De wind is wat gaan liggen en het stof is weggewaaid, nu een Grexit zogenaamd vermeden werd, de Grieken een ijzige reeks pijnlijke ‘hervormingen’ door de strot geduwd kregen en het overmoedige Syriza op de knieën ging.
Wat gebeurd is zou ons nochtans tot nadenken moeten aanzetten, want het verhaal levert heel wat vragen en overwegingen aan die niet alleen ongemakkelijk zijn, maar die ook tonen dat de schone schijn die media en politiek ophangen dringend aan correctie toe is.
Er is nogal wat kritiek geleverd op de flamboyante Yanis Varoufakis, de hoog-intelligente linkse Griekse economieprofessor, die bij de gedachte aan de herinvoering van de Drachme natte dromen kreeg. De man zou niet eerlijk zijn geweest, omdat hij al van bij het begin van de onderhandelingen met de IMF/EU-bazen een plan-B op zak zou hebben gehad. Also sprach de Europese Commissie.
In normale omstandigheden zou men een minister die met zo’n B-plan in de binnenzak naar de onderhandelingstafel trekt het predicaat ‘voorzichtig’ toeschrijven. Maar in Europa gaat dat dus anders.
Waarom gaat dat anders in Europa? Duldt Europa geen spaandertje twijfel? Is het, bijvoorbeeld, voor de volle 100% ongeoorloofd zelfs maar te veronderstellen dat sommige partijen in onderhandelingen niet tenminste ook in belangrijke mate aan hun eigen, individuele belang denken en echt niet alleen maar geporteerd zijn voor het collectieve heil? Toch twijfelt niemand eraan dat Merkel onder zware druk van de Duitse publieke opinie stond, toen ze de Grieken het mes op de keel zette.
Er zit zware, héél zware spanning op het hele EU- en EURO-systeem en elk sprankeltje twijfel, hoe klein ook, draagt in zich de kiem van de worm die uiteindelijk het hele gebouw in elkaar kan doen storten, is daarom onverdraaglijk en wekt hysterische reacties op.
Wat in hierbij storend is, is het feit dat niemand erkent dat de kiemen die tot dodelijke wormen kunnen uitgroeien altijd en overal aanwezig kunnen zijn, simpelweg omdat geen enkel menselijk project perfect en zonder constructiefouten is. Er bestaan geen alles te boven gaande, foutloze of onfeilbare menselijke projecten. Wie niet overweg kan met het bestaan van dergelijke mogelijks ontwrichtende kiemen, moet de blik wenden naar een of andere dictatoriale aanpak, waarvan de twintigste eeuw er twee soorten heeft laten zien. Ofwel moet men maar best meteen de beperktheid van elk menselijk project erkennen en aanvaarden dat àls dergelijke ongewenste kiemen zich roeren, daar gepast op moet ingespeeld worden.
Maar daarmee is het hek natuurlijk niet van de dam. Alles hangt af van wat begrepen wordt onder het woord ‘gepast’. Voor sommige, nog steeds luid klinkende, stemmen moet die kiem zelf worden gesmoord. Dat gebeurt dan door dergelijke kiemen te voorzien van etiketten zoals extreem-rechts – straks overigens ook van extreem-links, want ter linkerzijde klinkt het gemor tegen de gang van zaken ook steeds luider. Binnen het hier beschreven discours situeren zich de uitspraken van lieden als Mark Eyskens, die ons meedelen dat de EU nu eenmaal onontkoombaar is en dat de erosie van de natiestaat onvermijdelijk in de wetmatigheden van de geschiedenis geschreven staat en de mensen zich dus maar moeten neerleggen bij de feiten, die zij zelf in hun onmetelijke wijsheid al veel eerder hebben opgemerkt. Wie het daarmee niet eens is, plaatst zich dan meteen buiten de redelijkheid en kan derhalve met reden extreem worden geheten.
