Er is al langer veel te doen over een mogelijke ‘Grexit’: het uittreden van Griekenland uit de Eurozone of zelfs – hoe durven ze! – uit de Europese unie.
Wat Syriza echt wil is niet zo moeilijk terug te vinden. Even het internet raadplegen volstaat. De kern lijkt me gewoon te wezen: Griekenland wil best wel zijn staatsschulden verminderen en zijn financiële verplichtingen nakomen, maar niet als de prijs daarvoor de totale verarming van de bevolking is.
Sommigen, zoals Thomas Piketty, vinden dat schulden niet altijd hoeven afbetaald. Dat is nogal moeilijk vol te houden, als je tenminste in de mogelijkheid wil zijn op latere datum nog eens geld te lenen. Nog anderen zijn van oordeel dat je schulden moet maken en de vermindering van staatsschuld helemaal niet hoeft. Amartya Sen vertelt in de Groene Amsterdammer van 25/6 dat toen Groot-Brittannië ging experimenteren met de invoering van de verzorgingsstaat, de staatsschuld van dat land 200 % van het BBP was. Dat kan juist zijn, maar dat was 1948, een periode van massieve economische groei. Dat is nou precies waar Syriza op wijst: de afbetaling van de schuld moet zoveel mogelijk uit de groei worden gefinancierd. Maar dan moet je de kans krijgen om te groeien! Bovendien is daar inderdaad het blote feit dat de Nazibezetter de Griekse centrale bank gedwongen heeft een lening aan hem toe te staan. Nogal wiedes dat de Grieken dat geld nu terugvragen, nu hen vanuit Berlijn het mes op de keel wordt gezet.
Allemaal interessante overwegingen, maar het voornaamste punt is, lijkt me, dat iedereen moet stoppen met de escalatie, de machtigste partij het eerst. Men van heeft van beide kanten goede redenen voor het innemen van hun positie, maar Europa heeft wel de minst goede.
Crediteuren hebben het recht hun geld terug te krijgen en te eisen dat de Grieken hun afspraken nakomen. Je moet echter niet profeteren over een solidaire Europese Unie, als diezelfde Unie niet bereid is te voorkomen dat haar politiek leidt tot het ten gronde richten van het sociale weefsel van haar lidstaten. Griekenland is niet eens een grote lidstaat en enig geduld – dat volgens Van Overtvelt ontbreekt -, zou dan ook niet misplaatst zijn. Maar kennelijk is dat geduld er dus niet en in dat geval bevindt deze lidstaat zich in een positie van wettige zelfverdediging. Het zou echter goed zijn en vooral duidelijk als de Grieken zich ook formeel in een toestand van wettige zelfverdediging zouden plaatsen.
Er is veel corruptie in Griekenland. Misschien zelfs nog meer dan in België. Maar dàt wisten de koppige huidige eurobazen ook toen ze Griekenland absoluut in de muntunie wilden. Dààrom precies zou Europa best een toontje lager zingen: het heeft het probleem bewust zelf mee veroorzaakt. Het moet nu de tijd zijn werk maar laten doen. Het erge is dat de EU-bonzen die het probleem mee hebben veroorzaakt zelfs niet ter verantwoording worden geroepen. Ze kunnen ons, belastingbetalers, dus ongestraft op kosten jagen. Ook daarom zijn zij verplicht om zich fatsoenlijk te gedragen – deze laatste term in de betekenis die Margalit daaraan toekent. En ook daarom spelen zij met de slechtste kaarten.
Er is een heel andere kwestie. Die ligt verscholen onder het dagelijkse gekwetter en animositeit. Dat is de pijnlijke constatering dat de Europese Unie helemaal niet die haard van democratie is, waarvoor ze zichzelf in artikel 2 van haar eigen ‘grondwet’ toch zo graag uitgeeft.
Ik zie de dingen in ieder geval anders dan Eeckhout in De Morgen van 30 juni. Die blijft koppig eurofiel en daarom komt hij er niet toe het optreden van de EU als een aanslag op de democratie zelf te zien. Ikzelf ben niet eurofiel en ik zie in het hele gebeuren wél een harde aanval op de democratie. Pure machtspolitiek is het, een bezettersgedrag, wat Eeckhout trouwens moet erkennen.
Men kent toch de geschiedenis? Telkens wanneer aan de bevolking gevraagd werd wat die dacht over de zogeheten ‘grondwet’ – zeg maar de kern van de huidige Europese Unie – bleek dat de meerderheid ze afwees.
In plaats van vervolgens in gesprek te gaan met diezelfde bevolking, heeft men de tekst van die ‘grondwet’ lichtjes gewijzigd, zonder evenwel de essentie ervan te veranderen. Vervolgens werd die unie doorgeduwd. Als de burgerij zich nu nog wil verzetten kan ze maar één ding meer doen: naar het geweer grijpen. Letterlijk. Zoals de Boerenkrijgers. Het alternatief vindt je beschreven bij de Tocqueville, als die ons uitlegt hoe de modale Amerikaan heel egocentrisch bezig is met het rusteloos najagen van zijn eigen burgerlijke genoegens, maar intussen zijn bestaan laat begrenzen door zijn eigen persoon en zijn belangen. Over de hoofden van die burgers heerst dan een Verlicht Despotisme dat alle macht naar zich trekt, de nationale regeringen volkomen uitholt en de nationale administraties tot een verlengstuk van zichzelf degradeert. Is het dàt wat Europa ‘democratie’ wil noemen?
Het ging dus de bevolking bij de referenda wel degelijk om een essentieel goed: het verlies van de greep op de eigen toekomst – de vrijheid, zeg maar – en de angst om die greep in de handen te leggen van lieden, waarvan men om allerlei redenen niet zeker kan zijn dat die het met de modale burger altijd goed voorhebben. Angst om in de macht te komen van een ongenaakbaar eurocratië.
Nochtans is precies één van de belangrijkste motieven om de democratische besluitvorming bij de verzameling van de burgers te leggen te vinden in het feit dat diezelfde burgers het recht niet ontnomen kan worden te allen tijde hun eigen belangen te behartigen of te verdedigen, desnoods tegen de gezagsdragers in. Noem het emancipatie.
Welnu: de dames en heren die de Europese touwtjes in handen hebben draaien en keren precies zolang tot zij hun eigen zinnetje krijgen, wat de burgers ook mogen denken. De rol van deze laatsten wordt herleid tot die van een makke stemkudde. Ziedaar de keuze: de Tocqueville of de opstand.
Zo werkt een democratie niet. Die is namelijk doorzichtig en concreet. Des burgers wil is wet, zij het in opgeschoonde en onderbouwde vorm. Zich verschuilen achter de uitspraak dat je in de openbare discussie veel onzin hoort en dat het daarom nodig is dat de belangrijke beslissingen door ‘deskundigen’ worden genomen, is zoveel als zeggen dat de burgers niet tot een fatsoenlijk oordeel in staat zijn. Wie zulks door zijn praktijk te zien geeft, moet niet met zijn democratische waarden komen pronken, want die zijn te enenmale afwezig.
Een herhaling van deze misprijzende houding zien we nu weer, bij onder meer de reactie van – nota bene!- de socialist Dijsselbloem, die vindt dat een Griekse regering die een pijnlijk compromis eerst aan haar burgers wil voorleggen om ruggensteun te hebben, de deur voorgoed dichtklapt. Als een uiting van misprijzen voor de democratie kan dat in ieder geval tellen. Niemand kan een gemeenschap het recht ontzeggen te allen tijde en over welk onderwerp dan ook overleg te plegen en te eisen dat de eigen regering tot zolang elke beslissing in beraad houdt. Ook Europa niet, noch het IMF. Op voorwaarde, uiteraard, dat dit overleg geen eeuwigheid duurt en die gemeenschap dus haar verantwoordelijkheid neemt. Bovendien is een regering geen sullige afgezant van Europa. Ze wordt door haar bevolking aangesteld, niet door de EU of het IMF. En in Griekenland is dat op volstrekt democratische manier gebeurd. Eurocratië kan het niet hebben, maar de Griekse regering handelt in opdracht van de Grieken.
Ik heb nog nooit een brutalere manier gezien om de fundamentele regels van de democratie opzij te schuiven. Als de collectiviteit zwaar moet inleveren – want daar loopt geen weg langs – om aan schuldeisers tegemoet te komen, dan mag die collectiviteit daar wel even over nadenken, niet? Al was het maar om de pil door te slikken. Haar het mes op de keel zetten is brutale machtspolitiek. Het is overigens ver gekomen als een land dat zijn sociale plichten wil volbrengen dààrdoor ‘zelfmoord’ pleegt, zoals H. van Rompuy ons meedeelde. Misschien is het de pest of de cholera, maar zelfs die keuze wordt de Grieken ontzegd. Broek af, punt uit! Ik begrijp dat schuldeisers ongeduldig worden als ze altijd maar op hun geld moeten wachten – al hadden die beter moeten weten. En ik deel de opvattingen van Piketty niet. Maar hoe dwingend de verplichtingen van de debiteuren ook zijn mogen, ze genadeloos op de knieën dwingen en op de buik door het stof doen kruipen: zo hoort het zeker niet. Ook niet als het de bedoeling is om een linkse regering uit het zadel te lichten. Niet alleen omdat zulks niet toekomt aan de EU of het IMF, maar omdat het kortweg dwaasheid is. Het is het opstoken van diepe maatschappelijke woede, wrok en haat. Niemand immers hoeft een dergelijke vorm van vernedering te nemen. Dit leidt dus tot alweer nieuwe botsingen, conflicten of erger. Gelooft er iemand dat er nu nog eurofiele Grieken rondlopen? Het beste is dan nog dat Griekenland het hele EU-zootje laat voor wat het is en andere bondgenoten zoekt. Voor één keer ben ik het met De Gucht eens.
Men vraagt zich nu af waar de pers in heel dit verhaal blijft. Die pers beweert toch altijd met de democratie begaan te zijn? Staat een vlaamsnationale partij niet nog steeds geklasseerd als ‘ondemocratisch’- hoewel haar op dat punt niets meer verweten kan worden, terwijl een amokmaker als Abou Jahjah wél aan het woord kan komen? Maar als de democratie overduidelijk door Europese satrapen de nek wordt omgedraaid, onder meer omdat ze nu eenmaal de door henzelf gewilde Europese Unie tegen 2025 willen ‘voltooien’- de ware reden waarom landen die daar van geen kanten rijp voor waren zo nodig toch in de EU- muntunie moesten opgenomen worden -, dan hoor je nauwelijks een onvertogen woord in de pers. In de plaats daarvan spreekt Isabel Albers in de Tijd over een “eenzijdige beslissing van de Griekse regering om een referendum uit te schrijven”. Hoezo: eenzijdig? Is een referendum dan niet een hoogmis van democratie? Waar haalt Albers dan het recht om de Grieken er zijdelings van te beschuldigen Europa uit elkaar te willen duwen, zodat “de geest uit de fles” komt? Welke geest, mevrouw Albers? Is euronationalisme dan niet ‘een geest’? Albers beschuldigde de Grieken ervan “het mooiste project in Europa” te willen saboteren. Zo begrijp ik haar. Volgens dit soort nieuwspraak is het toepassen van de meest fundamentele democratische regels dus sabotage.
Mijn eigenste dochter heel veel vragen heeft bij het Europese project en windt zich op omdat ‘men’ allerlei beslissingen neemt waar zij geen woord in kan meespreken hoewel ze haar aangaan. Ze is nogal democratisch ingesteld en schrijft al eens een lezersbrief om haar mening te uiten. Kennelijk kan ze het goed uitleggen want meestal worden die brieven ook afgedrukt, want ik kan me voorstellen dat redacteurs flink wat ongeschikt proza op hun tafel geschoven krijgen.
Maar telkens wanneer zij een eurosceptische lezersbrief instuurt, verschijnt die mooi niet. Bij herhaling en bij verschillende redacties heeft ze de test gedaan, tot ze tenslotte een redacteur aan de lijn kreeg die haar bevestigde dat ‘ze’ dit soort brieven niet publiceren.
Daaruit volgt maar één conclusie: onze pers heult in de praktijk mee met die lieden die over onze hoofden heen politieke constructies in elkaar knutselen, waarvan de burgerij de consequenties niet doorziet en ook niet mag doorzien en die functioneren als het zuiverste nauwelijks verlichte despotisme. Het lijkt wel een complot.
Ik weet niet hoe het gesteld is met het maatschappelijk debat in de Verenigde Staten, maar ik zie wel wat er in Europa gebeurt. Wat we in Europa meemaken is een schoolvoorbeeld van wansmakelijk misbruik van grote woorden en een vorm van schandalig misprijzen voor de menselijke en politieke waardigheid van de modale burger en voor de zo duur bevochten democratie in het algemeen.
En de volken? Die worden langzaamaan verstikt, doodgedrukt door een ondemocratisch, onoverzichtelijk en zich ver boven het publiek verheven wanend machtssysteem in de handen van een relatief klein kliekje, aan het hoofd van de tot een huiveringwekkende realiteit geworden Big Brother in de vorm van een ‘voltooide’ Europese Unie, met bijhorende Nieuwspraak en al. Ze worden tot machteloze provincies gereduceerd. Alles naar het recept van Van Rompuy: interessant, die volken, maar niet relevant. Diens uitspraken sluiten naadloos aan bij die van een andere verlichte eurodespoot: Juncker. Zijn uitspraken staan te lezen in het recente Manifest aan het volk van Nederland.( uitg. Blauwe Tijger)
De hoger aangehaalde irrelevantie krijgt zijn volle betekenis als men ziet hoe de EU alles doet om een Europese identiteit over de nationale heen te schuiven. Maar omdat die Europese identiteit gewoon een andere identiteit is die à la stoemelinx wordt opgedrongen, komt ze in botsing met de bestaande nationale en/of etnische identiteiten. De geschiedenis van de Belgische staat doet vermoeden wat hieruit voort zal komen en wat de realiteit van zo’n democratie op Europese schaal dus echt is. Bovendien gaat men regelrecht in tegen een wereldwijde trend, die net op de erkenning van de etnische rechten is gericht. Om de nationale identiteiten te verzwakken bevordert men de massa-immigratie van niet-Europese volken en de vermenging van de Europese. Gehoopt wordt dat het dan makkelijker zal zijn om een ‘relevante’ Europese nationale identiteit te doen postvatten. Alweer toont de geschiedenis hoe illusoir dat staatsnationalistisch constructivisme wel is. De betrokken dames en heren koesteren op dit gebied de ideeën uit het einde van de negentiende eeuw, met een verwijzing naar het Milletnersysteem van de Ottomanen bovenop.
Exit in ieder geval democratie.
De volkeren van Europa zijn gewaarschuwd: dat kille EU-monster zal er niet voor terugdeinzen om welk volk dan ook in de vernieling te jagen als het dat nuttig vindt.
Orwells 1984 wordt werkelijkheid.
In 2025.
Wat dààrna komt, weet ik niet, maar ik vrees dat ons continent er niet rustiger of veiliger op zal geworden zijn. Duizend jaar vrijheidsdrang laten zich niet uitwissen door een arrogante bovenlaag van koele, nationaliteitsloze technocraten.
Ik geloof niet dat de vrede verborgen zit in structuren of ideologieën, maar wel dat ze te vinden is in het diepe respect voor mensen en volken, voor culturen en beschavingen, voor werken en denken van iedereen. Dat respect, die esthetische houding, is in de EU zoals we haar kennen, met haar arrogant verlicht despotisme en haar politieke en culturele pletwalserij, compleet afwezig.
Europa zou zich beter op een klein aantal echte kerntaken richten, in plaats van in de plaats van de naties te willen treden en hen van de zo duur bevochten vrijheid te beroven.
Als het daartoe niet bereid is en aan Europese staatsnationalistische machtspolitiek denkt te moeten doen, moeten de burgers maar eens nadenken over al die revoluties in het verleden.
Vrijheid is een namelijk groot goed.
Daar zijn er al veel voor gevallen.
Jaak Peeters
Juli 2015