Normal 0 21 false false false NL JA X-NONE /* Style Definitions */ table.MsoNormalTable {mso-style-name:Standaardtabel; mso-tstyle-rowband-size:0; mso-tstyle-colband-size:0; mso-style-noshow:yes; mso-style-priority:99; mso-style-parent:””; mso-padding-alt:0cm 5.4pt 0cm 5.4pt; mso-para-margin:0cm; mso-para-margin-bottom:.0001pt; mso-pagination:widow-orphan; font-size:12.0pt; font-family:Cambria; mso-ascii-font-family:Cambria; mso-ascii-theme-font:minor-latin; mso-hansi-font-family:Cambria; mso-hansi-theme-font:minor-latin;}
Sofie Peeters heeft dus via een uitzending het probleem van de seksuele intimidatie in Brussel open en bloot op tafel gelegd.
Het is al jaren algemeen bekend dat jonge vrouwen in het Brusselse er maar best aan doen zich niet te opzichtig te kleden, jazelfs: niet te modern, als ze willen verhinderen dat ze door benden jonge Noordafrikanen lastig worden gevallen. De meesten doen dat dan ook maar, hetgeen meteen een toegeving is aan de Noordafrikaanse seksuele opdringerigheid. Of ze kiezen een ‘kot’ zo dicht mogelijk bij de campus, zodat ze op enkele minuten tijds in de collegezaal zijn, waar ze veilig zijn.
De reactie van de politieke machten is zowel bespottelijk als droef, afhankelijk van het standpunt dat men inneemt. Het is belachelijk, omdat slingeren met boetes wegens ‘seksisme’ niets aan de oplossing van het probleem zelf zal bijdragen, zoals trouwens iedereen wel weet. Het probleem is namelijk van mentale aard en met wat afdreigen wordt op dat punt niets veranderd. Dat dergelijke ‘maatregel’ bovendien komt onmiddellijk na de uitzending en kort voor de gemeenteraadsverkiezingen, maakt het optreden van de politieke verantwoordelijken inderdaad tot een lachertje. Het is tegelijk ook tot droefheid stemmend dat waarschuwingen vanuit zowat elke denkbare maatschappelijke hoek nooit tot een fatsoenlijke politieke reactie, die naam waardig, hebben kunnen leiden. Dat betekent dat het politieke wereld ofwel voornamelijk met zichzelf bezig is, ofwel dermate verblind is, dat ze het bestaan van een probleem niet eens beseft. In de beide gevallen leidt dit tot een telkens weer (soms lichamelijk) beschadigen van mensen, hetgeen altijd weer een punt van droefheid is.
De waarheid is natuurlijk veel rauwer: de door een bepaald soort links beheerste Brusselse politiek teert op de aanwezigheid van Noordafrikanen, die het gros van hun stemmers vormen en daarom moeten geknuffeld worden. Dit laat zien dat het de Brusselse politieke leiding niet om menselijke waarden te doen is, maar om het behoud van hun eigen machtspositie, en dat ze zelfs bereid is om daarvoor een constante seksuele intimidatie van autochtone vrouwen op de koop toe te nemen.
De conclusie is alvast: dit soort politici moet eruit. Punt, uit. Zij richten veel kwaads aan, onder allerlei vormen. Niet alleen omdat ze kennelijk de seksuele intimidatie van vrouwen niet aan kunnen, maar ook omdat ze door dit soort praktijken te laten voortbestaan de integratie van immigranten in de praktijk tegenwerken en tegelijk de wederzijdse haat van volksgroepen voedsel geven. Het is in alle opzichten een verderfelijke politiek .
Dit alles is echter maar een aspect van de zaak.
Er zijn aangelegenheden die veel dieper liggen.
In 1789 proclameerde Olympe de Gouges haar officiële ‘Verklaring van de rechten van de vrouw en de burgeres’.
In 17 duidelijke artikelen eist Olympe, geboren in 1748 in Montauban als één van de kinderen van een slager doch vermoedelijk bastaardkind van markies De Pompignan, een volstrekte gelijkwaardige behandeling op van de vrouwen in een maatschappij die ondanks alle gekrijs over democratie en gelijkheid, nog altijd diep door discriminatie van vrouwen was getekend. Wie deze 17 artikelen vandaag de dag leest, schrikt helemaal niet op van de inhoud, hoogstens enigszins van de toon. Voor Olympe bestaat de natie uit mannen en vrouwen en vormen deze laatsten dus net als mannen ‘De Natie’. Derhalve eist ze voor vrouwen het recht op om op het schavot te gaan – hetgeen haar overigens in 1793 gegund werd. “ Het vrouwelijke deel van de bevolking dat evenals het mannelijke deel belastingen betaalt, heeft het recht aan iedere openbare instantie rekenschap te vragen over haar beleid”, verklaart zij in haar artikel 15.
Hoewel de inhoud van de tekst in onze hedendaagse oren helemaal niet zo ongewoon klinkt, wordt hij toch door niemand minder dan Jean-Jacques Rousseau verworpen. Deze laatste is altijd op het standpunt blijven staan dat de vrouw de man toebehoort en in diens Emile steunt hij zich op een citaat uit de bijbel: Het is niet goed dat de mens alleen is en daarom moet hij een vrouw hebben. De vrouw als aanvulsel voor de man. Jacob Slavenburg schreef ooit een kleine monografie over dit onderwerp onder de titel: “de mislukte man”.
Het is zinnig te denken dat in de beleving van vele Noordafrikanen de visie van Olympe op heftig verzet botst en dat dit verzet vanuit de koran wordt ondersteund. Voor velen betekent dit dat de opvattingen en culturele inzichten van Noordafrikanen verkeerd zijn, want verouderd en vervangen moeten worden – door welke maatregelen dan ook – door het principe van de gelijkheid van man en vrouw.
En toch geloof ik dat hiermee nog steeds niet alles is gezegd.
Naar mijn aanvoelen is namelijk de verhouding tussen mannen en vrouwen niet een van simpele gelijkstelling. Tussen mannen en vrouwen heerst een spanning, die veel subtieler is dan wat door een platte gelijkstelling tot uitdrukking kan worden gebracht. Dat laat zich trouwens vermoeden als je in een voetnoot bij een tekst van Olympe leest : “Van Parijs tot Peru, van Rome tot Japan is het domste dier volgens mij de menselijke man”. In de ideeënwereld van Olympe is er dus meer aan de hand dan een simpele gelijkstelling van man en vrouw. Er zit spanning op. In haar preambule verklaart zij overigens: “Dientengevolge erkent en verklaart de sexe, welke de andere overtreft in zowel schoonheid als moed, betoond in de lijdensweg van het moederschap, in tegenwoordigheid en onder toezicht van het Hoogste Wezen(..)” Neen: voor Olympe is de waarheid zelfs andersom: in werkelijkheid vormen de vrouwen het voornaamste geslacht!
Welnu: deze veelal stiekeme gedachte leeft onder vrouwen meer dan vele mannen bevroeden. Er bestaat een zekere vorm van vrouwelijke spot ten aanzien van de mannelijke sexe, die beschouwd wordt als lomp en onedel. In de beleving van sommige vrouwen is de man slechts nodig voor de bevruchting en voor het overige is hij een lastpost, wiens aanwezigheid een Andere, Nieuwe wereld in de weg staat: “De toekomst is vrouwelijk”, aldus Mitscherlich. En aangezien de toekomst alleen maar interessant is als hij beter is dan het heden, volgt daaruit dat de vrouw meer te bieden heeft dan de man.
Hiermee verschijnt een diepliggende spanning tussen mannen en vrouwen, waaraan geen recht wordt gedaan in de hedendaagse politiek van volstrekte gelijkheid ( die er overigens biologisch niet eens is), geplaatst tegenover de utopie van de mannelijke superioriteit en dito bezitsrecht, zoals dat in extreme mate door Noordafrikanen wordt geëtaleerd.
De ‘uitlokking’, waarover sommige mannen zich beklagen, past eveneens in deze sfeer en is dus geen zaak van strafrecht, doch van existentiële spanning onder de sexen.
Ik ben bang dat deze met de existentie van de mens zelf verbonden subtiliteiten die behoren tot de grondslagen van onze cultuur in deze tijd van oppervlakkige opbodpolitiek verloren gaan.
Jaak Peeters
Juli 2012