Vragen aan het fundamentalistische liberalisme

Het zijn zware woorden. Men aarzelt om ze uit te spreken en zeker om ze neer te schrijven, al is niet iedereen even schroomvallig als het erop aankomt een oordeel uit te spreken over de ideologie van de tegenstander.

Om er toch over te praten lijkt het veilig om toch maar even een beroep te doen op de opvattingen van onbetwiste figuren.

 

Hannah Arendt is hiervan een voorbeeld: het liefje van Martin Heidegger en Jodin, uit Duitsland weggevlucht toen de Jodenvervolging goed op gang kwam.

In haar Totalitarisme analyseert Arendt heel uitvoerig de bronnen en de kenmerken van het totalitaristische denken en heersen. Tot haar meest indringende bladzijden behoren haar analyse van de vermeende wettelijkheid van totalitaire regeringen. Het vreselijke van het totalitarisme is immers, zegt Arendt, dat het zich helemaal niet in de wetteloosheid bevindt. Integendeel opereert de totalitaire heerschappij niet zonder zich door de wet te laten leiden. Evenmin is de totalitaire heerschappij arbitrair, want ze pretendeert strikt en ondubbelzinnig te gehoorzamen aan die wetten van de natuur of de geschiedenis, waaraan alle positieve wetten zogezegd ontspringen. De totalitaire heerschappij is dus helemaal niet wetteloos, maar grijpt terug naar de bronnen van het gezag, waaraan positieve wetten uiteindelijk hun legitimiteit ontlenen. Totalitaire heerschappij vindt bovendien helemaal niet plaats in het belang van één persoon en is dan ook bereid om de vitale belangen van een aantal individuen op te offeren in het kader van de gehoorzaamheid aan de natuurwetten of de wetten van de geschiedenis.

Totalitarisme functioneert binnen een geatomiseerde massastaat, dit is een samenleving waaruit de onzichtbare, vaak zelfs onbewuste banden – het kostbare weefsel, noemt een bekend partijvoorzitter het –  verdwenen zijn en waarin individuen als losse korrels zand naast elkaar leven. “De waarheid is dat de massa’s ontstonden uit de brokstukken van een uiterst geatomiseerde samenleving met een competitieve structuur en bijhorende individuele verlatenheid, die alleen een tegengewicht vond in het lidmaatschap van een klasse.” Arendt ziet zelfs enig verband tussen de totalitaire propaganda en de hedendaagse massareclame.

Deze, soms woordelijk van Arendt afkomstige zinnen, duiden natuurlijk op een enigszins gedateerde visie op het totalitarisme.

Toch klinkt er een schelle waarschuwing uit op.

 

Het is waar dat onze hedendaagse samenleving volkomen ontwricht is. Amerikaanse filmmakers hebben er schokkende prenten over gemaakt. En hoe is het mogelijk, bijvoorbeeld, dat iemand al weken dood op zijn bed kan liggen in een appartementsgebouw, midden in volle stad, vooraleer iemand, gealarmeerd door de stank van een lichaam in ontbinding, de helderheid van geest opbrengt om de hulpdiensten op te roepen? Hoe is het mogelijk dat, zoals Roger Scruton terecht vermanend schrijft, duizenden jongeren opgewonden krijsend staan te huilen voor een podium waarop een stelletje sluwe gozers een hels, oorverdovend lawaai produceren dat ze als muziek doen voorkomen en waarvan ze nadien de cd’s voor veel geld aan soms volkomen gedrogeerde jongeren kunnen verkopen? Dat gebeurt op hetzelfde ogenblik dat een krantenredacteur het bestaat om het zingen van oude volksliederen rabiaat te noemen. Waar is deze samenleving toch in verzeild geraakt?

En dan kan het niet anders, of de woorden van liberale extremisten van het slag van De Gucht en Verhofstadt, doen de wenkbrauwen fronsen en eisen nadere uitleg.

 

Het lijkt er wel op dat deze mensen hun geschiedenis compleet vergeten zijn. Die nochtans recente en, zoals hiervoor toegelicht, uitvoerig beschreven en geanalyseerde geschiedenis, leert ons toch dat precies het ‘middenveld’, het geheel van relaties van concrete mensen onder elkaar, nu net het kenmerkende vormt van het menselijk zijn. Zelfs Aristoteles wees daar al op: de mens is een politiek dier, dat wil zeggen: een dier dat per definitie in een gemeenschap leeft. Wie uitgerekend deze gemeenschappen wil uitroeien in naam van de liberalistische Abstracte Vrije Mens, staat derhalve voor hetzelfde pad waarop al diegenen zijn gegaan die de vereenzaamde massamens nodig hadden om hun totalitaristische dromen tot werkelijkheid te maken. “Niet het verlies van specifieke rechten dus, maar het verlies van een gemeenschap die bereid is om welke rechten ook te waarborgen, is de ramp geweest die een almaar groeiend aantal mensen heeft getroffen.” Fundamentalistische liberale ideologen miskennen het enorme, ja zelfs: onschatbare belang van de beschavingslagen die liggen tussen het individu en de abstracte mensheid. De recente geschiedenis leert hoe gevaarlijk deze miskenning kan zijn.

Voor wie eraan twijfelt dat onder die bedoelde beschavingslagen zich ook de nationale staat bevindt, is het goed even te woorden van W. Prins te overwegen, als die schrijft over de opvattingen van Arendt:: “Nadat de staatsrechtelijk ondermijning van de nationale staatsvorm en de politiek desintegratie van de nationale staat gepresenteerd worden als elementen die tot totalitaire verschijnselen kristalliseren, volgt een analyse van de elementaire structuur van totalitaire bewegingen(…).”

Neen: het volstaat niet op te komen voor de pluraliteit van de menselijke economische behoeften. Echt niet.

 

Het liberalistische fundamentalisme beweert zich voorts op de wet te beroepen, maar dat is wel die wet, die universeel is voor alle menselijke individuen. Zulke opvatting nadert vervaarlijk dicht de illusie die heersers koesterden toen ze zich beriepen op een even universele wetmatigheid, namelijk deze van de Natuur of die van de Geschiedenis. Zoals elk fundamentalisme beroept ook het liberalistische fundamentalisme zich dus helaas op universele wetmatigheden, zoals de Taliban, het Nazisme en het Communisme.

En, als toemaatje: vervaarlijk is ook het verband dat Arendt meent te moeten aanwijzen tussen de voor de totalitaire heerschappij benodigde massamens en de hedendaagse, door het liberaal-kapitalisme doorgedrukte massareclame.

 

Men kan, na deze beschouwingen, het trekken van conclusies overlaten aan de kritische lezer. Maar het is duidelijk dat het fundamentalistische liberalisme voor de opdracht staat voor zijn extremistische positie een aanvaardbare verklaring te verzinnen.

 

 

Jaak Peeters

Maart 11

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *