Een irrationele roes van zelfingenomenheid

Op het ogenblik dat dit verschijnt begint de verontwaardiging over de wansmakelijke uitzending van RTBF over de begrafenis van Marie-Rose Morel enigszins te luwen. Dat deze uitzending een voorbeeld van wanstaltigheid en volstrekte smakeloosheid was, zullen weinigen betwisten.

Wat echter zorgen moet baren, is dat deze verontwaardiging überhaupt luwt.

De uitzending ging onder de verantwoordelijkheid van een pas aangestelde Franse hoofdredacteur. De redactie van RTBF voert dit feit aan als verontschuldiging voor het stuitende gebrek aan begrip voor wat er in de Vlaamse zielen omging, toen Morel begraven werd.

Los van het feit dat zulks de manifeste journalistieke tekortkomingen niet verontschuldigt, werpt dit feit een wrang licht op de rol van de media in het maatschappelijke gebeuren in het algemeen en de politieke besluitvorming in het bijzonder.

De betrokken redacteur heeft de uitzending kennelijk gemaakt vanuit de perceptie van het hem bekende Vlaanderen. Dat Vlaanderen is een rechts, onverdraagzaam, xenofoob Vlaanderen. Zo leeft het bij een groot deel van het Franstalige mediakorps. Dat is dus ook het beeld dat hier in het hoofd speelde. Omdat de hoofdredacteur hoogstwaarschijnlijk het Nederlands niet machtig is – een bedenkelijk feit op zich, waarvoor de RTBF op z’ n minst op de vingers mag getikt worden -, zijn de zielenroerselen van de mensen die rouwden bij het heengaan van Morel voor hem dan ook niet toegankelijk. En kennelijk was de journalist in kwestie zo zelfingenomen bezig met zijn eigen ideeën over het gehele gebeuren, dat de mogelijkheid dat zijn beeldvorming over Vlaanderen misschien niet klopte bij hem niet eens opkwam.

Dat leidt tot de conclusie dat alvast een gedeelte van de opinievorming berust op tenminste onvolledige en naar men kan aannemen onjuiste informatie. Voor een belangrijk deel is dat te wijten aan de ontbrekende talenkennis van de journalist. Wie de taal niet machtig is, is uitgesloten van de kennis over wat mensen op dergelijke emotionele momenten beroert. Het enige wat hem dan rest, is het gebeuren te interpreteren vanuit het hem wél bekende beeld, en dat is wat Vlaanderen betreft nu pijnlijk duidelijk geworden.

Men kan er echter van op aan dat dit soort malversaties vaker voorkomt, omdat de redacteuren immers wel vaker voor een onoverkomelijke taalbarrière staan. Dat deze barrière zich kennelijk ook binnen de Belgische staat voordoet, maakt duidelijk dat dit land uit twee landen bestaat, ook al willen sommige columnisten in een bekend zichzelf ten onrechte kwaliteitskrant noemend blad dat per sé ontkennen.

Maar in een ruimer, internationaal kader is dit gegeven een reden tot diepe bezorgdheid.

De Serviërs hebben een kwalijke naam, getuige de uitspraak dat ‘de Vlamingen straks de Serviërs van Europa’ worden. De berichtgeving over de oorlog in Servië zindert nog steeds na, telkens met een zeer negatieve bijklank als het om Servië gaat. Maar waarop berust dit negatieve beeld over Servië? Als de kwaliteit van de berichtgeving over Servië hetzelfde bedenkelijke niveau heeft gehaald als wat we zopas op RTBF hebben moeten beleven, wat is dan de waarde ervan? Nochtans berust een belangrijk gedeelte van de politieke besluitvorming precies op het beeld dat over een bepaalde groep of persoon wordt opgehangen. En uitgerekend de kwaliteit van dat beeld wordt, zoals nu duidelijk blijkt, onherkenbaar mismaakt door de al dan niet bewust gewilde onwetendheid van de verslaggever.

Op deze wijze wordt duidelijk waarom de wijsneuzen in onze pers zo vaak met onverwachte erupties van zogeheten irrationele excessen worden geconfronteerd. Niet de excessen zijn namelijk irrationeel, maar het beeld waartegen de politieke feiten aanbotsen is dat. Het berust namelijk op een mengsel van onkunde, onkennis en arrogante, betweterige zelfingenomenheid, die journalisten verhindert open oog te hebben voor wat zich voor hun ogen afspeelt.

Door geen juist verslag te doen over wat er feitelijk bij de mensen omgaat, wordt de politiek vervolgens voor een deel de kans ontnomen om bijtijds de juiste maatregelen te treffen, zodat het ongenoegen wordt weggehaald. De politiek wordt zelf op een verkeerd been gezet.

Omdat passende maatregelen te lang uitblijven, hopen de spanningen zich op. Die komen dan op de meest onverwachte momenten tot uitbarsting, vaak naar aanleiding van een op zich onbenullig incident. De slimmeriken uit de media vinden dan vervolgens geen betere verklaring dan de schuld van de troebelen te werpen op de irrationele gevoeligheden binnen de mensen, het nationalisme vanzelfsprekend op de eerste plaats. Zodoende hoeven ze hun eigen, vooringenomen beeldvorming niet ter discussie te stellen.

Er bestaat geen twijfel over het feit dat een journalistiek die haar werk terdege zou doen, een uiterst belangrijke bijdrage zou kunnen leveren aan het doeltreffend aanpakken van de problemen van deze wereld.

Helaas leven teveel redacteurs in een irrationele roes van zelfingenomenheid. Onze verontwaardiging daarover zou nooit mogen luwen.

Jaak Peeters

Feb. 2011

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *