Wordt onze democratie ontmanteld?

Elke week komen enkele geleerde dames en heren bij elkaar en adviseren een aantal uit zichzelf in de materie onkundige politici bij het nemen van noodmaatregelen tegen het coronavirus. Die komen dan in grote mate neer op sociale afzondering, op de vergrendeling van de enkeling in zijn eigen, allerindividueelste cocon.

De term geleerde dames en heren doet vermoeden dat er enige irritatie mogelijk is over het optreden van die – overigens onverkozen – personen.

 

Een noodmaatregel wordt door een legitieme overheid genomen in een situatie van prangende nood. Zo’n noodsituatie kan bijvoorbeeld zijn: een dreigende brand in een grote chemische fabriek, waardoor omwonenden gedwongen hun huizen moeten verlaten. Toen op 9 november 2001 in New York een aanslag op de handelstorens werd gepleegd, werd in de VS het luchtruim voor drie dagen gesloten.

Zulke noodmaatregelen hebben een totalitair karakter, omdat ze vanuit een wettelijk legitiem uitgangspunt het hele leven van de betrokkenen ten gronde herstructureren.

 

Noodmaatregelen zijn inderdaad verantwoord als er heel grote, overweldigende gevaren dreigen die grote groepen mensen in gevaar brengen.

 

Noodmaatregelen hebben echter altijd hele nare gevolgen. Ze slaan diepe bressen in het economisch leven en ze richten grote ravage aan in het sociale leven, terwijl dat laatste voor de mens wellicht nog belangrijker is dan het puur economische verhaal.

Overheden moeten dus goed overwegen waar de balans ligt als ze noodmaatregelen nemen. Om die reden moeten dergelijke maatregelen door verkozen, democratische overheden worden genomen. Specialisten mogen en moeten adviseren, maar niet beslissen. Bovendien horen die specialisten bij hun optreden een dosis schroom in acht te nemen.

 

Deze simpele analyse roept kritische vragen op over de manier waarop de zaken met de zogeheten coronacrisis verlopen. Als de overheid niet goed handelt, lokt ze zelf complottheorieën uit.

 

Om te beginnen rijst de vraag of een noodtoestand die inmiddels al zo’n 2,5 maanden duurt nog valt onder de categorie van de fenomenen die hierboven ter sprake kwamen. Als een noodtoestand zo lang duurt, moet iedereen toch als vanzelf begrijpen dat al die beperkende maatregelen irritatie oproepen, verzet en boosheid en dat indringende vragen oprijzen over de terechtheid van de maatregelen. Een overheid moet weten dat een noodtoestand niet lang kan ‘verkocht’ worden als een noodtoestand.

 

Dan is er de economische schade. Die is verantwoord als een nog grotere schade wordt voorkomen.

Maar is dat hier het geval?

Volgens de meest recente statistieken is het aantal coronadoden wereldwijd ongeveer de helft van het aantal slachtoffers bij een flinke griepaanval. Niet dat corona geen ernstige ziekte is, maar een griep met 500 000 doden is dat ook. En van een flinke griep zit je ook al snel drie weken thuis.

Nochtans wordt bij een griepaanval de economie niet platgelegd.

Het argument dat de laatste dagen wordt opgevoerd luidt dat de noodmaatregelen moeten aangehouden worden, omdat in het najaar een nieuwe uitbraak mogelijk is. Maar breekt ook de griep niet elk jaar uit?

Het argument dat er veel meer doden zouden zijn geweest zonder de genomen maatregelen, laat geen tegenproef toe. Je kunt net zo goed zeggen dat zonder die maatregelen er uiteindelijk minder doden zouden zijn gevallen. Dat is overigens de piste die sommige regeringen hebben gevolgd. In Denemarken gaan de kinderen inmiddels al weer een maand terug naar school.

Met andere woorden: de bewering dat de noodtoestand nog lang moet blijven voortduren berust op veel onzekerheid. Dat noodmaatregelen genomen worden bij het begin van de uitbraak, als niemand van toeten noch blazen weet, moeten we allemaal aanvaarden. Maar na bijna drie maanden?

Het minste dat we als burgers mogen verwachten is een duidelijke verantwoording.

 

Dat brengt ons bij nog een ander aspect, het belangrijkste in de hele zaak.

Je leest en hoort overal over het nieuwe normaal nà afloop van deze virusaanval. Waarom spreekt niemand over zo’n nieuw normaal na afloop een griepaanval, die meer slachtoffers eist?

 

Er zit een scherpe angel vast aan het verhaal van dat nieuwe normaal. In ‘normaal’ zit het woordje ‘norm’. De vraag is of het verantwoord is het leven van de hele gezonde bevolking strak te vergrendelen omdat sommige mensen speciale bescherming behoeven. Bedenken we even dat het aantal speciale ziekten legio is. Voldoende reden om zowat alles af te grendelen? Het lijkt er in ieder geval nu op uit te kunnen draaien dat wie voortaan een hand durft te geven of zich niet vindt in de nieuwe anderhalvemeterwereld, de kans loopt vies bekeken te worden door lieden die zich zo nodig zuiver in de leer willen tonen. Wie zich niet ultra-zuiver opstelt, plaatst zich dan buiten de rangen van de weldenkenden en is dus een slecht mens. Vooral kritische mensen dreigen te maken te krijgen met een ongezonde massa-afkeuring.

Er ontstaat hier een nieuwe vorm van correct denken. Ditmaal gaat het niet om een politieke correctheid, maar wel om een sociale correctheid.

 

Alsof dit niet volstaat, vindt men het nodig ambtenaren aan te werven wier taak het is het reilen en zeilen van ex-coronapatiënten minutieus op te volgen. Wie deze spionage-achtige aanpak ontloopt mag bezoek verwachten: je wordt dus zonder meer gedwongen je privacy op te geven! In Australië wil men zelfs een programma op de persoonlijke communicatie-apparatuur installeren (een ‘app’). Vele Australiërs weigeren dit omdat ze niet zeker zijn dat de overheid dit niet zal misbruiken. Die ontkent in alle toonaarden, maar de geschiedenis moet ons tot grote voorzichtigheid manen. In Israël denken sommigen zelfs aan het inplanten van een chip. Is men in Israël dan de eigen geschiedenis al vergeten? Voorts blijkt dat sommige politie-ambtenaren zich nu al aangetrokken voelden tot het hanteren van nogal twijfelachtige controlemethoden en daarbij hun persoonlijke macht demonstreren.

Sommigen willen zelfs dat de ouderen een extra-coronabelasting betalen. Hiermee wordt de solidariteit onder de generaties onder druk gezet. Als dat geen aanslag is op de grondbeginselen van een democratische samenleving!

 

Beseffen we echt wat hier gebeurt?

 

Natuurlijk zal niemand ontkennen dat dit alles nu met goede bedoelingen geschiedt. Maar wat garandeert dat het altijd zo blijft? Wat als dit soort methoden gaat dienen om bijvoorbeeld ‘extreemrechtsen’ te volgen? Het hek is immers al van de dam. Dus wie garandeert dat de hierboven genoemde ‘bezoeken’ later niet om andere redenen zullen plaatsvinden? Of dat politie denkt het recht te hebben om voortaan ongevraagd een woning binnen te dringen – om welke “ernstige reden” dan ook? Of waarom zou men niet overgaan tot het weghalen van kritische beschouwingen op sociale media?

Alles uit naam van de collectieve gezondheid?

 

Iedereen weet wat hier bedoeld wordt: dit gaat een zeer gevaarlijke weg weg op.

 

Het verder volhouden van het idee van een noodtoestand is verleidelijk voor wie meer controle-instrumenten wil om ‘ongewenst gedrag’ te kunnen opvolgen. En als de kat bij de melk zit, dan likt ze ervan…

 

Noteer nu dat alles gebeurt vanuit een uiterst legitiem uitgangspunt: het nemen van maatregelen om de bevolking te behoeden voor massieve besmetting en massale dood.

Hannah Arendt schreef dat “waar ook het (totalitarisme) aan de macht kwam, het volstrekt nieuwe politieke instellingen voorbracht en alle sociale, wettelijke en politieke tradities van het land in kwestie vernietigde”[1]

 

 

Men kan niet genoeg de aandacht vestigen op het gevaar dat in naam van de volksgezondheid onze democratie à la stoemelinckx afgebroken wordt. Onze huidige toestand lijkt op een staat van beleg. De vraag is gewettigd of de door de media opgewekte collectieve angstpsychose geen ernstiger gevolgen gaat hebben dan de kwaal waartegen men zegt te strijden.

 

Hoe erg Covid-19 ook is, de zaak van de democratie moet ons heilig blijven.

 

 

 

[1] Hannah Arendt. Totalitarism. (Nederlandse vertaling), Boom, 2005, blz. 319

 

Jaak Peeters

Mei 2020

Na corona: een heet najaar

Corona beheerst nog dagelijks het nieuws. Er worden vaak indringende wie-vragen gesteld. Belangrijker is wat er nà corona komt.

Je leest over dat post-coronatijdperk de laatste dagen wel een en ander, onder de titel “het nieuwe normaal”.

Daarbij gelden in het algemeen twee belangrijke kwesties.

 

Ten eerste: wie gaat de rekening betalen? Regeringen zeggen de verliezen veroorzaakt door de lockdown te zullen bijpassen. Nu het land platligt stort de economie immers ongeveer in. De rekening achteraf zal torenhoog zijn.

Die regeringen zullen dat dus vergoeden. Dat kunnen ze echter niet. Ze zitten zelf tot over de oren in de schuld. Bovendien hebben ze de macht om geld bij te maken domweg afgestaan aan de EU, waar de centrale bank ongecontroleerd haar eigen zin doet.

Regeringen kunnen, in het sterkste geval, alleen wat weg-en-weer schuiven met rekeningen en belastingen, zelfs naar de volgende generaties.

Het is niet moeilijk te raden wat dit zal betekenen: een heet politiek najaar.

 

Ten tweede: onze straten zijn leeg. Op de snelwegen ontbreken de files waaraan we begonnen gewoon te raken. De gezellige cafétoog is gesloten en het smakelijke restaurant is voorlopig nog verplicht gesloten. Er wordt ons op het hart gedrukt dat we misschien wel voorgoed elkaar zullen begroeten met mondkapjes op. We gaan naar een wereld van anderhalve meter. Een krachtiger symbool voor de desintegratie van wat een warme samenleving zou moeten zijn valt er moeilijk te bedenken: voortaan is er een door niemand weg te denken, fysieke scheidslijn tussen ieder van ons. De anderhalve meter naast elkaar lopende enkelingen vormen de veruitwendiging van de collectieve vereenzaming.

Als we iets willen redden van de warmte die een samenleving zou moeten bieden, zullen we heel erg creatief moeten zijn.

 

 

Maar er is een derde zaak, en ze geldt vooral voor Vlaanderen. Ze moet nu al goed doordacht worden door de elite die Vlaanderen wil besturen, of alvast die intentie heeft.

Wat volgt steunt op een tekst van Eric Kaufmann, een jonge Canadese professor, die thuis is in de London School of Economics, waar ook Paul de Grauwe lesgeeft. Van Kaufmann verscheen in de Volkskrant een interview met als titel: “Ook witte mensen mogen gehecht zijn aan hun eigen groep”. En dat in een socialistisch-georiënteerde krant uit het Noorden! Een fellere vingerwijzing voor onze eigen journalistiek valt moeilijk te bedenken.

Kaufmann maakt een onderscheid tussen de staat, dit is de politieke machtsorganisatie die een bepaald gebied bestuurt, de etnische groep, hetgeen verwijst naar een gemeenschap waarvan de leden een al dan niet vermeende gemeenschappelijke afstamming claimen en refereren aan een eigen thuisland met beklemtoning van een eigen culturele identiteit, en, ten derde, de natie. Die natie is iets hybride. Ze is beter geïntegreerd dan een etnische groep, bezit enige politieke lading, maar is geen staat.

Dit laatste is duidelijk het geval voor Vlaanderen.

Een van oorsprong etnische natie, zoals de Vlaamse, kan economisch en of demografisch dominant zijn, maar cultureel of politiek minoritair.

Ook dit komt overeen met de Vlaamse situatie, met deze bijkomende opmerking dat de massale immigratie het etnisch karakter van Vlaanderen dreigt af te breken. Dat mag hier even onbesproken blijven.

In werkelijkheid toont het optreden van MR-voorzitter Bouchez dat Vlaanderen alvast op cultureel gebied niet dominant is en allerlei alarmbellentoestanden maken dat het evenmin politiek dominant is, ook al omdat Brussel zich als een derde entiteit tegen Vlaanderen opstelt.

Het moet duidelijk zijn dat een economisch en demografisch dominante natie binnen een staat, waarin ze cultureel en vooral politiek niet dominant is, zich blijvend gefrustreerd voelt. In de zich ontwikkelende delen van de wereld kan een dergelijke situatie tot genocides leiden – laten we verwijzen naar de geschiedenis van Rwanda.

In de meeste normale gevallen zou Vlaanderen binnen de Belgische staat ook politiek domineren. Vlaanderen zou het zogeheten ‘Staatsvolk’ zijn. Een democratie zou haast onvermijdelijk naar die dominantie moeten voeren. Er zouden in zo’n geval voor de minderheden terecht veiligheidssystemen moeten komen. Jammer genoeg zijn die veiligheidssystemen er nu al, vooraleer zich een Vlaamse politieke of culturele dominantie heeft gevestigd. Die veiligheidssystemen worden in Vlaanderen dan ook als onrechtvaardig aangevoeld en dat is niet ten onrechte. Ze worden ervaren als middelen om de verdere ontwikkeling naar een volwaardig Vlaanderen te verhinderen.

 

Welnu: als binnenkort de rekeningen op de tafel komen, zullen de blikken zich onvermijdelijk naar de Vlaamse middenklasse richten.

De vraag is hoe de heersende groepen een dit keer zéér zware afroming van welvaart in Vlaanderen zullen proberen te koppelen aan een blijvende politieke minorisatie binnen de Belgische staat. Want van het politiek en cultureel geminoriseerde meerderheidsvolk wordt dan gevraagd om ook op zijn economische dominantie in te leveren.

Het is in die omstandigheden onvermijdelijk dat een etnische partij, zoals het Vlaams Belang, verder zal oprukken. Men moet dan geen verwijten sturen naar die partij.

Volgens professor Donald Horrowitz leidt een democratie in een dergelijke situatie immers als vanzelf tot het ontstaan van etnische partijen. De opkomst van het Vlaams Belang is het logische gevolg van de weigering van de heersende elites om Vlaanderen de plaats te gunnen die het toekomt.

Als Vlaanderen die plaats niet gegund wordt, dan zal zelfs het confederalisme niet langer volstaan. Het najaar wordt dus ook communautair broeiend heet. En het wordt uitkijken dat de democratie zelf wordt afgebroken.

De Vlamingen zullen heel goed moeten opletten, want de falende Belgische elites zullen Europa met zijn dwangmechanismen ter hulp roepen.

We moeten waarschuwen voor deze, nu nog onderbelichte, uitdaging nà corona.

 

 

Jaak Peeters

Mei 2020