De grootse plannen van de heren Barosso, Van Rompuy en co over een Europese Verenigde Staten sijpelen langzaam door naar de bredere lagen van de bevolking.
Daarmee vallen de maskers van de heren gelijk steeds verder af: de realisatie van de Europese Big Brother, waar Orwell zo passioneel voor waarschuwde. Want welk individueel mens kan zich in zo’n monsterstaat nog laten gelden? Wat blijft er over van zelfbeschikkingsrecht? Er zijn nota bene een miljoen – een miljoen! – handtekeningen nodig alvorens de dames en heren van Europa zich verwaardigen hun gewijde oor te lenen.
Doch die Europese superstaat moet er komen. Om op te tornen tegen China, Amerika en Rusland. Alsof we nog in 1900 leefden en niet in een planetaire situatie. Maar niettemin toch: koste wat het wil. Ziedaar de werkelijke bedoelingen die eurofielen altijd al hebben gehad. Verpakt in de ideologie van de eeuwige vrede. Van cynisme gesproken. Vooral sinds Verhofstadt nog net niet in Syrië ten oorlog kon trekken.
Waarom hebben die euroconstructeurs dat niet eerder gezegd? Waarom hebben ze dat niet gezegd bij het sluiten van het Verdrag van Maastricht en later dat van Lissabon? Of bij de invoering van de euro?
Voor zover bekend is dat onderwerp nog nooit een centraal thema geweest bij welke verkiezing dan ook. Zelfs de “Europese verkiezingen” gingen over nationale thema’s en in werkelijkheid over de positie van een aantal leidende nationale politieke figuren. Zelfs niet eens over een politiek project die naam waardig. Neem nu Groen. Welk politiek project hééft Groen? Het is op z’n minst wazig. Welk politiek project heeft de SPA? Even wazig. En welk politiek project heeft de VLD of de CD&V?
En dan vraagt men zich af: bezondigen diezelfde dames en heren zich dan niet aan populisme?
Er bestaat geen algemeen aanvaarde definitie voor populisme. Maar als er iets kenmerkends aan is lijkt het toch wel dit: populisten komen niet met een eigen politiek project. Het is voornamelijk een politieke stijl en het berust op charismatisch leiderschap.
Tiens. Als dàt waar is, worden we al jaren door populisten geregeerd.
Echter: aan het begrip populisme kleeft ook een zekere onoprechtheid. De populistische leider laat nooit het achterste van zijn tong zien.
Ten tweede male: tiens. Als dàt waar is, dan zijn de eurofielen al vele jaren bezig met het voeren van een populistische politiek. Want zij houden al vele jaren lang het achterste van hun tong achter hun kaken verborgen. Pas sinds kort krijgen we wat van dat achterste gedeelte te zien. En kijk: dat blijkt dan de Verenigde Staten van Europa te wezen. Eidoch: verkondigde ons aller fiscale specialist, de heer eurocommissaris Karel de Gucht, niet onlangs dat er geen sprake is van zo’n Verenigde Staten van Europa?
Zelfs nu eenieder de ware bedoelingen begint te beseffen, spelen ze het spel nog niet open en eerlijk. Weinig fraai.
Het prijzenswaardige Nederlandse blad Trouw bracht een uitgebreid verslag over een opinie-onderzoek bij 7600 mensen over hun houding tegenover Europa. Het blijkt dat de afkeer voor Europa sterk is toegenomen. Dat 43 procent van de Britten de EU liever kwijt dan rijk is tegenover 37 pro, verwondert wellicht niemand. Maar ook in Frankrijk daalt de steun voor de EU naar 41 %. Gemiddeld staat nog slechts 45 % positief tegenover de EU.
Het is vreemd, maar telkens ik met mensen in de straat over Europa spreek, blijkt dat de overgrote meerderheid er op z’n zachtst sceptisch tegenover is. Men is wat positiever over de euro en het wegvallen van douanekantoren vindt zowat iedereen goed. Maar een Europese mogendheid? Ik heb niet het gevoel dat de stichting van de Verenigde Staten van Europa de grootste prioriteit van de man in de straat is. Veeleer krijgt de EU bakken verwijten: waarom lossen die heren de crisis niet op? Waarom moet de Europese administratie zoveel verdienen terwijl wij moeten inleveren? En waarom bemoeit Europa zich met zowat alles en nog wat?
Neen: Europa ligt niet goed bij de bevolking. Om eerlijk te zijn: enthousiast is die bevolking eigenlijk nooit echt geweest. Ik heb nog nooit uitingen van spontane “vaderlandsliefde” gemerkt bij het ontvouwen van het Europese vaandel – tiens: is dat niet een….nationalistisch gebaar? De “Dag van Europa” blijkt geen hond te beroeren.
En dat alles wordt nu door de cijfers bevestigd. Eén studie. Dat is waar. Maar een fenomeen als N. Farage was vijftien jaar geleden niet denkbaar. En de fora van de kranten – voor zover ze niet gesloten werden, natuurlijk – zijn al even duidelijk.
Er is iets gaande en het is niet in het voordeel van de EU.
Is die steeds afwijzender wordende houding dan populisme, zoals de dames en heren beslissers en eurofielen ons willen doen geloven?
Dan bestaan er dus twee soorten populisme: een goed, dat van de genoemde eurofielen en beslissers, en een slecht, dat van de bevolking.
Mag ik dan zeggen dat de elite, of wat daarvoor doorgaat, van het volk is weggedreven? Zich bezighoudt met haar eigen zaakjes, maar de zorgen van de gewone man uit het oog verliest?
En dat dit niet ons Europa is?
Jaak Peeters