Het verhaal van de voorgewende onvermijdelijkheid van constructies zoals de EU wordt op vele manieren onderstreept: de zogeheten globalisatie, het verschuiven van de economische macht naar de nationaliteitsloze sanhedrins van de grote multinationals enzovoorts. Om die efficiënt aan te pakken zou het doorschuiven van politieke macht naar Europa dan ook onvermijdelijk zijn, omdat de oude natiestaten te onmachtig zouden zijn.
Allemaal zijn het versies van slechts één enkel, simpel verhaal: dat je om je wereld veilig te structureren moet kunnen rekenen op een straf functionerend politiek centrum. Het is niets anders dan een uiting van typisch westers beheersingsverlangen, erop gericht om Het Lot de baas te blijven. Of nog: het in politieke instituties gegoten wantrouwen van de westerling tegenover de demonen in zijn eigen ziel. Het bewijst het gebrek aan geloof in de eigen mogelijkheden.
Wat is daar eigenlijk voor origineels aan?
Alles welbeschouwd: niets.
Dezelfde gedachtegang werd gevolgd door de protagonisten van het centralisme van de oude Franse en Engelse natiestaten, die immers de regio’s nodig moesten verenigen om de al dan niet Hobbesiaanse uitdagingen van hun tijd aan te kunnen: de motivatie ook waarom de Montesquieu zijn waarschuwende trias politica formuleerde en zich vierkant keerde tegen de Leviathan van zijn Engelse voorganger.
Er bestaat geen intrinsiek, inhoudelijk verschil met het huidige EU-discours. Het enige verschil is: de schaalgrootte.
Maar precies hier houdt zich de worm van de toekomstige ontbinding nog het meest schuil. Want als de schaal van de regionale eenheden in de zeventiende eeuw te beperkt was geworden, wat verhindert ons dan te stellen dat de schaal van de tot de omvang van een half doch klein continent uitvergrootte Europese natiestaat over pakweg 50 jaar eveneens, en vermoedelijk nog veel sneller, zal aanbotsen tegen de grenzen van zijn eigen macht? Schaalgrootte is immers altijd een relatief begrip en de uiteindelijke grenzen van ons handelingsvermogen vallen samen met de grenzen van de planeet. Daar is Europa maar een heel klein stukje van. Welk discours zullen de eurofielen van vandaag dan aanvoeren om het voortbestaan hun EU – op dat ogenblik feitelijk tot een regio van de planeet herleid – te bepleiten?
Daar komt nog bij, ironisch genoeg, dat uitgerekend het hypercentralistische Frankrijk vandaag onderhevig is aan een decentralisatieproces, waarbij nota bene de oude, zogenaamd onmachtige regio’s van voorheen weer op het toneel verschijnen. De hergeboorte van de demonen waarvoor eurocratië zo davert? Is dat de reden waarom de EU zo fanatiek weigert met de regio’s aan de slag te gaan? Angst voor Het Lot dat toch altijd soeverein blijft?
Het is overigens geestig dat deze laatste wijsheid ons met name door de oude Grieken werd aangereikt…
En ook in Groot-Brittannië klinkt nu alweer de roep om een nieuw referendum over de Schotse onafhankelijkheid.
De kiem van de ontbinding van de EU, waarover steeds luider wordt gesproken, zit dus vast in de conceptuele bodem van het hele Europese project ingebakken en vroeg of laag ontwaakt de worm onverbiddelijk.
Daar komt nog bij dat de EU zonder de Tweede Wereldoorlog en de daarop volgende Koude Oorlog vermoedelijk nooit van de grond zou zijn gekomen. Maar de herinnering aan die beide perioden wordt in de geesten van steeds groter wordende aantallen Europeanen steeds vager. Naarmate de jongere generaties de ouderen opvolgen, worden de feiten van de twintigste eeuw steeds meer versteende geschiedenis. Meer zelfs: naarmate Europa nog méér vreemdelingen van niet-Europese origine opneemt, wordt die herinnering nog véél vager, omdat die mensen terecht niets willen te maken hebben met de oude frustraties van Europese politieke elites, die koortsachtig op zoek zijn naar het wondermiddel dat voor eeuwig en drie dagen de gevaren uit het verleden buiten de deur zou houden. Zullen de Afrikanen die op de vlucht sloegen voor oorlog en pestilentie in eigen land, bereid gevonden kunnen worden om de collectieve herinnering aan de trauma’s uit het verleden van Europa ook tot hun eigen herinnering te maken?
De Europese constructie zou wel eens veel brozer kunnen zijn dan haar impresario’s zichzelf voorhouden.
Hoe hardnekkiger de eurofielen het EU-project afschermen tegen elke vorm van inhoudelijke kritiek, hoe feller de worm zal groeien en hoe groter de kans dat de worm uiteindelijk het hele EU-project opvreet. En dat, tot onuitspreekbare wanhoop van de grote en kleine Eyskensen van deze wereld, de oude regio’s levenskrachtiger dan ooit uit de puinhopen van de ineengestorte EU-constructie zullen oprijzen. Dat die oude regio’s niet noodzakelijk de vorm van de natiestaten uit de achttiende eeuw zullen aannemen, is zeer waarschijnlijk, tenzij iemand bereid is te geloven dat honderdvijftig jaar volksnationalisme in Europa geen enkel spoor in de geschiedenis zal nalaten. Dat laatste zou dan in ieder geval afwijken van wat we overal elders in de wereld zien, waar zelfs verdwenen gewaande Wendat-etnieën weer opstaan.
De worm groeit in ieder geval. Als Merkel de harde tante moet spelen onder druk van haar publieke opinie, wat zal dan verhinderen dat hetzelfde in andere landen plaatsvindt? Hoe zal de eurofilie dan reageren? Troepen sturen, misschien, waarmee meteen voorgoed zou bewezen zijn dat de EU slechts een vergulde uitgave is van de zo talrijke eerdere pogingen om met geweld één groot Europees rijk op te trekken? Daarmee zou het Europese project alle democratische legitimiteit verliezen en nog meer voluit in de kaart worden gespeeld van de mensen in Zuid- en in mindere mate Noord-Europa, die nu al met afgrijzen verwijzen naar wat de Grieken door de EU werd aangedaan. Als het die richting verder uitgaat, groeit de kans dat zich in Europa herhaalt wat de Islamitische IS zo ver heeft gebracht: een succesvolle mobilisatie van de wrok tegen datgene wat de elites voorstellen als ‘modernisering’. Wie zal de uitbraak van zo’n wrok ooit beheersen?
In het voorbijgaan is het zinvol erop te wijzen dat niet alleen eurofiele, doch àlle elites in de klappen zullen delen: het zou goed zijn als thans regerende Belgische en Nederlandse politici zich hierover zouden beraden. De storm zal heus niet stilvallen aan de poorten van nationale parlementen.
Men ontkomt niet aan de indruk dat er echt niet veel meer nodig is voor een totale politieke aardverschuiving. Het doet allemaal denken aan de spanningen op de vooravond van de Franse Revolutie.
Misschien is het toch verstandiger maar eens grondig en zeer kritisch na te denken over de grondslagen, de aard en het nut van het Europese project zelf en ons af te vragen of mensen zoals Abraham Kuyper, met diens soevereiniteit in eigen kring – vandaag wellicht op te vatten als ware subsidiariteit oftewel het vertrouwen in de positieve krachten in mensen– , zo ver beneden de waarheid zaten. Zoiets heet: gepast reageren. Zolang eurofilië evenwel verkiest de kop in het zand te steken en een onwillige tegenspeler zoals Varoufakis gelijk dan maar van oneerlijke bedoelingen te beschuldigen – alleen maar omdat die scenario’s verzint om zijn volk ten dienste te zijn – zit die wijsheid er echter niet in.
Het maakt de komende aardverschuiving nog waarschijnlijker én erger.
Jaak Peeters
Augustus 2015
Geachte heer Peeters,
Ik lees eigenlijk al meerdere jaren uw tijdschrift, dat U nog geen reacties van mij ontving heeft er alles met te maken dat ik er dezelfde mening op nahoud.
Vlaamse groet Raf Torfs
De Klokke
Duffel