Werk voor partijstrategen

Een blogreeks als deze moedigt aan om na te denken over de uitspraken van Gerolf Annemans na diens aanstelling als (interim)voorzitter van het Vlaams Belang. Zijn uitspraken zijn wat verloren gegaan in het medatieke gedruis omtrent het dwaze gezwets van Thomas Lanoye die uit pure zelfhaat de naam van Pieter de Coninck uit het arsenaal van Antwerpse straat- en pleinnamen wilde doen verdwijnen.

De uitspraken van Annemans zijn nochtans veel belangrijker dan de prietpraat van het schijnlinkse “artistieke” clubje.

Annemans wil het Vlaams Belang kennelijk ombouwen tot een radicale vlaamsnationale partij van overtuigend rechtse signatuur en daarbij uitbreken uit het carcan waarin Dewinter de partij had opgesloten: veiligheid en vreemdelingen.

Hoewel hij dat niet zo gezegd wil hebben, betekent dat weinig anders dan het opzij zetten van Dewinter – een beweging die in deze reeks al eerder werd aangemoedigd.

Een dergelijke personele amputatie zou de partij aan de ene kant schade berokkenen: de “racisten” zouden zich in de steek gelaten voelen. Maar aan de meer fatsoenlijke zijde zou de partij heel wat aantrekkelijker worden voor de modale flamingant.

Daarmee zou het Belang een echte uitdaging worden voor N-VA, zodat deze laatste partij niet langer meer kan doen alsof het Belang irrelevant is.

De belgicistische linkerzijde – een moeilijk te vatten combinatie, maar dat moet zij zelf maar uitleggen – zal nog wel enige tijd met het etiketje ‘racisme en extremisme’ blijven slingeren, maar dat zal steeds minder mensen overtuigen. Zelfs de weinig vlaamsbewuste media zullen op den duur niets anders kunnen dan schoorvoetend de realiteit te erkennen.

Dan wordt het voor N-VA menens, want dan wordt het N-VA – monopolie ernstig bedreigd.

Een geherdefinieerd Belang heeft immers wel enkele troeven.

Een greep moge volstaan.

Er is vooreerst de gematigd-kritische houding van het Belang tegenover de EU. Niemand kan er omheen: deze EU is het werk van onze politieke vijanden. Van hen moeten we geen producten verwachten die ons genegen zullen zijn. N-VA zal zich op dat punt grondig moeten bezinnen en gaan inzien dat een afwijzing van de huidige EU wel eens veel Europeser zou kunnen zijn dan het kritiekloos aanvaarden wat uit die EU afkomstig is. Het doet denken aan de uitspraak van Hans Verboven: Europa is te belangrijk om ermee te laten knoeien.

N-VA moet voorts het beginsel van de subsidiariteit herdefiniëren. Dat kan niet bestaan uit de mededeling dat het bestuur op het meest geschikte niveau moet geschieden. De belgicisten vinden België namelijk het meest geschikte niveau en de euronationalisten vinden hetzelfde van Europa. We komen er op die manier dus niet uit. Subsidiariteit kan maar één ding betekenen: beslissingen moet zo dicht mogelijk bij de gewone mens worden genomen – zodat Vlaanderen altijd voorrang heeft op België. De “hogere” niveaus moeten ondersteunend zijn en daar bijspringen, waar het lagere niveau de mogelijkheden ontbeert. We moeten gewoon af van het hiërarchische denken uit de vorstelijke tijd.

Het is duidelijk dat het Belang op dit punt een klare visie bezit, hoewel ze die zelf niet altijd concreet toepast.

Ook het sociale profiel van N-VA behoeft bijschaving. Niet naar de feiten, maar wel naar de perceptie vaart N-VA teveel in het water van VOKA. N-VA moet voor de brede middenklasse opkomen, en dat vereist tenminste een bijsturing van de communicatie. Ook op dit punt kan het Belang scoren, zeker op propagandistisch vlak.

Verder moet N-VA meer intellectuele kracht steken in de voorbereiding van de soevereiniteitsverwerving. De partij heeft goede troeven ten aanzien van het Belang, ook al omdat de term “onafhankelijkheid” op z’n zachtst onrealistisch is. Geen enkele staat is immers ‘onafhankelijk’, ook niet de allergrootste. Wat Vlaanderen moet bereiken is de status van soevereine staat, die zijn eigen rekening maakt en bij machte is om zijn integriteit te beschermen. Dat is een extra-reden om de extremistisch-liberale grenzeloosheid die nu tot de canon van de EU behoort om te buigen tot een (con)federatief denken: een bond van vrije maar in principe soevereine volkeren, met bevoegdheden die tenminste even vérgaand zijn als de kantonnale bevoegdheden in Zwitserland. Reken maar dat je in Zwitserland niet moet komen aandraven met de vraag naar taalfaciliteiten! En wie herinnert het zich nog? Nog maar enkele jaren geleden voerde het laatste kanton in Zwitserland het stemrecht voor vrouwen in. Zo vérreikend kunnen dergelijke bevoegdheden dus zijn. Zwitserland bewijst dat hiërarchisch denken niet hoeft: de gemeente int alle belastingen en doteert kanton en staat.

Belangrijker echter is dit: nu N-VA mee bestuurt, kan ze op het internationale toneel een activiteit ontplooien, wat het Belang niet kan. Want dààr is het, dat over de soevereiniteit van Vlaanderen zal beslist worden. Voor wanneer een conferentie met Catalonië, Baskenland en Schotland, desnoods over een status van waarnemend niet-stemgerechtigd lid, zoals Palestina ons toont?

N-VA heeft voorts iets te bieden op het intellectueel-conservatieve vlak, zeg maar op het vlak van het gemeenschapsdenken. De partij heeft op dat punt ook betere uitgangspunten dan de CD&V. Op dit gebied is het de beurt aan het Belang om zich aan het denken te zetten.

De uithaal van Annemans dat N-VA in de Vlaamse regering zijn beloften niet heeft kunnen houden is natuurlijk zwak, want daar staat een andere, niet voorziene en zelfs erg onderschatte prestatie tegenover: de Vlaamse rekening klopt! N-VA kan dus besturen, hetgeen het Belang nog zal moeten bewijzen.

En dan is er natuurlijk het hele verhaal over de immigratie – een heikele zaak, gezien het verleden. En het mens- en maatschappijbeeld dat de partij wil huldigen. Het Belang heeft niet het voordeel dat het kan steunen op de congressen van Volksunie, waar N-VA op verder bouwt.

Het is dus duidelijk dat een geslaagde ombouw van het Vlaams Belang verre van gegarandeerd is. Als het toch in zijn huidige gedaante blijft voortdenderen kan het maar beter zo snel mogelijk verdwijnen. Maar zal dat inzicht volstaan om de conservatieve krachten binnen die partij het zwijgen op te leggen?

Intussen kunnen de partijstrategen van N-VA zich maar beter voorbereiden. Misschien komen we over vijf jaar uit op één door vlaamsnationale principes gestuurde volkspartij, voor iedereen die alvast niet tégen Vlaanderen is. Twee van dat soort lijkt wel wat luxueus voor ons kleine landje – te klein, zolang Nederland niet nader in het vizier komt, hetgeen een punt is dat zowel N-VA als Belang verwaarlozen.

Niet dat het verkeerd is dat de autonomiegedachte over verschillende partijen verspreid is. We zouden moeten juichen als de traditionele partijen kun oogkleppen zouden afleggen en hun schouders zetten onder het autonomieproject. Dan zouden we van alvast dat probleem immers veel sneller verlost zijn.

Nadien ligt er nog werk genoeg te wachten.

 

 

Jaak Peeters

Dec. 12

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *