Op zoek naar zichzelf

Dezer dagen congresseert de SPA, de socialistische partij van Vlaanderen. Het is meteen al het tweede congres van deze partij op één jaar tijd. Dat is opmerkelijk, want een partij die het nodig heeft om binnen één jaar twee keer te congresseren, kan niet langer ontkennen dat ze een levensgroot existentieel probleem heeft.

En ondanks dit gecongresseer lijkt het er nog steeds niet op dat de Vlaamse socialisten zichzelf hebben teruggevonden. Het is zelfs de vraag of deze zoektocht niet hopeloos te laat komt.

In een zichzelf hoogachtend weekblad, waarvan ik hier om fatsoensredenen de naam niet vermeld, verklaarde de grote ideoloog van de SPA, Carl Devos, dat deze partij de morele plicht heeft weer bij het gewone volk aansluiting te vinden.

Volgens de geleerde politoloog uit Gent is de SPA teveel een bestuurderspartij geworden, die haar eigen ideologische “fond” is kwijt geraakt. Ze is vervreemd van haar eigen achterban, zeg maar, en , meer nog: van haar eigen bestaansreden. Daarom pleit Devos ervoor om out of the box te gaan denken.

Ik moet zeggen dat bij dergelijk gegoochel met Engelse termen mijn wantrouwen tot op de grootste hoogten wordt opgevoerd. Wie immers stelt dat er “out of the box” moet worden gedacht, geeft meteen te kennen dat het van geen kanten goed zit met zijn gekoesterd object.

Het is niet de eerste keer dat Devos zin partijgenoten oproept om eens écht en diep na te denken. Enkele maanden geleden pleitte hij er zelfs voor om de naam te laten vallen: “ de SPA moet op de schop”, liet hij optekenen. Toen verklaarde deze geleerde heer dat de SPA naar zijn smaak veel te defensief optreedt en het hele gebied van de solidariteit en gelijkheid met veel meer durf en enthousiasme voor zichzelf moet verdedigen. De linkerzijde, verklaart Devos, is te veel versnipperd over een SPA, PVDA en Groen. Voor de enen te links, voor de anderen te rechts, lijkt de SPA wel geplet te worden en meteen naar de tweede linie gespeeld door partijen als CD&V en N-VA.

Tja: zo’n analyse is geen kattenpis.

Ze komt neer op het neersabelen van het partijbeleid tijdens het laatste decennium.

Ze is de erkenning dat de SPA gewoonweg met de verkeerde dingen bezig is geweest.

Oh ja: de SPA werd geplaagd – zo zegt men dat – door een wel héél lange rij schandalen. Iemand heeft zich eens geamuseerd met het oplijsten van deze schandalen. Wie de man of vrouw die deze oefening deed concreet is, weet ik niet, maar hij of zij kwam aan het ronde getal van 150 schandalen en schandaaltjes sinds 1973.

Persoonlijk vind ik een aantal items uit deze lijst nogal wat bij de haren getrokken: het lijkt erop dat de auteur alles uit de kast heeft gehaald om het ronde getal van 150 te bereiken. 150 klinkt immers veel indrukwekkender dan 50 of 70. Sommige van deze schandalen hebben niets met het socialistische karakter van de deugnieten te maken. Onterecht onkosten inbrengen komt overal voor, en niet alleen in politieke partijen. Medewerkers in het zwart betalen is inderdaad asociaal, maar niet specifiek socialistisch. Een kabinet verbouwen voor een te hoge prijs is onfatsoenlijk, maar gebeurt helaas wel vaker en niet alleen in de openbare sector.

Maar er zijn wel een aantal dingen gebeurd die echt niet hadden mogen geschieden. De Agusta-affaire was er zo een. De fraudereeks in Charleroi is een ander. Guy Mathots parcours was niet altijd even kosjer. De benoeming door Onckelinx van bepaalde allochtone figuren tegen het dringende advies van de Staatsveiligheid in, kàn niet, evenmin als het exclusief toewijzen van allerlei juridische overheidsopdrachten aan een “verwante” van een socialistisch minister. En dan is er het lege Zilverfonds – al is die zaak voorzeker niet uitsluitend voor rekening van de SPA. En de gedragswijze van “de Keizer van Oostende” geeft ook al kwalijke geuren af.

Die lijst is natuurlijk te lang.

Op dezelfde manier als het onafgebroken onderling vechten van kopstukken van het Vlaams Blok deze partij onnoemelijk veel stemmen heeft gekost, heeft de veel te lange rij schandalen vele sociaaldenkende mensen ertoe gebracht de SPA de rug toe te keren.

Ik weet echt niet of “out of the box”- denken zal volstaan om deze mensen terug te winnen.

Naar mijn oordeel zit het probleem van de SPA overigens veel dieper.

De partij wordt verweten alles en nog wat door staat en overheid te willen regelen. Daartoe is eindeloze controle nodig. Een deel van de linkerzijde heeft het kennelijk moeilijk met het aanvaarden van het feit dat de meeste mensen wel degelijk positieve impulsen tonen. Het lijkt er sterk op dat dit deel van de linkerzijde de modale mens niet vertrouwt en zich daarom verplicht ziet om de samenleving met hele resems controlemechanismen te overladen.

Ik begrijp niet zo goed dat een verstandig man als Carl Devos op dit punt niet door wil boren. Immers: wie de samenleving bombardeert met controlesystemen, bouwt op een structurele manier het wantrouwen in. Achterdocht wordt een centrale drijfveer van het politiek beleid en een onuitwisbare kleur van het onderlinge menselijke verkeer. In die omstandigheden pleiten voor solidariteit en voor warmte in de samenleving, lijkt op z’n zachtst contradictorisch.

Niettemin is er voor links wel degelijk een groot werkterrein weggelegd.

Vooraf moet het begrip “links” dan goed worden gedefinieerd. Ik volg hier de definitie van Ludo Abicht: links wil emancipatie.

Zoals bekend komt dit laatste begrip voort uit de Romeinse praktijk, waar het betekende dat de familievader zijn zoon officieel “ontvoogde”, waarna vader en zoon voortaan dus op dezelfde maatschappelijke hoogte stonden.

De gelijkheid waarover Devos spreekt moet dus niet zijn gericht op de nivellering, de gelijkschakeling naar onderen, zoals de socialistische praktijk al te veel is, maar op het optrekken naar het hoogst mogelijke niveau van iedereen die daar rijp voor is. Bij de Romeinen werd niet iedere zoon op dezelfde leeftijd ontvoogd: de familievader oordeelde of zijn zoon daartoe rijp was geworden. Gelijkheid kan namelijk ook worden gevonden in het optrekken van iedereen tot op het hoogste niveau, ongeacht zijn afkomst.

Een tweede element in de term emancipatie dat beklemtoning verdient, heeft te maken met het afleggen van de uitsluitend materiële dimensie van emancipatie. Kortweg: wie niet op elk terrein van het menselijk er-zijn ontvoogd is, is niet ontvoogd. Socialisten zijn al te lang opgesloten geweest in de zorgelijkheden om de materiële kansen van hun publiek. Emancipatie stond gelijk met politiek burgerschap en vervolgens met sociaal-economische positie.

Doch dat is maar een klein deel van het verhaal.

Mensen zijn namelijk existentiële wezens. Ze leven voornamelijk in een wereld van geestelijke betekenissen. Mensen strijden voor ideeën net zo goed als voor materieel voordeel. Een typisch – en meteen pijnlijk – voorbeeld zijn de godsdienstoorlogen, zoals er thans een woedt in Syrië. Miljoenen zijn gevallen voor de illusies die hen door hun geestelijke leiders werden voorgespiegeld.

Een ander voorbeeld is de hedendaagse golf van zelfmoorden. Hoeveel procent van de zelfmoorden zou het gevolg zijn van financiële problemen? Iedereen kent het antwoord, weliswaar niet cijfermatig: de overgrote meerderheid van de zelfmoorden vindt plaats omdat men “het niet meer ziet zitten”: vanwege de zinloosheid van het bestaan. Enkele jaren geleden verscheen van Edwin Ysebaert een boekje, dat naar mijn gevoel veel te weinig aandacht kreeg: “Wij, Vlamingen zijn eenzame mensen”. Als er één zaak duidelijk is na het lezen van dit boekje, is het wel dat zelfmoorden veelal nauwelijks wat met geldzaken vandoen hebben.

De zorgen van de hedendaagse mens liggen dus helemaal niet op het materiële vlak. De menselijke emancipatie moet zich dus voortaan in een andere richting bewegen.

Het socialisme heeft op dit punt de boot gemist.

Nationalisten weten dit maar al te goed, want groot is het verlangen bij vele nationalisten om sociaal denkende mensen in hun rangen te verwelkomen. Eidoch: die komen niet. Die zitten opgesloten in hun materialistisch verhaal. Alsof culturele en nationale ontvoogding niet ook emancipatie zijn.

In zekere zin zijn nationalisten daarom betere socialisten dan de SPA zelf.

Nochtans is er, alweer, stof genoeg.

Ik heb in deze reeks eerder al uitgehaald naar het economistische denken in de zorgsector. Sedert de privatisering verspreidt deze ziekte zich sneller dan ooit. Verpleegkundigen en zorgverstrekkers worden beschouwd als “kosten”. Op hen moet bespaard worden, want anders versmalt de winstmarge van het ziekenhuisbedrijf te zeer. Een ziekenhuis is een bedrijf geworden, dat, zoals onlangs met rusthuizen is gebeurd, door buitenlandse groepen kan worden opgekocht.

Niemand schijnt het perverse karakter van dergelijke manipulaties in de gaten te hebben. Ziekenhuizen worden namelijk door de Sociale Zekerheid betaald, dit is: door de belastingbetaler. Door ziekenhuizen te privatiseren en daarmee in handen van buitenlandse kapitaalgroepen te spelen, scheppen we de mogelijkheid dat diezelfde buitenlandse kapitaalgroepen zichzelf verrijken met ons zuurverdiende belastingsgeld. Kan iemand hiervoor een aanvaardbare argumentatie bedenken?

De hele golf van privatisering is er mede op aanstoken van de EU gekomen, die zelf beheerst wordt door liberaal-kapitalistische principes.

Omdat ze uitgaan van het belang van de hele volksgemeenschap is voor nationalisten de zaak duidelijk: een maatschappij moet opkomen en zorg dragen voor haar kinderen, zieken, ouden van dagen. Als ze dat niet doet, is ze ziek. Zwaar ziek. Ze moet dus tenminste het beheer over zorginstellingen voor zich houden.

Nu kan ik over dat liberalisme kort zijn.

Het liberalisme is bedrieglijk en verdraait de feiten.

Liberaal-kapitalisten halen altijd weer Adam Smith van de stal. Diens “onzichtbare hand” zou, bij terugtreding van de overheid, ervoor zorgen dat de dingen in de samenleving uiteindelijk in hun beste plooi vallen.

Dat is niet alleen niet waar, zoals de negentiende eeuw ten onzent en de schrijnende sociale misstanden in landen als Bangladesh vandaag laten zien. Het is ook maar één kant van het verhaal. Smith hééft inderdaad zijn fameuze “Wealth of Nations” geschreven. Maar hij heeft ook nog àndere boeken geschreven, waarin hij met name en met grote klem pleit voor een streng optreden met het oog op sociale rechtvaardigheid. Ik zie liberalen nooit naar deze laatste geschriften verwijzen.

Een andere figuur is John Locke, die verklaarde dat zoveel land als iemand bewerkt en bewint door hem als zijn eigendom mag worden beschouwd.

Vissers weten wat hier bedoeld wordt: wie aan de waterkant een visplaats bouwt, heeft het recht om die plaats ook nadien te gebruiken. Juristen hebben daar een term voor. Maar dat betekent helemaal niet dat de visser in kwestie deze plek ook “bezit”, zoals Locke beweert. Meer nog: de gronden waarover Locke spreekt waren niets anders dan de weidegronden voor de buffels van de Noord-Amerikaanse Indianen. Het ging er dus niet om deze gronden “te bewerken en te bewinnen”, want ze waren al in gebruik. Ze werden aan de Indianen met gebruik van valse methoden ontnomen.

Het hedendaagse liberaal-kapitalisme heeft zich nooit aan deze oneerlijke grondslagen kunnen onttrekken. Het blijft daarom doordesemend van onoprechtheid in het najagen van persoonlijk gewin.

Heel terecht is hiertegen het socialisme opgestaan, slechts schoorvoetend – en dan nog veel later – hierin door het katholicisme bijgetreden.

Socialisten zouden dus trots moeten zijn – het tegendeel dus van de huidige onzekerheid en onrust over de eigen bestaansreden waarvan Devos gewag maakt.

Het is een historisch gelukkige ontwikkeling dat de proletarische massa waarover Engels en Marx het hadden verdwenen is. Ze heeft plaats gemaakt voor een min of meer gegoede burgerij. Maar ook die burgerij is het slachtoffer van de malversaties van het moderne liberaal-kapitalisme, dat zelf ontspruit aan de eeuwige menselijke drang naar macht en bezit en dus nooit definitief verslagen zal zijn.

Als de heer Devos dus verklaart dat de SPA aansluiting moet zoeken bij het gewone volk, dan gaat het om deze middenklasse, die inmiddels gevormd wordt door artsen, advocaten, leraren, kleine ondernemers, goed betaalde arbeiders, vertegenwoordigers, bedienden en leidinggevenden in bedrijven.

Wat voor de SPA het ergst van al is, is dat dit terrein thans al stevig bezet is, en wel door N-VA en CD&V, die met elkaar strijden om de suprematie op precies dit terrein van deze middenklasse die Devos dus voor zijn SPA wil reserveren.

Dat de SPA op zoek is naar zichzelf is duidelijk.

Als ze deze zoektocht met succes wil afronden, zal ze nog heel vaak moeten congresseren. Want, voor zover ik kan zien, strijden de nationalisten voor de allereerste keer voluit en met gelijke wapens op het sociaal-economisch terrein, waar niemand tot voor kort voor hen een plaats had toebedacht.

Voor de SPA zou het dus wel eens definitief te laat kunnen wezen.

Jaak Peeters

December 2013

One thought on “Op zoek naar zichzelf

  1. Wie zich in deze context aan het woord ‘relatief’ stoort, kent zijn taal niet en evenmin de relativiteitstheorie. Het is immers, bijvoorbeeld, niet omdat de tijd objectief aandoet – want hij kan gemeten worden, toch? – dat de tijd geen relatief gegeven zou zijn. Maar eigenlijk ging het om sommige Berbers in dit land: iedereen weet dat zich daar een probleem stelt, maar er heerst blijkbaar een wolkenkrabber hoog taboe wat dit probleem betreft en men schiet dan maar op diegene die het verwoordt. Overigens is het niet omdat velen kwaad zijn wanneer, zeg maar, een groep machinisten staakt, dat alle machinisten zich bedreigd moeten voelen. Ach, we weten in welk klein landje we leven, niet?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *