Soms is het wijs om de dingen pas weer op te nemen als het stof van de discussie is gaan liggen.
Bijvoorbeeld: laten we nu eens hebben over die fameuze canon, waarover formateur De Wever het in zijn formatienota had.
Zoals bekend stond de (extreme) linkerzijde op haar achterste poten toen De Wevers voornemen over die canon bekend werd.
Eén van de felste tegenstanders van de invoering van een Vlaams canon was Bruno De Wever – broer van. Of tenminste: zo werd het door de pers voorgesteld.
Zijn argument luidde dat het beeld dat men over een geschiedenisperiode heeft nooit definitief af is.
Bruno, wiens intellectuele capaciteiten ik hier niet wil onderschatten, zomin als ik wil suggereren dat hij enigszins gelardeerd is door een zekere mate van afgunst ten aanzien van zijn politiek succesvolle broer, die Bruno dus: hij vergist zich ten gronde.
Mij verbaast dat.
De universiteit moet een oord zijn van vrije, kwalitatief hoogstaande intellectuele bezigheid. Daartoe behoort de discussie, het meningsverschil, de afwijkende interpretatie. Het is dus bijvoorbeeld ten gronde verwerpelijk dat een hoogleraar door zijn universiteit wordt onslagen, zogenaamd omdat hij zijn universiteit in diskrediet had gebracht doordat hij, met feiten en cijfers in de hand nochtans, meende te mogen twijfelen aan sommige stellingen van de klimaatkerk. Voorbeelden zijn de Australische hoogleraar Peter Ridd en de Canadese onderzoekster Susan Crockford. Aan de universiteit moet alles openlijk bediscussieerbaar zijn.
Weidser opgevat moet het debat aan de universiteit altijd mogelijk zijn. Als een staatssecretaris in een aula een standpunt komt verdedigen dat sommigen niet zint, doen moeten die hem niet het zwijgen willen opleggen, doch zelf met argumenten aan komen draven om de eerste tegen te spreken. Ze moeten dan zelf maar een nieuwe bijeenkomst beleggen.
Zo hoort het te lopen aan de universiteit.
Maar in de politiek liggen de dingen wel even anders.
In de politiek moet er namelijk beslist worden. Er moet bepaald worden welke de prioriteiten zijn, zodat bepaald kan worden waar het openbare geld naartoe gaat. Die beslissing wordt genomen na raadpleging van de kiezer. Dat betekent dat een meerderheid bepaalt welke de politieke prioriteiten zullen zijn, welke beslissingen er zullen worden genomen en hoe het geld zal worden besteed.
Beslissen betekent tegelijk: de zaak afronden. Als iets is beslist, is de discussie gesloten. Precies om de eindeloosheid van een discussie te beëindigen, hanteren we het meerderheidsprincipe. Als we de politiek laten verzanden in eindeloze discussies komen we terecht in een maatschappelijke chaos. Daar worden alleen minder kosjere individuen beter van.
Derhalve vergist Bruno De Wever zich als hij zijn broer terecht wijst, omdat die volgens hem geen canon zou mogen laten bepalen.
We hebben zo’n canon namelijk nodig. In de politiek.
Een canon heeft namelijk een diepe maatschappelijke functie.
Een regering heeft immers nog een andere taak dan ten uitvoer leggen van de volkswil: ze moet de samenleving als samenleving in stand houden. Die noodzakelijke samenhorigheid is in elke samenleving een groot probleem, zoals alle socialisten heel goed weten. Je moet de rijken ertoe brengen te betalen voor de armen. Probeer het maar eens.
Hoe doe je dat?
Ten eerste doe je dat door iedereen ervan te overtuigen dat ze tot een “wij” behoren – weer zo’n woord waar sommigen van steigeren. Nationalisme kun je heel simpel – te simpel misschien – uitleggen. Ouders willen dat het hun kinderen goed gaat. De nationalist wil, bij uitbreiding, dat het de gemeenschap waartoe hij behoort goed gaat. Maar dan heb je wel dat besef nodig dat er een gemeenschap bestààt.
Ten tweede moeten we ons als burgers en als beschaafde mensen gedragen. Daarbij volgen we een hele hoop regels en normen. Kinderen moeten die normen leren. Volwassenen hébben die normen al geleerd en volgen ze (min of meer) in, al weten ze dat zelf vaak niet meer.
Hoe ga je het aan boord leggen zonder die gemeenschappelijkheid, alvast in deze tijd van multiculturele ontbinding?
Onder meer door het invoeren van een canon!
Bevat die canon de ultieme historische waarheid? Natuurlijk niet. De eerste historicus moet nog opstaan die een definitieve historische waarheid weet te definiëren. Dat geldt overigens voor élke wetenschap. Wetenschappelijke kennis is altijd voorlopig.
Maar intussen moet het land wel draaien. De economie, de financiën, de openbare orde, het onderwijs – dat zijn onderwerpen waarvoor beslissingen broodnodig zijn.
Neen: wetenschap en politiek zijn twee totaal verschillende dingen.
We hebben ze beide nodig.
Jaak Peeters
Oktober 2019