Uitverteld

Er was een tijd dat politiek links een wervend verhaal aandroeg. Het was een fris, evenwichtig en sociaal verhaal, een discours van menselijke waardigheid. Zo was politiek links overigens ook geboren. Als reactie op een innerlijk hopeloos vermolmd Ancien Régime dat zich in pure decadentie wentelde, terwijl de massa in vaak de meest armoedige omstandigheden maar één zorg had: hoe te overleven.

Gelukkig voor ons allemaal is aan deze wantoestand een einde gekomen. Dat was zo noodzakelijk, dat het huidige liberalisme nog altijd het stigma van profitariaat niet kwijt is geraakt. Het weinig sociale gedrag van liberale voormannen zoals De Gucht en Verhofstadt draagt niet bij tot het wegdeemsteren van dit stigma. Wie het odium van belastingfraudeur niet radicaal kan of wil wegbranden, werpt bijkomende smetten op de politieke strekking die hij of zij beweert aan te hangen.

In een eerste reactie zou je geloven dat links door het verdacht aandoende optreden van het liberalisme het manna voor de voeten gesmeten krijgt en het dus maar op te rapen heeft.

Het eerste is misschien juist; het tweede gebeurt niet.

Dit zou wel eens het gevolg kunnen zijn van het zich vastklampen aan het succes van het vroegere links en van het onvermogen om zich in nieuwe, wervende projecten te hijsen. De menselijke emancipatie, de vrije meningsuiting en de sociale rechtvaardigheid zijn nu in onze West-Europese democratieën gemeengoed geworden. Al wie links is zou derhalve driewerf hoera moeten roepen: het grote project is geslaagd. Links is erin gelukt haar maatschappijvisie in werkelijkheid om te zetten.

Wat zou de taak van links vervolgens nog kunnen zijn?

Je kunt vanzelfsprekend dromen over een ideale wereld. Maar zelfs een schoolkind gelooft tegenwoordig niet langer in Sinterklaas. Links zou ook over de grenzen kunnen kijken en haar dromen zoveel mogelijk uitdragen over andere continenten. Reken maar dat links hiermee nog héél lang de handen vol heeft. Is alles koek en ei in Oost-Europa? In Klein-Azië? In het Midden-Oosten? Met die gebieden hebben we toch elke dag te maken?

Een andere en dichter bij ons liggende opdracht zou kunnen zijn: de verwezenlijkingen bewaken en verfijnen. Als anderen uitvoeren wat je zelf altijd hebt gewild, mag je niet alleen tevreden zijn, maar moet je aanmoedigen. En helpen aanpassen aan de nieuwe tijden, precies om te behouden.

Dat zou dan betekenen dat de linkerzijde haar hele oppositiepolitiek moet herzien. Die oppositie lijkt vandaag niet alleen warrig, ongecoördineerd en versplinterd, maar vooral ondeugdelijk en soms oneerlijk. Het is een spervuur van los kruit, afgevuurd op een meerderheid die op de lange termijn bezien uitvoering geeft aan wat links zelf altijd heeft gewild.

Nog deze week bleek pijnlijk de stuurloosheid van links, toen Caroline Gennez (SPA) in het Vlaams Parlement het hervormingsvoorstel voor het onderwijs aanviel en daarvoor van een meerderheidsexcellentie het deksel op haar eigen neus kreeg: hier wordt verwezenlijkt wat de socialistische partij zelf heeft voorgesteld!

Gennez zweeg.

Een ander, even pijnlijk voorval was het bekend worden van het feit dat zowat de hele linkse pers ‘vergeten’ was de nieuwe cijfers van de nationale bank te vermelden over de felle toeneming van het aantal privébanen onder de zetelende zogeheten rechtse regering. In dezelfde media blijft men intussen onverminderd doorgaan met het schelden op lieden die een afwijkend standpunt koesteren: wie opkomt voor een beperking van de immigratie is een racist en behoort bij extreemrechts. Peter Mertens, een volbloed communist, krijgt tegelijk in een bekend weekblad een column, zonder dat hij als extreemlinks wordt weggezet. Ook nog dezer dagen vond een ‘groene’ voorman het nodig om de zaak van Oosterweel nog eens op te rakelen. Volgens hem moet de hele ring van Antwerpen een overkapping krijgen. Doch niemand legt ons uit hoe een dergelijk duur project betaald zal moeten worden. Het is echt niet door op alle slakken zout te leggen en koppige ezeldrijvers van het slag van Manu Claeys achterna te hollen, dat het netelige probleem van het verkeer rond Antwerpen opgelost zal raken.

De hoofdvogel deze week werd echter afgeschoten door Bart Eeckhout, wiens sektarisme inmiddels zowat legendarisch is geworden.

Onder de titel “70 miljoen” trok Eeckhout in De Morgen van leer tegen de volgens hem te hoge subsidiëring van politieke partijen in tijden dat van de bevolking een matiging wordt gevraagd. Dat vooral de grootste partij van het land, N-VA, van die financieringsregeling het meeste profijt trekt wringt Eeckhout duidelijk. Hij moet zijn eigen sektarisme hebben aangevoeld, want hij voegt er meteen aan toe dat de partij daar zelf niet eens aan kan doen. Maar tegelijk schiet hij toch maar opnieuw een vuurpijl af naar de grote demon, omdat de N-VA het optrekken van het uitgavenplafond bij de verkiezingen had bepleit. Het komt bij Eeckhout niet op dat die vraag misschien voortkomt uit de intussen sterk gestegen prijs van reclamevoering. Neen: omdat de partij gewoon niet weet wat ze met haar geld aan moet, zoekt ze uitwegen om toch niet te moeten inleveren. Of: ‘N-VA is asociaal’.

Natuurlijk is de vraag of de huidige partijfinanciering nog verantwoord is legitiem. Maar het blijft een raadsel hoe Eeckhout er toch in slaagt om een redelijke vraag om te toveren tot een aanval op de partij die hij kennelijk haat.

Als zoiets door socialistische voormannen wordt geschreven in dé leidinggevende linkse krant, dan rijst de grote vraag: hebben die gasten geen zinniger dingen te vertellen? Is het socialisme van vandaag dan vervallen tot een uitzichtloze poging om het graaien uit de nationale geldpot zo lang mogelijk te rekken, in dat geval kennelijk bedoeld als middel om ‘sociale rechtvaardigheid’ te doen heersen? Zoiets als wat zonderling denkende vakbonden doen als die het land overhoop zetten om onhoudbare voorrechten toch te behouden, in plaats van mee te helpen aan de ombouw van de samenleving en die gereed te maken voor de toekomst. Zulke vakbonden zouden trouwens uitgerekend een operationeel links tegenover zich moeten aantreffen… En is het scheppen van sociale rechtvaardigheid echt hetzelfde als het massief invoeren van ‘asielzoekers’ van compleet vreemde origine, goed wetend dat hieruit huizenhoge maatschappelijke problemen voortkomen? Moet je dan inderdaad niet gaan ijveren om hiervan de oorzaak weg te nemen en actie te voeren in de herkomstlanden? Voor het internationalistisch denkende links kan dat toch niet onmogelijk zijn?

Het blijft ook op dit punt bevreemdend stil.

Het lijkt er daarom steeds meer op dat links het regime dat haar eigen historische realisaties nu verder uitbouwt naar de keel wil grijpen, omdat het zelf geen positieve toegevoegde waarde meer heeft aan te bieden.

Links heeft geen eigen wervend verhaal meer.

Het is uitverteld.

 

 

Jaak Peeters

Juni 2016

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *