Nu Alexander Decroo zich openlijk tegen elke vorm van confederalisme heeft verzeti, rijst de vraag wat de Vlaamse politiek verder concreet gaat doen.
In de rangen van de christendemocratie was Annelies Verlinden aangesteld als de minister die een grondwetsherziening moest voorbereiden.
Tot hiertoe is daar niet veel van in huis gekomen. Er werd een ‘burgerbevraging’ georganiseerd, maar die werd door een miniem aantal mensen ingevuld. Ze was ook zo complex dat men de opstellers ervan moet verdenken de bevraging bewust zo complex te hebben gemaakt opdat zo weinig mogelijk mensen die zouden invullen. Het zou hen de kans geven te stellen dat de modale Vlaming van deze problematiek helemaal niet wakker ligt.
Als je de kranten leest zou je dat laatste nog geloven ook.
Wie die kranten doorbladert leest niets over de zogeheten ‘taalkwesties’ – zoals dat zo denigrerend wordt gezegd. Maar wie op het veld komt, ziet andere dingen.
In tien gemeenten in de Vlaamse Rand rond Brussel waar Nederlands de enige officiële taal is, is Frans de meest gesproken Belgische taal tussen moeders en hun pasgeboren kinderen. Dat schrijft de APFF (Association pour la Promotion de la Francophonie en Flandre) in haar meest recente tijdschrift ‘Nouvelles de Flandre’. Het APFF baseert zich op de meest recente cijfers van Kind&Gezin. Die cijfers liegen er niet om: In Sint-Pieters-Leeuw geeft bijna 60% van de jonge moeders aan Frans te spreken, in Beersel en Dilbeek respectievelijk 48,7% en 48,6%.
Zaventem en Machelen volgen met 47% en 43,9% Franstalige moeders, op hun beurt gevolgd door Overijse (43,9%), Tervuren (39,4%), Asse (38%), Vilvoorde (37,7%) en Grimbergen (37,2%). Alleen in Asse houdt het Nederlands gelijke tred met het Frans: in 36,4% van de gezinnen wordt Nederlands gesproken door de moeder, waardoor de kloof met het Frans niet erg groot is. Ook in Tervuren (31%) en Dilbeek (32,7%) houdt het Nederlands nog stand. In Zaventem en Machelen is de situatie ronduit dramatisch, met minder dan 20% jonge moeders die Nederlands spreken.ii
Is er iemand die hierover in enige krant iets heeft gelezen?
Ho ja: er zijn wel meer gebieden op de wereld waar het volk een andere dagelijkse omgangstaal hanteert dan de officiële landstaal. In Congo, de voormalige Belgische kolonie, is de officiële landstaal Frans, maar er zijn maar weinig congolezen die deze taal ook echt beheersen.
Die congolezen evenwel kleven geen annexatieplannen aan deze toestand. Zij wensen niet dat de Lingalasprekers een andere politieke eenheid verwerven, een die gebaseerd is op een min of meer homogene verzameling van Lingalasprekers.
Te onzent willen de franstaligen echter het gebied waar ze de meerderheid zeggen te vormen wel degelijk uit Vlaanderen loshaken en bij hun gedroomde Brusselse rijkje voegen.
Als de heer Decroo verklaart dat zijn België in 2030 – als dat land 200 jaar bestaat – voor hem een stevige politieke constructie moet zijn, dan moet hij zich toch realiseren dat de hierboven vermelde toestand zonder meer een politieke tijdbom is? Als hij iets verstand heeft van internationale politiek, moet hij weten dat “grenzen heilig zijn”, dixit Herman van Rompuy. Ik weet niet of die dat gezegd heeft naar aanleiding van enkele Franstalige burgemeesters in Vlaamse randgemeenten, die hem opriepen hun annexatie-eisen “mee te nemen”.iii Dat maakt echter niets uit: het probleem ligt er – open en bloot.
En iemand als Decroo moet dat weten.
En dan komt mijn vraag: waarom hoor ik hierover niets in de Vlaamse politiek?
In de kranten lees je niets. Daar gaat het over racisme, extreemrechts, gender- en woketoestanden – zelfs Van Dale en de Taalunie ontsnappen niet aan deze rage.
Maar ook de politieke leiders schijnen nog nooit van deze feiten gehoord te hebben. Die leven kennelijk vooral in hun eigen wereldje – tegenwoordig noemen ze dat een bubbel.iv
Intussen werd bekend dat de franstaligen zich als één blok verzetten tegen elk ernstig voorstel voor een hervorming van deze belgische staat.v
De verfransing van Vlaams-Brabant mag voor hen rustig doorgaan.
En nu, Bart Dewever?
Jaak Peeters
Oktober 2022
i HLN, 21/10/2022
ii Bron: VVB, Nederlands landstaal, 7 september 2022
iii https://www.hln.be/binnenland/europees-president-van-rompuy-ontsnapt-niet-aan-b-h-v~a6e18e48/
iv https://www.telegraaf.nl/watuzegt/1498247496/onze-leiders-leven-in-eigen-bubbel
v Bron: Pallieterke, 20/10/2022.
Toemaat
Een profeet op oorlogspad
Razzia’s, raids en krijgstochten van Mohammed
In september 2022 verscheen bij uitgeverij Polemos het in de titel genoemde boek.
Het is van de hand van Serge Desouter, een witte pater die doorlopend en alternatief in verschillende Afrikaanse landen werkzaam was.
Hij woonde vier jaar in een moslimgemeenschap in de Nigerese woestijn en verbleef en werkte professioneel gedurende zijn hele loopbaan in andere continenten en gemeenschappen. Hij werkte voor de Verenigde Naties, Internationale Organisaties, Ngo’s en Kerkgemeenschappen en was expert Geschiedenis en Mensenrechten voor het Internationaal Rwanda Tribunaal in Arusha.
Desouter is dus een man die de wereld heeft gezien en ook – en misschien vooral – het islamitische deel ervan.
Zijn boek zal niet door iedereen met evenveel enthousiasme worden ontvangen, maar men kan er niet omheen dat hier een kenner aan het woord is.
Een scherpe vraag
De auteur gaat uit van de nieuwe situatie in West-Europa, die gekenmerkt wordt door een sterke instroom van moslims. Zoals bekend roept deze massale immigratie bij velen vragen op. Zelfs de bij de ouderen onder ons best wel bekende Brigitte Bardot maakte zich ooit openlijk zorgen over de immigratie van zoveel muslims, waarvoor zij trouwens werd aangeklaagd.
De essentiële vraag die Serge Desouter stelt, en die uiteindelijk alle andere vragen in de schaduw stelt, vindt de lezer al op blz. 13 van het boek: (de vraag rijst) of al die onderliggende onhebbelijkheden en zelfs wreed geweld, niet gewoon fundamenteel in deze religie ingebakken zitten. Want zonder het verleden en het heden met elkaar te willen verwarren, mag men toch nagaan in welke context deze religie gestart is, en waar die blijvende agressiviteit vandaag komt. Put zij die in het voorbeeldgedrag van haar stichter?
De vraag is erg scherp, zeker met het oog op de gebeurtenissen in Iran, waar mensen door een theocratie worden gedood omdat ze hun hoofddoek niet op de correcte manier dragen.
Mohammed: orde op zaken
Desouter gaat eerst in op de situatie van Arabië voor de opkomst van de Islam. Arabië was voor de komst van Mohammed een verwarde mengelmoes van stammen en groepen die met elkaar herhaaldelijk overhoop lagen. Jodendom en Christendom telden heel wat aanhangers. Er waren ook veel sociale misstanden waarbij sommige stammen een onevenredig groot deel van de rijkdom hadden opgestapeld. In die wereld, die door karavanen werd in stand gehouden, was er dus minder zekerheid dan wenselijk is. Er lag altijd conflict op de loer. Het was ook voortdurend vechten tegen de harde natuurlijke levensomstandigheden. Dat schiep ook een soort krijgersmentaliteit bij deze groepen.
In deze context past ook de slavenhandel, veelal in Afrikaanse mannelijke slaven.
Dat was de wereld vol marginaliteit en politieke instabiliteit waarin Mohammed in 570 ter wereld kwam.
Toen hij op 25-jarige leeftijd met de 15 jaar oudere Khadija trouwde, werd hij op slag een rijk man, en werd aangesteld als karavaanleider. Hij voerde deze functie met groot succes uit en verwierf veel aanzien.
Mohammed als monotheïst, maar…
In die jaren bezocht de jonge Mohammed een monotheïstische kluizenaar. In die omstandigheden zou Mohammed zijn visioenen hebben gekregen.
Mohammed beschouwde zichzelf als opvolger en Mozes en Jezus. Hij verkondigde de leer van de Jihad, dit is de heilige oorlog tegen niet- moslims. Vervolgens stelt Desouter volgende vraag: als de Islam continu in staat van oorlog moet zijn – en niet gewapend, maar ook onder niet-gewapende vormen zoals propaganda, “dawa”1, economie, internet…- en het moslims toegestaan en zelfs aangeraden wordt om te liegen en om loyaliteit, vriendschap en zelfs affectie te veinzen tegenover de ongelovigen, wat moet men dan denken als het gaat over inclusiviteit, tolerantie en vrede en interreligieuze dialoog in een multiculturele samenleving en onder democratische wetten?( blz. 32)2
Deze vraag werpt ons meteen midden in een bijtende problematiek, die velen in onze dagen intens bezighoudt.
Het antwoord op deze vraag geeft Desouter als zodanig niet. Maar hij waarschuwt.
Hij geeft ons een lijst van krijgstochten van Mohammed. Die lijst moet ons de ogen openen – ongetwijfeld is dat de bedoeling van de schrijver.
Wij telden 92 militaire operaties onder leiding van of gecommandeerd door Mohammed.
Daar voegt de auteur nog eens een lijst van 43 executies toe, die door Mohammed werden bevolen of goedgekeurd.
