ZUM KOTZEN

Het was niet mijn bedoeling om in juli nog een stuk in Doorstroming te schrijven, maar wat met de afgetreden parlementsvoorzitter gebeurd is, is zo ergerlijk dat ik me verplicht zie het uit te schreeuwen.

 

Het overvloedig consumeren van geestrijk vocht door de vorige parlementsvoorzitter was verkeerd, maar op dat punt bevindt hij zich in het gezelschap van vele Vlamingen van alle beroepsgroepen, journalisten incluis. Dat vergoelijkt niet, maar is als nieuwsfeit niet meer waard dan een simpele vermelding.

Wat daarop is gevolgd tart echter elke verbeelding. Het is een explosie van contra-humanisme, van haat en doodsdrift, van dierlijke roofzucht, van zuivere moordlust gericht tegen een pechvogel wiens diepste persoonlijke leven voor iedereen te grabbel werd gesmeten.

35% van de volwassenen gaat op de een of andere manier vreemd. Alweer klinkt hetzelfde riedeltje: die 35% handelen verkeerd. En dat geldt ook voor de betrokken parlementsvoorzitter. Maar Bart Tommelein heeft perfect verwoord hoe we in zulk geval horen te denken: we zijn allemaal mensen. Onderverstaan: hoevelen van hen die nu hard schreeuwen hebben zélf boter op hun hoofd? En wie zijn wij om onze broeder te veroordelen?

Als dit feit al waard was opgekrikt te worden tot nieuwsfeit – omdat er tijdens de vakantie niet veel nieuws te rapen valt en omdat de verkoop dient opgevijzeld – dan had dit op een discrete manier moeten gebeuren. Een droge vermelding, zonder verder commentaar. Een commentaar waarvan sommigen onder het journaille in toepassing van de statistische wetten zich uit eerlijke schaamte best zouden onthouden. Even herinneren aan de me-too-kwestie? En vast zonder toevoeging van suggestieve beelden of een voorbarige beschuldiging van fraude.

Wat we nu meegemaakt hebben veegt de vloer aan met alle wetten op de o zo heilige ‘privacy’ – een wet die de dominante persmeute pas toepast als zij dat zelf goed vindt.

 

Het is gewoon onbeschrijflijk welke morele schade er werd aangericht en welke diepe psychologische wonde het arrogante, lawaaierig gebekte journaille heeft geslagen bij een man die zich in een zwak moment heeft laten gaan, maar waarvan iedereen voorts moet toegeven dat hij een voorbeeldig parlementslid was. Als het genoemde journaille dan nog zo eerlijk was geweest om ook dit laatste aspect even uitvoerig in de verf te zetten!

Maar dat is om te veel evenwicht gevraagd. Tot in de details, inclusief de lieve woordjes die mensen gebruiken in hun meest vertrouwelijke leven, werd hier in het lang en het breed het meest intieme bestaan van de betrokkene uitgesmeerd, de zuiverste tormenterende technieken bij het kwellen van een machteloos slachtoffer stipt volgend. Nog dagen nadien vond dat schuim het nodig allerlei pittige details nader ‘te onderzoeken’.

Het is voorwaar heel moedig om een weerloos, platgeslagen man door de drekpoel te halen. Waarachtig van een onpeilbaar niveau. Een lichtend voorbeeld voor de halve wereld.

Jammer genoeg blijft het daar niet bij, want er zat systeem achter het hele verhaal. Het ‘nieuws’ van de ‘feiten’ werd door een stompzinnig roddelblad verspreid middenin een spreekbeurt die de geviseerde aan het geven was. Het tijdstip was dus heel precies getimed. Vervolgens kon men in zichzelf krant noemende bladen lezen “terwijl de fine-fleur van de Vlaamse politiek hun feestdag vierde”, waarmee dat journaille dus openlijk afstand neemt van de Vlaamse feestdag zelf. Het was dus duidelijk de bedoeling de instellingen zelf te treffen, en dit niet alleen bij de redactie van dat ranzige roddelblaadje. Het lijkt wel sabotage. Een dergelijke houding zou in 1946 bezwarend materiaal zijn geweest in de processen die enkele honderden mensen aan de executiepaal brachten: onvaderlands.

 

Een aantal journalisten heeft de kaken strak opeen gehouden. Het vermoeden is gewettigd dat ze beschaamd waren om de meedogenloze wreedaardigheid van wie zij hun collega’s moeten noemen. Jammer genoeg blijken zij niet dominant. Dominant in ‘onze’ pers is een journaille dat geen enkel principe volgt, behalve het eigen belang. Zij vinden dat in dit geval – en in alle andere gevallen waarin zij dat nog vinden – elke humane consideratie overboord mag. Zij zijn de nieuwe satrapen die ongestraft nog net niet over leven en dood beschikken van de slachtoffers die ze eigenmachtig uitkiezen en waarvoor iedereen dus moet sidderen en beven. Wat een uiting van ziekelijke machtswellust! De nieuwe olympische goden die in de zuiverste postmodernistische stijl tot waarheid verklaren wat hen goed uitkomt.

Ze aarzelen zelfs niet om de lezer bedrieglijk op een verkeerd been te zetten, door in de titel van hun stuk te schrijven dat de betrokkene “met uw belastingsgeld” een scheve schaats rijdt. Volslagen gekkenpraat, want zodra iemands loon is gestort doet hij daarmee wat hij wil en hij alleen. Maar dat maakt in hun postmodernistisch ‘denken’ allemaal niet uit. Het past in hun vernietigende beschadigingsactie en dat volstaat.

 

Hun gedrag is dodelijk.

Dodelijk voor elke geloof in de goede wil van mensen die trachten hun taak goed uit te voeren.

Dodelijk voor het geloof in de politieke democratie.

Dodelijk voor de stabiliteit van de instellingen.

Dodelijk voor het geloof in het serieuze argumenterende debat.

Dodelijk voor het geloof in de pers zelf.

Zij zijn het, die de antipolitiek voeden. Zij zijn het die het zo gehate populisme opwekken én opzwepen. Populisme dat ze voor de voeten werpen van politieke partijen met programma’s die hen niet aanstaan.

Wat de mensen te doen staat die dit soort schrijfsels ondanks alles nog trachten te verteren: die moeten het maar voor zich uitmaken. Niemand is evenwel verplicht een abonnement te betalen dat het loon van een stel bloedhonden ten goede komt.

 

Dit is in ieder geval geen journalistiek. Dit is sadistische sensatiezucht. Puur pestgedrag.

Voor schrijver dezes moet dit soort pers verdwijnen. Liever vandaag dan morgen.

Want het is echt ZUM KOTZEN.

 

Jaak Peeters

Juli 2019