Over non-binaire mensen en genderproblemen

Inleiding

We worden tegenwoordig om de oren geslagen met termen zoals non-binaire genderidentiteit. Sommige politici grijpen dit zelfs aan om subsidiëringsregels aan te passen: men subsidieert niets dat niet non-binair is. Geen enkele genderidentiteit mag domineren. Veel mensen kijken hiervan terecht op en vragen zich af wat er aan de hand is.

In deze bijdrage zal ik eerst iets zeggen over genderidentiteit, vervolgens zal ik aandacht geven aan de sluiting van de grootste Britse genderkliniek en het Cass-rapport dat aan de basis ligt van die sluiting en vooral aandacht geven aan de kwalijke aspecten van het knoeien met seksuele identiteit.

Ik maak hierbij gebruik van een recent artikel in het Tijdschrift voor Geneeskunde[1].

Ik wil vervolgens doorgaan op de sociologische en maatschappelijke factoren waardoor dit genderverschijnsel de laatste decennia de kop opsteekt, want het was voordien onbekend.

Het is ook interessant om aan deze materie enkele verder reikende beschouwingen te wijden.

Genderidentiteit en genderysforie.

We hoorden er tot voor enkele tientallen jaren nauwelijks wat van.  Maar volgens onderzoeken is 0,5% tot 4% van de volwassen bevolking ‘transgender’. Een transgender is iemand bij wie de genderidentiteit (zich man of vrouw voelen) niet overeenkomt met het geboortegeslacht. Die mensen voelen zich onbehaaglijk, ze lijden aan wat medici noemen genderdysforie. Voor deze groep spreekt men over non-binaire mensen, dit is: de mannelijkheid resp. vrouwelijkheid zijn niet dominant.

Ik hoef niet toe te lichten dat deze dominantie voor een aantal personen, vooral van extreemlinkse signatuur, een doorn in het oog is. Dit soort mensen eist dan ook een grondige herziening van onze terminologie en onze maatschappelijke gedragswijzen. Het valt op dat deze opstelling nogal fel neigt naar het woke-gedoe van tegenwoordig.

De sluiting van de Britse genderkliniek

Genderproblemen bij jongere kinderen worden aangepakt met puberteitsremmende medicijnen. Als dit soort medicijnen wordt toegepast ontwikkelen de secundaire geslachtskenmerken (borsten, haren) zich minder snel. Dat gebeurt dan, bijvoorbeeld, bij meisjes wier puberteit op hun achtste begint door te komen.

Maar er rezen vragen over de veiligheid van deze puberteitsremmers. Prof. Hillary Cass maakte daarover een rapport. Ze was vooral bezorgd over het welzijn en de gezondheid van kinderen die zich in deze situatie bevinden. Er was sprake van ADHD, angststoornissen en autisme. Volgens haar is het niet uitgesloten dat het gebruik van puberteitsremmers de cognitieve ontwikkelingsprocessen in de hersenen verstoren. Dat heeft belangrijke gevolgen op lange termijn, bijvoorbeeld bij schoolprestaties.

Omdat de zaak van de veiligheid niet in orde was, sloot de genderkliniek haar deuren.

Knoeien met genderidentiteit

Je kunt het toedienen van dit soort medicijnen aan jonge kinderen “knoeien” vinden. Maar zoals ik al schreef kan een onbehagen over het eigen lichaam ook bij kinderen verstoringen veroorzaken.

Die kinderen lijden dus aan genderdysforie of genderonbehagen.

Sommigen onder hen ondergaan een transitie, dit is: er wordt fysisch ingegrepen op het geslacht, bijvoorbeeld door het toedienen van hormonen. Het blijkt dat vele van deze mensen op latere leeftijd behoorlijk slecht in hun vel zitten en soms aansturen op het stopzetten van hormoonbehandeling en zelfs een heelkundige reconstructie. “Ik dacht het geluk te vinden, maar dat is niet gelukt”, zo vertelt een psychiatrisch verpleegster over sommige van haar genderpatiënten.

Dit feit wijst op de mogelijkheid dat er wellicht geen voldoende grondige psychologische aanpak is geweest voor men een behandeling startte.

Er is dus reden om te denken aan knoeien met genderidentiteit – zonder een bepaalde medicus concreet op de korrel te willen nemen.

Seksuele identiteit doortrekt de hele zijnswijze van de mens en dit van in zijn vroege jaren. Het volstaat niet om wat pilletjes toe te dienen om dat onbehagen op te lossen. Het gaat om menselijk welbevinden.

Waarom hoorden we daar voorheen niet van?

Omdat de media er tegenwoordig spel van maken. Het is opvallend dat het aantal jongeren met genderonbehagen de laatste jaren erg toeneemt. De media smullen van smeuïge verhalen over mensen die trots zijn op het feit dat ze niet-binair zijn, dat ze genderfluïde zijn.

Er werd op Europese schaal een oproep gedaan om te stoppen met de eenzijdige berichtgeving over gendertoestanden. De auteurs van die oproep eisten dat de volledigheid van de aspecten van deze problematiek aan de orde komt en dat de media stoppen met het doen voorkomen als zou het ontbreken van manifeste mannelijkheid resp. vrouwelijkheid een na te streven waarde zou zijn.

Sociologische factoren

Ook de pers draait mee in de wervelingen van de ideeën en opvattingen in de maatschappij. Het volstaat dus niet om de media met de vinger te wijzen. De reclame voor het non-binarisme werkt immers veel minder als daar geen ruimere voedingsbodem voor bestaat.

Denken we even terug aan, zeg maar, de jaren 80 van vorige eeuw. Niet dat toen alles beter was. Maar er waren een paar opmerkelijke verschillen in ons levenspatroon. Je hoeft maar de Tv-uitzendingen te herbekijken waar Mies Bouwman haar flitsende optreden ten beste gaf. Kan iemand zich voorstellen dat Mies Bouwman enige twijfel zou hebben laten bestaan over het feit dat ze een vrouw was? Of denk aan de uitzendingen van Schipper naast Mathilde: daar werden twee figuren neergezet waarvan de een duidelijk mannelijk was en de ander even duidelijk vrouwelijk

Denk even aan het onderwijs. Er waren jongensscholen en er waren meisjesscholen. Gescheiden. Je was een meisje en dus hoorde je in de meisjesschool.

Die toestanden waren gekenmerkt door een duidelijk geprononceerd beeld van mannelijkheid resp. vrouwelijkheid.

Onder invloed van een overdreven seksegelijkschakeling moesten mannelijkheid en vrouwelijkheid hun eigen uitgesproken imago inleveren. Scholen werden gemengd; in de kerk zaten voortaan niet langer mannen langs de ene en vrouwen langs de andere kant.

In plaats van een maatschappijbeeld waarin mannelijkheid en vrouwelijkheid duidelijk van elkaar waren gescheiden, kwam een fluïde gelijkschakeling. Vrouwelijkheid en mannelijkheid mogen niet langer worden beklemtoond, maar moeten getemperd worden. Behalve als er geld mee valt te verdienen.

Een maatschappij in verwarring

We zien hier het verschijnen van een maatschappij waarin steeds meer elke beklemtoning van het eigene en het specifieke ongewenst is. Idem dito, overigens, met onze identiteit als Vlamingen. Die moest de plaats ruimen voor de multiculturele maatschappij. Als die dan uitloopt op vormen van misdraging die men vroeger niet kende, zoekt men de schuld bij… de Vlamingen zelf! De Taalunie schijnt nu zelfs de taal zelf de schuld te willen geven van een aantal maatschappelijke misstanden want daar vindt men dat we onze taal moeten zuiveren van “binaire” ideeën.

Dat toegenomen genderonbehagen is een teken van een maatschappij in algehele verwarring, een maatschappij waarin duidelijke beeldvorming over ieders aard en rol niet alleen ontbreken, maar zelfs ongewenst is.

Kinderen ontwikkelen hun eigen identiteit met de jaren. Ze moeten hun identiteit immers nog vinden. Dat is voor hun geslachtsidentiteit niet anders. Als ze moeten opgroeien in een maatschappij die duidelijke identitaire beeldvorming bestrijdt, krijgt een belangrijk aantal kinderen het ook met hun genderidentiteit moeilijker. De maatschappij werkt hun natuurlijke ontwikkeling ronduit tegen.

En dat zien we dus in de toeneming van het aantal jongeren met genderdysforie.

Als we als leken iets willen doen voor onze kinderen in hun zoektocht naar hun identiteit, gender en andere, dan moeten we voor veel meer ondubbelzinnige duidelijkheid in onze maatschappij zorgen.

Zodoende hebben de lieden die zich verzetten tegen de multiculturele maatschappij wel degelijk recht op wat meer respect. Het ‘rot op met die identiteit’ is al bij al een luxehouding van verwende rechtse jochies die zich als linkse hemelbestormers voordoen. En misschien moeten we maar eens wat minder losjes omspringen met openlijk seksuele uitingen. Dat schept nodeloos verwarring bij kinderen die op dat gebied nog niet goed in hun vel zitten.

Geen weerbaarheid meer

Een maatschappij in verwarring heeft geen centrale doelen meer waar iedereen zich achter schaart. Niets is nog belangrijk genoeg om samen voor te strijden. Zo’n maatschappij verliest haar weerbaarheid. Secundaire onderwerpen gaan de totaliteit overheersen en problemen die in een gezonde maatschappij altijd wel een oplossing vinden, gaan woekeren als een kanker die alles aanvreet. Zo’n maatschappij wordt de speelbal van groepen die het hardst roepen.

De genderproblematiek is daarom een signaal dat het met onze samenleving compleet misloopt.

Dat doet niets af van het psychologisch lijden van mensen met genderdysforie. Het is wel kritiek op die groepen, die onze maatschappij zouden moeten leiden.

Jaak Peeters

September 2022


[1] M. Finoulst en P. Vankrunkelsven. ’s Werelds grootste genderkliniek sluit jaar deuren wegens vragen over de veiligheid van puberteitsremmers. 1 september, 2022, blz. 744 -749.