Andere stemmen
Frédéric Lenoir, de Franse godsdiensthistoricus die werkzaam was als onderzoeker aan de Ecole des Hautes Etudes en Sciences Sociales in Parijs, vermeldt in zijn Een geschiedenis van onze goden dat Mohammed vanaf 632 tot aan zijn dood Medina3 alleen nog maar verliet voor zijn militaire veldtochten tegen de Mekkanen. (…) In Medina was hij tegelijk religieus, politiek, juridisch en militair leider van de nieuwe moslimstaat.(blz. 266)
De Islam-vriendelijke Barnaby Rogerson verhaalt in zijn Biografie van de Profeet Mohammed
hoe Mohammed na de slag bij Oenain met zijn leger tegen Ta’if optrok.(blz. 212)
Oorlog dus.
In onze kranten lezen we hierover vrijwel nooit iets. Maar democratie kan niet werken als bewust een gedeelte van de feiten aan het volk onthouden wordt.
Het is daarom altijd wijs de andere klok te aanhoren, vooral als die goed onderbouwd is. Desouter geeft 165 verwijzingen of toelichtingen bij zijn tekst. Bij andere stemmen (zie verderop ook De ziekte van de Islam) opgeteld, is deze onderbouwing degelijk.
Overdrijft Desouter?
Serge Desouter is een christelijke pater. Men mag aannemen dat hij zich kritisch opstelt tegenover de praktijk van de Islam, zoals hij die heeft gezien. Heel uitdrukkelijk schrijft hij dat hij daaraan ook aangename herinneringen overhoudt. Hij heeft islamieten leren kennen als verdraagzame en hartelijke mensen. Maar hij heeft ook “alom de opgang van een brutaal fanatisme dat mij verbijstert en beangstigt” gezien.(blz. 13)
Zijn boek is een waarschuwing tegen dit fanatisme, waarvan hij de theologische fundamenten ziet in de religieuze geschriften van de Islam. Als we rekening houden met de uitspraken van hoger genoemde auteurs, zou het best kunnen dat Serge Desouter helemaal niet overdrijft als hij ons zo’n lange lijsten militaire en penitentiaire acties voorschotelt.
Je kunt natuurlijk stellen dat de vestiging van de Islam iets heel anders is dan het feitelijke islamitische leven vandaag.
Per slot van rekening waren de Inquisitie van de christelijke Kerk en de vervolging van de Katharen ook niet bepaald voorbeelden van vredelievend gedrag. Bovendien blijven de harde theologische tendenzen in de christelijke kerk nog tot recent aanwezig: gehoorzaamheid aan de burgerlijke wetten was ook voor Mgr. Janssen onderworpen aan de voorafgaande toetsing aan de goddelijke wet.4
Maar het grote verschil is dat de Verlichting de scherpe kanten van het Christendom heeft afgevijld, terwijl volgens de woorden van Abdelwahab Meddeb dogmatici en fanatici in de Islam het heft nog steeds in handen hebben.5 In het christelijke westen wordt al sinds Voltaire het Ecrasons l’ Infâme! straffeloos openlijk uitgesproken. De recente gebeurtenissen in het Midden-Oosten laten zien dat de Islam daar nog helemaal niet aan toe is.
Zo bekeken is de Islam in belangrijke mate zijn “kinderziekten” nog steeds niet ontgroeid. Het valt te vrezen dat sommige islamieten nog te vast in deze kindertijd opgesloten zitten. Orthodoxe moslims zullen zeggen dat de stellingen van mensen als Meddeb niet de overtuiging van de meerderheid van de islamieten weergeven. Dat kan zijn, hoewel er sinds de brand van de Notre Dame in Parijs, de doodsbedreigingen voor de Duivelsverzen en de terreuraanslagen op 22 maart 2016 in Brussel toch bedenkingen mogelijk zijn.
Interne theologische disputen binnen de Islam wissen de waarschuwingen van Desouter en anderen dus niet weg.
—————————————————-
Serge Desouter.
Een profeet op oorlogspad. Uitgeverij Polemos, www.polemos.be, ISBN 9789493005198, 205 blz., prijs 20 eur.
1 Zending of missionering.
2Zie ook https://mens-en-samenleving.infonu.nl › religie › 86502-taqiyya-wat-is-dat.html en: https://www.thereligionofpeace.com/pages/quran/taqiyya.aspx
3 Een stad in Arabië op 200 km. ten noorden van Djedda.
4 Mgr A. Janssen. Het Staatsgezag. Davidsfonds, 1963, blz. 266
5 Abdelwahab Meddeb. De ziekte van de Islam. Ten Have, Pelckmans, 2007. Zijn boek eindigt met de woorden: Het onderwijs is in de Arabisch-islamitische landen van dien aard dat het de opkomst van het integrisme bevordert. Het is nodig dat het gezuiverd wordt van alle bedoelingen die ingaan tegen de rechten van de mens en tegen de grondslagen van de moderne staat. Met een radicale hervorming van de onderwijssystemen (…) zal de school er op middellange termijn toe kunnen bijdragen de samenleving van het religieus extremisme te genezen. ( blz. 233)