen te koppelen aan een blijvende politieke minorisatie binnen de Belgische staat. Want van het politiek en cultureel geminoriseerde meerderheidsvolk wordt dan gevraagd om ook op zijn economische dominantie in te leveren.

Het is in die omstandigheden onvermijdelijk dat een etnische partij, zoals het Vlaams Belang, verder zal oprukken. Men moet dan geen verwijten sturen naar die partij.

Volgens professor Donald Horrowitz leidt een democratie in een dergelijke situatie immers als vanzelf tot het ontstaan van etnische partijen. De opkomst van het Vlaams Belang is het logische gevolg van de weigering van de heersende elites om Vlaanderen de plaats te gunnen die het toekomt.

Als Vlaanderen die plaats niet gegund wordt, dan zal zelfs het confederalisme niet langer volstaan. Het najaar wordt dus ook communautair broeiend heet. En het wordt uitkijken dat de democratie zelf wordt afgebroken.

De Vlamingen zullen heel goed moeten opletten, want de falende Belgische elites zullen Europa met zijn dwangmechanismen ter hulp roepen.

We moeten waarschuwen voor deze, nu nog onderbelichte, uitdaging nà corona.

 

 

Jaak Peeters

Mei 2020

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *