In een van de recente nummers van de Groene Amsterdammer bericht Casper Thomas over de opvattingen van de Britse protest-intellectueel Tariq Ali. Die meent dat er in Europa een nieuwe intelligentsia in de maak is die links is, afstand neemt van het kapitalisme en van rechts, maar zich ook verzet tegen de huidige EU, die Ali zowat de meest ondemocratische instelling op het oude continent noemt.
Ali is opgegroeid in de communistische middens in Pakistan en hij kreeg het activisme met de paplepel ingegoten. Op de vlucht voor het militaire regime in Pakistan kwam hij terecht in Groot-Brittannië, zoals vele andere Pakistanen.
De rode draad door zijn activisme is het opkomen voor de werkende klasse en tegen een ongebreidelde vrije markt en tegen imperialisme.
Ali meent dat Europa een soort derde entiteit had moeten worden op het wereldtoneel, onafhankelijk en sociaal. Maar dat is dus niet gebeurd.
Natuurlijk is de huidige EU weinig anders dan het hoogst vreemd aandoende conglomeraat van kapitalistische groepen en een zichzelf hoogverheven achtende politieke elite, die in het overal opspelende nationalisme de grote vijand ziet. Zelf schijnt de EU niet in te zien dat ze eigenlijk weinig anders doet dan het oude nationalisme van de staten of de volken te discrediteren om het vervolgens te vervangen door een Europees nationalisme. Dat zijn niet mijn woorden, maar die van de eerbiedwaardige Noorse antropoloog Thomas Eriksen.
Maar door zich zo op te stellen speelt de EU onder één hoedje met “het kapitaal”. De EU-politiek is, vrij naar Lenin, niets anders dan ingekookte economie. Daarbij verkondigt het liberalisme de stelling dat de staat overbodig is, maar, zegt Ali, zonder staat werkt de liberale economie niet.
Wat dan het alternatief moet zijn?
Dat moet kennelijk zijn: de geheven vuist – de linker dan welteverstaan. En de strijd tegen rechts. En ‘dus’ moet de werkende klasse de staat weer in handen nemen, om het kapitalisme te lijf te gaan.
Ik dacht dat dit oude recept afgedaan had.
Is die werkende klasse niet de hedendaagse burgerij geworden? Die burgerij: dat zijn boeren die 2 eurocent krijgen voor hun kilo aardappelen omdat ze door warenhuisketens met toestemming van Europa – de macht – worden uitgeperst. Weliswaar is die burgerij niet rijk, maar de meesten onder hen zijn wel bezitters van een woning – of afbetalers met de hoop ooit bezitter te worden – en voorts met wat luttele spaarcenten. Of het zijn, zoals boeren, kleine ondernemers. Ze hopen hun korte leven op deze aarde in aanvaardbare welstand te kunnen leven. Ze hebben helemaal geen boodschap aan de proletarische revolutie, die immers in 1989 mis is gelopen.
Er is ook iets fundamenteel mis met de marxistische oplossingen. Wie de staat gebruikt als tegenpool van de kapitalistische machten, verliest meteen ook een neutrale overheid die twee partijen met elkaar kan doen samenwerken. Hij wordt immers zelf betrokken partij. Dat zie je bijvoorbeeld in het Duitse geval, waar de overheid door het bedrijf Vattenfall voor de rechtbank wordt gedaagd omdat de nieuwe handelsverdragen met Amerika het bedrijf 3,7 miljard eur. winst zouden kosten. Of in het geval van de EU. Je kunt een gesprek niet modereren als je zelf gesprekspartner bent: daarvoor heb je een niet-betrokken derde partij nodig.
Bovendien is de tegenstelling niet die van kapitalistische groepen versus de staat, maar die van de genoemde groepen versus de grote massa van de werkende bevolking, die voldoende greep op haar leven moet krijgen. Het probleem is dus dat de democratie onvoldoende werkt. Kapitalisme zal er altijd zijn. Het moet tegengekoppeld worden door een macht, die voort moet komen uit de belangenbehartiging van de grote werkende klasse – de massa van de hedendaagse burgerij.
Welnu: die voelt zich niet vertegenwoordigd. Niet door de EU, niet door de vakbonden die ze er niet helemaal ten onrechte van beschuldigt voornamelijk hun eigen kleine corporatistische voordeeltjes te willen verdedigen, niet door de politiek, die zich associeert met een ondemocratische EU aan de ene kant, en zich laat commanderen door een kapitalistische structuur, deze laatste mee ondersteund door de VS aan de andere kant.
Lapidair gezegd: ons geld is van de banken en ons land is van Europa.
Het grote probleem van onze dagen is dus onzekerheid en onrust en vooral: het gevoel van onmacht. In vroegere tijden was dat laatste niet aan de orde, omdat mensen niet beter wisten dan dat ze door vertegenwoordigers van God of zo werden bestuurd. Maar sinds de secularisatie en de Verlichting is dat veranderd. Mensen kiezen voor nieuwe partijen omdat de oude niet langer geloofwaardig zijn of omdat die zich telkens weer in de oude netten van liberaal kapitalisme of machtsdenken laten vangen – een niet mis te verstane waarschuwing overigens aan het adres van N-VA. Want N-VA zou veel beter dan vandaag het geval is het onderscheid moeten maken tussen het liberalisme, dat weinig anders is dan “graaien wat men krijgen kan” en nationalisme, dat gemeenschapsdenken is en gaat voor “allen voor allen”. Ik denk maar even aan Uplace of aan makheid waarmee men zich verhoudt tot de gemene greep van kapitaalgroepen op onze rust- en verzorgingstehuizen, die in de oude dag van onze mensen een middel zien om geld te verdienen. Dat we vastgebonden zitten in een liberale EU weet iedereen, maar dingen zoals Uplace en de roof van onze verzorgingssector: daar kunnen we wél wat tegen doen.
Anders dan Ali denk ik dus dat de opkomst van nieuwe partijen en hun politieke elite niet wijst op een opkomend nieuwsoortig marxistisch links, want dat wekt al even weinig vertrouwen voor lui die liever hun eigen huisje bewonen. Veeleer lijkt het me een poging om tegemoet te komen aan het door en door democratische verlangen naar zelfbeschikking, naar zekerheid en veiligheid bij de modale burger van vandaag, en dàt lijkt me zowel links als rechts.
Jaak Peeters
Maart 2015
Indien een fabriekseigenaar zij fabriek weggeeft aan de 1000 arbeiders die er werken, wat zal er gebeuren? Het antwoord van een hypercommunist uit het Noorden van Frankrijk op deze vraag was: “Na een jaar is er ruzie en gaat de boel failliet”. Simpel gezegd. Sommigen discussiëren in termen van de kip en het ei. Wat was er eerst de arbeid(er-ster) of het loon. Goed dat er problemen zijn, anders zou er niet meer geduscussiëerd (gefilosofeerd) kunnen worden.