Een les

De Corona-uitbraak doet soms verwonderd opkijken.

Het komt hierop neer: in gewone omstandigheden duurt het vaak een eeuwigheid om tot beslissingen van enige betekenis te komen. Men herinnere zich de soap over de verlegging van een tramlijn in Deurne, bij Antwerpen, waar enkele bewoners via de Raad van State de ene vertraging na de andere wisten af te dwingen.

En nu zien we hoe het helemaal anders kan.

Plots vlieg je de doos in als je iemand in het gezicht hoest. Op zich een ferme maatregel, maar iedereen vindt hem correct.

De politie voert plots controles uit aan de toegangswegen tot de gemeenten, zodat die van elkaar zijn afgesloten. Het kost anders een eeuwigheid om gevraagde snelheidscontroles gerealiseerd te krijgen.

Niet noodzakelijke winkels gaan dicht. Een draconische ingreep. Hij wordt aanvaard. Wat meer is: er is controle op.

Zelfs hét grote heilige huisje van deze tijd, de open grenzen, stort in elkaar als een kaartenhuisje. Dat toont de werkelijke betekenis van zoiets als een EU, gemeten naar de maatstaven van het leven zelf.

Of nog: het begrotingsevenwicht, nog zo’n heilig huisje.

 

In de Corona-uitbraak gaat het voor iedereen inderdaad om de kern van het bestaan: het leven zelf en dat van onze dierbaren en zo voelen bang geworden mensen het ook.

 

Er steekt een les in de gebeurtenissen van de laatste weken.

Als het op echt belangrijke dingen aankomt, dan zwijgen de leuteraars over gendertoestanden en zwarte pieten, over discriminatie en stigmatisering, over multicultuur en diversiteit en andere in sommige ogen grootse projecten. Dan wordt de aandacht gericht op wat altijd weer opnieuw éérst komt: leven.

 

Er zit ook een politieke les in dit verhaal.

Er zijn redenen aan te voeren waarom de overheid in de Corona-zaak degelijk gehandeld heeft. Waarschijnlijk zal ons dat vele doden besparen. In Britse kranten oogst België er zelfs applaus mee.

Jammer genoeg komt dat niet omdat we een regering van bekwame mensen hebben, maar wel omdat sommigen onder hen dan toch zo wijs zijn geweest om het advies van wetenschappers te volgen.

Toch is ook dat maar schone schijn. Want deze regering is democratisch niet legitiem. Tot nog toe aanvaardt de bevolking de orders van de regering nog. Maar wat als het volk begint te morren tegenover een regering zonder democratische meerderheid? Het valt te vrezen dat het riedeltje “volmachten” niet zal volstaan om de gemoederen te bedaren.

 

Als een staat zich door een groot gevaar verplicht ziet draconische maatregelen te nemen, dan moet de regering van die staat onder de bevolking een voldoende draagvlak hebben. Anders zal, als de rekeningen volgen, het zaakje snel in elkaar zakken en dan volgt de totale chaos.

Hoe zal een minderheidsregering met veel te veel middelmatigen stevig genoeg uit de hoek komen om het populisme in al zijn vormen te weerstaan: dat van de cafétoog over de aanhangers van de klassenstrijd tot aan werkgeversverenigingen die ons de daver op het lijf willen jagen? Of het gebroddel van de media, die schijnbaar alleen maar uit zijn op sensatie en profijt trekken uit de angsthysterie die ze creeëren? Of afrekenen met de de asociale kinkels die er ook vandaag weer zijn?

 

We beleven dezer dagen ook een stuk spontane solidariteit en verantwoordelijkheid. Misschien niet genoeg, maar toch. Dat is hartverwarmend. Het kàn dus nog. Derhalve is de vraag of we deze burgerlijke verantwoordelijkheidszin niet tot een blijvende kracht kunnen maken. Dat zou een wereld van verschil zijn.

Laten we daartoe alvast een dikke streep trekken door al die jarenlange, postmodernistische experimenten in opvoeding en onderwijs en onze jeugd leren wat écht belangrijk is in moeilijke tijden: sociale verantwoordelijkheidszin. En laten we die zageventen die zich druk maken om onbenullige fantasietjes naar de marginaliteit verwijzen, waar ze thuishoren.

 

 

 

Jaak Peeters

Maart 2020

PPP oftewel Plat Politiek Populisme De oogst van één week.

 

We beleefden zopas een heuse communistische betoging in Brussel. Zoiets was al heel lang geleden en dat niet alleen omdat communisten niet bepaald de gewoonte hadden te betogen. Als je zelf beslist hoef je niet te manifesteren.

De PVDA – de zogeheten Partij van de arbeid – is helemaal geen socialistische partij zoals haar Nederlandse naamgenoot: het is een zuiver communistische partij. Wie zich afvraagt wat dat betekent raad ik aan het Communistisch Manifest na te lezen. Daarin staat niet alleen dat arbeiders geen vaderland hebben, maar ook dat de bourgeois de eeuwig te bestrijden vijanden zijn en dat alleen een wereld waarin het proletariaat alle lakens uitdeelt, aanvaardbaar is. Wie die bourgeois concreet is? Iedereen die men desgewenst langs de andere kant van de barrière denkt te moeten plaatsen.

Het zooitje dat zich tot dit soort extremisme voelt aangetrokken liep dus door de straten van de Belgisch/Vlaamse hoofdstad.

Ze liepen achter een opmerkelijke slogan: “colère”. De zelfverklaarde proletariërs zijn boos.

Ik heb wat foto’s van hun manifestatie gezien. Veelal mannen van middelbare leeftijd, wellicht boos geworden omdat het lot hen in het leven niet zo goed gezind is geweest als ze zelf hadden gehoopt.

Boos?

 

Sigmund Freud

 

Och: Sigmund Freud beschreef het al in zijn Het Ik en de Massa. Als mensen rondom mij boos zeggen te zijn – en sommigen zelfs écht boos lijken – dan voel ik zelf de boosheid in me opborrelen. Ik identificeer me immers met die andere arme sloebers, die net als ik niet genoeg kansen kregen in het leven.

Waarom ze precies boos zijn is niet zo duidelijk. We leven, althans volgens deskundigen, in één van de meest egalitaire landen ter wereld. Maar toch is het gebrek aan egalitarisme hen een pijnlijke doorn in het oog.

Want kijk eens: gepensioneerde politiekers (zoals ze die lieden zelf noemen) hebben een formidabel pensioen van 4000 eur per maand. Of het waar is, weet ik niet: het volstaat dat zij geloven dat het zo is. Dat is voldoende om zichzelf achtergesteld te voelen en zich hartsgrondig kameraad te voelen met die andere achtergestelde per auto rijdende noodlijdenden rondom hen.

Natuurlijk is hen dat ingelepeld door hun eigen politbureau. En die kerels weten ook wel dat zulks onzin is.

Waarom is dat onzin?

Er zijn zowat 2 mijoen gepensioneerden in België, met een gemiddeld pensioen van 1200 per maand. Niet dat dit zo’n hoog bedrag is, maar laat ons een even rekenen. Zeg maar: 10000 gepensioneerde politici ontvangen per maand 4000 euro. Samen krijgen ze dus 40 miljoen eur per maand. Pak daar de helft van af, dan rest er voor ieder gepensioneerde het formidabele bedrag van 20 eur per maand als pensioenverhoging. Ziezo: het probleem van de armoede onder de gepensioneerden is voorgoed van de baan. Simpel, niet?

 

We zien hier Freuds psychologie voluit aan het werk: verblind door de fantaisistische verhalen van De Leider – niet de heer Adolf want die is allang dood, maar het Politbureau van de partij, en dat is niet dood – sluiten ze zich aaneen, allemaal samen, verenigd als door die rotzakken van gepensioneerde politici achtergestelde paria’s.

Het is een schoolvoorbeeld: de eerste les in een cursus psychologie.

 

Geen kritiek

 

Het vreemde van het hele verhaal is dat ik in de pers geen kritiek heb gelezen. Zijn die daar dan allemaal ziende blind? Zien die niet dat wat hier gebazeld wordt klinkklare nonsens is? Waarom ontmaskeren de dames en heren journalisten die hele communistische scène niet? Dezelfde lieden die ons de wereld altijd weer denken te moeten voor-duiden, alsof we dat zelf niet kunnen. Ze hebben nochtans reden genoeg en heus niet alleen omdat het gezwets van Mertens en co te onzinnig is om ernstig te nemen. Als dit soort figuren aan de macht komt, is het voor de pers namelijk ook amen en uit.

Ze zouden moeten begrijpen dat mensen als Mertens gewoon geen kansen mogen krijgen. Het was deze Peter Mertens die vond dat iedereen maar rond moet weten te komen met 1350 per maand. Wie daar boven uitkomt is een graaier – het is een term die hij zelf heeft gelanceerd.

De conclusie is onontkoombaar: voor Mertens en co moet voortaan iedereen voor de staat gaan werken, die dan vervolgens iedereen 1350 per maand zal uitkeren – als hij braaf de oekazen van het politbureau volgt, natuurlijk.

Dat is, dunkt me, meer dan reden genoeg om dat volkje in een cordon te stoppen – als zo’n cordon er dan toch moet zijn. Ik heb nochtans nergens het voorstel gelezen om het Vlaams Belang uit en de communisten in zo’n cordon te stoppen.

 

Plat populisme

 

Dit is dus plat populisme – en dan nog een van zwaar politieke aard. Geen simpel cafétoogpopulisme. Populisme betekent hier: bewust vals gezwets met een onzinnig verhaal dat toch duizenden in de ban houdt en tegelijk de schijn van een oplossing voor alle problemen aanbiedt: alles afpakken en herverdelen.

 

Een gelijkaardige gedachtengang geldt voor de slogan “niet het land is het probleem, maar de politici”. Dat komt dan uit de mond van lieden die in Wallonië de kans hebben gezien om de socialistische partij de gordijnen in te jagen, zodat die uit lijfsbehoud weinig anders weet te bedenken dan de gefrustreerde, van de partij weggelopen kiezer terug te kopen met geld dat er niet is. Waarop Magnette naar het Noorden kijkt, waar men hem vervolgens antwoordt: niet met ons geld!

En dan blijkt het in elkaar knutselen van een belgische federale regering niet mogelijk. Wat horen we dan voor gekrijs? Dat het de politici zijn die tekort schieten!

 

Je moet maar durven. Het is wel door-en-door cynisch om de bevolking eerst op een verkeerd been te zetten en op te jutten met eisen waarvan men zelf heel goed weet dat er gewoon geen geld voor is, en dan de politici – vooral uit Vlaanderen – kwalijk te nemen omdat die zeggen dat er voor die eisen geen geld is.

De reactie uit Vlaanderen is dan ook vanzelfsprekend: als jullie die dromerijen willen waarmaken, ga er dan zelf voor werken en betaal ze zelf! Het lijkt de logica zelve. Maar niet voor communisten.

Die hebben inderdaad liever geen splitsing van België, want de kans dat ze in Vlaanderen in die mate alles overhoop kunnen zetten als in Wallonië is bitter klein. En precies die chaos hebben ze, als gepokte troebelwatervissers, nodig om hun proleratische dictatuur te vestigen. En dat verpakken ze dan als “solidariteit”.

 

Opnieuw die vraag

 

Voor de tweede keer rijst de vraag: waarom zwijgt de pers? Waarom geeft ze niet meer gehoor aan de stemmen in Vlaanderen die opkomen voor de ontplooiing van de eigen nationale identiteit? Want zoiets zou goed zijn, zowel voor de immigranten, die voortaan duidelijk weten waaraan zich te conformeren, als voor de autochtonen, die zich voortaan naar Freudiaans recept kunnen identificeren met de hele gemeenschap, en niet met de zelfverklaarde communistische havelozen, die op de keper beschouwd veelal geen armoedzaaiers zijn.

Eenzelfde vraag overigens aan het adres van sommige culturo’s, waarvan er één het deze week presteerde zijn bespreking van een nieuwe film te voorzien van de opmerking dat hij niets had met nationale identiteit. Dat zijn dan de lieden die een regering die een schamele 6% wil besparen op cultuursubsidies voor fascist uitschelden…

Er bestaat een verklaring voor deze vreemde houding van de pers en co. Die mensen houden niet van dat identiteitsdiscours. Ze vinden dat verdacht, verbrand na de gebeurtenissen van de laatste Wereldoorlog – of dat zeggen ze. Het past vooral niet in hun postmoderne levensbeschouwing die alle Grote Verhalen naar de scheurmand heeft verwezen. Nationale identiteit is zo’n verplichtend verhaal. Ze houden van de vrijheid om hun eigen realiteit te scheppen. Die is minder meedogenloos.

Ze zien de dingen tegelijk ook liever groots, minstens Europees, alsof dat Europa niet zelf bezig is met de opbouw van een leger en bijgevolg op continentale schaal uitvoert wat de toenmalige belligerenten in ‘40 – ‘45 hebben gedaan: een conflict voorbereiden of, zoals in Oekraïne, de expansie najagen.

In 1945 is het oude Europa gestorven. Niet alleen vanwege de gebeurtenissen in de Nazikampen, maar meer nog omdat de leidende Pruisische geest tot in de kiem gedood werd. En vooral omdat het zelfvertrouwen en het geloof in de eigen identiteit en bijpassende weerbare levenskracht van de volkeren van Europa verdrongen werd door een schuldcomplex, waarvan de hedendaagse elites denken zich te bevrijden door dat complex tot op het extreme punt van de zelfvernietiging door te trekken.

Zoiets als Alain Badiou, die verklaarde dat Frankrijk zich moet laten overspoelen door immigranten, omdat het zich aan kolonialisme schuldig heeft gemaakt.

 

De oude demonen

 

En wie de zaken zo bekijkt ziet hoe het platte politieke populisme, dat we in een communistische betoging aan het werk zien, naadloos aansluit bij een schuld- en schaamtecomplex dat zich van onze elites heeft meester gemaakt.

Zo is het ook mogelijk dat iemand als Bart Somers met veel poeha kan verklaren dat hij zelf ervoor zal zorgen dat er 6 miljoen bomen gepland worden en dat er 8500 laadpalen moeten komen, en daar zonder kritiek nog mee wegkomt ook.

In mijn studententijd heb ik bij een tuinier geleerd dat wie een bos van één hectare wil 600 tot 700 bomen moet planten, want een groot deel van die aanplant sterft door schimmels of door vraat. Die 6 miljoen bomen van Somers zijn dus nodig om de tienduizend hectare extra-bos die de concurrerende N-VA had beloofd vol te planten. Misschien weet de stadsbewoner Somers dat niet, maar hij had wel een tuinier kunnen bellen. En wat de laadpalen betreft: er zijn er thans 4320, die gemiddeld 0,6 keer per dag worden gebruikt. Als er 8500 laadpalen komen zoals de arrogante Somers rondkrijst, dan zal het gebruik dalen tot 0,4 keer per dag. Niet erg rendabel en een met name liberaal politicus zou dat toch moeten beseffen.

Alvast ikzelf heb nergens kritische geluiden op de uithaal van Somers gehoord.

Jazeker: ook leidende politici komen weg met dat plat populisme.

Ik vraag me af wat we zouden hebben gezien als het Vlaams Belang dit voorstel zou hebben gedaan of zelfs N-VA – op Vlaams vlak niet bepaald een extremistische partij.

Het laat zich raden.

Waarom dat verschil? Omdat die twee partijen wat op hebben met de nationale Vlaamse identiteit en vooral die identiteit vormt de vijand van lieden die zich nog steeds niet hebben kunnen losmaken uit de greep van de demonen uit het verleden of die de liederijkheid van de postmodernistische creatie van een eigen droomwereld niet willen loslaten.

Liever nog laten ze dan maar het platte politieke populisme van communisten of brullende ministers ongemoeid.

 

Ik kan op dit punt aangekomen niets anders zeggen dan wat Bertrand Russell ooit schreef: men vertelt dat de wereld na de volgende oorlog aan de ratten zal zijn. Ik hoop dat ze het prettige wereld zullen vinden, maar ik ben blij dat ik er dan niet meer zal zijn.

Ik zou, mutatis mutandis, iets gelijkaardigs willen zeggen over de proletarische identiteitsloze wereld van de huidige elite.

 

Jaak Peeters

Maart 2020