Een volk kan wél vergaan

“Een volk zal nooit vergaan”. Zo zingen Vlamingen  in hun nationaal lied. Helaas stemt die zin niet bepaald overeen met wat de feiten over Vlaanderen laten zien.

Ja: even enkele van die feiten.

Omstreeks 1900 -111 jaar geleden – telde Ukkel 20.000 inwoners en was de gemeente Nederlandstalig. Oudergem, met 30.000 inwoners vandaag: zelfde verhaal. Watermaal-Bosvoorde: idem dito. Wemmel, een van de landelijke gemeenten die omstreeks 1900 amper van het bestaan van de Franse taal hadden gehoord, telt nu zowat 50 % Franstaligen. Daarmee is deze gemeente het minst verfranst van alle Vlaamse gemeenten rond Brussel.

Kenners delen ons mee dat in Halle, Merchtem, Asse, Overijse en zelfs in Londerzeel het aantal Franstaligen hand over hand toeneemt.

Als België uit elkaar valt – en daar lijken de Franstaligen op aan te sturen – is de kans groot dat internationale arbitrage de zes randgemeenten bij Brussel zal voegen. Vlaanderen is dan niet alleen zijn hoofdstad, maar meteen ook zowat een half arrondissement grondgebied kwijt.

Niets laat uitschijnen dat de jaarlijkse transfers, in een grootteorde van zowat 11 miljard Eur, op korte termijn zullen verminderen.

Vlaanderen verliest zijn hoofdstad en een stuk van zijn grondgebied, zijn culturele homogeniteit wordt uitgehold, en levert bovenop nog eens een groot deel van de vrucht van zijn arbeid in onder het mom van solidariteit. Dat is pas een dikke vis – voor de Franstaligen, welteverstaan.

En het houdt niet op: onze hele energiebevoorrading is in buitenlandse handen, onze voornaamste industriële bedrijven zijn dat ook en de bevoegdheden die nodig zijn om tenminste de economische slagvaardigheid aan te zwengelen ontbreken te enenmale. Als we ze willen verwerven moeten we ze betalen… met grond.

Natuurlijk mag en moet de vraag worden gesteld naar de schuld voor dit alles. Ja: die schuldigen zijn gekend. Het zijn de Belgische bestuurders, verzameld in de traditionele partijen en aangevuld vanuit organisaties zoals het Verbond van Belgische Ondernemingen en, niet te vergeten, met enthousiasme door het Hof aangemoedigd. Zij allemaal wisten zeer goed dat de culturele strijd in Brussel en omgeving volop woedde. Ze wisten zeer goed dat het de Franstaligen altijd – gewoon altijd – om expansie te doen is. Ze hebben al die tijd nagelaten iets te ondernemen om tenminste een beetje rechtvaardigheid te doen heersen. Dat is zéér beleefd uitgedrukt.

Meer zelfs: toen vanuit de Vlaamse Beweging geroepen, gesmeekt, geëist werd dat Brussel ontvet zou worden, omdat men daar zeer goed zag wat er te gebeuren stond, heeft men er zelfs de Europese hoofdstad in huis gehaald. Berekeningen over de maatschappelijke kost van die operatie werden door de traditionele machthebbers weggelachen – de eigen portemonnee van velen onder hen ten bate.

De Vlamingen wisten en weten nog steeds dat als Europa in Brussel hoofdstad houdt, het kleine Brussel niet kan volstaan om zo’n mastodont te huisvesten. Wijlen Monnet zei het al: eigenlijk moet héél Brabant hoofdstad worden.

Dat is precies wat de Franstaligen nastreven: Brussel uitbreiden betekent op termijn nog meer Brabantse gemeenten inlijven, want op dezelfde manier als de zes randgemeenten werden verfranst, zullen die andere Brabantse gemeenten ook bezwijken. Het is al volop bezig.

En ja hoor: de zaak zal verfranst worden. Niet verengelst. Want net zoals de vakbonden destijds de Vlamingen in Brussel hebben helpen verfransen, door hen aan te moedigen in het Frans school te lopen – ziedaar de oorsprong van het FDF -, zullen ‘wijzen’ ook nu weer ijveren voor een ‘grondige kennis van het Frans’ bij de Vlaamse autochtonen. Kwestie van de aanpasbaarheid van de Vlaming niet verloren te laten gaan. Zo kan Vic Van Aelst dus gelijk krijgen. Voor de onwetende inwijkeling uit Jamaica is België een Franstalig land en hij kijkt verbaast op als hij merkt dat dit niet zo is. Maar als je kunt kiezen: dan kies je toch voor het Frans, niet?

Het sterkste is dat het Vlaamse Parlement de funeste betekenis van dit alles veelal niet in de gaten schijnt te hebben en ermee instemt om het Frans – de taal van het imperialisme, punt uit – in Vlaanderen aanwezig te laten.

Alles op een rij gezet, zou je verwachten dat er mensen zouden opstaan om deze dodelijke evolutie – ze is dodelijk!- een halt toe te roepen of zelfs te keren. Dat laatste is zeker mogelijk…als men het wil. Nil Volentibus Arduum. Voor wie wil, is alles mogelijk. Maar de wil is er niet. Want onze krantencommentatoren, onze professoren, onze journalisten, ons onderwijzend personeel en nogal wat politiek personeel is vooral begaan om de zorg van de multiculturele maatschappij – al weet geen kat uit te leggen wat dat ding eigenlijk is. Jan Brugman schreef er in 1998 een boek over: “Het raadsel van de multicultuur”. En men is druk doende met het intussen door-en-door versleten links-rechtsdebat. En de krantenkolommen staan vol over moorden en de schunnige minislipjes van zogenaamde filmsterren. Stompzinnige Spielerei terwijl het huis in brand staat.

Men zou denken dat mensen dan eerst en voor alles de brandweer bellen, zeker als de brand al uitslaande blijkt. Neen, men beperkt er zich toe de oplettende waarschuwingen van alerte Vlamingen spottend af te doen. “ Extremisten”. “ Caracteriels”. Het mes diep in de rug.

‘Modernisering’, noemen sociologen dit alles. De maatschappij is in transitie. Brussel ook, dus. Neen: wetenschap is niet neutraal.

Ik heb zelden zo’n valse en verhullende term een wetenschappelijke status weten krijgen. Modernisering betekent vrijwel altijd dat de ene groep door een andere wordt weggedrumd, volgens de wet van de sterkste. De autochtone Amerikanen door de Europese indringers, waardoor de eertijds trotse ‘indianen’ nu verworden zijn tot een zielig en meelijkwekkend troepje havelozen. En zo zullen ‘wetenschappers’ ook wel vergoelijkend spreken over de culturele genocide in en rond Brussel.

En zullen de gematigden, de staatsdragenden en de modernisten het wegsterven van een volk bedekken met een mantel van een voor henzelf voordelige liefde.

 

 

Jaak Peeters

Augustus 2011

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *