De kwaliteit van ons maatschappelijk debat

Zowat iedereen veroordeelde de vernieling van het proefveldje van genetisch gemodificeerde aardappelen in Wetteren. Zelfs de partij Groen!, die nochtans op dit gebied van geen kleintje vervaard is, veroordeelde de vandalenstreek.

Hoewel de actievoerders, veelal afkomstig uit Frankrijk, soms hardhandig werden aangepakt, kondigde de leiding van hun bende kort daarop aan dat ze een proefveld met gemodificeerde populieren zou aanpakken.

Het lijdt geen twijfel dat het hier om een extremistische groep fanatici gaat. Een groep van volkomen dolgedraaide Fransen die in Vlaanderen een proefveldje van 3 are komen vernielen: dat is een teken van ziekelijk fanatisme.

En toch is er meer aan de hand dan alleen maar een uiting van onduldbare vernielzucht.

 

Het vraagstuk van de genetische manipulatie van voedsel is namelijk levensgroot. Als de mensheid er niet in slaagt om de aangroei van de bevolking aan te passen aan de mogelijkheden van de voedselproductie, snijdt de idee van genetisch gemanipuleerd voedsel wel degelijk hout.

Het alternatief is een verbetering en uitbreiding van het landbouwareaal, maar dat betekent de verdwijning van het oerwoud en van dus de biotoop van vele diersoorten. Ook dat is onaanvaardbaar, want we weten niet welke effecten deze laatste ontwikkelingen op de toekomst zullen hebben.

Tot hiertoe klinkt het verhaal nog redelijk.

Er zit een levensgrote, gevaarlijke adder onder het gras.

Gentechnologie dreigt grote delen van de voedselproductie in handen van enkele grote multinationals te spelen. Op dit ogenblik schat men dat zowat 90 % van de handel in de thans in gebruik zijnde hybride zaden in handen is van de Monsanto-groep. De landbouw werkt met hybride zaden, omdat de opbrengst daarvan veel hoger is dan bij traditionele zaden. De behandeling die hybride zaden ondergaan heeft niets vandoen met gentechnologie, maar ze valt wel buiten het bereik van de gewone boer en maakt de landbouw dus meer afhankelijk van de industrie.

In het geval van de echte gentechnologie is de vraag in welke mate en in welke zin deze afhankelijkheid nog zou vergroten. Zullen de genetisch gemanipuleerde gewassen hun genetische structuur op natuurlijke wijze overerven? In dat geval kunnen de zaden van deze gewassen uit de klauwen van de multinationals worden gehouden. Maar als dat niet het geval is, vergroot de greep van kapitaalgroepen op onze voedselproductie.

Men moet deze ontwikkelingen echter plaatsen in een nog ruimer kader: de algemene industrialisering van de landbouw.

Wie dezer dagen verwijlt in één van de weinige overgebleven landbouwgebieden in Vlaanderen, moet regelmatig van de baan om plaats te ruimen voor reusachtige landbouwmachines, die zo duur zijn, dat geen enkele individuele landbouwer zich een dergelijke machine kan veroorloven.

Dat betekent dat de landbouw niet alleen zijn greep op zijn eigen zadenproductie verliest, maar dat de feitelijke landbouw op het veld steeds meer afhankelijk wordt van de inzet van grote, dure machines.

De boer zelf wordt steeds meer een manager die de verschillende activiteiten die bij het boeren horen moet sturen en coördineren. Landbouwen wordt niet langer een kostwinning voor mensen die verder geen uitwegen hebben, maar voor geschoolde lieden met leidinggevende bekwaamheden. De feitelijke manipulaties aan de productie zoals zaadproductie, bemesting, bewatering, bestrijding van schadelijke parasieten, wordt een hoogtechnologische bezigheid.

Het gevaar dat nu dreigt is dat deze laatste bezigheden in handen van internationale kapitaalgroepen dreigen te komen – de naam Monsanto is wel vaker in de lucht. Daarmee is onze landbouw pure industrie geworden en zijn onze boeren niet langer vrije ondernemers, maar in het beste geval geranten, zoals nu trouwens al vaak het geval is met de vleesteelt.

Het valt te verwachten dat deze op den duur wellicht onvermijdelijke veranderingen grote invloed zullen hebben op ons maatschappelijk en cultureel leven. Zoals gezegd wordt de uitweg afgesloten voor vele lieden, die in de traditionele landbouw nog een werkbaar emplooi vonden. Zullen deze mensen het stedelijk proletariaat gaan vergroten, de grote groepen leeglopende jonge migranten daar vervoegend? Boeren zullen niet langer gekluisterd zitten aan hun bedrijf, maar in de gelegenheid zijn korte vakanties te nemen. Daardoor zal hun mentaliteit veranderen en het publiek zal ook met andere ogen naar landbouw, de voedselproductie en dus het voedsel zelf kijken. En welk zal de precieze impact zijn van de grote concerns op onze regelgeving? Zal de staat de kleine amateur-tuintjes beschermen of zullen de multinationals ook daarnaar hun klauwen uitstrekken, zodat de modale mens helemaal afhankelijk wordt van de industrie?

Het is storend dat het debat over de vernieling van een aardappelproefveld in Vlaanderen kennelijk niet dieper kan reiken dan wat morele beschouwingen over de vandalenstreken van enkele fanatieke herrieschoppers.

Het zegt iets over de kwaliteit van ons maatschappelijk debat.

 

Jaak Peeters

Mei 2011

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *