Het “Global compact for safe, orderly and regular migration” en de “Politieke Verklaring van Marrakesh” Beknopte voorstelling en kritische bespreking.

Opmerking vooraf.

 

Er is sprake van twee verschillende overeenkomsten.

Het in de titel genoemd mundiale Pact voor een veilige, ordelijke en reguliere migratie is tot stand gekomen in de schoot van de Verenigde Naties, met als actoren de staats-en regeringsleiders en vertegenwoordigers van de VN[1]. Australië, Oostenrijk, Kroatië, Polen en Hongarije ondertekenen de tekst niet, Tsjechië maakt grote bezwaren en de VS namen zelfs geen deel aan de onderhandelingen. In het geval van Oostenrijk en ook van Australië, is het bezwaar dat het pact de soevereiniteit aantast en het verschil tussen legale en illegale migratie minimaliseert.

Op 2 mei 2018 hebben de ministers van Buitenlandse en Binnenlandse Zaken en de ministers bevoegd voor Integratie en Migratie van zo’n 60 Europese (waaronder Zwitserland) en Afrikaanse landen in Marrakesh op uitnodiging van de Marokkaanse koning een Politieke Verklaring opgesteld, die ik na de bespreking van de VN-tekst kort zal behandelen. De verklaring (geen “verdrag”, zoals VRT het stelde) van Marrakesh is een gevolg van de al langer lopende dialoog tussen een aantal Europese landen en Afrika. Beide teksten steunen deels op dezelfde internationale verdragen en overeenkomsten, maar staan toch los van elkaar.

In wat volgt zal ik eerst kort verslag doen over de inhoud van het genoemde Mundiaal VN-Pact (hierna gewoon “Pact” genoemd), en er telkens enkele opmerkingen bij maken, die ik cursief en in een ander letttertype zet. Om redenen die verderop duidelijk worden heb ik mijn opmerkingen geschreven vanuit het standpunt dat autochtonen het recht hebben de integriteit van hun cultuur en hun land te beschermen, maar mét respect voor de rechten van vluchtelingen en legale migranten. Daarna zal ik een algemenere beschouwing brengen.

Het hele commentaar is op mijn verantwoordelijkheid.

Het is onmogelijk om de 34 pagina’s lange tekst van het genoemde Pact hier volledig weer te geven. Ik vestig dus de aandacht op wat ik essentieel vind. Daarmee voer ik een selectie door. Ik voeg de referentie bij voor wie de hele originele tekst wil lezen. Die is op internet overigens gemakkelijk terug te vinden.

Vervolgens zal ik kort ingaan op de Euro-Afrikaanse verklaring en enkele opmerkelijke verschilpunten aanwijzen. In ieder geval kan nu al gezegd worden dat de Euro-Afrikaverklaring uitdrukkelijk dubbel gebruik (met het genoemde Pact) uitsluit (avoiding) en alleszins beter aansluit bij onze eigen verzuchtingen, al valt er nog heel veel aan te verbeteren.

De beide teksten zal ik kritisch beoordelen, met verwijzing naar een andere commentator en een beoordeling door staatssecretaris Francken.

 

Het VN-Pact: inhoud en kort commentaar

1.Het Pact bepleit beleidsmaatregelen om op mundiaal niveau de migraties veilig, ordelijk én regulier te laten verlopen.

De preambule verwijst dan ook naar een serie afspraken binnen de VN zoals de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, verschillende internationale overeenkomsten over burgerlijke en politieke, economische, sociale en culturele rechten, de conventies tegen internationaal georganiseerde misdaad en vele andere verklaringen.

In werkelijkheid gaat het in deze zaak concreet om twee mundiale pacten, die beide samen complementaire internationale samenwerkingskaders uitzetten. Het uitgangspunt is dat vluchtelingen en migranten kwetsbare groepen zijn die vaak vergelijkbare moeilijkheden ondervinden. In de beide gevallen gaat het om personen die allemaal vallen onder de bescherming van de verklaringen over mensenrechten en menselijke bescherming. Tot nog toe echter, zo verklaart de inleidende tekst, hadden alleen vluchtelingen recht op een specifieke internationale bescherming zoals gedefinieerd in het internationale vluchtelingenrecht. Het hier behandelde Pact verwijst uitdrukkelijk naar migranten en presenteert een samenwerkingskader dat migratie in al zijn dimensies aanpakt.

Hier rijst al de eerste opmerking. Het is gewoon niet waar dat asielzoekers en vluchtelingen aan de ene kant en mensen die een beter leven zoeken even kwetsbaar zijn en dus als één groep mogen behandeld worden. Dat is onrecht doen aan mensen die écht voor hun leven op de vlucht moeten, ook al is het heel redelijk dat mensen op zoek gaan naar betere levenskansen.

2.De VN-lidstaten, een reeks relevante belanghebbenden en het ‘rapport van de secretaris-generaal van de VN’ leverden de input voor dit pact. Het pact verwijst naar de 2030- Agenda voor duurzame ontwikkeling en steunt voorts, onder meer, op het verslag van de secretaris-generaal over internationale migratie en ontwikkeling van 3 februari 2017.

3.Ondanks de plechtig aandoende inleiding wordt dit Pact gepresenteerd als een juridisch niet bindend samenwerkingskader. Men wil de internationale samenwerking tussen alle relevante actoren op gebied van migratie bevorderen. Het opmerkelijke is dat herhaaldelijk beklemtoond wordt dat geen enkele staat de migratie alleen kan aanpakken een sneer in de richting van Trump? Men verklaart aan de ene kant dat niet geraakt wordt aan de soevereiniteit van de staten, doch dat die aan de andere kant geacht worden hun verplichtingen jegens het internationaal recht na te komen. Dit wijst in de richting van de Oostenrijkse en Australische houding, die in dit pact een aantasting van de soevereiniteit zien. Deze uitspraken lijken een vingerwijzing aan het adres van politici die kritiek hebben op de huidige massa-migraties, alsof het aan een niet-verkozen en niet-verantwoordelijke VN toekomt kritiek te geven.

4.Men erkent dat de meeste migranten in de wereld reizen, wonen en werken op een veilige, ordelijke en gereglementeerde manier. Vervolgens stelt de tekst dat deze migratie op alle landen en gemeenschappen een diepe invloed uitoefent. Het is opmerkelijk dat over dit toch uiterst belangrijke punt voorts overheen wordt gegleden. Het is goed erop te wijzen dat landen en volken overleg plegen over migratie en de verantwoordelijkheden aflijnen, doch zoals verder zal blijken worden die verantwoordelijkheden nogal eenzijdig ten laste van de ontvangende gemeenschappen gelegd. Nochtans is er aanleiding genoeg om het belang en de rechten van ook de ontvangende volken nader te bespreken, ook al omdat de tekst zelf stipuleert dat migratie een bepalend kenmerk is van onze geglobaliseerde wereld en dat kennis hiervan iedereen ten goede kan komen.

5.Het Pact deelt mee dat huidige en potentiële migranten volledig geïnformeerd moeten worden over hun rechten en plichten en over de opties voor een veilige en reguliere migratie en we moeten “al onze burgers toegang bieden tot objectieve informatie (…) om misleidende verhalen met negatieve percepties over migranten te verdrijven”(punt10).

Dit is duidelijk een politieke stellingname, gericht tegen wat de “hoge vertegenwoordigers” – zo noemen ze zichzelf – kennelijk opvatten als populisme, nepnieuws enz.

Het zou beter geweest zijn als diezelfde ‘hoge vertegenwoordigers’ wat meer aandacht zouden hebben gehad voor de redenen waarom die ‘misleidende verhalen’ überhaupt kunnen ontstaan. Voor wie de krant openslaat zijn er redenen genoeg om achterdochtig te worden bij een massale instroom van externen. Mag ik even Bielefield in herinnering brengen? In de tekst van het Pact lijkt men de zorgen van de autochtone bevolking niet al te ernstig te willen nemen. Er was nochtans voldoende aanleiding om hierop wat verder door te gaan, omdat de opstellers van de tekst in hun punt 11 te kennen geven dat een alomvattende aanpak nodig is van de voordelen van de migratie en de risico’s voor individuen en gemeenschappen in landen van herkomst, doorreis én bestemming. Natuurlijk moet dat gebeuren. Alleen: het gebeurt in dit Pact zeker niet op een evenwichtige manier.

6.De eenzijdigheid blijkt ook uit punt 12. “Dit Pact is bedoeld om de negatieve factoren te matigen die mensen verhinderen om duurzaam levensonderhoud op te bouwen en te behouden in hun land van herkomst en hen te dwingen elders een toekomst te zoeken”. Dat is de spijker op de kop: mensen verlaten niet voor hun plezier hun geboortestreek, maar doen dat omdat de uitzichtloosheid hen daartoe brengt – al zijn er altijd en overal avonturiers. Er is niets mis met de wil om de rechten van migranten in alle stadia van hun migratie te beschermen, maar de aanpak van het grootste onrecht dat hen werd aangedaan, namelijk de noodzaak zelf tot emigreren, glijdt in deze tekst teveel als los zand door de vingers. Dit onderwerp had centraal moeten staan. Alle menselijke rechten moeten op de eerste plaats concrete vorm krijgen in het eigen geboorteland. Ik ben het eens met Hannah Arendt als zij verklaart – met een verwijzing naar Burke – dat mensenrechten alleen vorm krijgen binnen een situatie waarin de nationale rechten gelden[2]. Mensenrechten vereisen immers politieke macht, en sluiten dus het best aan bij het menselijk welbevinden in het eigen geboorteland.

Punt 13 zegt dat migratie nooit een daad van wanhoop mag zijn. Moet dan de klemtoon van internationale organisaties niet liggen op het verhinderen dat die wanhoop opkomt? De noodzaak tot migratie moet dus de ultieme uitweg zijn. Pas als alleen nog migratie een uitweg biedt, hebben migranten het recht in staat gesteld te worden volwaardige leden van ontvangende samenlevingen te worden, doch alleen op voorwaarde dat ze ook alle verplichtingen die in die samenlevingen gelden op zich nemen. We kunnen jammer genoeg vandaag niet zeggen dat de zaken correct verlopen. Je kunt dus niet droogweg verklaren dat sowieso veilige, ordentelijke en reguliere migratie van definitieve aard vergemakkelijkt moet worden. Dat is nauwelijks minder dan pleiten voor open grenzen.

7.Het Pact omschrijft een aantal gedragslijnen.

De eerste gedragslijn stelt het belang van de betrokken individuen centraal: het welbevinden van de migrant is hoofdbekommernis. Dat gaat te ver. De doellanden hebben zelf ook een bevolking die bestaat uit mensen met hun specifieke cultuur die aansluit bij het welbevinden van diezelfde mensen. Ook hun rechten tellen. Er bestaan voorts ook collectieve rechten, die even belangrijk zijn als de individuele rechten van migranten, omdat individuele rechten vorm krijgen via collectieve rechten. Gemeenschappen hebben collectieve rechten, zoals die in de Canadese grondwet zijn opgenomen m.b.t. de rechten van de ‘eerste volkeren’[3]. Die collectieve rechten niet te erkennen leidt onverbiddelijk tot individuele benadeling.

De tweede gedragslijn gaat over de noodzaak de migratie internationaal aan te pakken. Dat is juist, maar kan de indruk wekken dat regeringen die aparte maatregelen willen treffen, hiermee in het ongelijk worden gesteld.

De derde gedragslijn erkent de soevereiniteit van de staten en hun recht om onderscheid te maken tussen illegalen en legale migranten. Dat is nogal wiedes: elke staat haalt zijn legitimiteit uit zijn vermogen de bevolking dienstbaar te zijn, hetgeen betekent dat de staat sommige daden strafbaar stelt. Anders vervalt de hele internationale orde en verdwijnen de mensenrechten. Soevereiniteit veronderstelt bovendien ook plichten, ook voor de herkomstlanden, waar het zou moeten gaan om het opheffen van de noodzaak tot massale emigratie.

Voorts geeft de tekst gedragslijnen met betrekking tot de naleving van de rechtstaat, acties voor duurzame ontwikkeling en de naleving van de mensenrechten.

Wat dat laatste betreft vervalt de tekst weer in de modus van het verhaal over discriminatie, vreemdelingenhaat en racisme, zoals we dat inmiddels onder meer vanuit de milieus van de VN gewoon zijn. Het ontgaat de opstellers van de tekst dat racisme en discriminatie ook tegen autochtone bevolking kan gericht zijn. Het volstaat de kranten te lezen om daarvan overtuigd te raken.

Andere vermelde gedragslijnen zijn: aandacht voor de rechten van kinderen en vrouwen en de noodzaak om naar migranten te kijken als slachtoffers. Het eerste deel van deze stellingname is onbetwistbaar; het tweede is dat wél. Wat moet ik denken over de overvolle boten vol jonge kerels die zo hard nodig zijn bij de opbouw van hun eigen land of van Afghaansevluchtelingen’, die ons zijn komen te vervoegen nadat ze mooi-ogende folders over de welvaart en de overvloed aan prachtige huizen hier ten lande onder ogen kregen? Iedereen heeft het recht om een beter leven na te streven, maar dat moet dan wel gebeuren met in achtneming van de rechten van àlle betrokkenen.

8.Het pact gaat dan vervolgens verder met het formuleren van een reeks concrete doelstellingen, 23 in totaal. Ze hebben veelal te maken met betere informatieverzameling en -uitwisseling en de monitoring van de migratie. Dat is uiteraard niet verkeerd. Echter: de tekst blijft vaag en vrijblijvend als hij oproept tot duurzame ontwikkeling van alle regio’s. Dit is natuurlijk het cruciale punt: de oorzaak van migratie aanpakken. Opmerkelijk is dat er heel even sprake is over demografie. Ook dit is een cruciaal punt: als Sahellanden een geboortecijfer van tien kinderen per vrouw hebben, dan is duurzame ontwikkeling gewoon onmogelijk. Waarom hierop niet nader ingegaan?

Er wordt gepleit om rekening te houden met voorspelbare noodsituaties die migratie tot gevolg hebben of mensen het leven zuur maken. Dat is mooi, maar het blijft toch zo vaag en een beetje dromerig. Natuurrampen zijn veelal niet te voorzien en vaak wonen er te veel mensen op geologisch onrustige plaatsen. Hoe kan een regering zich voorbereiden op een vulkaanuitbarsting? Miljoenen mensen evacueren is verre van simpel en wie zal dat betalen? Tabellen, grafieken en uitwisseling van gegevens zullen hierbij weinig zoden aan de dijk zetten.

In de tekst wordt gepleit voor het gebruik van de taal die de migrant begrijpt. Hoe realistisch is dat eigenlijk? Moeten wij in Vlaanderen folders voorzien in het Swahili, het Urdu, het Maleis… in eindeloos vele talen? Als we daarmee beginnen, hoelang zal het duren voor een taaleisen worden gesteld inzake bestuur, gerecht, onderwijs enz.?

De doelstellingen van het Pact bevatten maatregelen om illegale migratie on te zetten in legale. Is dat niet een beetje onrealistisch, omdat een belangrijk aantal migranten nu precies illegaal wil gaan? Niet de legale, doch de illegale migratie is het probleem en die vang je niet op met tabellen, informatiecampagnes en monitoring. Het illegale circuit is zeer winstgevend en wie er schatten mee verdient zal met de goedbedoelde doelstellingen niet meewerken. De Pact pleit bijvoorbeeld voor de strijd tegen het vervalsen van persoonsbewijzen. Natuurlijk is dat terecht, maar hoe maak je dat hard als je weet dat dit soort praktijken algemeen is in de illegale migratie? Het mag overigens vreemd klinken, maar het begrip illegaal komt als zodanig in de tekst nergens naar voren[4].

De opstellers van het Pact pleiten ook voor een verbetering van de wetgeving met het oog op het integreren en beschermen van migranten. Ik heb niet de indruk dat de regeringen van West-Europa in dit opzicht wat aan te wrijven valt. Als een regering zelf al spreekt over ondingen zoals ‘mystery-shopping’, dan denk ik niet dat we ons aangesproken moeten voelen. En waarom zouden vrijwillige migranten per definitie het recht hebben om zich in doellanden te integreren?

Mensensmokkel is een aandachtspunt. Dat is een fundamentele zaak. Helaas blijft het Pact daarover zo vaag, dat elk concreet engagement ontbreekt. Iedereen zal mensensmokkel veroordelen, en toch is deze praktijk algemeen. De aanpak van de VN werkt dus duidelijk niet. Zo pleit men ervoor dat migranten makkelijker toegang tot juridische bijstand zouden krijgen. Ten eerste: over welke bijstand hebben we het met name in de herkomstlanden? Ten tweede: die juridische bijstand zou het illegale karakter van de migratie weghalen, wat met zich brengt dat velen liever afzien van die bijstand.

Gelijkaardige overwegingen gelden met betrekking tot de diplomatieke en consulaire voorstellen: ten eerste moeten die diensten betrouwbaar functioneren en ten tweede is de vraag of migranten wel op de tussenkomst van die diensten gesteld zijn. Pleiten voor rechtsbijstand of gerede juridische behandeling van slachtoffers van mensensmokkel neemt het probleem niet weg.

De tekst spreekt zelfs over ontradingscampagnes. Dat zal wel, en vanuit Westerse regeringskringen worden dergelijke campagnes opgezet. Alleen: als mensen in nood zitten helpt geen enkele campagne. Migranten redeneren vaak heel koel: “als het mislukt zijn we dood, maar dat gebeurt anders ook; als het lukt, hebben we kans op een beter leven”. En wie kan hen ongelijk geven? In dezelfde geest kunnen we de tekst beoordelen als die spreekt over het gecoördineerd beheren van nationale grenzen. Wat doe je als migranten met honderden tegelijk die grens bestormen of zelfs met vlammenwerpers de politie te lijf gaan? Wat als die migranten helemaal niet zinnens zijn zich aan het internationale recht te houden? Waarom zwijgt VN dan?

De tekst pleit tegen het terugsturen – zeker collectief – of de detentie van migranten. Maar wat is dan het alternatief? En als een dergelijk Pact niet méér het recht op terugsturen van illegalen beklemtoont, dan is dat een uitnodiging aan de extreme linkerzijde tot het voeren van acties tegen een regering die de immigratie wil beheersen en laat het de illegalen onze zwakheid zien.

Een dergelijke tekst is , haast vanzelfsprekend, niet af zonder dat nogmaals klemtoon gelegd wordt op de bevordering van de diversiteit: men moet wederzijds respect bevorderen voor de culturen en gewoonten van migranten en autochtone gemeenschappen. Tegelijk moet men de sociale cohesie bevorderen. Men moet toch eens uitleggen hoe dat in zijn werk moet gaan als immigranten helemaal niet geïnteresserd zijn in de emancipatie van vrouwen of het nut van schoolopleiding voor hun kinderen niet (willen) zien. Hoe kan een staat die zo divers is dat de in het ene geval de vrouw naar de papketel wordt verwezen en in het andere diezelfde vrouw aangemoedigd wordt om carrière te maken en evenveel te verdienen als mannen de gevraagde ‘cohesie’ vertonen? Diversiteit zoals die hier voorgesteld wordt verhindert juist elke ernstige cohesie – een kritiek die geldt voor elke overdreven beklemtoning van diversiteit. De politieke doelstellingen spreken elkaar tegen: de welvaart waar zovelen op af komen werd mogelijk in een toestand van een zekere mate van culturele en sociale homogeniteit, die nu door de diversiteit als gevolg van immigratie onderuit wordt gehaald. Wij kunnen onmogelijk inleveren op de principes die tot die welvaart hebben geleid en daartoe behoort inderdaad een soort gemeenschappelijk verlangen om gezamenlijk op te stoten tot een hoger niveau van ontwikkeling. Hoe kan zoiets samengaan met respect voor de tradities van immigranten uit landen waar precies deze ontwikkeling van geen tel is?

Het zou verbazend zijn geweest als sommige richtlijnen niet nog eens zouden waarschuwen voor onze kennelijk ingeboren racistische neigingen. Wij hébben een hoop antiracistische en antidiscriminatoire wetten. Laten we zaak eens omdraaien en herhalen wat iemand als Hoessein Boukhriss ooit zei, nl. dat immigranten dankbaar moeten zijn voor de kansen die ze te onzent krijgen. Systematisch de verdenking van racisme cs op de autochtonen leggen is echt niet aanvaardbaar. Het is onfatsoenlijk, temeer daar duidelijk is dat de modale Vlaming niet racistisch denkt, maar wel zijn land voor zijn kinderen wil reserveren[5]. Nog sterker is de aanbeveling in doelsteling 17: alle vormen van discriminatie elimineren en maatschappelijke leiders van allerlei slag ertoe aanzetten om personen die intolererantie en racisme cs verspreiden op te sporen en negatieve percepties te bestrijden, ook in het kader van verkiezingen. Uitdrukkelijk is in de tekst sprake van “sensibilisering en voorlichting van mediaprofessionals”. Dit is oproepen tot manipulatie van de openbare opinie en de jacht op andersdenkenden. Hier worden ook duidelijk politieke partijen op de korrel genomen, waarvan de financiering zou moeten worden stopgezet en wordt uitdrukkelijk gepleit voor wat ‘politiek correct denken’ wordt genoemd. We moeten deze gedachtengang met klem bestrijden, in naam van de rechtvaardigheid, ook al zitten de gedachten van de ‘Hoge Autoriteiten’ vol van dit soort curieuze ideeën. Politiek correct denken is een vorm van intellectueel terrorisme en hoort in een democratie niet thuis. Wij moeten intolerant zijn als we merken dat sommige ideeën bij immigranten niet met onze cultuur verzoenbaar zijn. Niet alleen omdat in ons land onze cultuur voorrang moet hebben, maar ook omdat vanuit een algemeen menselijk standpunt sommige van de opvattingen bij immigranten altijd moeten bestreden worden. Als sommige moslims menen dat een ongetrouwde vrouw die geen ‘eigendom’ is van haar man[6] loslopend wild is, dan moeten wij in de mogelijkheid zijn dit soort lieden voorgoed de deur te wijzen. Ik druk me hiermee voorzichtig uit, want het is bekend dat er figuren onder de immigranten zijn die onze hele cultuur maar niks vinden, hem misprijzen en alleen maar uit zijn op de materiële voordelen. Moeten wij aan deze lieden toegevingen doen?

Dit is een hatelijke, eenzijdige en omgekeerd discriminerende tekst.

Ook wordt van de autochtone gemeenschap verwacht dat ze diaspora’s helpt om contacten met hun land van herkomst te onderhouden. We moeten dus aanvaarden dat Erdogan zijn aanhangers in Genk komt oproepen om voor hem te stemmen of zijn tegenstanders te bestrijden. Dat is pleiten voor de oprichting van een vijfde, zesde, zevende, achtste ….kolonne, of voor etnische eilanden. Niettemin wordt van de autochtonie verwacht dat ze ijvert voor maatschappelijke cohesie.

Tenslotte zijn er richtlijnen die aanbevelen dat herintegratie (remigratie) in hun herkomstland vlot en duurzaam kan zijn. Het is goed dat die mogelijkheid aangehaald wordt, maar zolang de herkomstlanden geen verplichtingen wordt opgelegd, gaat het hier om loze uitspraken.

 

Algemene beoordeling

Dit is geen goed pact.

Ten eerste ligt de klemtoon te eenzijdig op het belang van de individuele migrant. Aziatische regeringen zullen alleen al op deze grond dit pact nooit toepassen[7]. Het moet toch duidelijk zijn dat een individu nooit uit zijn omgeving kan worden gehaald en dat wat een individu doet of niet doet tegelijk impact op zijn omgeving heeft. Je kunt dus cultuur en individueel belang onmogelijk scheiden.

Ten tweede legt deze tekst de verplichtingen te eenzijding op de aankomstlanden. Dat zijn vooral de West-Europese staten. Dat mensen willen migreren naar de plaatsen waar de meeste welvaart te vinden is, kan iedereen begrijpen. Ik zou het ook doen. Maar wie een algemeen pact wil maken dat alle aspecten de migratie in rekening wil brengen, moet dat laatste dan ook echt doen. Migratie heeft, zoals Prof. Paul Collier ons voorrekende[8], zowel slechte als goede kanten. Zoals de kaarten nu liggen komen de slechte gevolgen vooral bij de aankomstlanden terecht. Dat is op termijn niet alleen niet vol te houden, omdat er wellicht een paar honderd miljoen potentiële migranten klaar staan, alleen al in Afrika. Hun overkomst zou West-Europa onleefbaar maken. West-Europa heeft een oppervlakte van zeg maar 1,5 miljoen km2 met een bevolkingsdichtheid van ongeveer 220 per km2. Als daar nog eens 250 miljoen (schattingen van de VN) bovenop moeten komen, loopt de dichtheid al gauw op tot 500 of soms meer per km2. De Nederlanden zitten nu al op 450. Dat maakt 700 inwoners per km2. Wat blijft er dan nog over van onze natuur, onze open ruimten, onze rust en onze stilte? Hebben wij, West-Europeanen, niet ook recht op leefbaarheid?

Maar die slechte gevolgen gaan veel verder dan alleen maar die van een overdreven bevolkingsdichtheid. Zonder in te gaan op onveiligheid – ik herinner me niet dat vrouwen dertig of veertig jaar geleden voorwerp van herhaaldelijk voorkomende verkrachtingsacties waren – moet het toch duidelijk zijn dat een dergelijke massale instroom tot totale chaos leidt. Daarmee wordt de bron van welvaart waar zovelen op af komen vernield. En voor de oorsprongslanden is een massale uitstroom van talent zonder meer funest.

Migraties, op deze schaal, moeten daarom helemaal anders worden benaderd: ze moeten worden ontmoedigd, niet zozeer door pressie, maar door het wegnemen van de noodzaak tot migratie. Daartoe zijn inderdaad mundiale maatregelen nodig, maar niet diegene die in dit pact vermeld worden. Hierop voortgaande: het Pact maakt onvoldoende onderscheid tussen vluchtelingen en migranten, legale en illegale. Het is verkeerd al die groepen gelijk te willen stellen.

Ten derde: te veel wordt de indruk gewekt van een soort natuurlijke aanleg tot xenofobische of racistische neigingen bij autochtone bevolkingen en de voorgestelde methoden om die voorgewende kwaal te bestrijden zijn volstrekt te verwerpen. Poltiek correct denken en mediamanipulatie zijn verwerpelijk, ze vloeken met het wezen van de democratie en getuigen van een diep misprijzen voor de natuurlijke visie van de autochtoon. Er is een racistisch probleem, doch heus niet alleen bij autochtonen: ook bij migranten zelf. Secundo: West-Europa heeft geen of nauwelijks een verleden van racisme – althans niet op de schaal en in de zin van de VS. Welk belang hebben we erbij een Amerikaans probleem te importeren?

Ten vierde: dit Pact weigert te erkennen dat sommige mensen gewoon niet geschikt zijn om in westerse samenlevingen te functioneren. Onze samenleving is seculier – we hebben daar lang genoeg om gestreden – en we mogen niet naar een of andere vorm van theocratie terugkeren. Die kans bestaat reëel. In Duitsland is nu al 42% van de borelingen van migrantenafkomst. Blijven we echt zo naief dat de groep die binnenkort de meerderheid vormt uit zichzelf zich de westerse emacipatie eigen zal maken? Men kan zich afvragen welke pacten men op dat ogenblik op ons los zal laten? Soumission, misschien?

Ten vijfde: hoewel over mensensmokkel gesproken wordt, is er in dit Pact veel te weinig aandacht voor de illegaliteit. Die laat zich niet door pacten inperken. Illegaliteit vereist politionele actie maar die wordt op z’n minst impliciet ontraden.

Ten zesde: een hoop van de richtlijnen in dit Pact vereist de medewerking van herkomstlanden. Jammer genoeg valt er van die medewerking tot op de huidige dag niet veel te merken.

Ten zevende: ik vrees dat Oostenrijk en Australië gelijk hebben als ze in dit Pact een uitholling van de nationale soevereiniteit zien. Sommige krachten in de VN streven naar de wereldstaat. Maar moeten we het daar maar zonder verder nadenken mee eens zijn? En onder leiding van onverkozen lieden?

Ten achtste: Vluchtelingen hebben recht op opvang en het asielrecht moet heilig zijn. Maar betekent dat ook dat zij definitief vestigingsrecht moeten krijgen in West-Europa? Kan niet overwogen worden om hen – reguliere asielzoekers uitgezonderd – zoveel mogelijk op te vangen in tijdelijke centra en hen daar voor te bereiden op hun terugkeer – eventueel met extra scholing voor volwassenen en kinderen?

Ten negende: dit Pact bevat bepalingen die de resultaten van 150 jaar Vlaamse emancipatie onderuit halen en onze interne Vlaamse maatschappelijke en culturele gesteldheid vernietigen. De VN grijpt hier zeer diep in op het leven van onze eigen gemeenschap en dit doet verdacht veel denken aan een heuse staatsgreep van de VN. Alleen al dit element moet volstaan om de hele tekst af te wijzen.

 

Dit Pact is te eenzijdig, te vaag. Het legt verkeerde klemtonen en ontwijkt te veel de werkelijke problemen die moeten opgelost worden als men het probleem van de massamigratie wil aanpakken.

Reguliere migratie vormt géén probleem en heeft dat nooit gedaan, maar we beleven thans een massale immigratie die veeleer op een invasie lijkt dat op migratie.

In het belang ook van toekomstige reguliere immigranten moeten wij onze landen, onze cultuur, onze demografie en onze welvaart veilig stellen.

Pacten zoals het hier besproken kunnen ons hierbij niet van dienst zijn.

 

 

De politieke verklaring van Marrakesh

Op 2 mei 2018 hebben ministers van een aantal Afrikaanse en Europese landen een verklaring afgelegd waarin ook zij beginselen formuleren over de migratie van – vooral – Afrika naar Europa. (Omgekeerd gebeurt nauwelijks en wordt door Afrikanen tegengewerkt)

Ook hierin is er sprake over de strijd tegen het racisme, ook dit keer weer in één richting.

Maar de verdere tekst ademt toch iets meer realisme uit dan het VN-pact. Het is duidelijk dat hier ministers aan het werk zijn geweest, die met de concrete problemen te maken krijgen. Dat noopt tot een genuanceerder oordeel.

Eén van de doelstellingen is uitdrukkelijk de aanpak van de ‘irreguliere’ migratie. Bovendien legt deze tekst veel meer de klemtoon op wederkerigheid: men wil reguliere migratie van getalenteerde jonge mensen in alle richtingen bevorderen. Op de achtergrond hiervan leeft de gedachte aan toenemende ontwikkeling die op termijn de noodzaak van migratie vermindert.

Er is uitdrukkelijk sprake van de strijd tegen mensensmokkel, met inbegrip van de aandacht voor effectieve grensbewaking: ongeveer 15% van de hele tekst gaat over dit onderwerp.

Voorts is er veel aandacht voor remigratie en reïntegratie en roept de tekst op tot concrete en verplichtende maatregelen die wederzijds controleerbaar zijn.

Hiermee wordt duidelijk verwezen naar de onwil in sommige herkomstlanden. Zo is er sprake van regelmatige bijeenkomsten van Europese en Afrikaanse leiders om deze remigratie in goede banen te leiden. Omdat ook de minder willligen over de streep moesten getrokken worden, bulkt de tekst echter van wollig taalgebruik. Niettemin is de toon van deze, veel kortere tekst duidelijk beslister en zijn de maatregelen helderder en verplichtender. Dat deze tekst volstaat is erg betwistbaar, maar deze Europees-Afrikaanse tekst boezemt in ieder geval al meer vertrouwen in dat het VN-pact.

Overigens is een remigratiepolitiek weliswaar niet het liefdeskind van een bepaalde politieke strekking, maar toch niet onrealistisch, want een recente krantenkop luidde: “Syrische vluchtelingen willen naar huis maar het is te vroeg voor een terugkeer”[9]. Een remigratiepolitiek is dus bespreekbaar. Meer zelfs: die is wenselijk, omdat het heel begrijpelijk is dat de meeste vluchtelingen terug naar huis willen. Ze hebben er recht op dat wij hen daarbij helpen, in plaats van hun land te helpen platbombarderen.

Natuurlijk moet het lot van vluchtelingen ons diep raken, en heus niet alleen omwille van een soort vage medemenselijkheid, zoals de Vlaamse cultuurfondsen onlangs uitten[10]. Oorlog is echter altijd en overal mogelijk en simpele menselijke solidariteit is daarom wijs met het oog op de toekomst, omdat het ooit onze beurt kan zijn. Laat ons maar voorzichtig blijven.

Toch is ook deze verklaring van Marrakesh nog altijd een reden tot ongerustheid, hetgeen ook Nausicaa Marbe in De Telegraaf verwoordde: Migratieakkoord is gevaarlijk gepruts.

Voor haar is het verhaal dat “we” Afrikanen nodig hebben omdat er te weinig werkkrachten voorhanden zijn onzin: er is nog altijd veel werkloosheid. Te veel. Er is bovendien geen tekort aan criminaliteit onder illegalen uit Noord-Afirka, voegt ze er bitsig aan toe.

Voorts trekt ze van leer tegen de kennelijk normaal geworden gewoonte om de Europese volkeren het boetekleed te doen aantrekken als het gaat om de strijd tegen racisme en co. Het akkoord van Marrakesh bepleit een evenwichtig verhaal over migratie. Maar dat kan alleen als alle feiten aan bod komen. Waar alleen het positieve of negatieve uit het verhaal gelicht wordt, verdwijnt het evenwicht. Een sneer dus naar de nieuwsmanipulatie in De Standaard en andere media.

En wat dan over het terugkeerverhaal? Marbe is duidelijk: er zijn al jaren gesprekken met bijv. Marokko aan de gang maar die leveren niets op. Als er in Europa iets gebeurt dat Marokko niet zint, laat het weer de bootjes varen.

Dit soort overeenkomsten is juridisch niet bindend. Wat heeft het dan voor zin? vraagt Marbe zich af. Maar intussen staan er toch maar zorgelijke passages op papier: “migranten maken deel uit van diaspora’s en zijn dus niet langer individuen die in onze samenleving moeten integreren, maar leden van etnische groepen waarover het land van herkomst zeggenschap krijgt. Zoiets bevordert etnische segregatie.

Het akkoord is dan ook een afgang, gebald in een wazig, oppervlakkig document dat laat zien dat het maken van heldere afspraken met herkomstlanden nog steeds niet mogelijk is.” Het lijkt wel dat men daar die migranten liever kwijt dan rijk is.

 

In een reactie op deze politieke verklaring stelt Staatssecretaris Francken dat het belang van de Verklaring vooral schuilt in het in gang zetten van een samenwerkingsproces – het proces van Rabat – om de illegale immigratie naar Europa onder controle te krijgen[11]. Een eerlijke lezing van de tekst van de Verklaring maakt zijn stelling aannemelijk. Maar zelfs de overigens relatief onmachtige staatssecretaris zal moeten erkennen dat er nog verschrikkelijk veel werk aan de winkel is en dat gezwets over blank racisme of mediamanipulatie geen zoden aan de dijk zet en verwerpelijk is. Dat beseft hij zelf ook wel. Het stuk is dan ook voornamelijk een diplomatiek stuk met de vaagheid die daarbij nu eenmaal hoort.

 

[1]Final draft of the Global Compact for Safe, Orderly and Regular Migration (11 July 2018” en”Intergovernmentally negotiated and agreed outcome of the Global Compact for Safe, Orderly and Regular Migration”.

Tweede tekst: zie Marrakesh Political Declaration

[2] Hannah Arendt, Totalitarisme, appendix, blz. 374, Boom, 2005.

[3] Zie hiervoor onder meer: Eugeen Roosens. Eigen grond eerst? Acco, 1998.

[4] Wat je vindt is: “irregular”. Maar dat is verhullend.

[5] Jaak Peeters. Vlamingen zijn fatsoenlijke mensen, Pelckmans, 2014.

[6] Uitspraak te vinden bij Y.N.Harari, Sapiens, Thomas Rap, 2018.

[7] Zelfs de begripsvorming is in Aziatische culturen veel minder individualistisch. Zie daarvoor: Zimbardo et al. Psychologie: een inleiding. Pearson, 2017, blz. 212.

[8] In Exodus, Spectrum, 2013.

[9]Knack, 8/11/2018.

[10]Doorbraak, 9/11/2018.

[11] www.n-va.be/verklaring van Marrakesh

 

 

 

Jaak Peeters

November 2018